Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Vermeer over Netcongestie
Vragen van het lid Henk Vermeer (BBB) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en voor Klimaat en Energie over Netcongestie (ingezonden 9 januari 2024).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie) (ontvangen 19 februari 2024).
Vraag 1
In hoeverre is de kennis van professor Vijay Vittal, een wereldleider op het gebied
van elektriciteitsnetwerken en actief leiden lid van Institute of Electrical and Electronics
Engineers (IEEE), bij u bekend en bij netbeheerders als Tennet, Aliander, Liander
en andere belangrijke spelers in het Nederlandse elektriciteitssysteem?
Antwoord 1
Ja, de netbeheerders gebruiken kennis uit de wetenschappelijke wereld. Professor Vittal
richt zich voornamelijk op de stabiliteit van de elektriciteitsnetwerken en de analysetools
die daarbij worden ingezet. TenneT werkt intensief samen met andere Europese Transmissiesysteembeheerders
(TSO's) en Distributiesysteembeheerders (DSO's) zoals Alliander, aan de stabiliteit
van de elektriciteitsnetwerken. In deze Europese samenwerking worden wetenschappelijke
inzichten betrokken. Door internationale samenwerking zorgen we ervoor dat niet alleen
de relevante inzichten van professor Vittal worden omarmd, maar ook de kennis van
andere wetenschappers en instituten, om zo tot een weloverwogen afweging te kunnen
komen. Wetenschappelijke inzichten en kennis worden eveneens benut bij het ontwikkelen
van nieuwe reguleringen en codes.
Vraag 2
Wat heeft u in de afgelopen twee jaar ondernomen met de inzichten van professor Vittal?
Is er een rapport of update gepland over de genomen maatregelen? Zo nee, welke stappen
overweegt u alsnog te nemen?
Antwoord 2
Professor Vittal richt zich voornamelijk op de stabiliteit van de elektriciteitsnetwerken
en de leveringszekerheid. TenneT en de andere Europese Transmissiesysteembeheerders
(TSO's) nemen de inzichten uit de wetenschap mee bij de monitoring van de leveringszekerheid.
Over de leveringszekerheid van het elektriciteitssysteem van Nederland voert TenneT
een jaarlijkse monitoring uit van de middellange- en lange-termijn-leveringszekerheid.
Deze monitoring is openbaar en wordt elk jaar aan uw Kamer gezonden. Dit is een wettelijke
taak, zoals beschreven in de Elektriciteitswet 19981. Op dit moment zie ik geen reden om hier additioneel over te rapporteren.
Vraag 3
Hoe hebben de netbeheerders tot dusver gebruik gemaakt van de internationale kennis
van IEEE & professor Vittal in hun system engineering en operationele strategieën?
Antwoord 3
Netbeheerders maken actief en continue gebruik van internationale kennis en expertise.
Voor het uitvoeren van hun kerntaken en dus ook met betrekking tot stabiliteit werken
netbeheerders intensief samen met de wetenschap, ook internationaal. Dit betreft bijvoorbeeld
samenwerkingen met Ksandr, CIRED, CIGRE en IEC:
– Ksandr is het Collectieve Brein voor de Nederlandse netbeheerders. Door het borgen,
ontwikkelen en delen van kennis over de assets van hun netten, stelt Ksandr de netbeheerders
in staat om op efficiënte wijze de kwaliteit van hun netten op minimaal het maatschappelijk
gewenst niveau te houden.
– CIRED, het toonaangevende forum waar de elektriciteitsdistributiegemeenschap bijeenkomt,
organiseert elke twee jaar de grote internationale elektriciteitsconferentie en -tentoonstelling
op verschillende locaties in Europa met een wereldwijd perspectief en deelname.
– CIGRE is een samenwerkende mondiale gemeenschap die zich inzet voor 's werelds toonaangevende
kennisontwikkelingsprogramma voor het creëren en delen van expertise op het gebied
van energiesystemen.
– IEC is 's werelds toonaangevende organisatie voor de voorbereiding en publicatie van
internationale normen voor alle elektrische, elektronische en aanverwante technologieën.
Ook werken de Nederlandse netbeheerders al decennialang intensief samen met de vakgroepen
Electrical Power Systems van de faculteiten Elektrotechniek van de TU’s in Delft en
Eindhoven. Zij bekostigen onderzoeksprogramma’s en promotieonderzoeken, stellen personeelsleden
met een passend profiel en voldoende deskundigheid voor een deel van hun werktijd
ter beschikking om bij te kunnen dragen aan onderwijs en onderzoek van deze vakgroepen.
Daarnaast vormen ze een belangrijke afnemer van afgestudeerde ingenieurs van deze
vakgroepen, iets waar professor Vittal ook voor pleit.
Op deze wijze waarborgen de Nederlandse netbeheerders dat zij te allen tijde op de
hoogte zijn van de actuele stand van het wetenschappelijk discours op het vakgebied
en dat zij de competenties hebben om deze kennis daadwerkelijk toe te passen in de
praktijk van het netbeheer.
Daarnaast nemen de netbeheerders deel aan diverse (internationale) innovatieprogramma’s.
Voorbeelden hiervan zijn:
– Platone (edsoforsmartgrids.eu)
– The CoordiNet Project (coordinet-project.eu)
Vraag 4
Waar staat Nederland momenteel in de ontwikkeling van de benodigde tools en technologieën
die volgens professor Vittal’s team IEEE bevindingen nog ontwikkeld moeten worden?
Antwoord 4
Professor Vittal pleit in zijn artikelen voor analytische tools t.b.v. inzicht in
het elektriciteitsnet. Deze gedachte komt breder terug vanuit de internationale wetenschap.
Op dit moment bouwen netbeheerders aan zogenoemde «digital twins» van het elektriciteitsnet
waarbij er nauw samengewerkt wordt met universiteiten. Op de universiteit van Delft
bootsen ze bijv. het stroomnet na. Verder zijn er structurele samenwerkingen tussen
technische universiteiten en netbeheerders waar tools en technologieën uit (onder
andere) het vakgebied Electrical Power Systems hun weg vinden naar de praktijk van
het netbeheer.
Vraag 5
Indien u en de Nederlandse netbeheerders de bevindingen van professor Vijay Vittal
haar IEEE team onderschrijven, bent u het dan eens met het advies om onmiddellijk
een halt toe te roepen aan de verdere integratie van hernieuwbare energiebronnen in
het elektriciteitssysteem totdat de geïdentificeerde problemen adequaat zijn aangepakt
en beheersbaar blijken?
Antwoord 5
Professor Vittal beschrijft in zijn artikelen vooral het risico voor tekorten aan
flexibiliteit als gevolg van de adoptie van hernieuwbare en het uitfaseren van conventionele
centrales hierdoor. Alhoewel dit signaal terecht is, is deze minder van toepassing
in de context van het Europese/Nederlandse elektriciteit systeem. De elektriciteitsnetten
in Nederland en Europa verschillen significant van die in de Verenigde Staten, waar
de bevindingen van professor Vittal voornamelijk op gericht zijn. In Nederland wordt
de situatie nauwlettend gemonitord door de Autoriteit Consument & Markt (ACM), en
tot nu toe functioneert het systeem naar behoren. Bovendien hebben netbeheerders een
reeks voorzorgsmaatregelen geïmplementeerd, vastgelegd in de Netcode en de Verordening
voor Systeembescherming en -herstel, om adequaat te kunnen reageren op eventuele onvoorziene
situaties.
Verder is een belangrijk voordeel van veel hernieuwbare energieoplossingen het gebruik
van vermogenselektronica. Deze technologie kan veel sneller reageren dan traditionele
synchrone generatoren en de bijbehorende regelsystemen, iets wat professor Vittal
ook benoemd. Dit voordeel wordt geïllustreerd in de bijgevoegde figuur afkomstig van
de netbeheerders, waar een frequentieafwijking als gevolg van een kortsluiting wordt
getoond. Hierin worden twee situaties vergeleken: de conventionele situatie met grote
centrales (weergegeven door de blauwe lijn) en de situatie met veel duurzame energieopwekking
(weergegeven door de rode lijnen). Uit de figuur blijkt dat met de juiste regelsystemen
de situatie met veel duurzame opwek een minder grote frequentieafwijking oplevert
en dat deze sneller terugkeert naar de normale waarde. Dit toont aan dat de integratie
van hernieuwbare energiebronnen, mits goed beheerd en ondersteund door moderne technologieën,
niet alleen haalbaar is, maar ook de stabiliteit van het elektriciteitssysteem kan
verbeteren.
Ik ben daarom niet voornemens om de hernieuwbare energiebronnen een halt toe te roepen,
aangezien deze van cruciaal belang zijn om als Nederland minder CO2 uit te stoten en onafhankelijker te worden van energie uit landen buiten Europa.
Vraag 6
Hoe beoordeelt u de huidige strategische, tactische, operationele en financiële plannen
voor de komende één, vijf en tien jaar, gezien de mogelijk niet verwerkte inzichten
en problemen in het recent gepresenteerde Nationale Plan Energiesysteem? Bent u van
plan, dit plan bij te werken om rekening te houden met deze essentiële informatie
en de daarmee samenhangende risico’s en financiële gevolgen?
Antwoord 6
De netbeheerders maken gebruik van de actuele wetenschappelijke inzichten in het elektriciteitssysteem
op basis van de structurele samenwerking tussen de wetenschap en de netbeheerder.
Deze inzichten hebben ook hun weg gevonden naar het nationaal plan energiesysteem
(NPE). Op dit moment zie ik geen reden om het NPE bij te werken. Zoals aangegeven
in het NPE wordt het NPE elke 5 jaar geupdate en kan er bijgestuurd worden via de
jaarlijkse energienota, indien nodig.
Vraag 7
Bent u op de hoogte van het artikel «Eerste rijverboden voor elektrische auto’s gepland»?2
Antwoord 7
Ja.
Vraag 8
Zijn er in Nederland soortgelijke plannen in tijden van nood? Zo ja, hoe zien deze
plannen eruit?
Antwoord 8
Nee, ik zet wel in op slim en netbewust laden.
Vraag 9
Hoe kunnen we Zwitserse situaties verder voorkomen waarin er mogelijk elektrische
automobilisten hun mobiliteit kwijtraken? Zou dit eventueel betekenen dat de ambities
op elektrisch rijden iets meer losgelaten moeten worden zodat de overbelasting van
het net enigszins afgeremd wordt? Wat zouden alternatieven kunnen zijn in dit soort
situaties, zonder dat het dagelijkse leven en de mobiliteit geschaad wordt?
Antwoord 9
In de Zwitserse situatie betreft dit het feit dat de leveringszekerheid niet gehandhaafd
kon worden. Zoals bekend heeft netcongestie ook in Nederland gevolgen voor verschillende
sectoren, waaronder duurzame mobiliteit. Op 18 oktober 2023 is de Kamer geïnformeerd
over de congestieproblematiek in Flevoland (m.u.v. de Noordoostpolder), Gelderland
en Utrecht en nieuwe en onorthodoxe maatregelen die het kabinet treft. Zo is aangekondigd
dat slimme, aanstuurbare apparaten de norm worden. In de recent naar uw Kamer gestuurde
Actieagenda congestie laagspanningsnetten wordt deze maatregel verder uitgewerkt voor
slim en netbewust laden: (i) de uitwerking van een plan voor bi-directioneel laden,
(ii) het toepassen van netbewust laden bij bestaande en nieuwe concessies voor laadinfrastructuur
en (iii) het normeren van netbewust laden voor zowel publieke- als private laadpalen.
De maatregelen voor slim aanstuurbare apparaten zijn aangekondigd om huishoudens en
bedrijven te beschermen tegen de gevolgen van netcongestie. Uiteraard is het uitgangspunt
van deze genoemde maatregelen dat er instemming wordt verleend door de betrokkenen.
Zoals ik eerder heb aangegeven, hoeft niemand te vrezen voor aanstuurbare apparaten
die «zomaar» op afstand worden aan- of uitgezet.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.