Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van het lid Mutluer over het schrappen van verkrachting uit Europese wetgeving over gendergerelateerd geweld
Vragen van het lid Mutluer (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het schrappen van verkrachting uit Europese wetgeving over gendergerelateerd geweld (ingezonden 31 januari 2024).
Mededeling van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 21 februari
2024).
Vraag 1
Bent u bekend met de brief van PvdA-Europarlementariër Vera Tax over het schrappen
van verkrachting uit de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad ter bestrijding
van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld die mede is ondertekend door verschillende
maatschappelijke organisaties en Europarlementariërs van GroenLinks, CDA, D66, ChristenUnie
en Partij voor de Dieren? Zo ja, wat is uw reactie op deze brief?
Vraag 2
Hoe legt u uit dat Nederland zich in Europa niet bij landen als België, Luxemburg,
Zweden en Griekenland voegt in het opnemen van verkrachting in Europese wetgeving,
terwijl u onlangs de – verdergaande – Wet seksuele misdrijven door de Tweede Kamer
heeft geloodst? Staat u nog steeds volmondig achter de Wet seksuele misdrijven nu
u in Europa op dit onderwerp de kant van landen als Hongarije en Polen kiest?
Vraag 3
Wat is volgens u het signaal dat Nederland afgeeft aan slachtoffers van seksueel geweld
binnen en buiten Nederland door verkrachting niet op te willen nemen in Europese wetgeving
over gendergerelateerd geweld?
Vraag 4
Klopt het dat het verzet van Nederland om verkrachting in de Europese wetgeving op
te nemen op juridische gronden gestoeld is? Zo ja, hoe verklaart u dat landen als
België, Luxemburg, Zweden en Griekenland tot een andere conclusie zijn gekomen op
dit punt?
Vraag 5
Deelt u de mening dat het onwenselijk is als lidstaten verschillende minimumnormen
hebben als het gaat om de strafbaarstelling van verkrachting? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Deelt u de mening dat het opnemen van verkrachting in de Europese wetgeving vrouwen
meer bescherming biedt tegen geweld, met name in lidstaten die niet het Verdrag van
Istanbul volgen of waar minimumnormen omtrent verkrachting lager liggen dan nu wordt
voorgesteld door de EU? Zo nee, waarom niet? Zo ja, is dit reden om het Nederlandse
standpunt te herzien zodat vrouwen ook in deze landen beter in bescherming kunnen
worden genomen tegen seksueel geweld?
Vraag 7
Bent u bereid het Nederlandse standpunt over het schrappen van verkrachting uit de
Europese wetgeving over gendergerelateerd geweld te herzien? Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Kunt u deze vragen vóór 6 februari, wanneer de onderhandelingen over de wetgeving
omtrent gendergerelateerd geweld in Brussel plaatsvinden, beantwoorden?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Mutluer (GroenLinks-PvdA),
van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het schrappen van verkrachting
uit Europese wetgeving over gendergerelateerd geweld (ingezonden 31 januari 2024)
niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet
alle benodigde informatie is ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.