Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Inge van Dijk over het bericht dat de stijgende WOZ-waarde de sociale huurder hard treft
Vragen van het lid Inge van Dijk (CDA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat de stijgende WOZ-waarde de sociale huurder hard treft (ingezonden 7 december 2023).
Antwoord van Minister De Jonge (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
            12 februari 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 699.
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het bericht «Stijgende WOZ-waarde treft sociale huurder hard: «Mogelijk
               honderden euro’s besparen met bezwaar»»?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Hoe verklaart u dat de WOZ-waarde van sociale huurwoningen bovengemiddeld hard is
               gestegen?
            
Antwoord 2
            
De onderstaande tabel van het CBS laat de ontwikkeling van de WOZ-waarde voor verschillende
               categorieën eigendom zien.2
Tabel 1: ontwikkeling WOZ-waarden naar eigendom
Uit dit beeld maak ik niet op, dat de WOZ-waarde van huurwoningen van woningcorporaties
               (gereguleerd en geliberaliseerd segment) bovengemiddeld hard is gestegen ten opzichte
               van die van koopwoningen of ten opzichte van de huurwoningen (gereguleerd en geliberaliseerd
               segment) van andere verhuurders dan woningcorporaties. Uit deze statistiek komt naar
               voren dat de door het CBS onderscheiden categorieën woningen de afgelopen jaren een
               zeer parallelle WOZ-waarde-ontwikkeling hebben gehad. Bij elk van de categorieën komt
               verder naar voren dat in de overgang van 2022 naar 2023 sprake is van een sterkere
               stijging. Deze sterkere stijging hang samen met de ontwikkeling van verkoopprijzen
               op de woningmarkt. De WOZ-waarden 2023 zijn gebaseerd op de waardepeildatum 1 januari
               2022. De sterkere stijging die in de «WOZ-waarden 2023» is te zien, heeft daarmee
               te maken met de ontwikkeling op de woningmarkt in 2021 (tussen de waardepeildatum
               1 januari 2021 en 1 januari 2022). Gemiddeld zijn de WOZ-waarden van woningen voor
               die periode gestegen met ruim 16%. Voor huurwoningen in bezit van corporaties lag
               deze stijging inderdaad iets minder dan 2 procentpunt hoger. Bij deze marktontwikkeling
               is een dergelijk verschil een normale «statistische spreiding», samenhangend met het
               feit dat het bezit van woningcorporaties geconcentreerd is in één bepaald marktsegment.
            
Vraag 3
            
Wat betekent deze sterk gestegen WOZ-waarde in de sociale huursector voor de huurquote
               van huurders van sociale huurwoningen?
            
Antwoord 3
            
Een sterk stijgende WOZ-waarde heeft in algemene zin geen effecten op de huurprijs
               van huurders. De WOZ-waarde is onderdeel van het zogeheten woningwaarderingsstelsel
               (WWS). Het WWS bepaalt op basis van kwaliteitskenmerken, zoals de WOZ-waarde, de oppervlakte
               en het energielabel, de maximale huurprijs voor woningen in het gereguleerde huursegment.
               De manier waarop de WOZ-waarde meeweegt in het WWS wordt jaarlijks geïndexeerd met
               de gemiddelde stijging van de WOZ-waarde. Hierdoor blijft de gemiddelde maximale huur
               landelijk gelijk. Daarnaast geldt dat de huurprijs bij een lopende huurovereenkomst
               in het gereguleerde segment uitsluitend kan worden verhoogd met de maximaal toegestane
               jaarlijkse huurverhoging (afgezien van een woningverbetering). Voor de gebruikelijke
               jaarlijkse huurverhoging geldt al enige jaren een systematiek op basis van inkomen,
               en niet op basis van de WOZ-waarde. Deze systematiek werkt als volgt voor de huurverhoging
               die per 1 juli 2024 mag worden doorgevoerd:
            
Inkomenscategorie
Lage (midden)inkomen
Hoge middeninkomens
Hoge inkomens
Eenpersoons-
huishouden
Niet hoger dan € 52.753
Tussen € 52.753 en € 62.191
Hoger dan € 62.191
Meerpersoons-
huishouden
Niet hoger dan € 61.046
Tussen € 61.046 en € 82.921
Hoger dan € 82.921
Toegestane huurverhoging per 1 juli 2024
– Max. 5,8%1 bij huur ≥ € 300
– Max. € 251 bij huur < € 300
Max. € 501
Max. € 1001
X Noot
                  
1
Mits de maximale huurprijsgrens van de woning die volgt uit het woningwaarderingsstelsel
                     niet wordt overschreden
                  
Ook hebben per 1 juli 2023 circa 600.000 huurders met een huurwoning van een woningcorporatie
               in het gereguleerd segment een huurverlaging naar € 575 gehad3. Dat zijn huurders met een inkomen tot 120% van het minimum-inkomensijkpunt voor
               de huurtoeslag (ongeveer 120% van het sociaal minimum) die een huur van meer dan € 575
               betaalden. Dat is een huurverlaging van gemiddeld circa € 58, voor huurtoeslagontvangers
               een netto huurverlaging van circa € 25.
            
Daarnaast is per 1 januari 2024 voor alle huurtoeslagontvangers (circa 1,5 miljoen
               huishoudens, huurders van woningcorporaties en van andere verhuurders) de maandelijkse
               huurtoeslag met circa € 30 verhoogd. Met deze huurverlaging en deze huurtoeslagverhoging
               is gericht de koopkracht van huurders met een lager inkomen ondersteund. Dit staat
               overigens los van de ontwikkeling van de WOZ-waarde van huurwoningen.
            
Voor corporaties gelden voorts regels inzake het passend toewijzen. Ook deze regels
               houden geen verband met de WOZ-waarde. De regels van het passend toewijzen moeten
               ervoor zorgen dat bij ten minste 95% van de woningen die een woningcorporatie jaarlijks
               toewijst aan huishoudens met een inkomen onder de inkomensgrens voor passend toewijzen4, de kale huur van de woning onder de zogenaamde aftoppingsgrens ligt. De aftoppingsgrenzen
               per 1 januari 2024 zijn:
            
– € 650,43 voor huishoudens van 1 of 2 personen;
– € 697,07 voor huishoudens van meer dan 2 personen.
Vraag 4
            
Deelt u de mening dat het ongewenst is dat de fors gestegen WOZ-waarde één-op-één
               wordt doorberekend in de huurprijs van huurders in de sociale sector?
            
Antwoord 4
            
Ja. Zoals ik hiervoor aangeef in antwoord op vraag 4, is het wettelijk ook niet mogelijk
               om de stijging van de WOZ-waarde één-op-één door te berekenen in de huurprijs van
               huurders in de sociale sector.
            
Vraag 5
            
Staat u in contact met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) over deze kwestie?
               En wordt er gesproken over de gemeentelijke mogelijkheid om het belastingtarief aan
               te passen zodat het uiteindelijk te betalen bedrag minder hard stijgt dan de woningwaarde?
            
Antwoord 5
            
Nee. Zoals het bericht aangeeft, betalen huurders geen onroerendezaakbelasting (OZB).
               En zoals ik in het antwoord op de vragen 3 en 4 heb toegelicht, kunnen verhuurders
               de (stijging van de) WOZ-waarde niet één-op-één doorberekenen aan de huurders. Zoals
               in antwoord 3 is aangegeven kunnen verhuurders een eventueel gestegen OZB niet afzonderlijk
               tot uitdrukking laten komen in een stijging van de huur, zodat dit geen effect kan
               hebben op de huurquote van de huurder. Overigens laat de ervaring zien dat gemeenten
               met hun tariefbeleid voor de OZB ervoor zorgen dat de gestegen WOZ-waarden niet één-op-één
               worden vertaald in hogere belastingen voor verhuurders van woningen en eigen-woningbezitters.
            
Vraag 6
            
Staat u in contact met Aedes en andere woningbouwcorporatie-vertegenwoordigers over
               deze kwestie? Zo ja, zijn zij bereid de WOZ-waarde stijging niet volledig door te
               berekenen aan de huurders? Zijn hier afspraken over gemaakt in de nationale prestatieafspraken
               en zo nee, zouden hier op korte termijn afspraken over kunnen worden gemaakt?
            
Antwoord 6
            
Nee. Zoals ik aangeef in mijn antwoord op vraag 4 kan een stijgende WOZ-waarde niet
               worden doorberekend aan huurders. Er is dus geen noodzaak om hierover in contact te
               treden met Aedes en andere woningbouwcorporatie-vertegenwoordigers over deze kwestie.
               Met het oog op de woonlasten van huurders zijn in de nationale prestatieafspraken
               wel afspraken gemaakt over huurverlaging naar € 550 (prijspeil 2020) voor huurders
               met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum en over het aanbrengen van isolatie
               die niet wordt doorgerekend aan de zittend huurder.
            
Vraag 7
            
Hoe wordt ervoor gezorgd dat huurders beter worden geïnformeerd over de mogelijkheid
               tot bezwaar? En hoe kan dit proces laagdrempeliger worden vormgegeven?
            
Antwoord 7
            
De Waarderingskamer houdt toezicht op de uitvoering van de wet WOZ door de gemeenten.
               De Waarderingskamer heeft de gemeenten al gewezen op de positie van huurders en dat
               ook huurders bezwaar kunnen aantekenen. De Waarderingskamer is tevens betrokken bij
               diverse activiteiten om de WOZ-waarde inzichtelijker te maken voor de burger en daarmee
               ook voor huurders. Hierbij is te denken aan het nadrukkelijk onder de aandacht brengen
               van het WOZ-waardeloket, waar een huurder altijd de WOZ-waarde kan zien van de woning
               die men huurt en deze ook kan vergelijken met andere woningen in zijn of haar omgeving.
               Verder is de inzet gericht op de vaststelling van een duidelijker model taxatieverslag,
               maar ook aan de inzet gericht op informeel contact tussen de gemeente en de burger
               (zowel eigenaar als huurder).
            
De Waarderingskamer agendeert deze activiteiten regelmatig in de Commissie Klankbord,
               In deze Commissie nemen verschillende maatschappelijke organisaties deel. Deze kunnen
               daardoor invloed uitoefenen op de wijze waarop de Waarderingskamer probeert zorg te
               dragen voor een laagdrempeliger proces. De in het bericht genoemde Woonbond is één
               van de organisaties die lid is van deze Commissie Klankbord.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.