Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Hag over lobby-activiteiten van de farmaceutische industrie in het Europees en Nederlands parlement
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over lobby-activiteiten van de farmaceutische industrie in het Europees en Nederlands parlement (ingezonden 5 december 2023).
Antwoord van Minister Helder (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 1 feburari
2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 689.
Vraag 1
Kunt u verklaren of vanuit de Nederlandse overheid contact is geweest met vaccinproducenten
Astra Zeneca en/of Janssen, teneinde (een) wetswijziging(en) door te voeren die de
toegang van de producten van deze producenten op de Europese en Nederlandse markt
zouden vergemakkelijken? Zo ja, kunt u al deze communicatie tussen de Rijksoverheid
en vaccinproducenten hieromtrent openbaar maken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 1
Daarvan is mij niets bekend.
Vraag 2
Zou nee, kunt u dan verklaren waarom het lid Veldman in de periode 2019–2020 meerdere
moties en voorstellen indiende die de voorwaarden voor DNA-technieken en de toelating
van mRNA en vectorcoronavaccins tot de Europese markt zouden versoepelen? Op basis
van welke kennis en expertise kon dit lid dit doen en weet u of er voor deze moties
en voorstellen contact is geweest met / input is gevraagd aan / gegeven door derden,
zoals farmaceutische partijen? Kan de communicatie hieromtrent openbaar gemaakt worden?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Kamerleden gaan over hun eigen inbreng. Ik kan geen inzicht bieden in de beweegredenen
en contacten van Kamerleden.
Vraag 3
Klopt het dat er op 13 juni 2020 door een kopgroep landen, te weten Nederland, Frankrijk,
Italië en Duitsland, een deal werd afgesloten met AstraZeneca, dat een vaccin tegen
Covid-19 ontwikkelde gebaseerd op een Adeno-vector, dat zowel genetisch gemodificeerd,
als gentherapie is?
Antwoord 3
De landen van de Inclusive Vaccine Alliance (IVA) hebben op 12 juni 2020 een deal gesloten met AstraZeneca voor de levering van
COVID-19-vaccins. Het vaccin van AstraZeneca bevat een genetisch gemodificeerd adenovirus.
Het gaat hier niet om een vorm van gentherapie.
Vraag 4
Klopt het dat er op 17 juni 2020 een verordening werd voorgesteld waarmee op Europees
niveau de veiligheidseisen werden versoepeld, waarmee genetisch gemodificeerde organismen
mochten worden gebruikt voor klinisch onderzoek en het gebruik van deze middelen na
het onderzoek?
Antwoord 4
Over de desbetreffende ontwerpverordening heeft de toenmalige Minister van Infrastructuur
en Waterstaat uw Kamer op 1 juli 20201 geïnformeerd. Het voorstel zag uitsluitend op de versoepeling van regels voor klinische
studies naar, en de levering en het gebruik van geneesmiddelen met genetisch gemodificeerde
organismen (ggo’s) ten behoeve van de behandeling of preventie van COVID-19, en niet
op de versoepeling van de eisen voor marktautorisatie.
Vraag 5
Klopt het dat op 17 juni 2020 een communiqué werd uitgevaardigd met de titel «EU strategy
for COVID-19 vaccines», waarbij de deal van 13 juni 2020 van de eerder genoemde vier
landen werd overgenomen?
Antwoord 5
Ja.
Vraag 6
Kunt u bevestigen dat door nationaal (Janssen) en Europees (Janssen, Astra, Pfizer,
Moderna) de wet aan te passen, de investeringen die werden gedaan in de vaccindeal
van 13 juni 2020 «veilig» werden gesteld, door de kans van het verkrijgen van een
vergunning aanmerkelijk te verhogen en te versnellen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Om te zorgen dat klinische studies met geneesmiddelen en vaccins bedoeld om COVID-19
te bestrijden snel van start konden gaan, zijn tijdelijke wijzigingen aangebracht
in de ggo-regelgeving: op nationaal niveau door verkorting van de procedure voor ggo-vergunningen
middels een tijdelijke regeling2, en vervolgens op Europees niveau door buitenwerkingstelling van delen van de ggo-regelgeving
middels Verordening 2020/1043. Deze verordening stelt producenten vrij van de aanvraag
van een ggo-vergunning en de uitvoering van een milieurisicobeoordeling voor klinisch
onderzoek ten behoeve van de bestrijding van COVID-19. Deze vereisten zijn wel blijven
gelden voor de markttoelatingsprocedure en voor de productie van het medicinale product.
De kans op het verkrijgen van een (voorwaardelijke) handelsvergunning is dus niet
vergroot.
Vraag 7 en 8
Klopt het dat de heer Canfin (Liste Renaissance) een leidende rol had in het veranderen
van de voorwaarden voor de COVID-19-vaccinaties na de voorwaardelijke markt-autorisatie
voor de vector en mRNA-injecties en dat deze veranderingen lijken te zijn ingegeven
door een rechtszaak in Nederland? Is er contact geweest met Canfin over de betreffende
injecties vanuit de Rijksoverheid, of via vertegenwoordigers van de overheid, zoals
bijvoorbeeld de Landsadvocaat of consultancy bureau’s? Zo ja, wat heeft dat contact
behelsd en tussen wie heeft dat contact plaatsgevonden?
Is vanuit de Nederlandse overheid contact geweest met de heer Canfin, in de periode
2019–2021? Zo ja, kan al deze communicatie worden geopenbaard? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7 en 8
Er is vanuit de Nederlandse overheid geen contact geweest over Verordening 2020/1043
met de heer Canfin.
Vraag 9
Is er contact geweest vanuit een van de eerder genoemde farmaceuten, of hun vertegenwoordigers,
het lid Veldman, in de periode 2019–2021? Zo ja, kan al deze communicatie worden geopenbaard?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Voor wat betreft contacten over een eventuele wetswijziging verwijs ik naar mijn antwoord
op vraag 1. Voor wat betreft contacten van het lid Veldman verwijs ik naar mijn antwoord
op vraag 2.
Vraag 10
Is er contact geweest vanuit de overheid met de genoemde farmaceutische bedrijven
over wetgeving en voorwaarden voor markt-autorisatie? Is er gesproken over risico’s
van de klinische proeven? Is gesproken over gentherapie? Is er gesproken over genetisch
gemodificeerde organismen (GGO’s)? Kunt u al deze communicatie openbaar maken? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 10
Zie mijn antwoorden op vragen 1, 4 en 6.
Vraag 11
Hoe reflecteert u op de (schijn van) invloed op democratische (nationale) (wetgevings)
processen door farmaceutische bedrijven? Indien u van mening bent dat deze invloed
er niet was, kunt u dan uitleggen waarom dat volgens u niet het geval was?
Antwoord 11
De tijdelijke wijziging van de ggo-regelgeving dient een publiek belang. Eventuele
belangen van farmaceutische bedrijven waren hierbij niet leidend.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.