Schriftelijke vragen : De Kamerbrief betreffende de staat van de oorlog in Europa d.d. 23 februari jl.
Vragen van de leden Baudet en Van Houwelingen (beiden FVD) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken, van Defensie en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de Kamerbrief betreffende de staat van de oorlog in Europa d.d. 23 februari jl (ingezonden 4 maart 2024).
Vraag 1
Waaruit blijkt dat «ook als Rusland de oorlog in Oekraïne zou winnen, [...] de Russische
territoriale expansiedrift niet [zou] verdwijnen», zoals u stelt op bladzijde 2 van
uw brief betreffende de staat van de oorlog in Europa (Kst. 21 501-20, nr. 2019)? Waaruit blijkt dat «het Russische regime [...] verder [zal] gaan om de Europese
veiligheidsarchitectuur te ontwrichten»? Kunt u hiervoor concrete aanwijzingen geven
– bijvoorbeeld in de vorm van officiële berichtgeving vanuit Rusland – of zijn dit
speculaties? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 2
Waarom is het in uw ogen «aan Oekraïne [...] om te bepalen of en wanneer de juiste
voorwaarden zich voordoen om vredesonderhandelingen te starten», zoals u stelt op
bladzijde 4 van uw brief? Sinds wanneer bepaalt Oekraïne het Nederlandse buitenlandbeleid?
Vraag 3
Waaruit concludeert u dat er «vooralsnog [...] geen tekenen» zijn dat Oekraïne vredesonderhandelingen
«opportuun acht», zoals u stelt op bladzijde 4 van uw brief?
Vraag 4
Waaruit concludeert u dat «er geen enkele indicatie [is] dat Rusland bereid is te
goeder trouw te gaan onderhandelen», zoals u stelt op bladzijde 4 van uw brief? Kunt
u hiervoor concrete aanwijzingen geven of zijn dit speculaties? Kunt u uw antwoord
toelichten?
Vraag 5
Klopt het dat Oekraïne en Rusland in maart 2022 bezig waren met serieuze vredesonderhandelingen,
maar dat deze onderhandelingen zijn mislukt dankzij tussenkomst van voormalig VK-premier
Boris Johnson – zoals Poetin stelde in zijn interview met de Amerikaanse journalist
Tucker Carlson op 9 februari jl.?1 Zo ja, hoe verhoudt zich dat tot de citaten uit uw brief in vraag 3 en 4?
Vraag 6
Bent u van mening dat de «afschrikking», die volgens u uitgaat van de toetreding van
Finland en de aanstaande toetreding van Zweden tot de NAVO, bijdraagt aan het bevorderen
van vrede op het Europese continent? Zo ja, waarom wel? Zo nee, waarom bent u dan
voorstander van deze toetredingen en de afschrikking die ervan uitgaat?
Vraag 7
Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar en uiterlijk vóór het debat over de staat
van de oorlog in Europa beantwoorden?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Thierry Baudet, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Pepijn van Houwelingen, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.