Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Martens-America en Ellian over woede over het besluit van de Hogeschool Utrecht om Holocaust-lezingen te schrappen
Vragen van de leden Martens-America en Ellian (beiden VVD) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over woede over besluit Hogeschool Utrecht om Holocaust-lezingen te schrappen (ingezonden 31 januari 2024).
Antwoord van Minister Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 29 februari
            2024).
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het bericht «Woede over besluit Hogeschool Utrecht om Holocaust-lezingen
               te schrappen»?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Bent u het ermee eens dat het extra pijnlijk is dat dit bericht verschijnt op de dag
               dat wereldwijd de Holocaust herdacht wordt? Kunt u het antwoord toelichten?
            
Antwoord 2
            
Ja, ik ben het met de leden van de VVD-fractie eens dat dit pijnlijk is. De gruwelijkheden
               van de Holocaust mogen, ook 79 jaar na dato, onder nieuwe generaties, niet vergeten
               worden. Het herdenken van, het vertellen en onderwijzen over de Holocaust is en blijft
               belangrijk.
            
Vraag 3
            
Bent u het ermee eens dat antisemitisme in onze samenleving een groot probleem is?
               Kunt u aangeven wat het kabinet daaraan gaat doen?
            
Antwoord 3
            
Ik deel de mening van uw fractie dat antisemitisme in de samenleving een groot probleem
               is. In Nederland moeten Joodse mensen veilig kunnen leven. De toegenomen onveiligheidsgevoelens
               vanwege het gewelddadige conflict in Israël en de Palestijnse gebieden baren mij zorgen.
               In het onderwijs is geen plaats voor discriminatie van wie dan ook, of het nu gaat
               om antisemitisme of islamofobie.
            
De aanpak van antisemitisme in Nederland is uiteengezet in het werkplan van de Nationaal
               Coördinator Antisemitismebestrijding (NCAB) dat de Minister van Justitie en Veiligheid
               in oktober 2022 aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. Het kabinet committeert zich aan
               de uitvoering van dit werkplan, waarvan de relevantie dezer dagen opnieuw pijnlijk
               duidelijk wordt.
            
Vraag 4
            
Deelt u de mening dat Holocausteducatie een cruciale pijler is in de strijd tegen
               antisemitisme? Zo ja/nee, waarom (niet)?
            
Antwoord 4
            
Het is van groot belang dat we de kennis over de Holocaust van generatie op generatie
               blijven overdragen. Het onderwijs speelt hier inderdaad een belangrijke rol in. In
               het onderwijs wordt volop aandacht besteed aan de Tweede Wereldoorlog, de Holocaust
               en de Jodenvervolging. Deze onderwerpen zijn een verplicht onderdeel van het curriculum
               van het funderend onderwijs en worden regelmatig besproken in mbo-burgerschapslessen.
               In het hbo en wo worden deze thema’s vanuit allerlei invalshoeken en disciplines bestudeerd
               en ook wordt er lesmateriaal ontwikkeld, dat ook breed wordt verspreid, bijvoorbeeld
               de lesbrief van TerInfo van de Universiteit Utrecht.
            
Het is noodzakelijk dat in het onderwijs actief aandacht is en blijft voor de verschrikkingen
               van de Holocaust, omdat we ons als samenleving moeten realiseren wat er is gebeurd
               en dat we ons moeten blijven uitspreken tegen haat, uitsluiting, geweld en antisemitisme
               in onze samenleving. Ik roep dan ook alle onderwijsbestuurders en -professionals op
               om die belangrijke taak te blijven vervullen, ook wanneer het moeilijk is.
            
Om scholen en docenten te ondersteunen, werkt de NCAB op dit moment samen met betrokken
               organisaties in het veld aan een Nationaal Plan versterking Holocausteducatie. In
               januari is in dit kader ook de campagne «Leer over de Holocaust» gestart, om in de
               maand waarin we de Holocaust herdenken extra aandacht te vragen voor het belang van
               onderwijs.
            
Vraag 5, 6 en 7
            
Bent u het ermee eens dat de holocaust geen mening is, maar een zeer gruwelijk historisch
               feit? Heeft u reeds contact gehad met de Hogeschool Utrecht hierover? Ziet u dit breder
               onder onderwijsinstellingen?
            
Kunt u aangeven of het besluit om de Holocaust-lezing te schrappen door het bestuur
               van de Hogeschool Utrecht is gemaakt of door de individuele docenten zelf? Heeft u
               naar aanleiding van deze vraag contact gehad met de Hogeschool Utrecht?
            
Kunt u aangeven of het schrappen van deze lezing komt vanuit angst voor reacties vanuit
               studenten of onwil om deze zeer belangrijke lezing geen doorgang te laten vinden?
               In het geval dit angst is, hoe ondersteunt u deze leraar? Kunt u uw antwoord wederom
               toelichten?
            
Antwoord 5, 6 en 7
            
Ik ben het met de VVD-fractie eens dat de Holocaust een zeer gruwelijk historisch
               feit is. De Hogeschool Utrecht heeft aangegeven dat zij zich bij de inhoud, vorm en
               uitvoering van het onderwijs niet laat leiden door belangengroeperingen of activisten.
               De hogeschool heeft aangegeven dat, in tegenstelling tot de berichtgeving, de geplande
               lezingenreeks over de Holocaust doorgaat. De eerste lezing heeft inmiddels plaatsgevonden.
               Deze was volgens de hogeschool uitgesteld om de veiligheid van sprekers, studenten,
               docenten en bezoekers te kunnen waarborgen en de gemeente Utrecht heeft hierbij inmiddels
               hulp aangeboden. De besluitvorming hierover is aan het college van bestuur vanuit
               zijn verantwoordelijkheid voor een veilig leer- en werkomgeving. In deze zorg komen
               instellingen soms voor moeilijke afwegingen te staan.
            
Vraag 8
            
Tot slot, bent u ermee bekend dat antisemitisme een sluimerend probleem is in onze
               samenleving? Wat gaat u eraan doen om dit op het mbo, hbo en wetenschappelijk onderwijs
               te voorkomen? Met daarbij in acht nemend dat de holocaust een onderdeel van het curriculum
               is en geen mening?
            
Antwoord 8
            
Ik ben ermee bekend dat het antisemitisme in onze samenleving toeneemt. Ik vind het
               zorgelijk dat de NCAB en ook Joodse organisaties een toename van zorgen zien onder
               de Joodse gemeenschap in Nederland over hun veiligheid en dat zij signalen ontvangen
               van onder meer studenten die zich op hun instellingen onveilig voelen vanwege hun
               achtergrond. De aanpak van antisemitisme in Nederland is uiteengezet in het werkplan
               van de NCAB dat de Minister van Justitie en Veiligheid in oktober 2022 aan de Tweede
               Kamer heeft gestuurd. De kabinetsbrede inzet zal nader worden uitgewerkt in de Nationale
               Strategie Antisemitismebestrijding, die uiterlijk in het voorjaar van 2024 zal verschijnen.
            
Vanuit mijn stelselverantwoordelijkheid ben ik als Minister voortdurend in gesprek
               met het onderwijsveld en belangenorganisaties over de maatschappelijke spanning en
               hoe het onderwijs hiermee omgaat. Zoals aangegeven in de Kamerbrief «Integrale aanpak
               sociale veiligheid in hoger onderwijs en wetenschap»2 is er geen plaats in het hbo en wo voor (seksueel) grensoverschrijdend gedrag, machtsmisbruik,
               discriminatie, racisme en intimidatie. Dat geldt ook voor antisemitisme en moslimhaat.
               In deze brief heb ik een programma aangekondigd voor de komende vier jaar waarbij
               wordt ingezet op drie belangrijke veranderprocessen: de organisatiestructuur, de cultuur
               op de werkvloer en het systeem van klachtenafhandeling.
            
Ik verwijs graag naar mijn antwoord op vraag 4 over de rol van holocaustonderwijs
               in het curriculum. Daarnaast is het belangrijk dat studenten in het mbo, hbo en wo
               weten waar zij melding kunnen doen als zij antisemitisme meemaken, gediscrimineerd
               of onveilig voelen dat zij hun melding in veiligheid en vertrouwelijkheid kunnen doen.
               Zij kunnen hiervoor aankloppen bij de docent, functionarissen ten behoeve van studentenwelzijn,
               vertrouwenspersoon of de beveiliging.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
