Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ceder over de inzet van Zr. Ms. Holland bij de hulpverlening aan de Gazastrook
Vragen van het lid Ceder (ChristenUnie) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie over de inzet van de Zr. Ms. Holland bij de hulpverlening aan de Gazastrook (ingezonden 8 januari 2024).
Antwoord van Minister Bruins Slot (Buitenlandse Zaken), mede namens de Ministers van
Defensie en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen 15 februari
2024).
Vraag 1
Klopt het dat de Israëlische Minister van Buitenlandse Zaken Eli Cohen op 20 december
jongstleden tijdens een bezoek aan Cyprus heeft gezegd dat Israël het idee van een
maritieme humanitaire corridor wil steunen en Israël ermee instemt om via deze corridor
een snelle route voor humanitaire hulp aan Gaza op te zetten?1
Antwoord 1
Het kabinet is bekend met de berichtgeving in de media over de uitspraken van Minister
Cohen tijdens zijn bezoek aan Cyprus.
Vraag 2
Hoe geeft Nederland vervolg aan deze instemming, gezien ook het feit dat Nederland
een van de initiatiefnemers van deze maritieme humanitaire corridor is?
Antwoord 2
De meest effectieve weg om hulpgoederen aan Gaza te leveren op de schaal die nodig
is om in de humanitaire noden te voorzien, is het verruimen en versnellen van toegang
over land. In dit kader verwelkomt het kabinet de opening van de grensovergang bij
Kerem Shalom en benadrukt Nederland bij alle gesprekspartners het belang van onmiddellijke
en ongehinderde humanitaire toegang.
De ernst van de humanitaire crisis heeft er de afgelopen maanden toe genoopt om – in
aanvulling op toegang over land – alle opties te onderzoeken, waaronder de mogelijkheid
om hulpgoederen over zee te leveren. Cyprus heeft afgelopen najaar het initiatief
genomen om dit met partners, waaronder Nederland, verder te verkennen. Ook het VK
heeft uitvoerig de verschillende opties onderzocht. De volledige medewerking van Israël
is een belangrijke voorwaarde voor het opzetten van een maritieme humanitaire corridor.
Ondanks de uitspraken van Minister Cohen op 20 december 2023 dat Israël een dergelijke
corridor wil steunen is die medewerking er niet. Het opzetten van een maritieme corridor
kent tevens nog praktische en logistieke beperkingen. Ook de betrokkenheid van partnerlanden
en VN-organisaties is essentieel. Vooralsnog heeft zich dit in internationaal verband
onvoldoende uitgekristalliseerd.
Vraag 3
Waarom wacht Nederland nu op een verzoek om humanitaire hulp te leveren, nu de Israëlische
Minister Cohen heeft gezegd dat de hulp onmiddellijk kan beginnen?2 Nederland heeft toch met dit doel de Holland naar de regio gestuurd?
Antwoord 3
Nederland spant zich in internationaal verband op diverse manieren in om op grotere
schaal humanitaire hulp aan Gaza te leveren. Naast de ongeoormerkte structurele bijdragen
aan humanitaire organisaties heeft het kabinet EUR 50 mln. vrijgemaakt aan additionele
humanitaire bijdragen voor Gaza (via UNRWA, het Nederlandse Rode Kruis en het World
Food Program). Daarnaast heeft het kabinet een speciaal humanitair gezant voor Gaza
benoemd om samen met internationale partners invulling te geven aan de Nederlandse
humanitair diplomatieke inzet.
In de Kamerbrief d.d. 8 november 2023 «Militaire inzet ten behoeve van steun Gaza
en de regio» is de Kamer geïnformeerd over het gereedstellen van Zr. Ms. Holland,
voor ondersteuning van taken in het kader van een mogelijke evacuatie of het eventueel
bieden van humanitaire hulp via een maritieme corridor. Een maritieme corridor heeft
in internationaal verband echter nog geen invulling gekregen. De prioritaire weg om
humanitaire toegang te verruimen blijft over land.
In de Kamerbrief «Update inzet Zr. Ms. Holland» informeerde de Minister van Defensie
de Kamer dat Zr. Ms. Holland eind januari zal terugkeren naar Nederland. Indien de
mogelijkheid voor het leveren van hulpgoederen over zee zich op een later moment toch
voordoet, zal opnieuw worden bezien of en, zo ja, op welke manier Nederland hier een
bijdrage aan kan leveren.
Vraag 4
Kunt u niet zelf contact opnemen met de Israëlische regering om de inzet van de Holland
te bespreken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Nederland heeft zeer regelmatig en op diverse niveaus contact met de Israëlische autoriteiten.
Behalve de bilaterale gesprekken van kabinetsleden en de contacten van de Nederlandse
ambassade in Tel Aviv vinden er frequent politieke en hoogambtelijke bezoeken plaats.
Eind december bracht de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
samen met de speciaal humanitair gezant voor Gaza een bezoek aan Egypte, de Palestijnse
Gebieden en Israël dat in het teken stond van de humanitaire toegang. Daarbij lag
de nadruk op het verruimen van toegang over land. Onlangs bezochten ook de Minister
van Defensie en de Minister van Buitenlandse Zaken hun Israëlische counterparts. Zij benadrukken continu het belang van snelle en ongehinderde toegang voor humanitaire
hulp in hun gesprekken met Israël. Dergelijke contacten zal Nederland voortzetten.
Vraag 5
Hoe kan Nederland nu samen met de andere landen die deelnemen aan de maritieme humanitaire
corridor meer hulp via zee bij de mensen krijgen die dit nodig hebben?
Antwoord 5
Het verlenen van humanitaire hulp aan Gaza is niet afhankelijk van de vorming van
een maritieme corridor of van de Nederlandse inzet van militaire middelen. Ook bij
partnerlanden is een volwaardige maritieme route voor de levering van hulpgoederen
aan Gaza vooralsnog niet van de grond gekomen. Pogingen van andere landen om direct
vanaf zee hulp in Gaza aan te landen, al dan niet vanaf Cyprus of via een haven in
Egypte of Israël, hebben nog niet geleid tot het gewenste resultaat.
Het verruimen en versnellen van de toegang van humanitaire hulp aan Gaza over land
is prioritair. De Nederlandse inzet blijft zich daarom primair richten op de steun
aan internationale hulporganisaties en het bevorderen van veilige, onmiddellijke en
ongehinderde humanitaire toegang over land. Tevens blijft het kabinet mogelijkheden
voor steun via de lucht of over zee verkennen. Indien de mogelijkheid voor het leveren
van hulpgoederen over zee zich op een later moment toch voordoet zal opnieuw worden
bezien of en, zo ja, op welke manier Nederland hier een bijdrage aan kan leveren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
K.H. Ollongren, minister van Defensie -
Mede namens
G.E.W. van Leeuwen, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.