Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over het Fiche: Pakket retail beleggen (Kamerstuk 22112-3729)
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 3875
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 2 februari 2024
De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd
aan de Minister van Financiën over de brief van 30 juni 2023 het Fiche: Pakket retail
beleggen (Kamerstuk 22 112, nr. 3729)
De vragen en opmerkingen zijn op 6 september 2023 aan de Minister van Financiën voorgelegd.
Bij brief van 2 februari 2024 zijn de vragen beantwoord.
De fungerend voorzitter van de commissie, Tielen
De adjunct-griffier van de commissie, Schukkink
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de bewindspersoon
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het Fiche Pakket retail beleggen.
Zij hebben daarbij geen verdere vragen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Omdat de leden van de D66-fractie kansen zien in betere deelname van retailbeleggers
aan de kapitaalmarkten, hebben deze leden met interesse kennisgenomen van het fiche
over het pakket retail beleggen. Zij hebben hier nog enkele vragen en opmerkingen
bij.
De Europese Commissie constateert dat consumenten niet altijd kostenefficiënte en
transparante producten krijgen aangeboden en dat zij soms financieel advies ontvangen
dat niet in hun belang is, waarbij provisiestromen een rol spelen, zo schrijft de
Minister in het fiche. Kan de Minister toelichten hoe actieve provisietransparantie
hierbij kan helpen, naast het pakket retail beleggen van de Commissie, en wat de stand
van zaken is bij de implementatie van actieve provisietransparantie, zo vragen de
leden van de fractie van D66. Verder vragen deze leden of actieve provisietransparantie
bij meer typen verzekeringen wenselijk zou zijn.
In Nederland geldt, zoals in het BNC-fiche wordt benoemd, al zo’n tien jaar een verbod
op betaling of ontvangst van provisies voor de complexe (beleggings)producten waar
het voorstel betrekking op heeft.1 De (actieve) transparantie over provisies is dus hoofdzakelijk opgenomen in het voorstel
met het oog op andere EU-lidstaten waar nog wel wordt gewerkt met provisies bij beleggingsproducten.
Aangezien het voorstel geen provisieverbod bevat bij niet-onafhankelijk advies, blijven
provisiestromen hier straks ook nog steeds mogelijk voor financiële ondernemingen
die zijn gevestigd in andere EU-lidstaten, al voorziet het voorstel daarbij wel in
maatregelen om (kosten)transparantie te bevorderen. Deze transparantie ziet op de
hoogte van de provisie en op het doel en de impact van de provisie op het verwachte
rendement.
De voorstellen ten aanzien van betaling of ontvangst van provisies in het pakket retail
beleggen zien enkel op beleggingsproducten, waaronder verzekeringsproducten met een
beleggingscomponent. Schadeverzekeringen vallen daarmee buiten het toepassingsbereik
van het gros van de voorstellen in het pakket retail beleggen. Wat betreft de stand
van zaken van de invoering van actieve provisietransparantie bij schadeverzekeringen,
kan ik melden dat deze op 30 januari is gepubliceerd in het Staatsblad.2 De inwerkingtreding van deze nationale regels voor actieve provisietransparantie
is voorzien voor 1 juli 2024.
Aangezien de leden van de D66-fractie er eerder schriftelijke vragen over hebben gesteld,
vragen deze leden naar reclame-uitingen door finfluencers. Deze leden lezen dat financiële
ondernemingen verplicht worden om toezicht te houden op een eigen reclamebeleid, maar
vragen aan welke voorwaarden dat beleid moet voldoen en hoe daar bij de verschillende
financiële ondernemingen op naleving wordt toegezien. Zijn de maatregelen voldoende
om met name jonge en kwetsbare consumenten te beschermen of zijn er aanvullende (nationale)
maatregelen nodig om dat te bereiken, zo vragen deze leden aan de Minister. Welke
gevolgen heeft het pakket retail beleggen voor de wettelijke verplichtingen waar finfluencers
aan moeten voldoen en de handhaving daarop door de Autoriteit Financiële Markten (AFM)
en hoe worden er vervolgstappen gezet om overtredingen te voorkomen en indien nodig
te bestraffen, zo vragen deze leden naar aanleiding van het antwoord op vraag 10 van
genoemde schriftelijke vragen. Voorts ontvangen deze leden graag de antwoorden op
gestelde schriftelijke vragen over finfluencers die jongeren in de armen van oplichters
lokken.
De Commissie stelt voor dat de verplichting rondom het opstellen en naleven van reclamebeleid
onderdeel wordt van de strikte regels voor bedrijfsvoering waaraan een financiële
onderneming die beleggingsproducten aanbiedt bij wet moet voldoen. Dit betekent dat
het bestuur van de onderneming een reclamebeleid moet opstellen dat toereikend is
voor de financiële onderneming om de wettelijke regels rondom reclame na te leven
waarvoor effectieve, operationele en administratieve maatregelen dienen te worden
getroffen. Bovendien moet het bestuur toezien dat het beleid ook daadwerkelijk wordt
nageleefd.
In het voorstel staat ook dat de financiële onderneming jaarlijks moet rapporteren
aan het bestuur van de onderneming over de naleving van het vastgestelde beleid. Het
rapport moet onregelmatigheden melden en passende oplossingen aandragen. Indien een
financiële onderneming het reclamebeleid niet naleeft, dan is het bestuur hiervoor
verantwoordelijk. Daarnaast stelt de Commissie voor om de nationale toezichthouder
bevoegdheden toe te kennen om effectief op te kunnen treden wanneer financiële ondernemingen
niet voldoen aan de wettelijke vereisten voor reclamebeleid.
Zoals uiteengezet in het BNC-fiche, acht het kabinet het pakket retail beleggen passend
voor de aanpak van de door de Commissie geschetste uitdagingen bij effectieve bescherming
van retailbeleggers tegen ongepaste beïnvloeding door reclame. In het bijzonder benoemt
het kabinet daarbij het voorstel om financiële ondernemingen verantwoordelijk te maken
waar een derde, bijvoorbeeld een «finfluencer», reclame-uitingen doet en hiervoor een vergoeding ontvangt van de financiële onderneming.
Voor de goede orde, het pakket retail beleggen ziet op de regulering van financiële
ondernemingen en de activiteiten die binnen hun invloedsfeer plaatsvinden. Activiteiten
van finfluencers zonder connectie met een gereguleerde financiële onderneming vallen
buiten het toepassingsbereik van het pakket.
Hoewel «finfluencen» geen vergunningsplichtige activiteit is3, dienen finfluencers zich wel te houden aan de bepalingen uit de Wet handhaving consumentenbescherming
(Whc) en mogen zij bijvoorbeeld geen oneerlijke handelspraktijken verrichten. De Autoriteit
Consument en Markt (ACM) houdt hierop toezicht. De Autoriteit Financiële Markten (AFM)
houdt toezicht op naleving van de Whc als deze handelspraktijken betrekking hebben
op financiële diensten. Finfluencers dienen zich bovendien, net als ieder ander, te
houden aan de bepalingen op grond van de Verordening Marktmisbruik als zij (online)
uitingen – zogenaamde beleggingsaanbevelingen – doen over financiële instrumenten
of uitgevende instellingen. Als zij beleggingsadvies geven, dienen finfluencers hiervoor
in bezit te zijn van een vergunning van de AFM. De AFM kan handhavend optreden in
geval beleggingsadvies zonder vergunning wordt gegeven.
De beantwoording van schriftelijke vragen inzake finfluencers omtrent weddenschappen
rond gokwedstrijden is op 20 oktober jl. door de Minister voor Rechtsbescherming aan
uw Kamer verzonden.4 De casus die aanleiding gaf tot deze vragen houdt echter geen verband met het toepassingsbereik
van het pakket retail beleggen, omdat kansspelen geen beleggingen zijn.
Voorts begrijpen de leden van de fractie van D66 dat informatiedocumenten worden getest
op begrijpelijkheid, een samenvatting krijgen en ook duurzaamheidsinformatie moeten
bevatten. Kan de Minister toelichten hoe informatie over de duurzaamheid van financiële
producten inzichtelijk wordt gemaakt voor consumenten, zo vragen deze leden. Specifiek
vragen zij of er een keurmerk komt of kan komen voor bijvoorbeeld betaalrekeningen
en de duurzaamheid daarvan, zodat klanten van sommige grootbanken de schadelijke effecten
voor duurzaamheid van hun bank kunnen inzien en daar actie op zouden kunnen ondernemen.
Het Essentiële-informatiedocument geeft informatie over het beleggen in complexe beleggingsproducten,
de zogenoemde verpakte retail- en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten. Het
document is bedoeld om op een korte en bondige manier te informeren, zodat retailbeleggers
een doordachte beleggingsbeslissing kunnen nemen. Omdat het document in een gestandaardiseerd
format wordt opgesteld, kunnen verschillende beleggingsproducten ook makkelijker met
elkaar worden vergelijken.
Om duurzaamheidsinformatie verder inzichtelijker te maken, bevat het pakket retail
beleggen een voorstel om een duurzaamheidssectie op te nemen in het Essentiële-informatiedocument.
Bij de vormgeving wordt gebruik gemaakt van gedragsinzichten. De Commissie stelt voor
om de exacte inhoud en presentatie van de duurzaamheidsinformatie op een later moment
te bepalen aan de hand van technische reguleringsnormen opgesteld door Europese toezichtautoriteiten.
Voor de goede orde, de voorstellen in het pakket retail beleggen zien op beleggingsproducten.
Financiële producten zonder een beleggingscomponent, zoals betaalrekeningen en een
eventueel duurzaamheidskeurmerk hiervoor, vallen daarmee buiten het toepassingsbereik
van het pakket.
Tot slot, er bestaat al een EU Ecolabel dat in de hele EU dat op vrijwillige basis
wordt toegekend aan allerlei groene producten en diensten. De Commissie verkent momenteel
of een versie van het label passend is voor bepaalde financiële producten, waaronder
spaarrekeningen, die aan consumenten worden aangeboden.5 Daarnaast heeft de Commissie een openbare consultatie uitgezet over de implementatie
van de Verordening met betrekking tot informatieverstrekking over duurzaamheid in
de financiëledienstensector (SFDR).6 Daarin stelt de Commissie de vraag of het wenselijk is om duurzaamheidslabels te
introduceren voor onder meer beleggingsfondsen. Ik sta in beginsel positief tegenover
de introductie van dergelijke labels voor beleggingsfondsen en heb ook een voorstel
gedaan voor classificatie van duurzaamheidsfondsen in reactie op de consultatie.7 Het is belangrijk om de uitkomst van de EU-ontwikkelingen af te wachten aangezien
meerdere nationale en Europese keurmerken tot verwarring kunnen leiden bij consumenten.
Daarnaast is de beschikbaarheid en kwaliteit van duurzaamheidsinformatie cruciaal.
In dat kader zijn al verschillende ontwikkelingen gaande, onder meer de implementatie
van de Europese richtlijn voor duurzaamheidsrapportage (CSRD).
De leden van de D66-fractie constateren ook dat Nederlandse banken over het algemeen
nog erg terughoudend zijn, enkele uitzonderingen daargelaten, met het verhogen van
de spaarrente die consumenten ontvangen. Deze leden zien dat een lage spaarrente consumenten
kan verleiden om meer te gaan beleggen, wat meer risico’s met zich meebrengt voor
de consumenten. Op welke manier worden consumenten geïnformeerd over de (veiligere)
alternatieven voor het behalen van rendement op hun spaargeld, zoals overstappen op
een (Nederlandse) bank met een hogere spaarrente, in plaats van risicovolle alternatieven
zoals retailbeleggen, zo vragen deze leden. Welke concrete acties neemt de Minister
om banken ertoe te bewegen de hogere rente ook door te berekenen aan spaarders, vragen
deze leden verder.
Consumenten kunnen zich op verschillende manieren laten informeren over financiële
zaken. Algemene informatie over sparen, beleggen en pensioen is beschikbaar op de
website van Wijzer in geldzaken, een initiatief van het Ministerie van Financiën in
samenwerking met partners uit de financiële sector, consumentenorganisaties en de
wetenschap. Ook het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) biedt veel
informatie over geldzaken van huishoudens. Daarnaast zijn er andere (private) initiatieven
die inzicht bieden in en vergelijking mogelijk maken tussen verschillende financiële
producten, zoals vergelijkingssites. Voor informatie en advies over persoonlijke financiële
zaken kunnen consumenten zich wenden tot een financieel adviseur.
Ik heb uw Kamer recent een brief gestuurd waarin ik in ga op ontwikkelingen ten aanzien
van de doorwerking van het monetaire beleid op spaarrentes, op mogelijke verklaringen
voor het achterblijven van spaarrentes, hoe Nederlandse banken zich verhouden tot
banken uit andere lidstaten en hoe de toezichthouders deze ontwikkelingen duiden.8 Vervolgens heb ik denkrichtingen voor beleidsopties geschetst voor het geval de spaarrentes
langdurig achterblijven en ook internationaal zouden gaan achterlopen. Ook komt in
deze brief aan de orde dat de ACM onderzoek doet naar de concurrentie op de spaarmarkt
en hierover voor de zomer van 2024 een rapport uitbrengt. Het is mijns inziens verstandig
om de rapportage van de ACM af te wachten voordat ingrijpende beleidsmaatregelen worden
overwogen. Er zijn beleidsopties denkbaar om bancaire winsten anders aan te wenden
en de samenleving meer mee te laten profiteren van de hogere ECB-beleidsrente, dan
wel de hogere bankwinsten. Tegelijkertijd kunnen hierdoor aanzienlijke nadelige neveneffecten
optreden die hun weerslag hebben op spaarders en de economie. Toezichthouders waarschuwen
expliciet voor de gevolgen die overheidsingrijpen kan hebben op de financiële stabiliteit.
Dergelijke maatregelen vragen dan ook – naast een scherpe probleemanalyse – om een
zorgvuldige afweging van voor- en nadelen.
Over provisie begrijpen de leden van de fractie van D66 verder dat er een provisieverbod
voor execution-only-beleggingsondernemingen wordt geïntroduceerd in de Richtlijn betreffende
markten voor financiële instrumenten (MiFID II). Bij welke producten kan er nog provisie
worden betaald en op welke manier hebben consumenten daar inzicht in als zij een financieel
product afsluiten, vragen deze leden aan de Minister. Voorts vragen deze leden of
provisie als los element inzichtelijk wordt gemaakt als de kosten worden getoetst
aan benchmarks en een overschrijding moet worden uitgelegd en gerechtvaardigd richting
de belegger door de productontwikkelaar of distributeur.
In Nederland is de betaling en ontvangst van provisies verboden voor beleggingsondernemingen.
Daaronder vallen alle beleggingsproducten. Daarnaast geldt er een provisieverbod voor
financiële dienstverleners die financieel advies geven over of bemiddelen bij complexe
producten, hypothecair krediet en levensverzekeringen.9 Bij schadeverzekeringen zijn provisies wel toegestaan, maar geldt momenteel een passieve
transparantieplicht. Zoals uw Kamer eerder is gemeld, pas ik het Besluit Gedragstoezicht
financiële ondernemingen Wft aan om hier een actieve transparantieplicht van te maken.
Wat betreft de voorstellen in het pakket retail beleggen, stelt de Commissie voor
dat er in de rest van Europa straks alleen nog provisie kan worden betaald bij niet-onafhankelijk
advies. Het voorgestelde verbod ziet alleen op execution only dienstverlening, waarbij de klant zelf beleggingskeuzes maakt zonder advies. Het
al bestaande EU-provisieverbod voor vermogensbeheer en onafhankelijk advies blijft
gehandhaafd.
Het pakket bevat bovendien een voorstel voor een gestandaardiseerd overzicht voor
de klant van de kosten van financiële producten, waarbij in het bijzonder betalingen
van derden (lees: provisies) uitgelicht moeten worden als aparte categorie en een
toelichting op het doel van die betaling en het effect ervan op het rendement moet
worden verstrekt. De voorstellen met betrekking tot Value for Money, waaronder de
verplichting voor financiële ondernemingen om producten langs een benchmark te leggen
voor een verbetering van het prijsstellingsproces, zien op alle kosten inclusief provisies,
al hoeven die op grond van deze Value for Money-bepalingen niet apart inzichtelijk
gemaakt te worden voor de klant.
De leden van de D66-fractie vragen welke maatregelen de Minister wil nemen of voorstellen
de Minister wil doen om consumenten al eerder dan de implementatie van het pakket
te beschermen tegen finfluencers die schadelijk advies geven aan de consument.
Zoals toegelicht in de beantwoording van schriftelijke vragen over finfluencers van
25 augustus jl.10, vallen finfluencers die over financiële producten uitingen doen al indirect onder
het provisieverbod dat geldt voor beleggingsondernemingen met een Nederlandse vergunning
of een bijkantoor in Nederland, omdat deze beleggingsondernemingen geen vergoeding
mogen verstrekken aan finfluencers voor het aanbrengen van nieuwe beleggers.11 Bovendien kunnen de ACM en AFM handhavend optreden bij overtredingen van de Whc en
kan de AFM ingrijpen bij overtreding van de vergunningsplicht voor financieel advies
of beleggingsadvies. Dit overwegende ben ik van mening dat een belangrijk deel van
de schadelijke praktijken adequaat aangepakt kan worden en acht ik het momenteel niet
noodzakelijk om, zolang de onderhandelingen over en implementatie van de voorstellen
in het pakket retail beleggen lopen, aanvullende nationale acties te verkennen. Bovendien
zie ik meerwaarde in een Europese aanpak, gelet ook op de grensoverschrijdende aspecten
van online marketing. Daarbij blijf ik alert op nieuwe ontwikkelingen en blijf ik
in gesprek hierover met de toezichthouders en stakeholders.
Naast de implicaties waarover de Minister schrijft, zien de leden van de fractie van
D66 ook dat sommige finfluencers zich niet in de Europese Unie bevinden, maar dat
hun boodschap wel wordt gezien door consumenten in de Europese Unie. Daarom vragen
deze leden of het voorliggende pakket ook voor deze finfluencers geldt en zo nee,
welke maatregelen de Minister neemt om ervoor te zorgen dat consumenten niet alsnog
met schadelijk advies te maken krijgen.
Het voorstel dat gereguleerde financiële ondernemingen verantwoordelijk zijn voor
uitingen waar een derde, bijvoorbeeld een finfluencer, reclame-uitingen doet en hiervoor
een vergoeding ontvangt van de financiële onderneming, geldt voor alle derden die
worden ingeschakeld door deze gereguleerde financiële ondernemingen, dus ook finfluencers
van buiten de EU.12
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie en de GroenLinks-fractie
De leden van de fracties van GroenLinks en PvdA hebben kennisgenomen van het fiche
en vragen naar het reguleren van provisies. Zij vragen of de Minister nogmaals kan
bevestigen dat het ongewenst is dat niet is overgegaan tot een algeheel provisieverbod,
zoals dit reeds in Nederland geldt.
Ik kan dit bevestigen. Zoals opgenomen in het BNC-fiche is het kabinet voorstander
van een EU-breed, algeheel provisieverbod.
De leden van de fracties van GroenLinks en PvdA vragen hoe (dat wil zeggen, bijvoorbeeld
in welke coalities) de Minister zich er in onderhandelingen hard voor gaat maken dat
het provisieverbod naar Nederlands ambitieniveau geïmplementeerd wordt.
Het kabinet betreurt het dat de Commissie na brede kritiek van verschillende EU-lidstaten
en de financiële sector niet de meest effectieve optie uit haar impact assessment,
namelijk een volledig provisieverbod, heeft voorgesteld. Tijdens de Raadsonderhandelingen
is gebleken dat slechts een klein aantal EU-lidstaten mogelijk voorstander is van
een provisieverbod naar Nederlands ambitieniveau. De Rapporteur van het Europees Parlement
Yon-Courtin (fractie Renew Europe) heeft in haar conceptrapport van 9 oktober jl.
aan het Europees Parlement zelfs voorgesteld om ook het gedeeltelijke provisieverbod
voor execution-only diensten te schrappen.13 Ik realiseer me dat het behalen van een algeheel provisieverbod daarmee niet kansrijk
is en zal hier tijdens de onderhandelingen dan ook niet naar streven. Wel zal Nederland
zich tijdens de onderhandelingen inspannen om het voorgestelde gedeeltelijke provisieverbod
te behouden. Dit geldt ook voor de reviewclausule om drie jaar na de inwerkingtreding
te evalueren of belangenconflicten door betaling of ontvangst van provisies voldoende
zijn aangepakt en de mogelijkheid om nationaal additionele regels in te stellen.
De leden van de fracties van GroenLinks en PvdA vragen de Minister hoe zij de onderliggende
effectbeoordeling van het pakket appreciëren, specifiek het deel waarin staat dat
een «EU-wijd verbod [op provisies] het meest effectieve middel zou zijn om het belangenconflict
teniet te doen dan wel te verminderen, door een belangrijke vorm van benadeling van
de consument aan te pakken». Is de Minister het eens met deze leden dat de regulering
van provisies in het pakket ontoereikend is om het probleem van belangenverstrengeling
echt effectief aan te pakken?
Ik deel de mening in zoverre dat een EU-wijd, algeheel provisieverbod de meest effectieve
beleidsoptie is om het probleem van belangenverstrengeling echt effectief aan te pakken.
Tegelijk ziet het kabinet dat het pakket retail beleggen verschillende voorstellen
bevat om de betreffende problematiek aan te pakken. Hierbij denkt het kabinet in bijzonder
aan het Value for Money voorstel. De te introduceren kostenrapportage en benchmarking
bieden retailbeleggers en toezichthouders, afhankelijk van de kwaliteit en fijnmazigheid
van de te ontwikkelen benchmarks, beter inzicht in de kostenefficiëntie van beleggingsdiensten
en -producten die beschikbaar zijn in de EU. Deze voorstellen vormen daarmee een belangrijke
basis voor het centraal stellen van de belangen van de retailbelegger en het vergaren
van kostendata, om mogelijk in de toekomst additionele regels voor het verder beperken
van provisies op te stellen.
De leden van de fracties van GroenLinks en PvdA vragen in hoeverre het aspect van
dit pakket dat toeziet op provisies de Nederlandse regelgeving zou aanscherpen, omdat
in Nederland reeds een algeheel (met slechts beperkte uitzonderingen) provisieverbod
geldt, terwijl in het voorstel slechts bepaalde vormen van provisie gereguleerd worden.
Zij vragen bovendien of nogmaals bevestigd kan worden dat de herziening van Europese
regelgeving ruimte laat voor een Nederlandse kop.
Het Nederlandse verbod geldt voor financiële ondernemingen die vanuit Nederland hun
financiële diensten aanbieden. Een EU-breed, gedeeltelijk provisieverbod, zoals opgenomen
in het voorstel, zou betekenen dat het provisieverbod ook gaat gelden voor financiële
ondernemingen die grensoverschrijdende execution-only diensten aanbieden in Nederland.
Het Nederlandse provisieverbod voor beleggingsdiensten is gebaseerd op een beleidsoptie
die aan lidstaten wordt geboden.14 In het voorstel zijn enkele artikelen gewijzigd waarbij, schijnbaar per vergissing,
de beleidsoptie voor lidstaten om provisies strenger te reguleren niet langer expliciet
vermeld is. Tijdens de Raadswerkgroepen heeft Nederland dit punt ter sprake gebracht.
Toegezegd is dat dit hersteld zal worden.
De leden van de fracties van GroenLinks en PvdA vragen of de Minister bereid is op
het punt van provisieverboden zich in Europees verband ervoor in te zetten dat het
ambitieniveau uit het Nederlandse provisieverbod op Europees niveau geïmplementeerd
wordt.
Tijdens de Raadsonderhandelingen is geconstateerd dat helaas slechts een klein aantal
EU-lidstaten mogelijk voorstander zijn van een provisieverbod naar Nederlands ambitieniveau.
Ik realiseer me dat het behalen van een algeheel provisieverbod daarmee niet kansrijk
is en zal hier tijdens de onderhandelingen dan ook niet naar streven. Wel zal Nederland
zich tijdens de onderhandelingen inspannen om het voorgestelde gedeeltelijke provisieverbod,
de reviewclausule en de mogelijkheid om nationaal additionele regels in te stellen
te behouden.
De leden van de fracties van GroenLinks en PvdA vragen naar het streven retailbeleggen
te bevorderen. Is deze financialisering van het dagelijkse leven, waarin individuele
burgers een steeds grotere mate van eigen verantwoordelijkheid krijgen voor het financiële
welzijn, wel wenselijk? Welke lessen zijn er bijvoorbeeld getrokken uit het project
rondom Inzicht uit gedragswetenschappen? En is het vanuit dat oogpunt wel wenselijk
dat we een steeds grotere financiële verantwoordelijkheid, die bovendien gaat over
iets zeer complex als beleggen, bij individuen beleggen? De leden van de fracties
van GroenLinks en PvdA vragen de Minister hoe in het doel de burger meer te laten
beleggen, rekening gehouden wordt met burgers voor wie het leven al zo complex is
en de effecten van verschillende beleggingsstrategieën vanwege de inherente complexiteit
van beleggen nauwelijks te doorzien zijn.
Het doel van de Commissie voor haar pakket retail beleggen is om de juiste condities
te creëren voor de consument zodat hij of zij met vertrouwen kan beleggen, bijvoorbeeld
door het wegnemen van belangenverstrengeling door middel van een gedeeltelijk provisieverbod.
Door onder meer aandacht te bieden aan financiële geletterdheid zijn consumenten beter
in staat om de voordelen van beleggen te onderkennen en zich te begeven op de financiële
markten. Ik steun deze ambities en inzet van de Commissie. Door middel van beleggen
kunnen consumenten op de lange termijn hun financiële doelen behalen. Uit onderzoek
van de AFM blijkt dat veel Nederlandse huishoudens voldoende financiële buffer achter
de hand hebben en dat zij door een deel van hun vermogen te beleggen in bijvoorbeeld
passieve beleggingsfondsen meer rendement kunnen behalen.15 Daarbij gelden als uitgangspunten dat consumenten die willen beleggen altijd voldoende
spaargeld achter de hand moeten houden, een lange beleggingstijdshorizon dienen aan
te houden en dat zij goede toegang moeten hebben tot geschikte beleggingsproducten,
zoals goed gediversifieerde producten. Tegelijkertijd vind ik het belangrijk dat consumenten
zonder de juiste kennis of ervaring niet eenvoudig (online) complexe, speculatieve
producten zoals turbo’s of contracts for difference kunnen aanschaffen, omdat de risico’s op verlies van je inleg hierbij over het algemeen
hoger zijn.
Het voorstel bevat verschillende wijzigingen om de consument beter in staat te stellen
om de complexe financiële markt te navigeren. Zo bevat het voorstel nieuwe en verbeterde
risico-waarschuwingen, uitgebreide informatieverplichtingen, strengere eisen voor
advies en voorstellen om de financiële geletterdheid van consumenten te bevorderen.
Hierbij is er nadrukkelijk aandacht voor inzichten uit de gedragswetenschappen. Ter
illustratie: de Europese toezichtautoriteiten wordt gevraagd om de uitwerking van
informatiedocumenten in technische reguleringsnormen eerst te testen op consumenten.
Op nationaal niveau is er ook volop aandacht aan het belang van financiële geletterdheid,
onder meer via Wijzer in geldzaken, en het belang van toegang tot advies.
De leden van de fracties van GroenLinks en PvdA verwelkomen de kritische houding van
de Minister ten opzichte van Value for Money vanwege beperkte meerwaarde in de Nederlandse
context. Zij vragen of het kabinet het met hen eens is dat de introductie van de benchmark
ook veel complexiteit met zich meebrengt. Hoe effectief is dit dan nog?
Zoals toegelicht in het BNC-fiche verwelkomt het kabinet strengere regels voor de
ontwikkeling van beleggingsproducten. Hoewel er geen volledig provisieverbod wordt
voorgesteld ziet het kabinet deze maatregelen als een alternatieve manier om misleidende
verkoop aan retailbeleggers te voorkomen en het klantbelang centraal te stellen. Wel
heeft het kabinet zorgen over de relatieve effectiviteit van dit instrument, bijvoorbeeld
voor de Nederlandse markt waar kosten van beleggen reeds significant lager zijn door
onder meer het nationale provisieverbod. Tijdens onderhandelingen zet het kabinet
in op efficiëntere rapportageprocessen. Ook wordt de haalbaarheid onderzocht van een
gedeeltelijke uitzondering van de voorgestelde bepalingen ter bevordering van kostenefficiënte
voor lidstaten met een algeheel provisieverbod.
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van het fiche. Uit de voorstellen
blijkt dat regels rond financieel advies worden aangescherpt. Deze leden vragen of
dit afdoende is aangezien op sociale media vaak geen sprake is van financieel advies,
maar van educatie, wat erg lijkt op advies. Hoe gaat het pakket daarmee om?
Naast aanscherpingen van de regels voor financieel advies, bevat het pakket retail
beleggen ook voorstellen die zien op reclamebeleid en op (online) reclame-uitingen
van derden, zoals finfluencers, die namens financiële ondernemingen beleggingsproducten
aanbieden. Zo wordt onder andere voorgesteld dat financiële ondernemingen verantwoordelijk
worden voor die uitingen door finfluencers. Het kabinet is positief over de diverse
voorstellen van Commissie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
M. Schukkink, adjunct-griffier