Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Bushoff, Slagt-Tichelman en Westerveld over de topsalarissen van zorgbestuurders
Vragen van de leden Bushoff, Slagt-Tichelman en Westerveld (GroenLinks-PvdA) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en voor Medische Zorg en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de topsalarissen van zorgbestuurders (ingezonden 8 februari 2024).
Antwoord van Minister Helder (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de Staatssecretaris
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 4 maart 2024). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1126.
Vraag 1
Deelt u de mening dat het salaris van de bestuursvoorzitter van het UMC Maastricht,
dat ver boven de (Wet normering topinkomens (WNT)-norm ligt, niet passend is bij de
besteding van publiek geld? Zo nee, waarom niet?1
Antwoord 1
Nee, de wetgever heeft een bewuste keuze gemaakt dat individuele uitzonderingen op
het WNT bezoldigingsmaximum toegestaan moeten kunnen worden. Dit betreft een bestuurder
voor wie, met instemming van de ministerraad, een dergelijke uitzondering is gemaakt.
Vraag 2
Is de kloof tussen de zorgmedewerker aan het bed en het salaris van de bestuursvoorzitter
in uw ogen te rechtvaardigen? Zo ja, waarom?
Antwoord 2
Het kabinet heeft veel waardering voor het werk van zorgmedewerkers. Het kabinet waardeert
eveneens de inspanningen van bestuurders en toezichthouders. Het is een gegeven dat
de zwaarte van de functie en de benodigde kennis, opleiding en werk- en bestuurderservaring
van bestuurders en toezichthouders meebrengen dat zij een hoger salaris ontvangen.
Dit is daarmee te rechtvaardigen. De verhoudingen tussen de hoogste en de laagste
salarissen in specifieke sectoren is weliswaar aan de sociale partners en de verantwoordingsorganen
van die sectoren zelf en niet aan het kabinet om te bepalen. Met de WNT is echter
een uitzondering op deze regel gemaakt en uitdrukkelijk geregeld dat de inkomens van
topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector niet mogen uitstijgen boven
een bepaald maximum.
Vraag 3
Hoe passen de hoge declaraties van deze raad van bestuur binnen de Governancecode
Zorg?
Antwoord 3
In de Governancecode Zorg 2022 is afgesproken dat de raad van toezicht verantwoordelijk
is voor het opstellen van beleid rondom vergoedingen van onkosten die gemaakt worden
door de raad van bestuur. De raad van toezicht dient ook toe te zien op de naleving
en openbaarmaking van dit beleid. Daarnaast is afgesproken dat er jaarlijks openbaar
gepubliceerd wordt welke bedragen zijn uitgegeven (gespecificeerd naar zeven categorieën).
Er zijn geen specifieke afspraken gemaakt over de hoogte van de declaraties. Wel geldt
in het algemeen dat de Governancecode Zorg stelt dat bestuurders en toezichthouders
de maatschappelijke doelstellingen van de organisatie in acht moeten nemen.
Vraag 4
Is bekend hoe vaak externe adviseurs of interim-bestuurders de WNT-norm overschrijden?
Vindt u het met de huidige personeelstekorten in de zorg uit te leggen dat de maximum
bezoldiging van interim-bestuurders tot veertig procent hoger kan liggen dan de maximumbedragen
in de WNT?
Antwoord 4
WNT-plichtige instellingen dienen een WNT-verantwoording met betrekking tot de leidinggevende
en toezichthoudende topfunctionarissen te publiceren. Ook interim-bestuurders worden
opgenomen in deze WNT-verantwoording en worden dus ook gecontroleerd.
Na inwerkingtreding van de WNT is gebleken dat normstelling nodig was voor interim-bestuurders,
gelet op zeer hoge vergoedingen. Hierbij diende echter recht te worden gedaan aan
de bijzonderheden van interim-vervulling. Die bijzonderheden kunnen te maken hebben
met de duur, de inhoud of de aard van de opdracht en de hogere, of bijzondere kosten
die in dat verband gemaakt worden die bij een dienstbetrekking niet of minder aan
de orde zijn. Tevens diende recht te worden gedaan aan de bijzondere rechtspositie
van de interim-bestuurder, bijvoorbeeld in relatie tot de rechtspersoon bij wie hij
of zij in dienst is, of gelet op de status van zzp’er.
Het specifieke maximum dat hiervoor vastgesteld is, geldt voor interim-topfunctionarissen
bij een functievervulling van niet langer dan twaalf kalendermaanden. Bij een langere
functievervulling moet worden aangenomen, dat de inhoud en aard van de opdracht zich
onvoldoende onderscheidt van die van reguliere topfunctionarissen in dienstbetrekking,
en zullen deze interim-bestuurders dan ook onder het voor de instelling toepasselijke
maximum van de WNT (blijven) vallen.
Externe adviseurs die niet tevens als topfunctionaris voor de WNT kwalificeren, vallen
buiten de normering van de WNT. Van hen hoeft de bezoldiging alleen openbaar te worden
gemaakt en dan ook alleen op functie, niet op naam, voor zover die bezoldiging boven
het algemene bezoldigingsmaximum van artikel 2.3 WNT uitgaat. Voor hen geldt het maximum
niet en er is dan ook geen sprake van een overschrijding van de WNT die ongedaan gemaakt
zou moeten worden.
Vraag 5
Wordt ergens bijgehouden wat de totale bedragen per zorgsector zijn aan salarissen
van bestuurders en toezichthouders?
Antwoord 5
Nee, hierover zijn geen gegevens beschikbaar.
Vraag 6
Klopt ons vermoeden dat er sinds de decentralisatie van de jeugdzorg steeds grotere
bedragen gaan naar managers, bestuurders en toezichthouders in verhouding tot hulpverleners?
Antwoord 6
Hierover is geen informatie beschikbaar. Ook was hierover voor de decentralisatie
geen informatie beschikbaar.
Vraag 7
Welke mogelijkheid hebben gemeenten om eisen te stellen aan de maximumsalarissen voor
bestuurders en toezichthouders bij zorgaanbieders met wie er een contract is?
Antwoord 7
Ook de bezoldiging van topfunctionarissen bij zorgaanbieders die een contract met
de gemeente hebben mag het bezoldigingsmaximum van artikel 2.3, eerste lid, van de
WNT niet overstijgen. Volgens jurisprudentie is het overigens niet toegestaan om via
subsidie- of financieringsvoorwaarden eisen te stellen aan de (maximum) bezoldiging
van bestuurders van gesubsidieerde of bekostigde instellingen en dus ook niet om (eigen)
WNT-beleid te voeren vanuit de gemeenten.
Vraag 8
Kunt u inzichtelijk maken hoe vaak een uitzonderingsverzoek voor de WNT-norm is gehonoreerd
in het zorgdomein sinds de norm is ingegaan? Kunt u hierbij een uitsplitsing maken
per zorgsector en kunt u aangeven welke reden u had voor het honoreren van de uitzonderingsverzoeken?
Antwoord 8
Elk jaar in december ontvangt de Tweede Kamer in een rapportage een overzicht per
sector van de aantallen ingediende en (niet-)gehonoreerde uitzonderingsverzoeken.
De laatste rapportage is op 14 december 2023 aan uw Kamer aangeboden (TK 2022/2023,
30 111, nr. 130). In deze rapportage staat dat in het zorgdomein op peildatum 15 oktober 2023 sinds
de inwerkingtreding van de WNT in totaal 7 keer een individueel uitzonderingsverzoek
op grond van artikel 2.4 WNT is gehonoreerd.
Bij het besluitvormingsproces voor het honoreren van een uitzonderingsverzoek over
bezoldiging boven het algemene WNT-maximum zijn naast de vakminister(s) en de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ook de ministerraad betrokken. Elk gehonoreerd
besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant. In het besluit wordt gemotiveerd waarom
de vakminister(s) en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in
dat specifieke geval een uitzondering gerechtvaardigd vinden.
Vraag 9
Is een gehonoreerd uitzonderingsverzoek voor de WNT-norm verbonden aan een functie
of een persoon?
Antwoord 9
Ja, het gehonoreerde besluit op een verzoek ex artikel 2.4 WNT wordt genomen om een
specifieke topfunctionaris voor een specifieke functie een hogere bezoldiging te mogen
geven. Indien de topfunctionaris een andere functie gaat vervullen of voor de functie
een andere persoon wordt gezocht, dient opnieuw aan het WNT bezoldigingsmaximum gehouden
te worden (of een uitzonderingsverzoek gedaan te worden). Bij de beoordeling van een
dergelijk verzoek speelt een complex aan factoren een rol. Beoordeeld wordt of de
arbeidsmarktsituatie op het moment van beoordeling van dien aard is dat er geen kandidaat
gevonden kan worden voor het vervullen van de functie tegen het in de WNT vastgestelde
bezoldigingsmaximum. Hetzelfde geldt voor individuele uitzonderingsverzoeken op grond
van artikel 2.7, vierde lid, WNT bij zorginstellingen op wie een lagere bezoldigingsklasse
op grond van de Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen zorg en jeugdhulp van
toepassing is.
Vraag 10
Hoe beoordeelt u het idee om de mogelijkheden tot uitzondering van de WNT-norm uit
de wet te halen?
Antwoord 10
Deze bepaling is weloverwogen opgenomen in de WNT. Hiermee wordt namelijk de benodigde
ruimte geboden om in zeer uitzonderlijke gevallen een uitzondering op het WNT-maximum
te maken. Hier wordt, zoals passend is, zeer spaarzaam mee omgegaan. Uit de laatste
jaarrapportage (TK 2022/2023, 30 111, nr. 130) blijkt dat op peildatum 15 oktober 2023 op een populatie van 35.000 topfunctionarissen
sinds de inwerkingtreding van de WNT in totaal 22 keer een individueel uitzonderingsverzoek
op grond van artikel 2.4 WNT is gehonoreerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.