Verslag van een bijeenkomst : Verslag van de Zitting 2023 (eerste deel) van de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa
20 043 Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa
CA/Nr. 141
VERSLAG VAN DE ZITTING 2023 (EERSTE DEEL)
Vastgesteld 9 februari 2024
1. Inleiding
Een delegatie van acht Kamerleden nam van 23 tot en met 27 januari 2023 deel aan de
eerste deelsessie van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa (PACE) in
Straatburg.1
De delegatie bestond uit Petra
Stienen (D66, delegatieleider), Ria Oomen-Ruijten (CDA), Caspar van den Berg (VVD), Tiny Kox (SP, PACE-president), Margreet de Boer (GroenLinks) en Bob van Pareren (Fractie-Nanninga) allen Eerste Kamerleden en de Tweede Kamerleden Agnes Mulder (CDA) en Pieter Omtzigt (Lid Omtzigt).
Tijdens deze zitting werd senator Tiny Kox (SP) met ruime meerderheid van stemmen
herkozen tot President van de Parlementaire Assemblee. Naast debatten over actuele
onderwerpen als de juridische en mensenrechtenaspecten van de agressie van de Russische
Federatie tegen Oekraïne en de recente spanningen tussen Pristina en Belgrado, nam
de Assemblee diverse rapporten aan. Belangrijk thema was de bestrijding van geweld
tegen vrouwen, met rapporten van Margreet de Boer over huwelijkse gevangenschap en
Petra Stienen over de rol en de verantwoordelijkheid van mannen en jongens bij het
stoppen van gender gerelateerd geweld tegen vrouwen en meisjes. Verder kwam het rapport
van Pieter Omtzigt over een eerlijke berechting van de buitenlandse strijders van
Daesh aan de orde en werd de inzet van de Assemblee voor de aankomende top van staatshoofden
en regeringsleiders in Reykjavik besproken. De IJslandse premier Katrin Jakobsdóttir
en de Duitse Minister van Buitenlandse Zaken Annalena Baerbock spraken de Assemblee
toe. Gedurende de week bracht de Voorzitter van de Eerste Kamer, Jan Anthonie Bruijn
en de Griffier van de Eerste Kamer, Remco Nehmelman op uitnodiging van Tiny Kox een
tweedaags bezoek aan de Assemblee en overige instellingen van de Raad van Europa.
De delegatie sprak en marge van de sessie met de Permanent Vertegenwoordiger van Nederland
bij de Raad van Europa, mevrouw Gonggrijp.
2. Nederlandse interventies in plenaire debatten
Bij de opening van de plenaire winterzitting op 23 januari 2023 koos de Parlementaire
Assemblee haar voorzitter en ondervoorzitters. De verkiezing van voorzitter ging tussen
Tiny Kox en de heer Oleksandr Merezhko uit Oekraïne die respectievelijk 175 stemmen
en 44 stemmen ontvingen. Kox dankte de leden van de Assemblee voor hun voortdurende
steun en onderstreepte dat de Raad van Europa en de Assemblee vorig jaar ongekende
stappen hadden gezet als reactie op de unilaterale aanvalsoorlog van Rusland tegen
Oekraïne, een oorlog die nooit had mogen worden begonnen en zo snel mogelijk moet
eindigen. De Assemblee hield een moment van stilte voor alle slachtoffers van de Russische
agressie. Kox verwees ook naar de aanstaande vierde top van staatshoofden en regeringsleiders
op 16 en 17 mei dit jaar, waar gesproken zal worden over de toekomst van de Europese
multilaterale samenwerking en de plaats van de Raad van Europa en de Assemblee in
de politieke architectuur van Europa.
Tijdens de middagvergadering werd in de Assemblee het rapport van Pieter Omtzigt over
de vervolging van de buitenlandse strijders van Daesh en hun gezinnen aangenomen.
Hoewel deze strijders een ernstige bedreiging voor de samenleving vormen, is de voortdurende
detentie en vervolging in Syrië of Irak contraproductief voor de veiligheid, gezien
het risico van verdere radicalisering door Daesh bracht Omtzigt in. Veel Daesh-strijders
blijven jarenlang vastzitten in kampen en gevangenissen in Noordoost-Syrië en Irak
en het is onwaarschijnlijk dat zij een eerlijk proces krijgen dat voldoet aan de internationale
normen, en in Irak bestaat de doodstraf voegde hij daaraan toe. Daarom zijn pleidooi
voor een internationaal tribunaal, gelet op het internationale karakter van de gepleegde
misdaden en het feit dat deze strijders uit de hele wereld komen. In afwachting van
de oprichting van een internationaal of hybride tribunaal is het meest voor de hand
liggende alternatief de vervolging van buitenlandse Daesh-strijders in het land waarvan
zij de nationaliteit bezitten, aldus de heer Omtzigt. Als we nu zover zijn dat we
zelfs genocide niet meer bestraffen, verliezen we onze geloofwaardigheid, sprak hij.
Aangezien de meeste vervolgingen alleen plaatsvinden voor terrorisme-gerelateerde
misdrijven riep de heer Omtzigt op om dit te verbreden en te vervolgen voor oorlogsmisdaden
en genocide.
Op 24 januari werd het rapport over de aanpak van conflict gerelateerd seksueel geweld
behandeld. Tijdens haar inbreng merkte Margreet de Boer op dat het belangrijk is dat
het rapport spreekt van overlevenden, in plaats van slachtoffers omdat het duidelijk
maakt dat slachtofferschap geen identiteit is, en dat slachtoffers sterke en onafhankelijke
personen kunnen zijn. Om daaraan toe te voegen dat slachtoffers geen overlevenden
worden door ze zo te noemen. We moeten de voorwaarden scheppen zodat ze overlevenden
kunnen zijn, aldus De Boer.
Hierna sprak de Duitse Minister van Buitenlandse Zaken Baerbock de Assemblee toe.
In haar toespraak riep zij de lidstaten op om tijdens de komende top van staatshoofden
en regeringsleiders hun gehechtheid aan de kernwaarden van de Raad van Europa opnieuw
te bevestigen. Ook riep zij alle lidstaten op het Europees Verdrag voor de Rechten
van de Mens te respecteren en uitspraken van het Hof uit te voeren. In dit tijdperk
dat wordt gekenmerkt door de Russische oorlog, kunnen we de vooruitgang op het gebied
van vrijheid en mensenrechten in Europa niet langer als vanzelfsprekend beschouwen,
vervolgde zij. De Minister benadrukte ook de noodzaak tot toetreding van de EU tot
het EVRM en riep de lidstaten op om samen te werken om de mensenrechten in de digitale
wereld te beschermen. Mevrouw Stienen complimenteerde namens de Alliance of Liberals and Democrats for Europe (ALDE) Minister Baerbock met haar leiderschap op het gebied van feministisch buitenlands
beleid en wilde weten hoe zij haar ambities in de praktijk gaat brengen, niet alleen
voor de mensen binnen Europa, ook voor de mensen in Iran en Oekraïne. Hoe kunnen we
ervoor zorgen dat er ook rekenschap wordt afgelegd over afschuwelijke daden van seksueel
geweld tegen vrouwen, meisjes, mannen en jongens, en dat geseksualiseerde vormen van
geweld tijdens conflict hoog op de agenda van het in te stellen ad hoc tribunaal voor
Oekraïne komen, vroeg Stienen.
De Assemblee nam op 24 januari een resolutie aan met de inbreng voor de komende top
in Reykjavik over de toekomst van de Raad van Europa. Het is van groot belang dat
onze staatshoofden en regeringsleiders samenkomen om opnieuw te bevestigen dat zij
zich blijven inzetten voor een liberale representatieve democratie die gebonden is
aan de rechtsstaat en voor de mensenrechten in een op regels gebaseerde multilaterale
internationale orde, sprak Caspar van den Berg. De top biedt onze leiders het noodzakelijke
podium om de wereld hun solidariteit met het Oekraïense volk te tonen vervolgde de
heer Van den Berg, maar er is nog een andere reden waarom de top zo belangrijk is
en dat is de zorg om de kwaliteit van de liberale representatieve democratie en de
rechtsstaat in heel Europa. Zonder voorbehoud opkomen voor de rechtsstaat, met inbegrip
van een regering die betrouwbaar en te vertrouwen is, opkomen voor de onafhankelijkheid
van de rechterlijke macht en de bescherming van minderheden, is wat we van onze nationale
leiders mogen verwachten en daarvoor zal de top de geschikt gelegenheid creëren, bracht
Van den Berg in. Het belang van de betrokkenheid van het congres van lokale en regionale
autoriteiten bij de voorbereiding van de politieke verklaring en het actieplan dat
deel zal uitmaken van de komende top werd door Van den Berg onderstreept. Door de
regionalisering en decentralisatie binnen veel van de lidstaten, spelen lokale en
regionale autoriteiten een rol bij het bewaken van het handvest, verkiezingswaarnemingen,
de rechtsstaat en menselijke rechten op lokaal en regionaal niveau, aldus Van den
Berg.
Op 25 januari nam de Assemblee het rapport aan over de gevolgen van gewapend conflict
op het milieu. Margreet de Boer bracht naar voren dat niet alleen militaire wapens
worden ingezet tijdens een oorlog, ook honger en kou worden als wapens gebruikt, evenals
seksueel geweld. Het vernietigen van de natuur, natuurlijke hulpbronnen en een gezond
milieu is eveneens onderdeel van veel oorlogen vervolgde zij, soms als bijkomende
schade, maar vaak met opzet. Ecocide kan langdurige gevolgen hebben, voor mensen die
nu leven, voor mensen die in de toekomst leven, voor dieren en planten en hun diversiteit,
voor het landschap, voor de planeet, sprak mevrouw De Boer. Het is goed dat dit rapport
ecocide als oorlogsmisdaad erkent besloot zij haar inbreng.
Bij het debat over de recente spanningen tussen Pristina en Belgrade wees Ria Oomen-Ruijten
namens de Group of the European People's Party (EPP/CD) op de noodzaak van duurzame oplossingen voor dit conflict. Ze vroeg de betrokken
politici verantwoordelijkheid te nemen voor de mensen die zij vertegenwoordigen en
die na zoveel jaren het recht hebben om onder vreedzame en welvarende omstandigheden
te leven. Ook hield mevrouw Oomen-Ruijten een pleidooi voor de erkenning van Kosovo
door Servië.
De Assemblee besprak tijdens een Joint Debate op 25 januari drie rapporten van de Commissie gelijkheid en non-discriminatie die
in het teken stonden van geweld tegen vrouwen. Het eerste rapport ging over de vooruitgang
en uitdaging van het Verdrag van Istanbul. Het tweede rapport was van Petra Stienen
over de rol en de verantwoordelijkheid van mannen en jongens bij het stoppen van gendergerelateerd
geweld tegen vrouwen aan de orde. Mevrouw Stienen opende haar betoog met een citaat
van Margaret Atwood Mannen zijn bang dat vrouwen hen uitlachen, vrouwen zijn bang dat mannen hen willen
vermoorden. Waarna zij de piramide van geweld gebruikte om het realistische gehalte van dit
citaat te onderbouwen. Als je deze piramide beklimt, zie je stalking, gaslighting, aanranding, verkrachting en zelfs vrouwenmoord, sprak Stienen. De kosten van dit
geweld tegen vrouwen voor onze samenleving kunnen niet worden onderschat, vervolgde
zij. Overbelaste sociale diensten, het verlies van schooldagen, werkdagen, het politieapparaat
en het gerechtelijk apparaat, volgens berekeningen van het Europees Instituut voor
gendergelijkheid (EIGE) bedragen de maatschappelijke kosten in de Europese Unie 366
miljard euro per jaar.
Gendergerelateerd geweld tegen vrouwen en meisjes is een wereldwijd fenomeen van grove
mensenrechtenschendingen, precies op de plaatsen waar zij zich veilig zouden moeten
voelen voor dit geweld; op school, op kantoor, in een club, op straat op de sportvelden.
betoogde mevrouw Stienen. Toch zag mevrouw Stienen redenen voor optimisme omdat meer
mannen zich inzetten in de strijd tegen gendergerelateerd geweld al is het duidelijk
dat er meer gedaan moet worden en dat de rol van mannen en jongens cruciaal is. Natuurlijk
zijn niet alle mannen daders, maar de meeste daders van gendergerelateerd geweld zijn
mannen, sprak Stienen. Mannen hebben de verantwoordelijkheid om de situatie te veranderen
en mannen kunnen veranderingen bewerkstelligen door zich uit te spreken tegen schadelijke
praktijken, als rolmodel op te treden en seksisme te bestrijden, aldus Stienen. En
dit geldt voor alle mannen die hier vandaag aanwezig zijn en voor uw mannelijke collega's
in uw commissies, fracties en uw parlementen en politieke partijen thuis, sloot zij
af.
Ook besprak de Assemblee tijdens dit debat het rapport van Margreet de Boer over huwelijkse
gevangenschap. Een mensenrechtenschending waar alleen al in Europa jaarlijks tienduizenden
mensen mee te maken krijgen, iets waar mensen zich niet van bewust zijn en wat in
de
publieke beleidsvorming vaak wordt genegeerd, opende mevrouw De Boer haar bijdrage.
Iemand dwingen
in een huwelijk te blijven dat zij niet meer willen, en soms nooit wilde, kan gebeuren
omdat de andere partner weigert mee te werken aan een scheiding, en dit gaat gepaard
met ernstige schendingen van de mensenrechten, lichtte mevrouw De Boer toe. Vaak staat
de weigering om te scheiden niet op zichzelf, maar maakt zij deel uit van een heel
systeem van misbruik en dwang, vervolgde De Boer, waarbij de gevangen echtgenoot het
slachtoffer kan zijn van economische dwang door de partner of de familie, of wordt
geconfronteerd met bedreigingen of psychologische dwang en zij kunnen ook te maken
krijgen met fysiek geweld, soms ook met zogenaamd eergerelateerd geweld. Dit zijn
allemaal vormen van gendergerelateerd geweld, die in strijd zijn met het Verdrag van
Istanbul of het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, of met
beide, aldus De Boer. Als wetgevers, als politici, moeten wij optreden om te voorkomen
dat dergelijke situaties zich voordoen, en oplossingen vinden om ze aan te pakken
wanneer ze zich voordoen, sprak zij. Daarbij onderstreepte mevrouw De Boer het belang
van samenwerking met religieuze organisaties omdat religie een belangrijke rol speelt
in het leven van veel mensen. Zij wees er op dat er binnen religieuze gemeenschappen
al veel uitstekend werk wordt verricht om huwelijkse gevangenschap aan te pakken,
vooral door feministische joods-orthodoxe en feministische moslimorganisaties.
Ten slotte kunnen, ongeacht de religie, sociale stigma's, financiële kwesties, emotionele
druk, angst of afhankelijkheid allemaal belemmeringen zijn om te scheiden merkte De
Boer op. Veel maatregelen ter uitvoering van het Verdrag van Istanbul, zowel binnen
als buiten de juridische structuur, kunnen vrouwen helpen die in een huwelijk gevangen
zitten en het risico lopen slachtoffer te worden van geweld vervolgde zij, we moeten
veel harder werken om ervoor te zorgen dat geïsoleerde vrouwen toegang hebben tot
de informatie die ze nodig hebben, en we moeten ervoor zorgen dat alle vrouwen – ook
migrantenvrouwen – zich volledig bewust zijn van hun rechten. We moeten samenwerken
met gemeenschappen en met mannen en jongens om de mentaliteit te veranderen, aldus
De Boer. Zij sloot af met dankzegging aan Femmes for Freedom die deze kwestie voor
het eerst op de agenda hadden gezet en de vele organisaties en gesprekspartners die
hebben bijgedragen aan dit rapport en hard werken om huwelijkse gevangenschap tot
het verleden te laten behoren.
3. Overige
De oorlog en het leed in Oekraïne liep als een rode draad door deze vergaderweek.
De Assemblee nam unaniem een resolutie aan voor het oprichten van een Rusland Tribunaal,
waarbij meerdere aanwezige landen Den Haag aanwezen als voorkeurplaats. De commissie
gelijkheid en non-discriminatie nam op 24 januari het rapport van Stienen over innovatieve
benaderingen van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten aan. Op 23 januari
sprak Tiny Kox bij de opening van de tentoonstelling Red Dress, een al 13 jaar lopend borduurproject waar vrouwen van over de hele wereld hun persoonlijke
verhaal vertellen door middel van borduurwerk. In de aanloop naar International Holocaust Remembrance Day herdacht de Assemblee op 24 januari de slachtoffers van de Holocaust. Tijdens de
vergadering van de Joint Committee op 26 januari gaf Petra Stienen als delegatieleider
een toelichting over de kansen die het Standing Committee in Den Haag biedt in voorbereiding op de top in Reykjavik. De commissie gelijkheid
en non-discriminatie benoemde Margreet de Boer tot rapporteur over «The reintegration
of persons trapped in prostitution and human trafficking survivors». Bij het debat
op 27 januari over het rapport De opkomst van dodelijke autonome wapensystemen en
de noodzakelijke toetsing daarvan aan de Europese mensenrechtenwetgeving, sprak de
Oekrainse Olena Khomenko mede namens Bob van Pareren over dat de ontwikkeling van
deze wapens niet is tegen te houden. Daarom zal het effect op mensenrechten goed beschreven
moeten worden, brachten zij in. Waarbij Khomenko aangaf dat Oekraïne dagelijks lijdt
onder de Russische inzet van drones en dat deze oorlog helaas ook van Oekraïense kant
inzet van dergelijke wapens vergt om te overleven.
Op woensdag 25 en donderdag 26 januari bracht de Voorzitter van de Eerste Kamer, Jan
Anthonie Bruijn een bezoek aan de PACE. Hij werd vergezeld door de Griffier, Remco
Nehmelman. Hij woonde op uitnodiging van PACE-voorzitter Kox de plenaire zitting bij.
Hij sprak onder meer met de mensenrechtencommissaris van de Raad van Europa, Dunja
Mijatovic en met de President van het Hof van de Rechten van de Mens, Síofra O’Leary
en Jolien Schukking, de Nederlandse rechter bij het Hof en met een verantwoordelijke
bij de Groep van Staten tegen Corruptie (GRECO).
Op woensdag 25 januari deed het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg
uitspraak over de ontvankelijkheid van de zogeheten statenklacht van Nederland tegen
Rusland voor betrokkenheid bij het neerhalen van vlucht MH17. Voorafgaand hieraan
werden de nabestaanden ontvangen door PACE president Tiny Kox en door een aantal delegatieleden.
Bij de uitspraak in het Hof waren enkele leden van de Nederlandse delegatie aanwezig.
Na afloop van de uitspraak werden de nabestaanden ontvangen op de Nederlandse residentie,
in aanwezigheid van de Voorzitter van de Eerste Kamer. En marge van de Wintersessie
sprak de delegatie met Permanent Vertegenwoordiger van Nederland bij de Raad van Europa,
mevrouw Gonggrijp.
De voorzitter van de delegatie, Stienen
De griffier van de delegatie, Bakker-de Jong
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F. Bakker-de Jong, griffier