Schriftelijke vragen : De lokale lastendruk
Vragen van het lid Van Eijk (VVD) aan de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de lokale lastendruk (ingezonden 6 maart 2024).
Vraag 1
Wat is de totale (geschatte) omvang van de lokale lastendruk in 2024? Hoe heeft deze
opbrengst zich in de periode 2020–2024 ontwikkeld?
Vraag 2
Wat is de verhouding tussen de opbrengsten van verschillende soorten lasten, waaronder
in ieder geval onroerende zaakbelasting, afvalstoffenheffing, riool- en zuiveringsheffing,
parkeerbelastingen en overige belastingen in 2024?
Vraag 3
Hoe heeft deze verhouding zich in de periode 2020–2024 ontwikkeld? Is er een soort
heffingen dat qua relatieve opbrengst in de afgelopen jaren aanzienlijk is toe- of
afgenomen? Zo ja, welke?
Vraag 4
In hoeveel gemeenten wordt het principe «de vervuiler betaalt» gehanteerd bij het
bepalen van de hoogte van de afvalstoffenheffing, door hierbij een onderscheid te
maken tussen het aantal personen in het huishouden?
Vraag 5
In hoeveel gemeenten waar op basis van het aantal personen in het huishouden dit onderscheid
gemaakt wordt, is er sprake van een hoger basisbedrag voor eenpersoonshuishoudens?
Vraag 6
En in hoeveel gemeenten wordt de hoogte van de afvalstoffenheffing bepaald op basis
van het gebruik van de voorziening (zoals het aantal afvalzakken)?
Vraag 7
Zijn er gemeenten waarbij het principe «de vervuiler betaalt» geen enkele rol speelt
bij het bepalen van de hoogte van de afvalstoffenheffing? Zo ja, welke?
Vraag 8
Welke verschillen bestaan er in lokale lastendruk per inwoner tussen een woningbezitter
en een huurder, tussen een eigenaar van een auto en iemand die geen auto bezit en
een eenpersoonshuishouden of een meerpersoonshuishouden?
Vraag 9
In hoeveel gemeenten geldt een parkeerbelasting? Is de omvang van het gebied of het
aantal gebieden waar een parkeerbelasting wordt gehanteerd in de afgelopen jaren toegenomen?
Vraag 10
Hoe wordt de zinssnede «in het kader van parkeerregulering» in artikel 225, eerste
lid, van de Gemeentewet geïnterpreteerd en toegepast?
Vraag 11
Is het bijvoorbeeld noodzakelijk dat er sprake is van een parkeerprobleem in het gebied
voordat parkeerbelasting kan worden ingevoerd? Zijn er andere wettelijke kaders bij
het invoeren van een parkeerbelasting?
Vraag 12
Hoe beoordeelt u in dit verband het invoeren van parkeerbelasting in de gehele gemeente,
zoals nu in Utrecht, Amsterdam en Amersfoort wordt overwogen en/of (gefaseerd) wordt
ingevoerd?
Indieners
-
Gericht aan
H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Gericht aan
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën -
Indiener
Wendy van Eijk, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.