Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Palmen en Six Dijkstra over de SGO-instructie dat conceptdocumenten categorisch niet verstrekt moeten worden
Vragen van de leden Palmen en Six Dijkstra (beiden Nieuw Sociaal Contract) aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de SGO-instructie dat conceptdocumenten categorisch niet verstrekt moeten worden (ingezonden 12 december 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Van Huffelen (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties)
(ontvangen 12 februari 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024,
nr. 746.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel ««Rutte-doctrine» is springlevend: alle ministeries
negeren rechterlijke uitspraken over transparantie» van Follow the Money?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat in het Secretarissen-Generaal Overleg (hierna SGO) is afgesproken
dat conceptdocumenten, waarbij definitieve versies reeds openbaar zijn, niet verstrekt
worden aan de Kamer noch aan Woo-verzoekers (zonder beoordeling op passageniveau)?
Antwoord 2
Nee. Ik licht dat toe. Een conceptversie van een stuk leent zich naar zijn aard in
eerste instantie niet goed voor openbaarmaking. Dit laat onverlet dat in een voorkomend
geval relevante feitelijke informatie in een concept die niet ook is opgenomen in
het definitieve stuk, voor openbaarmaking in aanmerking komt wanneer er anders een
onjuist of onvolledig beeld zou ontstaan van het besluitvormingsproces. Dit vergt
een beoordeling van de onderliggende relevante concepten.
Integrale weigering van concepten zonder deze toets is niet toegestaan en dat is ook
niet zo gewisseld in het SGO. Het altijd openbaar maken van alle concepten acht ik
echter niet nodig. Allereerst omdat er ambtelijk in de regel zeer veel concepten worden
gedeeld alvorens een stuk definitief wordt gesteld. De ruimte om vrij van gedachten
te wisselen zou in het geding komen als alle concepten openbaar worden. Daarnaast
is het publieke debat gebaat bij voldragen bestuurlijke standpunten. Dit is ook het
uitgangspunt in de openbare Rijksbrede Woo-instructie en in het overzicht van de bronnen
van het openbaarmakingsbeleid zoals 16 maart 2023 is aangeboden aan uw kamer2. Beide stukken zijn vastgesteld in het SGO.
Ik realiseer mij hierbij wel dat de desbetreffende toets in deze instructies «strakker»
oogt dan is bedoeld. Ik zal deze instructies bij de eerstvolgende gelegenheid dan
ook op dit onderdeel verduidelijken.
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat dit conform rijksbrede afspraken is, waarmee het SGO heeft ingestemd?
Antwoord 3
Zie hiertoe het antwoord bij vraag 2. De rijksbrede afspraak is dat per situatie wordt
beoordeeld of openbaarmaking van relevante feitelijke informatie uit een concept die
zicht biedt op het besluitvormingsproces en niet ook terugkomt in het definitieve
stuk, aan de orde is.
Vraag 4
Kunt u het verslag van dit betreffende SGO doen toekomen?
Antwoord 4
In de bijlage treft u de relevante passages uit de desbetreffende verslagen van het
overleg van de Secretarissen-Generaal (SGO) aan waarbij respectievelijk «de Woo-instructie»,
de «beleidslijn actieve openbaarmaking» en de «Bronnen van openbaarmakinsbeleid»,
zijn besproken.
Vraag 5
Op basis van welke wettelijke bepalingen uit de Grondwet respectievelijk de Woo is
het categorisch achterhouden van informatie uit conceptdocumenten gebaseerd?
Antwoord 5
Zie hiertoe het antwoord bij vraag 2 en 3. De omgang met concepten is voor de Woo
gebaseerd op het bepaalde in artikel 5.2, eerste lid («Persoonlijke beleidsopvattingen
bestemd voor intern beraad») en artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder i («Het goed
functioneren van de Staat, andere publiekrechtelijke lichamen of bestuursorganen»).
Vraag 6
Bent u ermee bekend dat het SGO hiermee een besluit heeft genomen in strijd met de
Grondwet (artikel 68), door gevraagde inlichtingen van Kamerleden categorisch niet
aan de Kamer te verstrekken zonder dat er een belangenafweging «in het belang van
de Staat» heeft plaatsgevonden?
Antwoord 6
Zoals naar voren komt in de antwoorden op vraag 2, 3 en 5 is dit niet aan de orde.
Toepassing van het belang van de staat vergt altijd een belangenafweging in het concrete
geval, ook waar het conceptdocumenten betreft. Categorische weigering om concepten
desgevraagd aan uw Kamer te verstrekken is dan ook niet het kabinetsbeleid.
Vraag 7
Bent u ermee bekend dat het SGO hiermee een besluit heeft genomen in strijd met de
Wet Open Overheid, door gevraagde informatie van Woo-informatieverzoekers niet te
verstrekken?
Antwoord 7
Zie hiertoe het antwoord bij vraag 2, 3 en 5. Hoewel concepten zich in eerste instantie
niet goed lenen voor openbaarmaking vanwege de eerder aangegeven belangen, vraagt
dit wel om een toetsing aan het wettelijke kader van de Woo per situatie.
Vraag 8
Hoe legt u deze afspraak uit in relatie tot de Woo, de Rijksbrede Woo-instructie en
de jurisprudentie, die bij de toepassing van deze wet uitgaat van het algemeen belang
van openbaarheid van publieke informatie voor de democratische samenleving (artikel 2.5
Woo)?
Antwoord 8
Zie hiertoe het antwoord bij vraag 2. Bij toetsing aan de uitzonderingsgronden van
de Woo staat het algemene belang van openbaarmaking voorop. De Woo-toets is dan ook
«openbaar, tenzij». En alhoewel concepten zich in eerste instantie niet goed lenen
voor openbaarmaking, heeft dit uitgangspunt evenzeer te gelden voor conceptversies
van een definitief stuk. Als eerder gerefereerd realiseer ik mij dat de Woo-instructie
op dit onderdeel «strakker» oogt dan is bedoeld. Ik zal de instructie bij de eerstvolgende
gelegenheid dan ook op dit onderdeel verduidelijken.
Vraag 9
Kunt u bij alle departementen uitvragen hoe zij inlichtingenverzoeken van de Kamer
respectievelijk Woo-informatieverzoeken beoordelen en kunt u de uitkomsten van deze
uitvraag aan de Kamer verstrekken?
Antwoord 9
De Rijksbrede afspraak is dat departementen hierbij handelen in lijn met de Rijksbrede
beleidslijn actieve openbaarmaking nota’s en de Rijksbrede Woo-instructie.
Vraag 10
Deelt u het besef dat informatie over het handelen van de overheid van groot belang
is voor onze democratische samenleving en dat het niet verstrekken van informatie
gebaseerd moet zijn op belangenafwegingen gebaseerd op absolute dan wel relatieve
uitsluitingsgronden?
Antwoord 10
Een transparante overheid in ons democratisch bestel essentieel. Dit brengt onder
andere met zich mee dat er altijd een afweging van belangen moet worden gemaakt met
als algemeen uitgangspunt dat overheidsinformatie voor een ieder toegankelijk moet
zijn.
Vraag 11
Bent u het eens met de stelling dat dit betekent dat een informatieverzoek beoordeeld
moet worden op basis van de Grondwet respectievelijk de Woo en dat daarmee een vaste
uitkomst (categorisch weigeren) op voorhand niet mogelijk is?
Antwoord 11
Ik deel deze stelling. Zie hiertoe het antwoord bij vraag 2. Per situatie zal moeten
worden beoordeeld of openbaarmaking van (de relevante feitelijke informatie in) concepten
aan de orde is.
Vraag 12
Bent u bereid de genoemde SGO-instructie te veranderen, en erop toe te zien dat deze
ook in de praktijk nageleefd wordt?
Antwoord 12
Zie het antwoord bij vraag 2. Ik realiseer mij dat de desbetreffende toets inzake
de omgang met concepten in de instructies «strakker» oogt dan is bedoeld. Zoals hierboven
aangegeven, zal ik deze instructies bij de eerstvolgende gelegenheid dan ook op dit
onderdeel verduidelijken. In de tussentijd zal op ambtelijk niveau interdepartementaal
onder de aandacht worden gebracht dat het weigeren van concepten – zowel onder artikel 68
van de Grondwet en de Woo – een afweging per situatie vergt.
Vraag 13
Kunt u deze vragen afzonderlijk binnen drie weken beantwoorden?
Antwoord 13
Mede in verband met het kerstreces is het niet gelukt om de vragen binnen drie weken
te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.