Schriftelijke vragen : Het bericht 'Turkse sekte met tweeëntwintig moskee-internaten stapt nu in scholen'
Vragen van de leden Becker en De Kort (beiden VVD) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en voor Primair en Voortgezet onderwijs over het bericht «Turkse sekte met tweeëntwintig moskee-internaten stapt nu in scholen» (ingezonden 1 maart 2024).
Vraag 1
Kent u het bericht «Turkse sekte met tweeëntwintig moskee-internaten stapt nu in scholen»?1
Vraag 2
Deelt u de zorgen over de integratie en weerbaarheid van kinderen die onderwijs (gaan)
krijgen op scholen en internaten die zijn opgericht door een gesloten organisatie
als Suleymanci, met een orthodoxe en anti-seculiere agenda?
Vraag 3
Is de in het artikel geschetste situatie juist, namelijk dat de schoolbestuurders
voor de «Enderun Hisar scholen» beiden in andere functies gelieerd zijn aan de Suleymanci-beweging?
Zo ja, wat vindt u hier van? Zo nee, hoe zit het wat u betreft?
Vraag 4
Is het inderdaad zo dat bij de in 2022 ingediende aanvragen voor de stichting van
nieuwe basisscholen in Amsterdam en Rotterdam onder de vlag van «Enderun Hisar scholen»
noch de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), noch de inspectie, noch de Minister voor
Primair en Voortgezet onderwijs kennis hebben vergaard en/of verkregen over de achtergrond
van de bestuurders van de stichting voor deze nieuwe scholen? Zo ja, hoe is dit mogelijk?
Zo nee, kunt u beschrijven hoe de aanvragen tot stand zijn gekomen?
Vraag 5
Hoe wordt in algemene zin bij de aanvragen voor nieuwe scholen meegewogen wat het
profiel van de betreffende bestuurders is? Worden banden met buitenlandse regimes
of bijvoorbeeld orthodoxe en anti-seculiere stichtingen meegewogen of gelden enkel
de vereisten van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) en de afgelopen vijf jaar
geen school mogen hebben bestuurd die is gesloten vanwege zeer zwakke kwaliteit? Vind
u dit voldoende?
Vraag 6
Herinnert u zich nog dat de aanscherping van de wetgeving van de burgerschapsopdracht
voor scholen mede was ingegeven door schoolbestuurders die wel beweerden het burgerschapsonderwijs
netjes te willen verzorgen, maar tegelijkertijd banden met salafistische organisaties
onderhielden? Hoe maakt de recente aanscherping het mogelijk te voorkomen dat scholen
kunnen worden opgericht door bestuurders met een anti-integratieve agenda? Bent u
bereid om deze eisen zo nodig aan te scherpen?
Vraag 7
Hoe verhoudt het lidmaatschap van de Suleymanci-beweging van schoolbestuurders zich
tot de recent aangescherpte wetgeving voor de stichting van nieuwe scholen en de aangescherpte
wetgeving voor de burgerschapsopdracht van scholen?
Vraag 8
Is met deze nieuwe informatie een ander oordeel aan de orde over de toelaatbaarheid
van deze scholen en zo nee, waarom niet?
Vraag 9
Hoe weegt u de zienswijze van het college van burgemeester en wethouders (B&W) van
Amsterdam dat deze school liever niet wilde toelaten omdat het de segregatie zou versterken?
Waarom is deze positie onvoldoende gebleken om de aanvraag af te wijzen?
Vraag 10
Wat is uw beeld van de huidige aard, omvang en activiteiten van Stichting Islamitisch
Centrum Nederland (SICN), de tak van de Suleymanci-beweging in Nederland? Is het juist
dat er sprake is van centrale aansturing in Europa vanuit Keulen? Bent u bereid dit
te onderzoeken als u hier momenteel onvoldoende zicht op heeft?
Vraag 11
Welke contacten heeft u met de Suleymanci-beweging in Nederland en hoe wordt momenteel
toezicht gehouden op de moskee-internaten die zij besturen?
Vraag 12
Kunt u een overzicht verstrekken van het aantal jeugdverblijven (internaten) in Nederland
dat wordt bestuurd door een Turks Religieuze Stichting of Organisatie (TRSO), uitgesplitst
naar de verschillende TRSO’s?
Vraag 13
Kunt u aangeven hoe vaak deze internaten een inspectiebezoek krijgen en wat hiervan
tot nu toe de resultaten zijn?
Vraag 14
Kunt u aangeven waar de betreffende inspectierapporten van de wet op de jeugdverblijven
zijn in te zien?
Vraag 15
Kunt u de Kamer een update geven van de opvolging van de aanbevelingen uit de evaluatie
van de wet op de jeugdverblijven, die onder andere opriep tot een aanscherping van
de kwaliteitseisen en een scherper gesprek over burgerschap op moskee-internaten?
Vraag 16
Zou invoering van het wetsvoorstel voor toezicht op informeel onderwijs extra handvatten
geven om toezicht te houden op deze internaten?
Vraag 17
Bent u bereid het wetsvoorstel voor toezicht op informeel onderwijs zo snel mogelijk
naar de Kamer te sturen?
Vraag 18
Bent u bereid deze vragen één voor één en binnen vier weken te beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
M.L.J. Paul, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs -
Gericht aan
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Indiener
Bente Becker, Kamerlid -
Medeindiener
Daan de Kort, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.