Schriftelijke vragen : Het niet op tijd invoeren van de Uitvoeringswet digitaledienstenverordening (DSA)
Vragen van de leden Kathmann (GroenLinks-PvdA) en Koekkoek (Volt) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat, de Minister en Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Justitie en Veiligheid over het niet op tijd invoeren van de Uitvoeringswet digitaledienstenverordening (DSA) (ingezonden 19 februari 2024).
Vraag 1
Vindt u het acceptabel dat Nederland achterloopt met het implementeren van de Uitvoeringswet
digitaledienstenverordening, gezien de noodzaak voor het reguleren van verslavende
en polariserende online diensten?
Vraag 2
Ziet u met oog op de aankomende Europese verkiezingen de noodzaak voor het snel implementeren
van de Uitvoeringswet om desinformatie zo goed mogelijk te kunnen bestrijden en de
toegang tot betrouwbare informatie juist te versterken?
Vraag 3
Heeft u zonder deze Uitvoeringswet voldoende gereedschap om online platforms te dwingen
tot actie als er willens en wetens desinformatie en nepnieuws wordt gedeeld op hun
kanalen? Welke bevoegdheden vanuit de digitaledienstenverordening zouden u hierbij
helpen?
Vraag 4
Bent u het met de indieners eens dat het een zwaktebod is dat het Nederland niet is
gelukt om de digitaledienstenverordening op tijd als nationale wet in te voeren, ondanks
de regelmaat waarmee het kabinet verwijst naar deze verordening als voorbeeld van
effectieve en noodzakelijke regulering van online diensten?
Vraag 5
Deelt u de mening dat het herhaaldelijk missen van deadlines voor de invoering van
digitale wetgeving de rol van Nederland als koploper binnen Europa verzwakt?
Vraag 6
Kunt u toelichten wat de gevolgen zijn van het niet tijdig invoeren van de wet? Kunt
u ook uitleggen waarom het niet is gelukt om de Uitvoeringswet vóór de formele inwerkstelling
op 17 februari 2024 nationaal in te voeren?
Vraag 7
Wanneer verwacht u dat de invoeringswet wél is geïmplementeerd? Welke deadlines volgen
er nog voor het invoeren van de digitaledienstenverordening en wat zijn de gevolgen
als we deze missen?
Vraag 8
Bent u gezien het verstrijken van de deadline in staat om het zeer recente advies
van de Raad van State (14 februari 2024) op fatsoenlijke manier te verwerken en tevens
genoeg tijd aan de Kamer te laten om de wet goed te controleren en zo nodig te amenderen?1
Vraag 9
Welke bevoegdheid heeft de Autoriteit Consument en Markt (ACM) precies om toezicht
te houden op de digitaledienstenverordening, nu hun taak niet wettelijk is vastgelegd
en zij slechts «beoogd toezichthouder» is?
Vraag 10
Is de ACM in staat om te handelen volgens haar conceptleidraad zonder implementatie
van de Uitvoeringswet?2 Zijn de verplichtingen in deze leidraad afdwingbaar als online platforms deze niet
naleven?
Vraag 11
Hoe vaak heeft u contact met de ACM om vast te leggen wat precies haar bevoegdheden
zijn? Is de Uitvoeringswet hiervoor noodzakelijk?
Vraag 12
Zijn er andere landen die de wet niet tijdig hebben ingevoerd? Welke landen zijn dit?
Vraag 13
Kunt u een overzicht geven van de wetten die betrekking hebben op digitale zaken,
die momenteel niet zijn ingevoerd ondanks de verstreken deadline? Wat zijn de financiële
gevolgen geweest voor het missen van de deadlines?
Vraag 14
Hoe gaat u ervoor zorgen dat digitale wetgeving voortaan tijdig en degelijk wordt
ingevoerd, zodat de Kamer deze ook grondig kan behandelen en tijd heeft om deze nog
te amenderen?
Vraag 15
Bent u het met de indieners eens dat het niet op tijd voorleggen van wetgeving de
controlerende en medewetgevende taak van de Kamer verslechtert?
Vraag 16
Deelt u de mening dat regulering van het digitale domein noodzakelijk is en we hier
in het verleden te veel steken hebben laten vallen?
Vraag 17
Kunt u deze vragen zo spoedig mogelijk en apart van elkaar beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Gericht aan
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Gericht aan
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Gericht aan
H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Indiener
Barbara Kathmann, Kamerlid -
Medeindiener
Marieke Koekkoek, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.