Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Bikker en Van Nispen over het bericht ‘Hoe Ajax en PSV in zee gingen met dubieuze Aziatische gokbedrijven'
Vragen van de leden Bikker (ChristenUnie) en Van Nispen (SP) aan de Ministers voor Rechtsbescherming, van Financiën en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Hoe Ajax en PSV in zee gingen met dubieuze Aziatische gokbedrijven» (ingezonden 18 januari 2024).
Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming), mede namens de Ministers van Financiën,
            van Justitie en Veiligheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris
            van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 5 maart 2024). Zie ook Aanhangsel
            Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 955.
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het bericht «Hoe Ajax en PSV in zee gingen met dubieuze Aziatische
               gokbedrijven»?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Wat vindt u van de beschreven handelwijze van Ajax en PSV, heeft u de indruk dat zij
               hun maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben genomen?
            
Antwoord 2
            
Betaald voetbalorganisaties gaan over hun eigen sponsorcontracten. In het voetbal
               worden maatregelen genomen om geldstromen te achterhalen, zoals het zogenoemde «Know-Your-Owner»
               en het controleren van de bron van financiële stromen, mits daar aanleiding voor is.
               Op basis van de beschreven handelwijze kunnen wij niet beoordelen hoe diepgaand Ajax
               en PSV onderzoek hebben gedaan naar de herkomst van het geld dat zij hebben ontvangen.
            
Vraag 3
            
Bent u bekend met het onderzoek van de Financial Action Task Force (FATF) uit 2009
               naar witwaspraktijken in de voetbalsector?2
Antwoord 3
            
Ja.
Vraag 4
            
Bent u het ermee eens dat op basis van dit rapport maar ook de eerdere rapporten van
               Europol, voetbalclubs en betrokken entiteiten extra bedachtzaam moeten zijn voor de
               risico’s op witwassen door sponsorcontracten – in het bijzonder waar het contracten
               met gokbedrijven betreft?
            
Antwoord 4
            
Wanneer een organisatie – zonder gelijke tegenprestatie – geld geboden krijgt van
               een derde partij is het altijd belangrijk bedachtzaam te zijn. Organisaties zouden
               zich altijd af moeten vragen met welk doel ze dat geld krijgen, of ze met de betreffende
               partij geafficheerd willen worden en welke gevolgen dit kan hebben. Een belangrijke
               reden om kansspelen op afstand in Nederland te legaliseren was om kansspelgerelateerde
               criminaliteit te voorkomen via een vergunningstelsel en strenge voorwaarden aan die
               vergunningen. Ook geldt in algemene zin dat eenieder gehouden is aan de wet. Zo is
               (schuld)witwassen strafbaar gesteld in het Wetboek van Strafrecht (Sr). Hiervan is
               sprake als redelijkerwijs vermoed kon worden dat het voorwerp – onmiddellijk of middellijk
               – uit enig misdrijf afkomstig is. Voetbalclubs zouden dus inderdaad bedachtzaam moeten
               zijn op risico’s op witwassen.
            
Daarnaast zijn poortwachters, zoals banken en notarissen, op grond van de Wet ter
               voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) verplicht om cliëntenonderzoek
               te doen en ongebruikelijke transacties te melden. In het kader van deze verplichtingen
               moeten poortwachters ook een inschatting maken van de risico’s op witwassen die een
               cliënt met zich meebrengt. Voetbalclubs kunnen ook cliënten van poortwachters zijn.
               Een van de vele factoren die relevant kunnen zijn voor deze inschatting is of, uit
               rapporten of anderszins, blijkt dat de sector waarin een cliënt actief is, risico’s
               op witwassen kent. Als een poortwachter risico’s op witwassen vaststelt, dan moet
               deze de risico’s mitigeren. Ook poortwachters dienen dus bedachtzaam te zijn op risico’s
               op witwassen bij dergelijke transacties.
            
Vraag 5
            
Is het in dit licht niet vreemd dat wel is gevraagd of een partij betaalt, maar geen
               navraag lijkt te zijn gedaan naar de ultimate benificial owner, verder onderliggende geldstromen en de betrouwbaarheid van de herkomst van het geld?
            
Antwoord 5
            
Het is ons niet bekend of en zo ja, welke poortwachters betrokken zijn of waren bij
               deze casus en wat zij wel of niet hebben gedaan. Aangezien voetbalclubs niet gelden
               als poortwachter in de zin van de Wwft, rust er op hen uit hoofde van de Wwft geen
               verplichting om de uiteindelijk belanghebbende (UBO) vast te stellen bij het aangaan
               van een zakelijke relatie.
            
In het algemeen geldt dat artikel 3, tweede lid, Wwft voorschrijft dat het cliëntenonderzoek
               poortwachters, onder andere, in staat stelt om de UBO van de client te identificeren
               en redelijke maatregelen te nemen om de identiteit te verifiëren, en indien de cliënt
               een rechtspersoon is, redelijke maatregelen te nemen om inzicht te verwerven in de
               eigendoms- en zeggenschapsstructuur van de cliënt. Ook dient het cliëntenonderzoek
               poortwachters in staat te stellen om een voortdurende controle op de zakelijke relatie
               en tijdens de duur van deze relatie verrichte transacties uit te voeren, met zo nodig
               een onderzoek naar de bron van middelen die bij de zakelijke relatie of transactie
               gebruikt worden.
            
Vraag 6
            
Kunt u schetsen wat het huidig juridisch kader is voor voetbalclubs in het bestrijden
               van witwassen, in het bijzonder bij het aangaan van sponsordeals?
            
Antwoord 6
            
In het huidig juridisch kader zijn voetbalclubs geen poortwachter. Ze hebben dus geen
               (wettelijke) rol in het voorkomen van witwassen. Wel kunnen verschillende poortwachters,
               zoals banken, advocaten en trustkantoren, betrokken zijn bij transacties die voetbalclubs
               uitvoeren. Zoals reeds toegelicht in de beantwoording van vraag 4 en 5, hebben poortwachters
               op grond van de Wwft verplichtingen in het kader van het voorkomen van witwassen.
            
Wel geldt, zoals reeds toegelicht in de beantwoording van vraag 4, voor het bestrijden
               van witwassen in algemene zin dat eenieder, dus ook voetbalclubs, gehouden zijn aan
               de wet, waarbij specifiek is verwezen naar het Wetboek van Strafrecht waarin (schuld)witwassen
               strafbaar is gesteld.
            
Vraag 7
            
Kunt u het verdere juridisch kader schetsten voor in artikel 1a van de Wet ter voorkoming
               van witwassen en financieren van terrorisme genoemde ondernemingen, natuurlijke personen,
               rechtspersonen en vennootschappen, in het bestrijden van witwassen bij het aangaan
               van sponsordeals en het sluiten van transfers door voetbalclubs? Is het juist dat
               bij een sponsordeal betrokken juridisch adviseur of advocaten, maar ook banken en
               andere financiële dienstverleners een duidelijke verplichting hebben op basis van
               de Wwft?
            
Antwoord 7
            
Ja, hierbij wordt verwezen naar de beantwoording van de vragen 4, 5 en 6.
Vraag 8
            
Wordt door één of meerdere toezichthouders reeds onderzocht of in deze casus door
               de (al dan niet beursgenoteerde) voetbalclubs en de onder vraag 4 genoemde entiteiten
               binnen de kaders van wet- en regelgeving is gehandeld? Zo nee bent u bereid deze casus
               met nadruk bij de betreffende toezichthouders onder de aandacht te brengen?
            
Antwoord 8
            
Of toezichthouders onderzoek doen naar bepaalde casussen of entiteiten is toezichtsvertrouwelijke
               informatie. Het Ministerie van Financiën en het Ministerie van Justitie en Veiligheid
               hebben het artikel onder de aandacht gebracht van De Nederlandsche Bank, Nederlandse
               orde van advocaten en Bureau Financieel Toezicht.
            
Vraag 9, 10 en 11
            
Is het juist dat in de nieuwe Europese witwaswetgeving nadrukkelijk aandacht is voor
               het bestrijden van witwaspraktijken in de voetbalwereld?3
Zet Nederland zich in voor stringente regelgeving voor – in elk geval – grotere clubs,
               en ziet de Nederlandse inzet ook op scherpe regels voor voetbalmakelaars en andere
               tussenpersonen?
            
Ziet de regering aanleiding om, op basis van deze casus maar ook vooruitlopend op
               Europese wetgeving, de regelgeving voor sportclubs, voetbalmakelaars en andere relevante
               partijen aan te scherpen?
            
Antwoord 9, 10 en 11
            
Voetbalclubs en -agenten zijn in het nieuwe anti-witwasraamwerk toegevoegd als poortwachter.4 Dit betekent dat ook voetbalclubs en -agenten in de toekomst verplichtingen zullen
               hebben in het kader van het voorkomen van witwassen en financieren van terrorisme,
               zoals het uitvoeren van het cliëntenonderzoek (zie de beantwoording van vraag 4 en
               5 voor een nadere toelichting van deze verplichtingen). De Raad heeft op 14 februari
               ingestemd met dit nieuwe raamwerk. Indien ook het Europees parlement ermee instemt,
               zal het nieuwe raamwerk, drie jaar na de publicatie (op dit moment is het nog onduidelijk
               wanneer dit precies zal zijn), van toepassing worden. Er wordt daarnaast geen aanleiding
               gezien tot verdere aanscherping van de relevante regelgeving.
            
Vraag 12
            
Wat is de reikwijdte van het reeds door de regering aangekondigde verbod op goksponsoring
               in de sport? Kunt u schetsen wat wel en wat niet onder het aankomende verbod zal vallen?
            
Antwoord 12
            
Op 1 juli 2023 is het verbod op ongerichte reclame voor kansspelen op afstand in werking
               getreden (Besluit orka). Sindsdien is reclame in de publieke buitenruimte, op radio
               en televisie, in kranten en tijdschriften voor online kansspelen verboden. Onder reclame
               valt ook sponsoring. Onder sponsoring wordt daarbij verstaan het verstrekken van financiële
               of andere bijdragen als tegenprestatie voor het neutraal vermelden of vertonen van
               de naam, het merk, het beeldmerk of enig ander onderscheidend teken van de houder
               van een vergunning tot het organiseren van kansspelen op afstand. Voor sponsoring
               geldt een overgangsregeling wat betreft het reclameverbod.
            
Sinds 1 juli 2023 mogen geen nieuwe sponsoringscontracten worden afgesloten. Evenement-
               en programmasponsoring zal vanaf 1 juli 2024 verboden zijn en sponsorcontracten voor
               de sport vanaf 1 juli 2025. Sportsponsorovereenkomsten, waaronder het sponsoren van
               sporters en teams van sporters, maar ook bijvoorbeeld clubs, competities, shirts en
               ander materiaal zijn tot 1 juli 2025 daarmee nog toegestaan, mits het contract voor
               de inwerkingtreding van het Besluit orka is afgesloten.
            
Bij de termijn voor de inwerkingtreding van dit deel van het Besluit is het belang
               van financiering van evenementen en de sport meegewogen. Daarmee wordt belanghebbenden,
               zoals sportclubs, ruimte geboden om andere sponsorcontracten af te sluiten.
            
Vraag 13
            
Bent u bereid om te komen tot een algeheel verbod op sponsorcontracten van sportclubs
               met binnenlandse én buitenlandse gokbedrijven, ook wanneer het meer indirecte vormen
               van sponsoring betreft zodat ook de in dit artikel beschreven vormen van goksponsoring
               niet meer zijn toegestaan? Zo nee, wat gaat u dán doen om herhaling van deze praktijken
               te voorkomen?
            
Antwoord 13
            
Zoals in de beantwoording van vraag 12 beschreven, zijn alle ongerichte vormen van
               reclame voor online kansspelen, zoals sponsoring van sportclubs, vanaf 1 juli 2025
               verboden. Zodra een uiting conform het Besluit orka als sponsoring moet worden gezien,
               valt dit onder het verbod. Het is aan de toezichthouder, de Kansspelautoriteit, om
               dit te beoordelen en zo nodig te handhaven.
            
Vraag 14
            
Staan alle seinen op groen voor het aangekondigde verbod op goksponsoring in de sport
               om volgend jaar in te gaan? Ziet de regering nog mogelijkheden om inwerkingtreding
               van dit verbod te versnellen?
            
Antwoord 14
            
Ja, zoals aangegeven in de beantwoording van vragen 12 en 13, staan de ingangsdata
               in het Besluit orka en mag ervan uit worden gegaan dat betrokken partijen voldoende
               tijd hebben gehad om zich hierop voor te bereiden. Er komen geen nieuwe sponsorcontracten
               meer bij sinds 1 juli 2023. Alleen contracten die voor 1 juli 2023 zijn gesloten kunnen
               nog doorlopen tot uiterlijk 1 juli 2025. De overgangstermijn is gekozen om sporters
               en sportclubs de gelegenheid te geven om op zoek te gaan naar andere sponsoren. Met
               de bestaande sponsorcontracten in de sport zijn aanzienlijke bedragen gemoeid. Sportclubs
               hebben hun investeringen hierop gebaseerd en het is de vraag in hoeverre sporters
               en clubs een gemis aan deze inkomsten hadden kunnen compenseren. Gezien het bovenstaande,
               acht de Minister voor Rechtsbescherming versnelling van de inwerkingtreding niet wenselijk.
               Vervroeging past bovendien niet bij een betrouwbare overheid, nu betrokkenen zich
               richten op hetgeen in het Besluit orka is bepaald. Dit nog daargelaten dat eerdere
               inwerkingtreding een nieuwe algemene maatregel van bestuur zou vergen, met inhoudelijke
               onderbouwing, het gebruikelijke traject met onder meer consultatie en advies door
               de Afdeling advisering van de Raad van State en het daarmee gemoeide tijdsverloop.
            
Vraag 15
            
Kunt u nadere toelichting geven op de vertraging die er is in de hervorming van de
               goksector op Curaçao? Is het niet opvallend dat op geen van de onder hoofdstuk 19
               ingezette maatregelen van het landspakket de deadline lijkt te zijn gehaald? Welke
               consequenties heeft dit?
            
Antwoord 15
            
De conceptlandsverordening op de kansspelen (LOK) is op 14 december 2023 aangeboden
               aan de Staten van Curaçao. Hiermee is de parlementaire behandeling gestart. In de
               media in Curaçao is uitgebreid verslag gedaan van de adviezen van de Sociaal-Economische
               Raad en de Raad van Advies van Curaçao en van de vragen van de Statenleden tijdens
               de behandeling in de Centrale Commissie van de Staten op 9 januari 2024. In mei 2022
               heeft het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in een brief aan
               de nationale hervormingscommissie Curaçao aangegeven dat de concept LOK op dat moment
               nog niet voldeed aan de afspraken tussen Nederland en Curaçao in het kader van het
               landspakket. In een volgende versie van de LOK was er op drie van de vijf eerder benoemde
               punten verbetering opgetreden. Op de punten «dekkende vergunningsvoorwaarden» en «onafhankelijkheid
               van de toezichthouder» voldeed het concept echter nog niet aan het plan van aanpak.
            
Op dit moment analyseert de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
               het wetsvoorstel dat nu is aangeboden aan de Staten van Curaçao. Als de wet nog steeds
               niet voldoet aan het plan van aanpak zal de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken
               en Koninkrijksrelaties in gesprek gaan met de verantwoordelijke Minister in Curaçao
               om te bezien welke stappen kunnen worden genomen om de LOK lopende de Statenbehandeling
               in overeenstemming te brengen met de afspraken uit het landspakket en het bijbehorende
               plan van aanpak. De Staatssecretaris van BZK blijft het voorstel dus nauwgezet monitoren
               om te zorgen dat de doelen van het landspakket binnen bereik blijven. Uw Kamer is
               over de laatste stand van zaken ingelicht in de uitvoeringsrapportages over het vierde
               kwartaal van 2023, die de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
               recent met uw Kamer heeft gedeeld.5
Vraag 16
            
Is inmiddels – conform de in antwoorden op eerdere vragen geschetste inzet van de
               eilanden6 – op Aruba en Sint Maarten een toezichthouder kansspelen aanwezig?
            
Antwoord 16
            
Met de landspakketten voor Aruba en Sint Maarten is beoogd dat in beide landen een
               onafhankelijke toezichthouder bestaat die toeziet op de kansspelsector. In Aruba zal
               dit voorjaar op basis van de eerder uitgewerkte business case een kwartiermaker aan
               de slag gaan om de Arubaanse kansspelautoriteit in te richten. Voor Sint Maarten is
               in het laatste kwartaal van 2023 een oproep gepubliceerd voor voorstellen voor de
               inrichting van de Sint Maarten Gaming Authority, op basis van eerder opgestelde voorwaarden.
               Op dit moment vindt een selectieprocedure plaats voor de ingediende voorstellen. Uw
               Kamer is op 6 februari jl. door de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
               geïnformeerd over de laatste stand van zaken via de uitvoeringsrapportages van de
               landspakketten over het vierde kwartaal van 2023.
            
Vraag 17
            
Kunt u deze vragen beantwoorden (ruim) voor het commissiedebat Kansspelen van 7 maart
               aanstaande?
            
Antwoord 17
            
Ja.
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming - 
              
                  Mede namens
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid - 
              
                  Mede namens
C. Helder, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport - 
              
                  Mede namens
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties - 
              
                  Mede ondertekenaar
S.P.R.A. van Weyenberg, minister van Financiën 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.