Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Boswijk, Tuinman en Diederik van Dijk over de mogelijke oprichting van een eigen tankbataljon
Vragen van de leden Boswijk (CDA), Tuinman (BBB) en Diederik van Dijk (SGP) aan de Minister en de Staatssecretaris van Defensie over de mogelijke oprichting van een eigen tankbataljon (ingezonden 8 januari 2024).
Antwoord van Minister Ollongren (Defensie) en van Staatssecretaris Van der Maat (Defensie)
(ontvangen 5 februari 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met Kamerstuk 27 830, nr. 410 en het nieuwsartikel «Defensie heeft uitgewerkt plan voor terugkeer tanks klaarliggen»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Deelt u de mening dat het van wezenlijk belang is dat Nederland weer de beschikking
krijgt over een eigen tankbataljon, eventueel binnen de Duits-Nederlandse samenwerking,
voor het landgevecht van nu en de toekomst en om te voldoen aan de NATO Defence Planning Capability Review waarin Nederland tot nog toe in gebreke blijft met betrekking tot de prioriteitsdoelstelling
voor het leveren van een zware en een medium infanteriebrigade?
Antwoord 2
Gezien de verslechterde veiligheidssituatie sinds 2022 is het van wezenlijk belang
dat onze krijgsmacht verder wordt versterkt. In de NATO Defence Planning Capability
Review (DPCR, Kamerstuk 28 676, nr. 421 van 15 november 2022) oordeelt de NAVO dat de Nederlandse krijgsmacht met de Defensienota
’22 (DN22) over de gehele linie een opwaartse lijn heeft ingezet, maar dat er ook
aanhoudende tekortkomingen zijn, met name op het terrein van slagkracht en (operationele)
gevechtsondersteuning in het landdomein. Daarbij is de NAVO kritisch over het niet
voldoen aan de prioriteitsdoelstelling voor het leveren van een zware en medium infanteriebrigade.
In de Defensienota 2022 is op basis van de beschikbare financiële middelen en het
nationale militaire advies besloten de slagkracht gericht te versterken. Daarom is
binnen de keuzes van de Defensienota 2022 geen tankbataljon opgericht. Sinds 2022
is de veiligheidssituatie verder verslechterd. Tegen de achtergrond van de aanhoudende
Russische aanvalsoorlog in Oekraïne en de sterk toegenomen dreiging richting het NAVO-verdragsgebied,
hebben de bondgenoten daarom tijdens de NAVO-top in Vilnius met de Defence Investment Pledgeafgesproken om minimaal 2 procent van het BBP uit te geven aan Defensie (Kamerstuk
28 676, nr. 440). Indien er extra budget voor de Krijgsmacht komt, dan kijken we over de volle breedte
naar capaciteiten. Een besluit over een tankbataljon is daarom aan een volgend Kabinet.
Vraag 3
Kunt u aangeven hoe Nederland en Duitsland de oprichting van een mogelijk nieuw tankbataljon
in gezamenlijkheid gaan organiseren?
Antwoord 3
Een mogelijk nieuw tankbataljon zou kunnen worden gespiegeld met het huidige Duits-Nederlandse
414 Tankbataljon. De tanks zouden dan volledig Nederlands eigendom zijn en 20% Duits
bemenst.
Vraag 4
Kunt u aangeven wat de oprichting van een mogelijk nieuw tankbataljon voor de gezamenlijke
Duits-Nederlandse gevechtskracht betekent en wat dit voor de Nederlandse gevechtskracht
betekent?
Antwoord 4
Een nieuw tankbataljon zou betekenen dat Nederland extra slagkracht toevoegt aan de
gezamenlijke gevechtskracht van NAVO. Hiermee wordt tevens de prioriteitsdoelstelling
voor een Heavy Infantry Brigade (HIB) verder ingevuld. Een tankbataljon biedt de HIB versterking in slagkracht, bescherming
en genetwerkte sensoren. Dit betekent eveneens een versterking voor het divisie- en
legerkorpsniveau waarbij de Nederlandse brigade is ingedeeld. In de Defensienota 2022
zijn al stappen gezet om de slagkracht van de krijgsmacht te vergroten. Keuzes over
de verdere versterking van de krijgsmacht zijn aan een volgend kabinet.
Vraag 5
Worden er ook verdere vervolgstappen gezet naar aanleiding van de inventarisatie inzake
de oprichting van een eigen tankbataljon? Zo ja, welke? Of blijft het vooralsnog bij
deze informatiebrief?
Antwoord 5
Uitbreiding van de krijgsmacht met een tankbataljon is thans niet begroot (Kamerstuk
27 830, nr. 410). Er worden op dit moment dan ook geen verdere vervolgstappen gezet.
Vraag 6
Staat u nog steeds achter uw stellingname dat financiën de grote bottleneck is? Hoe
verhoudt zich dit tot de onderbesteding van de afgelopen jaren en het feit dat waarschijnlijk
ook de komende jaren sprake zal zijn van onderuitputting? In hoeverre is het mogelijk
om de aanschaf van tanks te financieren uit de onderuitputting op de begroting van
Defensie, inclusief het Defensiematerieelbegrotingsfonds?
Antwoord 6
Defensie heeft ten opzichte van 2022 in 2023 € 2 miljard meer uitgegeven en is € 5 miljard
meer verplichtingen aangegaan. Een tankbataljon kost jaarlijks tussen € 260–315 miljoen.
Dit omvat over een planperiode van 15 jaar zowel de investeringskosten, de materiële
en personele exploitatiekosten als gerelateerde kosten voor zogeheten «tweede en derde
orde effecten». De huidige begroting biedt geen financiële ruimte voor uitbreiding
van de krijgsmacht met een tankbataljon. Ook niet vanuit onderbesteding. Er zijn namelijk
al verplichtingen aangegaan voor dit budget. Het DMF biedt juist ruimte om budget
te schuiven naar jaren dat het budget nodig is voor betalingen. Met incidenteel geld
kan daarom geen structurele capaciteit worden gefinancierd. Een besluit over een tankbataljon
is daarom aan een volgend Kabinet.
Vraag 7
Wat zijn volgens u de consequenties op het gebied van personele en materiele gereedheid
en geoefendheid van het eventueel stationeren van een op te richten tankbataljon in
Nederland (Havelte bijvoorbeeld)?
Antwoord 7
De samenwerking met Duitsland levert diverse (schaal)voordelen op. Zo bieden de oefen-
en schietterreinen bij de Nederlandse kazernes onvoldoende ruimte om realistisch met
een tankbataljon te kunnen trainen of schieten; biedt stationering op Bergen-Hohne
voordelen voor opleiden & trainen; legt het geen beslag op schaarse bouw-, stikstof-
en geluidsruimte in Nederland; biedt het instandhoudingsvoordelen vanwege geografische
nabijheid van de industrie en opleidingsvoordelen vanwege nabijheid van het tankopleidingscentrum.
Daarnaast is in Duitsland de meeste infrastructuur, zoals legering, les- en kantoorgebouwen,
logistieke magazijnen en technische ruimtes al beschikbaar.
Vraag 8
Kunt u nader toelichten hoe de observatie over technologische ontwikkelingen en wenselijkheid
van geïntegreerde bemande en onbemande systemen mee zijn genomen in de analyse over
het oprichten van een eigen tankbataljon?
Antwoord 8
Technologische ontwikkelingen en voortschrijdend inzicht maken het mogelijk en wenselijk
dat een eventueel tankbataljon in de toekomst 2/3 bemand en 1/3 onbemand wordt. Nederland
werkt nationaal aan de ontwikkeling van Future Ground Combat Systems, o.a. door de Robotics & Autonomous Systems (RAS) eenheid en het kennisproject Combat Unmanned Ground Systems (CUGS). Met het project CUGS werkt Defensie toe naar oplossingen, die op de middellange
termijn invulling kunnen geven aan de eerste onbemenste operationele capaciteit. Nederland
zoekt daarbij, zoals in de motie-Stoffer (Kamerstuk 35 570 X, nr. 53) opgeroepen, internationale aansluiting bij het Frans-Duitse project Main Ground
Combat System (MGCS). MGCS voorziet vanaf 2040 de eerste Europese next generation combat systems te leveren, waaronder de integratie met volledig onbemenste gevechtssystemen.
Vraag 9
Kunt u de Kamer een nadere kostenspecificering toedoen hoe de jaarlijks terugkerende
kosten (geraamd op € 260–315 miljoen) zijn opgebouwd? Welke schaalwinsten zijn daarin
opgenomen, daar gezamenlijk in te kopen met Duitsland en gezamenlijk ketens te gebruiken
op het gebied van voorraad, onderhoud, herstel en kennismanagement?
Antwoord 9
Deze kostenspecificatie bevat commercieel vertrouwelijke elementen. Derhalve is de
specificering in de bijgaande vertrouwelijke bijlage opgenomen. Het Europese Leopard 2A8 Procurement Initiative biedt schaalvoordelen op het gebied van levertijd, prijs en Europese interoperabiliteit.
Deze effecten op het benodigde budget voor de gevechtstanks en het bijbehorende pakket
reservedelen zijn in het investeringsbedrag in de vertrouwelijke bijlage verwerkt.
Daarnaast is voor alle afnemende landen de tank identiek, dus zonder land-specifieke
eisen, met als enige uitzondering de voorzieningen voor nationale command & control middelen. Dit levert binnen de gehele Europese gebruikersgroep voordelen op voor
kennismanagement,instandhouding, standaardisatie en interoperabiliteit.
Vraag 10
Klopt het dat de Duitsers Nederland hebben gevraagd of wij mee willen doen aan een
Duits-Europees initiatief om nieuwe Leopard 2A8-tanks te bestellen? Klopt het dat
u Duitsland in augustus heeft laten weten dat Nederland meer tijd nodig heeft om een
besluit te nemen?
Antwoord 10
Ja, Nederland is door de Duitse regering uitgenodigd om aan het vraagbundelingsinitiatief
voor de Leopard-2A8 gevechtstanks deel te nemen. De Staatssecretaris heeft, mede vanwege
de demissionaire status van het kabinet, in de zomer van 2023 uitstel-van-opgave aan
zijn Duitse ambtsgenoot gevraagd en gekregen.
Vraag 11
Hoeveel tijd heeft Nederland nog om tot een besluit tot deelname te komen?
Antwoord 11
Er is met Duitsland geen nadere datum voor opgave afgesproken. Keuzes voor de verdere
versterking van de krijgsmacht zijn aan een nieuw kabinet.
Vraag 12
Kunt u deze vragen ruim voor de begrotingsbehandeling Defensie beantwoorden?
Antwoord 12
Ja
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Defensie -
Mede ondertekenaar
C.A. van der Maat, staatssecretaris van Defensie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.