Schriftelijke vragen : Het bericht 'Marktplaats-melding aan fiscus blijkt ook risico voor uitkering; 'Overheid heeft geen goed track record in zulke zaken''
Vragen van het lid Inge van Dijk (CDA) aan de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Marktplaats-melding aan fiscus blijkt ook risico voor uitkering; «Overheid heeft geen goed track record in zulke zaken»» (ingezonden 6 maart 2024).
Vraag 1
Hoe beoordeelt u het risico dat experts signaleren dat de informatiedeling rondom
online verkopen een eigen leven kan gaan leiden, als dit op een gegeven moment wordt
gebruikt om mensen te categoriseren als potentiële fraudeurs en kan leiden tot terugvorderingen,
met als risico een nieuwe «affaire»?1
Vraag 2
Klopt het dat, als gevolg van de nieuwe regelgeving, gemeenten veel vaker via de Belastingdienst
een seintje kunnen krijgen over bijverdiensten van mensen met een uitkering, en kan
dit inderdaad leiden tot extra controles en/of korten op een uitkering?
Vraag 3
Zijn er objectieve criteria of richtlijnen om een onderscheid te maken tussen de verkoop
van privéspullen, wat volgens vaste rechtspraak voor ontvangers van bijstand niet
verboden is, en echt handelen, aangezien de opbrengst van incidentele verkoop van
privégoederen in het algemeen niet als inkomen wordt aangemerkt en daarover in beginsel
ook geen mededeling hoeft te worden gedaan?
Vraag 4
Kan het volgens u bijvoorbeeld een uitkomst van de gegevensdeling zijn dat iemand
die 30 kinderkleertjes (van eigen kinderen) voor een euro per stuk verkoopt, waarvan
data wordt gedeeld door de Belastingdienst, extra gecontroleerd wordt of gekort wordt
op een uitkering?
Vraag 5
Hoe wilt u voorkomen dat het uitwisselen van data onbedoelde gevolgen heeft voor bijstandontvangers?
Vraag 6
Zijn er waarborgen in het proces die ervoor kunnen zorgen dat ontvangen data niet
direct leidt tot terugvorderingen, fraudeverdenkingen en extra controles, bijvoorbeeld
door de informatie te verifiëren bij de betreffende bijstandsontvanger?
Vraag 7
Wat zou in dit geval uw antwoord zijn op de vraag zoals organisatiewetenschapper Christine
Moser van de Vrije Universiteit zich stelt, of de omvang van de door de wet bestreden
vermeende fraude in verhouding staat tot de maatregelen en hoeveelheid data die daarvoor
worden verzameld en gedeeld?
Vraag 8
Bent u het met Christine Moser eens dat dit soort dingen een eigen leven kunnen gaan
leiden, zoals bij de toeslagenaffaire waarbij mensen, ongeacht of lijstjes waarop
ze stonden doelmatig waren, extra gecontroleerd werden?
Vraag 9
Wat vindt u van de reactie van emeritus lector Armoede Interventies aan de Hogeschool
van Amsterdam Roeland van Geuns: «Natuurlijk zitten er ook mensen bij die echt een
boterham verdienen met een online handeltje. Maar dit is op jacht gaan naar kleine
visjes»?
Vraag 10
Bent u bereid de gevolgen voor de bijstand van de nieuw gedeelde data van platformen
te monitoren en daarover aan de Kamer te rapporteren wanneer de uitkomsten daartoe
aanleiding geven, bijvoorbeeld wanneer veel meer controles of kortingen plaatsvinden
door informatie van de Belastingdienst?
Indieners
-
Gericht aan
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Gericht aan
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën -
Indiener
Inge van Dijk, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.