Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Vermeer over het Nationaal Programma Groningen
Vragen van het lid Vermeer (BBB) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over het Nationaal Programma Groningen (ingezonden 18 januari 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen
15 februari 2024).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de Provinciale Statenvergadering in Groningen op 20 december
2023, waarin de motie «Staten in positie bij Nationaal Programma Groningen en Nij
Begun» unaniem is aangenomen?1
Antwoord 1
Ja, hier ben ik van op de hoogte.
Vraag 2
Heeft u kennis genomen van de kritiek die gedeputeerde Susan Top uitte op het bestuur
van het Nationaal Programma Groningen (NPG) bestuur in de provinciale staten van Groningen?2
Antwoord 2
Ja, hier heb ik kennis van genomen.
Vraag 3
Welke status hebben de zogenaamde «baanbrekers»?
Antwoord 3
Het algemeen bestuur van het Nationaal Programma Groningen (NPG) heeft op basis van
de Monitor 2021 besloten dat het wenselijk is met het resterende programmageld meer
focus aan te brengen en meer aandacht te besteden aan de economische ambitie van het
programma. Op 6 februari 2023 heeft het bestuur besloten, dat de focus daarbij ligt
op de volgende baanbrekers: circulaire economie, waterstofeconomie, gezondheid, landbouw
en voedsel en vrijetijdseconomie. De baanbrekers hebben daarmee een formeel vastgestelde
status. Er is budget beschikbaar gesteld aan het programmabureau van NPG om de plannen
verder uit te laten werken. De gemeenten en provincie kunnen hier vervolgens concrete
invulling aan geven binnen hun lokale en thematische programma's.
Vraag 3
Welke bewindspersoon is verantwoordelijk voor het functioneren van het NPG-bestuur?
Antwoord 3
Het algemeen bestuur is verantwoordelijk voor het functioneren van het NPG en bestaat
uit overheden (het Rijk, de provincie Groningen en gemeenten in het aardbevingsgebied),
het Gasberaad en vertegenwoordigers van de kennisinstellingen, agrarische sector,
zorginstellingen, bedrijfsleven, chemische industrie en woningcorporaties. In het
algemeen bestuur zitten namens het kabinet de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
en de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat. De Staatssecretaris van Economische
Zaken en Klimaat neemt tevens deel aan het dagelijks bestuur.
Vraag 4
Waarom is er in de bestuursovereenkomst niet gekozen voor regie/democratische verantwoording
in de regio met betrekking tot het NPG-bestuur?3
Antwoord 4
De democratische verantwoording op de NPG-programma’s is geborgd doordat colleges
verantwoordelijk zijn voor de inhoudelijke programma’s en deze – na goedkeuring door
het bestuur – ter vaststelling worden voorgelegd aan de betreffende gemeenteraad of
provinciale staten.
Vraag 5
Wat vind u ervan dat het NPG-bestuur, in strijd met de bestuursovereenkomst, heeft
laten weten geen bestuursevaluatie te laten plaatsvinden?
Antwoord 5
Veel projecten zijn nog niet (volledig) tot uitvoering gekomen in 2023. Daarnaast
worden de maatschappelijke gevolgen pas op enige termijn zichtbaar. Ik vind het daarom
logisch om tot 2025 te wachten met evalueren. Dit betekent niet dat er in de tussentijd
niet wordt gekeken hoe het NPG functioneert en hoe het beter kan. Zo wordt er jaarlijks
een monitor opgeleverd waarin gekeken wordt naar de impact van het NPG op de brede
welvaart. Ook is onderzoek gedaan naar de huidige inrichting van NPG en de mogelijkheden
voor de toekomst. Daarnaast is er recent een analyse van de executiekracht (doelmatigheid
van de uitvoering) van het NPG gedaan. Ik zal uw Kamer hierover infomeren zodra deze
onderzoeken beschikbaar komen.
Vraag 6
Wie is verantwoordelijk voor de totstandkoming van Nij Begun?
Antwoord 6
Het kabinet was verantwoordelijk voor de totstandkoming van Nij Begun. Nij Begun is
de kabinetsreactie op het rapport van de parlementaire enquêtecommissie Aardgaswinning
Groningen «Groningers boven gas». Het opstellen van de kabinetsreactie is niet in
isolatie gedaan. Hiervoor heeft het kabinet dankbaar gebruik gemaakt van de vele suggesties
die zijn gedaan door bewoners en maatschappelijke organisaties, de regionale overheden,
het Instituut Mijnbouwschade Groningen, de Nationaal Coördinator Groningen en anderen.
Vraag 7
Hoe wordt de regio, met name de volksvertegenwoordiging en de inwoners, hierbij betrokken
en hoe wordt dit geborgd?
Antwoord 7
De maatregelen worden in gezamenlijkheid met de uitvoeringsorganisaties, regionale
overheden, maatschappelijke organisaties, bewoners en andere ministeries uitgewerkt.
Voor schade en versterken geldt dat deze maatregelen samen met de NCG en het IMG,
en de regionale overheden worden uitgewerkt. Voor de sociale en economische agenda
geldt dat hiervoor een kwartiermaker met alle relevante stakeholders de agenda gaat
opstellen en nadrukkelijk de opdracht heeft dat Groningers en Noord-Drentenaren hierover
mee kunnen praten. Formele besluitvorming verloopt via kabinet, colleges, en volksvertegenwoordiging
(het parlement, provinciale staten en gemeenteraden). Het kabinet legt in de Groningenwet
vast dat het jaarlijks over de voortgang verantwoording aflegt met een Staat van Groningen
en hierover het gesprek voert in de regio.
Vraag 8
Wie besluit uiteindelijk over de bestuurlijke opzet en de verantwoording van Nij Begun?
Antwoord 8
De verantwoording van Nij Begun vindt plaats via de Staat van Groningen. De hoofddoelen
van Nij Begun waarover wordt gerapporteerd, worden vastgelegd in de Groningenwet die
wordt vastgesteld door het parlement. Op dit moment maakt het kabinet afspraken met
provincies en de gemeenten over de Staat van Groningen en de bestuurlijke opzet. Voor
de sociale en economische agenda worden bestuurlijke overlegtafels ingericht en volgt
een uitvoeringsstructuur waarbij duidelijk moet zijn wie waarvoor verantwoordelijk
is en hoe de democratische legitimiteit wordt geborgd. Het kabinet zal jaarlijks via
de Staat van Groningen politieke verantwoording afleggen aan de Kamer over de resultaten
van de generatielange aanpak die in Nij Begun is aangekondigd.
Vraag 9
Wie houdt toezicht en controle op de regie van Nij Begun en hoe vaak en hoe wordt
dit periodiek geëvalueerd?
Antwoord 9
De Staat van Groningen wordt hét instrument waarmee het Rijk en de regio de resultaten
van het beleid monitoren. Zo kan waar nodig tijdig worden bijgestuurd, bijvoorbeeld
door de Tweede Kamer. Met de regionale overheden, maatschappelijke organisaties en
uitvoeringspartijen, wordt de Staat van Groningen nu vormgegeven. De hoofddoelen worden
vastgelegd in de nieuwe Groningenwet, die dit voorjaar in internetconsultatie zal
gaan.
Vraag 10
Deelt u de mening dat dit zo lokaal mogelijk belegd zou moeten worden?
Antwoord 10
Ja, ik deel de intentie om de verantwoordelijkheid zo lokaal mogelijk te beleggen.
De maatregelen worden veelal in gezamenlijkheid uitgewerkt, het Rijk heeft hierbij
een verantwoordelijkheid. Zodoende is belangrijk dat het kabinet uiteindelijk de politieke
verantwoording aflegt aan uw Kamer over de resultaten van de PEGA-maatregelen in de
Staat van Groningen.
Vraag 11
Hoe wordt voorkomen dat het NPG en Nij Begun vooral een leuke subsidiepot wordt voor
handige netwerkers en geen brede toegang en toepassing krijgt?
Antwoord 11
Bij de huidige inrichting van het NPG is op diverse manieren voorzien in brede toegang.
Binnen het NPG worden programma's opgesteld door de gemeenten en de provincie, in
samenspraak met veel partners (waaronder onderwijs- en kennisinstellingen, maatschappelijke
organisaties, zorginstellingen en het bedrijfsleven), en vastgesteld door de gemeenteraad
of provinciale staten. Bovendien zijn Groningers bij verschillende projecten uit Toukomst
zelf initiatiefnemer en uitvoerder. Toukomst is een onderdeel van het NPG en is het
grootste participatietraject van Nederland (€ 100 mln). Tevens wordt er met een Loket
Leefbaarheid, een Impulsloket en een jongerenloket (het Loko loket) geld beschikbaar
gesteld voor lokale initiatieven die positief bijdragen aan de omgeving en toekomstbestendig
zijn.
De heer Nijboer is sinds 6 december 2023 benoemd als kwartiermaker voor de sociale
agenda uit Nij Begun en heeft de opdracht om de agenda met een brede coalitie uit
de regio te ontwikkelen. Voor de economische agenda uit Nij Begun wordt nu een kwartiermaker
gezocht en wordt komend jaar de agenda gevormd in samenspraak met de regio in de volle
breedte (te denken aan kennisinstellingen en het bedrijfsleven).
Om te zorgen voor een brede toepassing en breed draagvlak, krijgen Groningers en Noord-Drentenaren
een stem bij de sociale en de economische agenda. Daarvoor werk ik samen met de provincie,
gemeenten en Nationaal Programma Groningen aan een specifieke aanpak voor jongerenparticipatie.
Daarbij geef ik ook invulling aan de motie van de leden Boulakjar en Bikker (Kamerstuk
35 561, nr. 35), waarin de regering wordt verzocht om minimaal 1% van de beschikbare middelen specifiek
te laten begroten door kinderen en jongeren.
Vraag 12
Onderkent u dat de onvrede over het NPG-bestuur niet positief bijdraagt aan het zo
noodzakelijke herstel van vertrouwen in de regio?
Antwoord 12
Ja. Ik kan me voorstellen dat het beeld dat het NPG en de provincie het niet eens
zijn, niet bijdraagt aan het herstel van vertrouwen in de regio. De provincie en het
NPG zijn hierover overigens in goed overleg. Door de mensen in Groningen en Noord-Drenthe
te betrekken en concrete resultaten te laten zien, wilt het kabinet samen met de partijen
in de regio bouwen aan het herstel van vertrouwen.
Vraag 13
Wilt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.