Initiatiefnota : Initiatiefnota
36 502 Initiatiefnota van het lid Inge van Dijk over bescherming van de rechten van belastingbetalers en toeslagontvangers
Nr. 2
INITIATIEFNOTA
1. Inleiding
Nadat in 2017 de toeslagenaffaire aan het licht kwam, kwam ook de discussie op gang
of de rechtsbescherming van belastingbetalers en toeslagontvangers wel op orde is.
Mensen kwamen op grote schaal in de raderen van de Belastingdienst terecht en waren
niet in staat zich te verweren. Zij kregen maar geen antwoord op de voor hen cruciale
vraag, waarom nu juist zij als fraudeur werden aangepakt. Ze kregen geen informatie
en deze mensen werd onvoldoende hulp geboden.
In de jaren daarop volgend zijn talloze experts, instanties, commissies en Kamerleden
bezig geweest met het thema praktische rechtsbescherming. Allen met een tweeledig
doel. Enerzijds, hoe kunnen de Belastingdienst en Dienst Toeslagen belastingbetalers
en toeslagontvangers beter beschermen en behandelen, uitgaande van de menselijke maat
en dus ook aansluitend bij het handelingsperspectief van mensen. En anderzijds, hoe
kunnen belastingbetalers en toeslagontvangers beter worden geholpen als zij problemen
ervaren met de Belastingdienst of Dienst Toeslagen, waar zij onderling niet uitkomen.
In 2021 steunde een ruime meerderheid in de Tweede Kamer een motie van het CDA en
D66, waarin de regering is verzocht een «Taxpayer Advocate Service» op te zetten naar
Amerikaans voorbeeld, die ook in het coalitieakkoord van kabinet Rutte IV is opgenomen.
Zo’n Taxpayer Advocate Service dient als een extra paar ogen, om mee te kijken in
vastgelopen zaken, op de pauzeknop te kunnen drukken en met doorzettingsmacht om in
zo’n zaak tot een oplossing te komen in plaats van in een juridisch moeras te verdwijnen.
Op dit moment is een kwartiermaker aan de slag een «Onafhankelijke Belangenbehartiger»
op te zetten, die de Nederlandse versie van de Taxpayer Advocate Service moet worden.
Deze Onafhankelijke Belangenbehartiger biedt burgers en bedrijven laagdrempelige onafhankelijke
fiscale rechtshulp bij geschillen met de Belastingdienst en Dienst Toeslagen. De planning
is dat de Onafhankelijke Belangenbehartiger eind 2024 aan de slag gaat. Op 2 februari
jl. publiceerde de kwartiermaker zijn eerste voortgangsrapportage.
Indiener is van mening dat we goede stappen zetten voor het verbeteren van de praktische
rechtsbescherming van burgers en bedrijven. Dat betekent niet dat we er al zijn. Om
de rechten van burgers en bedrijven goed te kunnen beschermen, is indiener van mening
dat het allereerst voor iedereen duidelijk, begrijpelijk en vindbaar moet zijn wat
deze rechten zijn. Voorts is van belang dat burgers en bedrijven ook duidelijkheid
hebben over wat zij in praktijk van de Belastingdienst en de Dienst Toeslagen mogen
verwachten bij de uitoefening van deze rechten.
Een belangrijk signaal dat maatschappelijke behoefte bestaat aan zulke duidelijkheid,
is de petitie ingediend door de Bond voor Belastingbetalers op 30 januari 2024, om
een Handvest voor de Rechten van Belastingbetalers in te voeren. Deze petitie is meer
dan 40.000 keer ondertekend. De kwartiermaker noemt in zijn verslag eveneens de meerwaarde
die dit kan hebben. Een dergelijk Handvest is ook niet ongebruikelijk in landen waar
van overheidswege fiscale rechtsbescherming wordt geboden, zoals in de VS, Canada
of Australië.
Om de maatschappelijke behoefte aan meer duidelijkheid handen en voeten te geven,
bouwt indiener voort op de recent ingediende petitie, adviezen en onderzoeken door
met deze initiatiefnota twee voorstellen voor te leggen aan de Kamer:
1. Het Kabinet opdracht geven te onderzoeken hoe de rechten van belastingbetalers en
toeslagontvangers volledig, begrijpelijk en op een centrale plek in de wet kunnen
worden verankerd; en
2. Het Kabinet opdracht geven samen met relevante partijen een Handvest praktische rechtsbescherming
van belastingbetalers en toeslagontvangers op te stellen en te implementeren in de
uitvoering.
Beide onderdelen kunnen volgens initiatiefnemer een belangrijke bijdrage leveren aan
de praktische rechtsbescherming van burgers en bedrijven in belasting- en toeslagenzaken,
en daarmee ook aan het herstel van vertrouwen in de Belastingdienst en Dienst Toeslagen.
2. Rechten van Belastingbetalers en Toeslaggerechtigden
Formeel gezien moeten de rechten van belastingbetalers en toeslagontvangers in de
wet zijn vastgelegd. Deze formele vastlegging is noodzakelijk, zodat burgers en bedrijven
weten wat hun rechten zijn, en zich hierop kunnen beroepen.
Rechten van belastingbetalers en toeslagontvangers worden ook veelal als vanzelfsprekend
aangenomen als volgend uit wet- en regelgeving. Iedere inwoner van Nederland wordt
geacht de wet te kennen, hoe complex die ook is. Wat indiener betreft is dat echter
helemaal niet vanzelfsprekend. Wanneer je als belastingbetaler of toeslagontvanger
wil weten wat je rechten zijn, moet je die uit een oerwoud van fiscale regelgeving
destilleren. Deze rechten zijn niet overzichtelijk op een herkenbare plek in de wet
te vinden.
Ook in overheidscommunicatie over belastingen en toeslagen is niet helder wat dan
precies de rechten zijn van belastingbetalers en toeslagontvangers. Wie bijvoorbeeld
op de website van de Belastingdienst kijkt, ziet bij de inkomstenbelastingparagraaf
dat de rechten van de belastingbetaler als volgt zijn: u mag een adviseur hebben,
u heeft recht op uitleg als van uw aangifte wordt afgeweken, u kunt in bezwaar of
beroep gaan, en u heeft recht op geheimhouding van uw fiscale gegevens. Dit begrip
van rechten van de belastingbetaler is volgens indiener verre van compleet, en biedt
nauwelijks verheldering over wat dit dan in praktijk precies inhoudt.
Indiener vindt het daarom cruciaal dat de rechten belastingbetalers en toeslagontvangers
die nu verspreid in allerlei aparte wetsartikelen zijn opgenomen, in plaats daarvan
op een centrale plek in de wet worden vastgelegd. Dat kan respectievelijk in de Algemene
Wet Rijksbelastingen (AWR) en de Algemene Wet Inkomensafhankelijke Regelingen (AWIR).
Ook moet worden gezorgd dat andere belasting- en toeslagenwetgeving hierop aansluit,
om onduidelijkheid te voorkomen. Want wie nu bijvoorbeeld de AWR en AWIR leest, ziet
complexe wetgeving, waar de gemiddelde lezer maar moeilijk zelfstandig zijn weg in
kan vinden. Het is al helemaal ingewikkeld om daaruit op te maken wat ieders individuele
rechten zijn en hoe die kunnen worden uitgeoefend.
Indiener is daarom van mening dat het meerwaarde heeft de fiscale basisrechten van
belastingbetalers en toeslagontvangers die nu in de wetgeving verspreid staan, op
een centrale plek op te nemen, zoals bepalingen over het recht op duidelijke informatie,
motivering van besluiten, de toegang tot bijstand, welke termijnen wanneer gelden,
bezwaar- en beroep, enzovoorts. Op deze manier worden burgers en bedrijven daadwerkelijk
in staat gesteld hun rechten op één herkenbare plek in de wet te vinden en daarvan
kennis te nemen.
3. Praktische rechtsbescherming in belastingzaken
Wanneer de rechten van de belastingbetalers en toeslagontvangers begrijpelijk en op
een vindbare plek zijn opgenomen, betekent dat nog niet dat deze rechten in de uitvoering
altijd op de juiste manier praktisch worden beschermd.
Er kan ruimte zitten tussen de formele wet en de praktische toepassing daarvan. Ook
kan in sommige omstandigheden afwijking van de formele wet noodzakelijk zijn, als
deze wet onbedoelde of onredelijke effecten met zich meebrengt. Dit is ook een observatie
van de kwartiermaker die de opzet van de Onafhankelijke Belangenbehartiger onderzoekt,
in zijn rapportage van 2 februari jl.: «rechtmatige uitkomsten zijn of voelen niet altijd rechtvaardig»1, wat wil zeggen dat hoewel een besluit aan de wet kan voldoen, de uitkomsten hiervan
niet altijd rechtvaardig zijn of voelen. Het is dan vervolgens aan de uitvoering om
een weg te vinden hoe hiermee om te gaan. Daarin hebben medewerkers van de Belastingdienst
en Dienst Toeslagen een bepaalde ruimte binnen de wet, die op dit moment niet altijd
volledig benut wordt. In het rapport «Burgers Beter Beschermd» van de Commissie Praktische
Rechtsbescherming in Belastingzaken, staat: «Bovendien wordt er door sommige medewerkers te beperkt gebruik gemaakt van de vrije
ruimte die er wel is om de menselijke maat te hanteren waardoor flexibiliteit, de
menselijke maat, empathie, maatwerk of oplossingsgericht meedenken niet ervaren wordt
door de burgers. De letterlijke interpretatie van wet- en regelgeving heeft steeds
meer de overhand gekregen, waardoor er minder sprake is van een behoorlijke belastingheffing
voor burgers ten opzichte van het verleden. Daar komt bij dat de consequenties van
die beslissingen voor de burger niet altijd goed worden meegewogen (evenredig).»2 Om de fiscale rechten van burgers en bedrijven in de praktijk te waarborgen en beschermen
biedt de wet alleen onvoldoende handvatten. Het is ook belangrijk duidelijkheid te
creëren over hoe daar in praktijk mee moet worden omgegaan. Dat wil zeggen, hoe deze
rechten praktisch beschermd kunnen en moeten worden.
In het laatstgenoemde rapport wordt praktische rechtsbescherming in belastingzaken
als volgt gedefinieerd:
«Praktische rechtsbescherming in belastingzaken ziet op de mogelijkheid van burgers
om – al dan niet met hulp van anderen – op een toegankelijke, transparante, begrijpelijke en effectieve manier gebruik te kunnen maken van hun fiscale rechten, zodat de belastingheffing
en -inning plaatsvindt naar behoorlijkheid.
Daarbij wordt verstaan onder:
a. toegankelijk:
dat het burgers niet onnodig moeilijk wordt gemaakt om gebruik te kunnen maken van
hun rechten.
b. transparant:
inzichtelijk in de zin dat het voor burgers duidelijk is wat van ze wordt verwacht
en hoe de besluitvorming over hun individuele fiscale positie plaatsvindt.
c. begrijpelijk:
dat burgers (al dan niet met bekostigde of betaalbare hulp van anderen) hun rechten
kunnen begrijpen.
d. effectief:
doeltreffend in de zin dat bijvoorbeeld burgers niet te lang hoeven te wachten op
een beslissing of onnodig veel kosten hoeven te maken om rechtsbescherming te krijgen
of hun rechten te kunnen begrijpen.
e. behoorlijkheid:
redelijkheid, evenredigheid, eerlijkheid, fatsoenlijkheid, flexibiliteit en met coulance
als dat nodig is.»3
In deze definitie van praktische rechtsbescherming zitten veel belangrijke elementen
vervat hoe in de praktijk met de rechten van belastingbetalers zou moeten worden omgegaan,
hoewel dit niet tot op de punt en de komma in de wet is opgenomen. Daarom is het juist
zo van belang dat in de praktijk belastingbetalers en toeslagontvangers meer duidelijkheid
krijgen over hoe zij zo goed mogelijk hun fiscale rechten kunnen uitoefenen en wat
zij daarbij van de Belastingdienst en de Dienst Toeslagen mogen verwachten.
Indiener ziet daarom een meerwaarde van het opstellen van een Handvest voor de praktische
rechtsbescherming van belastingbetalers en toeslagontvangers. Met de verduidelijking
hiervan beoogt indiener niet alleen dat burgers en bedrijven beter worden beschermen,
maar ook de mensen in de uitvoering, die dagelijks proberen zo goed mogelijk hun weg
te vinden in de toepassing van fiscale en toeslagen wet- en regelgeving.
Zoals de Commissie Praktische Rechtsbescherming in Belastingzaken constateert, hebben
zij daarbij een bepaalde ruimte. Hierbij kan volgens indiener ook voor hen een set
van handvatten behulpzaam zijn hoe die ruimte in te vullen bij hun handelen en interventies.
Dat die ruimte nu teveel lijkt te worden beperkt door de formele regelgeving die onvoldoende
handvatten biedt, blijkt ook uit de observatie van de kwartiermaker: «Daarnaast willen medewerkers van de Belastingdienst in beide situaties de burger
helpen, maar lopen ze tegen de procedures en/of wet- en regelgeving aan. Het beeld
dat zich bij mij heeft afgetekend is dat er beperkingen zijn, van allerlei aard, waardoor
«de helpers» van binnen en buiten de overheid hun werk niet kunnen doen zoals zij
dit graag zouden willen. Niet dat extra stapje kunnen zetten dat nodig is om een probleem
op te lossen. Daarbij hoor ik tot op heden niet: «ik weet niet» of «ik wil het niet».
Ik hoor wel «dat kan niet» en «dat mag niet».»4 Een handvest voor de praktijk kan juist een handelingskader bieden wanneer een vraag
ontstaat op het snijvlak van een formeel juridische wetstekst en praktische toepassing
daarvan.
Als zo’n handvest wordt opgenomen in het functieprofiel van de Belastingdienst en
de Dienst Toeslagen, worden medewerkers per definitie getraind op het waarborgen van
de praktische rechtsbescherming van belastingbetalers en toeslagontvangers. Indiener
beoogt met dit initiatief dan ook nadrukkelijk om tot een instrument te komen om de
uitvoering te helpen, niet om hen mee om de oren te slaan.
Indiener maakt overigens de kanttekening dat het feit dat rechtmatige uitvoering van
wetgeving onrechtvaardig kan zijn of voelen, ook het gevolg kan zijn van onvoldoende
kwaliteit van die wetgeving. In dat geval meent indiener dat het de verantwoordelijkheid
is van de wetgever die wetgeving op orde te brengen. Indiener ziet het daarom als
waardevol dat gewerkt wordt aan de herziening van het belasting- en toeslagenstelsel
om wetgeving beter en eenvoudiger te maken. Ook het inventariseren en rapporteren
van signalen van de uitvoering via de Inspectie belastingen, toeslagen en douane en
de toekomstige Onafhankelijke Belangenbehartiger stelt de wetgever in staat de kwaliteit
van wetgeving te verbeteren.
4. Handvest voor praktische rechtsbescherming van belastingbetalers en toeslagontvangers
Indiener doet in het onderstaande een voorstel voor invulling van een handvest, waarbij
zij inspiratie heeft opgedaan uit de petitie van de Bond voor belastingbetalers5, de Amerikaanse Taxpayer Bill of Rights6, maar ook uit de behoorlijkheidswijzer7 zoals in 2019 gepubliceerd door de Nationale ombudsman, waarin staat hoe de overheid
behoorlijk met burgers en bedrijven kan omgaan.
Daarbij benadrukt indiener dat onderstaande één manier is om een Handvest voor de
praktijk in te vullen, en heeft indiener vooral de wens dat, indien de Kamer instemt
met het opstellen van een Handvest), dit verder met alle relevante betrokkenen uit
de praktijk wordt vormgegeven. Daarbij denkt indiener onder andere aan de kwartiermaker
voor de nieuw op te zetten Onafhankelijke Belangenbehartiger en de toekomstige Onafhankelijke
Belangenbehartiger, alle lagen op de werkvloer bij Belastingdienst en Dienst Toeslagen,
maatschappelijke partners, experts, lokale aanbieders van rechtshulp, de adviespraktijk
en andere relevante gesprekpartners. Zo kan tot een breed gedragen werkwijze worden
gekomen.
5. Voorstel voor een handvest voor praktische rechtsbescherming van belastingbetalers
en toeslagontvangers
Artikel 1: Volledige en begrijpelijke informatie
Belastingbetalers en toeslagontvangers mogen van de Belastingdienst en Dienst Toeslagen
verwachten dat die hen proactief de informatie verstrekken die zij nodig hebben om
aan fiscale- en toeslagenwetgeving te voldoen. Deze informatie moet voor iedereen
op begrijpelijke wijze toegankelijk zijn. Ook moet duidelijk beschreven staan wat
er precies van de belastingplichtige of toeslagenontvanger wordt verwacht, waarom
dat zo is en wanneer zij iets moeten doen.
Ook worden zij geïnformeerd over besluiten van de Belastingdienst of Dienst Toeslagen
die op hen betrekking hebben. De Belastingdienst en Dienst Toeslagen leggen goed en
begrijpelijk uit waarom zij bepaalde besluiten nemen. Motivering gebeurt op grond
van drie bouwstenen, namelijk:
1. de wettelijke voorschriften;
2. de specifieke feiten en omstandigheden van de belastingbetaler of toeslagontvanger;
en
3. een heldere redenering waarom de wet toegepast op de specifieke feiten en omstandigheden
leidt tot de handeling of het besluit.
Verder moet helder beschreven worden welke acties zij kunnen ondernemen als zij het
niet eens zijn met besluiten of handelingen van de Belastingdienst en Dienst Toeslagen.
Ook wordt informatie gegeven hoe juridisch advies kan worden verkregen of hulp van
de Onafhankelijke Belangenbehartiger.
Dit gebeurt in alle overheidscommunicatie, zoals formulieren, kennisgevingen, publicaties
en brieven. In zulke communicatie wordt altijd opgenomen hoe en met wie contact kan
worden opgenomen bij vragen.
Artikel 2: Goede dienstverlening
Belastingbetalers en toeslagontvangers mogen rekenen op een professionele, fatsoenlijke
en hulpvaardige houding van de Belastingdienst en Dienst Toeslagen. De Belastingdienst
en Dienst Toeslagen staan belastingbetalers en toeslagontvangers op een gemakkelijk
te begrijpen en behulpzame manier te woord.
De diensten luisteren objectief en nemen alle relevante informatie in overweging.
Zij proberen vragen snel, nauwkeurig en grondig te beantwoorden en zijn erop gericht
escalatie te voorkomen of beperken. Als er toch een probleem ontstaat, of dienstverlening
ontoereikend is, is het mogelijk een supervisor te spreken.
De diensten handelen vanuit vertrouwen in de belastingbetaler en toeslagontvanger.
Zij proberen net dat stapje extra te zetten, en kunnen, met toestemming van de belastingplichtige
of toeslagontvanger, het initiatief nemen om contact te zoeken en samen te werken
met andere instanties om de belastingbetaler of toeslagontvanger zo goed mogelijk
te helpen.
Artikel 3: Niet teveel betalen, en niet te weinig ontvangen
De Belastingdienst zorgt dat belastingbetalers niet meer dan het juiste bedrag te
betalen, met inachtneming van wettelijke rentes en boetes.
De Dienst Toeslagen spant zich in om ervoor te zorgen dat toeslagontvangers de inkomensondersteuning
kunnen ontvangen waar zij recht op hebben.
Dat betekent dat helder wordt gecommuniceerd over de hoogte van te ontvangen of betalen
bedragen, en hoe die zijn opgebouwd. Ook wordt in deze communicatie helder aangegeven
wat iemand kan doen wanneer een bedrag niet klopt, of wanneer een betalingsregeling
nodig is.
Artikel 4: Bezwaar maken en gehoord worden
Als belastingbetalers of toeslagontvangers het oneens zijn met een beslissing van
de Belastingdienst of de Dienst Toeslagen, dan kunnen zij daartegen bezwaar maken
als die mogelijkheid in de wet wordt geboden. De Belastingdienst en Dienst Toeslagen
geven de belastingbetaler of toeslagontvanger de gelegenheid om hun standpunten en
de daarbij horende feiten naar voren te brengen en te verdedigen.
Hierbij wordt de menselijke maat gehanteerd met vertrouwen als uitgangspunt. Het hanteren
van de menselijke maat vereist ook menselijk contact, waar en wanneer dat nodig is.
Daarom worden behalve de mogelijkheid om schriftelijk in bezwaar te gaan, ook de mogelijkheid
geboden dit mondeling toe te lichten en in gesprek te gaan, zodat mensen zich gehoord
en gezien voelen.
Daarbij is belangrijk dat wordt aangegeven in welke situaties en op welke manier de
Onafhankelijke Belangenbehartiger hulp kan bieden bij conflicten en geschillen met
de Belastingdienst of Dienst Toeslagen. Dit orgaan is immers bedoeld als extra paar
ogen dat mee kan kijken bij zaken waar conflict over ontstaat, en is juist bedoeld
om laagdrempelige en onafhankelijke fiscale rechtshulp aan belastingbetalers en toeslagontvangers
te bieden en te proberen tot oplossingen te komen, zodat juridische procedures waar
mogelijk voorkomen kunnen worden.
Artikel 5: In beroep kunnen gaan
Als een belastingbetaler of toeslagontvanger het niet eens is met een beslissing van
de Belastingdienst of Dienst Toeslagen op het gemaakte bezwaar, dan hebben zij het
recht om tegen die beslissing in beroep te gaan bij de rechtbank als die mogelijkheid
in de wet wordt geboden. De Belastingdienst en Dienst Toeslagen geven de relevante
informatie hoe dit aan te pakken. Ook geven zij de relevante gegevens van instanties
die hen hierbij kunnen helpen.
Artikel 6: Duidelijkheid over procedures, termijnen en afronding
Het is belangrijk dat belastingbetalers en toeslagontvangers weten waar zij aan toe
zijn en wanneer een procedure is afgerond. De Belastingdienst en Dienst Toeslagen
vermelden altijd de duur van een procedure, dat wil zeggen de termijnen die de Belastingdienst
of Dienst Toeslagen hanteren zowel voor zichzelf, als voor de belastingbetaler of
toeslagontvanger. De belastingbetaler of toeslagontvanger kan zich beroepen op een
uiterste datum waarop de Belastingdienst of Dienst Toeslagen duidelijkheid moeten
geven.
Daarbij handelen de Belastingdienst en Dienst Toeslagen zo snel en slagvaardig mogelijk.
Wettelijke termijnen zijn uiterste termijnen. Ook wordt de balans gezocht tussen de
proportionaliteit van mogelijke procedures, versus oplossingsgericht te werk gaan.
Het is niet de bedoeling dat de Belastingdienst of Dienst Toeslagen elke juridische
mogelijkheid die tot haar beschikking staat uitput, als dat niet in verhouding staat
tot de zaak die voorligt. Dat wil niet zeggen dat het recht niet moet worden toegepast,
maar wanneer dat tot disproportionele gevolgen leidt, moet ook oplossingsgericht te
werk worden gegaan en gekeken worden of maatwerk mogelijk is om ongewenste gevolgen
voor de maatschappij/het algemeen belang te voorkomen.
Artikel 7: Niet indringender ingrijpen dan nodig of proportioneel is
Belastingbetalers en toeslagontvangers mogen van de Belastingdienst en Dienst Toeslagen
verwachten dat zij er rekening mee houden dat de gevolgen van hun besluiten niet indringender
zijn dan nodig. Zo wordt niet meer informatie verzameld dan strikt noodzakelijk is.
Ook wordt bijvoorbeeld niet meer beslag gelegd op rekeningen of zaken dan de belastingbetaler
of toeslagontvanger kan dragen, of een te betalen bedrag hoger ingeschat dan redelijk
is.
De Belastingdienst en Dienst Toeslagen kiezen om hun doel te bereiken steeds voor
het middel dat niet meer dan nodig ingrijpt in het leven van de belastingbetaler of
toeslagontvanger en dat in evenredige verhouding staat tot dat doel. Daarbij wegen
zij steeds af of een minder zwaar middel voor het doel dat zij wil bereiken kan worden
ingezet.
Artikel 8: Vertrouwelijkheid
Belastingbetalers en toeslagontvangers mogen verwachten dat alle informatie die zij
aan de Belastingdienst of Dienst Toeslagen verstrekken, niet openbaar wordt gemaakt
of met derden wordt gedeeld, tenzij dit wettelijk of in verdragen is vastgelegd, of
als de belastingbetaler of toeslagontvanger hiermee akkoord is gegaan. Dat kan bijvoorbeeld
zijn wanneer gevraagd wordt informatie vrij te geven voor een financiële aanvraag,
of wanneer een medewerker het initiatief wil nemen om contact te zoeken en samen te
werken met andere instanties om de belastingbetaler of toeslagontvanger zo goed mogelijk
te helpen.
Een andere uitzondering is wanneer de informatie in het belang is van een strafrechtelijk
onderzoek.
Ook neemt de Belastingdienst of Dienst Toeslagen in het kader van een onderzoek in
principe geen contact op met derden voor informatie over de verschuldigde belasting
of te ontvangen toeslagen, zonder dat de belastingbetaler of toeslagontvanger daar
eerst van op de hoogte wordt gesteld, tenzij dit anders in de wet is vastgelegd.
Artikel 9: Vertegenwoordiging
Belastingbetalers en toeslagontvangers mogen zich laten vertegenwoordigen in hun contacten
met de Belastingdienst en Dienst Toeslagen, of fiscale rechtshulp of rechtsbijstand
inschakelen. Daarbij mogen zij verwachten dat de Belastingdienst en Dienst Toeslagen
hen waar mogelijk helpen, of proactief wijzen op de mogelijkheden voor het zoeken
van ondersteuning zoals via rechtsbijstand en hoe en wanneer zij bij de Onafhankelijke
Belangenbehartiger terecht kunnen.
Artikel 10: Een eerlijk en rechtvaardig belasting- en toeslagenstelsel
Belastingbetalers en toeslagontvangers mogen verwachten dat bij toepassing van belasting-
en toeslagenwetgeving, de Belastingdienst en de Dienst Toeslagen waar dat mogelijk
is, rekening houden met individuele feiten en omstandigheden die van invloed kunnen
zijn op het voldoen aan hun verplichtingen, hun vermogen om te betalen, of hun vermogen
om op tijd de juiste informatie te verstrekken. Belangrijke begrippen hierbij zijn
menselijke maat, doenvermogen en maatwerk.
De Belastingdienst en Dienst Toeslagen passen de wet toe, maar houden ook oog voor
specifieke omstandigheden waar belastingbetalers en toeslagontvangers in terecht kunnen
komen. Ook in hun praktisch handelen proberen de Belastingdienst en de Dienst Toeslagen,
waar mogelijk, naar maatregelen en oplossingen te zoeken die passen bij specifieke
omstandigheden in individuele gevallen.
Als belastingbetalers of toeslagenontvangers in financiële problemen komen door uitwerking
van de wet, of opstapeling van problemen, moet ook in alle redelijkheid naar oplossingen
worden gezocht. Hierbij kan ook de hulp van de Onafhankelijke Belangenbehartiger worden
gezocht.
Bij het maken van fiscale- en toeslagenwetgeving wordt door de wetgever altijd getoetst
of de grondrechten van belastingbetalers voldoende zijn gewaarborgd, en bij de uitvoering
ervan of wordt gehandeld in overeenstemming met de algemene beginselen van behoorlijk
bestuur.
Volgens indiener kunnen deze tien praktische handelwijzen duidelijkheid bieden aan
belastingbetalers en toeslagontvangers over wat zij van de Belastingdienst en Dienst
Toeslagen mogen verwachten. Tegelijkertijd bieden deze handelwijzen praktische handvatten
voor diezelfde Belastingdienst en Dienst Toeslagen.
Indiener merkt overigens op dat om de praktische rechtsbescherming van belastingbetalers
en toeslagontvangers goed te waarborgen, er voldoende capaciteit in de uitvoering
en professionele ruimte voor uitvoerders moet zijn om zelf afwegingen te maken. De
uitvoering moet de mogelijkheid hebben tijd te besteden aan een zaak, en ook moet
er voldoende tijd zijn voor goede handhaving.
6. Aanbevelingen
1. Onderzoek de mogelijkheden voor het begrijpelijk en overzichtelijk opnemen van de
rechten van belastingbetalers en toeslagontvangers op een centrale plek in de wet,
in plaats van verspreid in allerlei wetten;
2. Stel een handvest op voor de praktische omgang met, en bescherming van de rechten
van belastingbetalers en toeslagontvangers;
3. Implementeer dit handvest binnen de Belastingdienst en Dienst Toeslagen, door het
op te nemen in de werkomschrijving van medewerkers;
4. Raadpleeg bij het opstellen van het handvest verschillende internationale voorbeelden
van handvesten en modelrichtlijnen die hiervoor zijn opgesteld, en neem onderdelen
die in het Nederlandse systeem van waarde kunnen zijn over;
5. Betrek bij opstellen van het handvest alle relevante betrokkenen, onder andere de
kwartiermaker voor de nieuw op te zetten Onafhankelijke Belangenbehartiger en de toekomstige
Onafhankelijke Belangenbehartiger, alle lagen op de werkvloer bij Belastingdienst
en Dienst Toeslagen, maatschappelijke partners, experts, lokale aanbieders van rechtshulp,
de adviespraktijk en andere relevante gesprekpartners zodat dit een breed gedragen
werkwijze wordt; en
6. Zorg dat er mogelijkheden zijn voor de uitvoering om, zonder consequenties, signalen
over afwijking van de wet of het handvest te kunnen melden bij de Inspectie belastingen
(IBTD), toeslagen en douane of de Onafhankelijke Belangenbehartiger.
7. Beslispunten
Indiener verzoekt de Kamer in te stemmen de aanbevelingen als opdracht aan het kabinet
te geven.
8. Financiële consequenties
Het instellen van een Handvest voor de rechten van belastingbetalers en toeslagontvangers
heeft volgens indiener geen financiële consequenties.
I. van Dijk
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Inge van Dijk, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.