Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Erkens over de beschikbaarheid van natuurlijk voorkomend waterstof
Vragen van het lid Erkens (VVD) aan de Minister voor Klimaat en Energie over de beschikbaarheid van natuurlijk voorkomend waterstof (ingezonden 10 januari 2024).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie) (ontvangen 19 februari 2024).
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het artikel «Meet the boffins and buccaneers drilling for hydrogen»?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Waarom was u eerder sceptisch over het mogelijk voorkomen van natuurlijk voorkomende
               waterstof in de Nederlandse ondergrond? Heeft u hierbij recente ontwikkelingen en
               onderzoek wel voldoende meegewogen zoals het genoemde onderzoek van Zgonnik waarheen
               gerefereerd wordt in het artikel?
            
Antwoord 2
            
De geologische omstandigheden van gebieden waar natuurlijke waterstof verwacht wordt,
               zijn over het algemeen anders dan de omstandigheden in de Nederlandse ondergrond.
            
Voor natuurlijke waterstof is nodig: zeer diepe ijzerrijke gesteenten die reageren
               met heet water, waarna de daarbij gevormde waterstof een weg naar boven vindt en zich
               ophoopt in een ondieper gesteente of verder naar het aardoppervlak stroomt. Het artikel
               van Zgonnik geeft voor de Nederlandse ondergrond geen uitsluitsel.
            
Voor zover bekend zijn er in de duizenden Nederlandse boringen in de diepe ondergrond
               nooit significante hoeveelheden waterstof gemeten en zijn er nergens in Nederland
               natuurlijke emissies van waterstof waargenomen.
            
Vraag 3
            
Kunt u aangeven welke specifieke onderzoeken zijn uitgevoerd in Nederland om de haalbaarheid
               en potentie van natuurlijk voorkomende waterstof in Nederland te beoordelen, en hoe
               deze resultaten de huidige beleidspositie beïnvloeden?
            
Antwoord 3
            
Dergelijk onderzoek is in Nederland niet gedaan. We weten veel van de Nederlandse
               ondergrond omdat die goed in kaart is gebracht voor olie- en gaswinning en voor geothermie.
               De geologische omstandigheden waarbij natuurlijke waterstof verwacht wordt, komen
               in Nederland nauwelijks voor.
            
Vraag 4, 5 en 6
            
Deelt u de mening dat een meer diepgaand onderzoek naar natuurlijk voorkomende waterstof
               in Nederland noodzakelijk is voordat definitieve conclusies worden getrokken gezien
               de mogelijk grote potentie ervan als schone energiebron?
            
Zijn er onderzoeken gaande naar de mogelijke beschikbaarheid van natuurlijk voorkomende
               waterstof in Nederland? Zo nee, bent u bereid om nieuw onderzoek op te starten bijvoorbeeld
               via partijen zoals TNO en/of EBN?
            
Overweegt u samenwerking met private bedrijven en investeerders om onderzoek naar
               de aanwezigheid van natuurlijke waterstof in Nederland te versnellen?
            
Antwoord 4, 5 en 6
            
Zoals verwoord in antwoorden 2 en 3 is de kans op de aanwezigheid van natuurlijke
               waterstof in de Nederlandse ondergrond klein, echter is deze niet compleet uit te
               sluiten. Private bedrijven en investeerders zijn vrij om onderzoek hiernaar in Nederland
               te doen. Samenwerking met de Nederlandse overheid is daarvoor niet noodzakelijk. TNO
               is recent een inventarisatie gestart naar de potentiële aanwezigheid van waterstof
               in de Nederlandse ondergrond. Recent onderzoek in Noord-Frankrijk laat zien dat waterstof
               van natuurlijke oorsprong kan voorkomen in en onder steenkoollagen. Gezien de overeenkomsten
               met steenkoollagen in Nederland wordt door TNO gekeken naar de eventuele aanwezigheid
               van waterstof in Nederlandse steenkoollagen. Daarnaast wordt ook naar de overzeese
               Caraïbische gebieden gekeken omdat de ondergrond aldaar mogelijk een grotere kans
               geeft op natuurlijk gevormd waterstof.
            
Vraag 7
            
Hoe ziet u de rol van Nederland in het internationale streven naar natuurlijke waterstofwinning,
               gezien de aanwezige kennis en expertise in ondergrondse exploratie?
            
Antwoord 7
            
Nederlandse marktpartijen en kennisinstellingen kunnen vanwege hun kennis en expertise
               een rol spelen in de exploratie naar natuurlijke voorkomens van waterstof in het buitenland.
            
Vraag 8 en 9
            
Hoe beoordeelt u de pogingen van andere Europese landen om natuurlijk voorkomende
               waterstof te vinden en exploiteren? Bent u in contact met deze lidstaten hierover?
            
Hoe kan Nederland profiteren van de opgedane kennis in andere landen, zoals Mali en
               Australië, die al succesvolle natuurlijke waterstofprojecten hebben?
            
Antwoord 8 en 9
            
We verwelkomen de ontwikkeling van klimaatneutrale waterstofproductie en zien dat
               dit nog in een zeer vroege fase is. In de importstrategie van het kabinet werken we
               aan het creëren van importcorridors met potentiële exportlanden, zoals Spanje. Natuurlijke
               («witte») waterstof, indien in het buitenland in voldoende mate gevonden en op een
               veilige manier winbaar, zou in de toekomst deel kunnen gaan uitmaken van door Nederland
               geïmporteerde waterstof. Enkele landen waar al pilots gaande zijn, zijn Mali en IJsland.
               In Spanje zijn aanwijzingen voor een groot voorkomen aan witte waterstof, hier zal
               mogelijk een boring plaats gaan vinden. Het zijn vooral marktpartijen die deze ontwikkelingen
               stimuleren.
            
In internationale gremia, zoals het IEA Hydrogen Technology Collaboration Programme,
               wordt gesproken over de internationale ontwikkelingen rond natuurlijke waterstof.
               Hierbij wordt een nieuwe onderzoekstaak ontwikkeld met als doel de laatste stand van
               zaken in kaart te brengen en een roadmap te ontwikkelen voor dit onderwerp. Hierbij
               zijn enkele Nederlandse experts betrokken.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.