Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Erkens over “RWE hoopt op geitenpaadje voor project met waterstof uit afval”
Vragen van het lid Erkens (VVD) aan de Ministers voor Klimaat en Energie en Minister van Economische Zaken en Klimaat over het artikel «RWE hoopt op geitenpaadje voor project met waterstof uit afval» (ingezonden 8 januari 2024).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie) en van Minister Adriaansens (Economische
Zaken en Klimaat) (ontvangen 6 maart 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «RWE hoopt op geitenpaadje voor project met waterstof
uit afval»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend dat in het artikel wordt aangegeven dat het project FUREC, gericht op
waterstofproductie uit restafval, twee jaar vertraging dreigt op te lopen als gevolg
van de geplande netuitbreiding in 2028 in plaats van 2026?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Wat zijn de concrete stappen die u zult ondernemen om druk uit te oefenen op Enexis
en TenneT om de oorspronkelijke planning te handhaven en de benodigde aansluiting
in 2026 te realiseren?
Antwoord 3
Ik zie het belang van het FUREC-project. Bij de prioritering van klantaanvragen bij
netbeheerders heb ik echter geen rol. Voor netaansluitingen geldt vooralsnog het «first
come, first served» principe. De ACM werkt op dit moment aan een prioriteringskader
waarmee transportverzoeken van klanten met een belangrijke maatschappelijke functie
voorrang kunnen krijgen. Met het prioriteringskader wordt het mogelijk dat de nu nog
beschikbare schaarse netcapaciteit of netcapaciteit die vrijkomt door bijvoorbeeld
congestiemanagement en/of netuitbreidingen, anders wordt verdeeld dan op basis van
het «first come, first served» principe. Op dit moment is het prioriteringskader dat
de ACM in juli 2023 heeft gepubliceerd een conceptkader. Het definitieve prioriteringskader
wordt in april 2024 verwacht.
Vraag 4
Gezien de forse CO2-reductie die komt kijken bij een al vergevorderd project en het belang van een grotere
inzet op waterstof vanwege de huidige netcongestie, hoe gaat de regering ervoor zorgen
dat FUREC als prioritair project wordt beschouwd bij de beoordeling van netuitbreidingsplannen?
Antwoord 4
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 3.
Vraag 5
Bent u bereid om in overleg te gaan met RWE, Enexis, TenneT, Chemelot, en de provincie
Limburg om mogelijke versnellingsopties te bespreken en de noodzakelijke ondersteuning
te bieden zodat 2026 wel mogelijk wordt gemaakt?
Antwoord 5
Vanuit EZK is er gekozen voor een integrale aanpak waarbij versnellingsopties clusterbreed
worden ontwikkeld. Ook zijn energyboards opgezet waarmee de betrokken partijen zoals
de provincie, gemeenten en industrie directer samenwerken zodat processen kunnen worden
geoptimaliseerd. Ik ga daarom niet specifiek over dit project in overleg met RWE,
Enexis, TenneT, Chemelot en de provincie Limburg. Maar neem dit mee in de reguliere
gesprekken binnen het cluster Chemelot.
Vraag 6
Deelt u de mening dat het feit dat FUREC meer dan 100 miljoen aan Europese middelen
toegezegd heeft gekregen ervoor zorgt dat de subsidiebehoefte vanuit de Nederlandse
staat afneemt? Betekent een vertraging van twee jaar dat de subsidie van 108 miljoen
uit het Europese innovatiefonds mogelijk niet meer beschikt gaat worden? Betekent
dit dat vertraging de Nederlandse schatkist mogelijk 108 miljoen euro extra kost?
Vindt u dit ook zeer onwenselijk?
Antwoord 6
In algemene zin ben ik het eens met de vragensteller dat het onwenselijk is dat een
project bijvoorbeeld vanwege vertraging in het vooruitzicht gestelde Europese subsidie
zou mislopen. Ik vind het echter te voorbarig om te stellen dat hiervan sprake is,
of zal zijn, bij het FUREC-project van RWE. Allereerst is een belangrijke nuancering
dat RWE naar ik begrijp voor dit project nog geen definitief investeringsbesluit heeft
genomen. Er zijn nog enkele uitzoekpunten voordat RWE mogelijk over zal gaan tot een
dergelijk besluit. Naast tijdige aansluiting op het net, gaat dit onder andere ook
over tijdige vergunningen en overeenkomst met potentiële afnemers. Zoals bekend heeft
de Commissie voor de MER onlangs het milieueffectrapport van RWE als onvoldoende bestempeld
omdat essentiële informatie ontbreekt.2 Het rapport moet worden herschreven waarmee het vergunningsproces rondom het FUREC
project mogelijk vertraging oploopt. Ten tweede lopen er naar ik begrijp nog gesprekken
tussen de betrokken netbeheerders en RWE over de planning. Tenslotte ben ik voor de
toekenning van subsidies vanuit het Innovation Fund niet op de hoogte van de specifieke
afspraken, deze zijn immers alleen kenbaar voor Europese Commissie en RWE.
Kortom, RWE is zelf verantwoordelijk de financiële business case sluitend te krijgen.
Dat neemt niet weg dat ik met RWE in contact ben over dit mogelijke project, waarbij
ik ook bekijk op welke uitzoekpunten mijn ministerie een mogelijke rol kan spelen.
Vraag 7
Kaunt u toelichten hoe FUREC voldoet aan de criteria voor prioritaire behandeling?
Antwoord 7
Nee. Het maatschappelijke prioriteringskader wordt vastgesteld door de ACM en is nog
niet definitief.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie -
Mede ondertekenaar
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.