Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Tuinman over de zorgen van Commandant der Strijdkrachten Onno Eichelsheim over de capaciteit van de Defensieindustrie
Vragen van het lid Tuinman (BBB) aan Minister en Staatssecretaris van Defensie over de zorgen van Commandant der Strijdkrachten Onno Eichelsheim over de capaciteit van de Defensieindustrie (ingezonden 8 januari 2024).
Antwoord van Minister Ollongren (Defensie) mede namens de Staatssecretaris van Defensie
(ontvangen 31 januari 2024).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het interview dat NRC heeft afgenomen met de Commandant
der Strijdkrachten (CDS) Onno Eichelsheim?1
Antwoord 1
Het interview dat NRC heeft afgenomen met de CDS is bekend.
Vraag 2
Op welke datum verwacht u dat de eerste granaat op Nederlandse bodem zal worden geproduceerd?
Antwoord 2
Het kabinet onderkent dat de munitie-producerende industrie moet opschalen, zowel
binnen het NAVO bondgenootschap voor de noodzakelijke afschrikking en verdediging,
als binnen Europa voor het verminderen van afhankelijkheden. Defensie zet nu stappen,
zoals vraagbundeling, om het effect van vergroting van de productiezekerheid en leverings-zekerheid
op de middellange termijn te bereiken.
Specifiek voor 155mm artilleriegranaten voor de Pantserhouwitser, maar ook voor 35mm
granaten voor het CV90 infanteriegevechtsvoertuig beschikt Defensie over langlopende
raamcontracten met de Europese industrie. Een eerste marktanalyse wijst uit dat deze
bestaande Europese fabrikanten voldoende opschaalvermogen hebben om de Nederlandse
meerbehoefte aan granaten voor de inzetvoorraad binnen vier jaar te kunnen vervullen.
Daarom kiest Defensie er voor om de ruimte in de bestaande raamcontracten nog verder
uit te nutten zodat we onze munitievoorraden – sneller dan in de Defensienota 2022
aangegeven – laten doorgroeien richting de geldende NAVO-normen.
Specifiek voor battle decisive munitions kijken we, samen met het Ministerie van EZK, naar een betekenisvolle bijdrage op
munitiesoorten waar nog geen of nauwelijks Europese opschaling plaatsvindt. Bijvoorbeeld
luchtverdedigingsraketten die nu nog van een Amerikaanse productielijn komen. Voor
Patriot raketten wordt een Europese productielijn geopend in Duitsland, dit biedt
een handelingsperspectief voor andere raketten.
Vraag 3 en 4
Gezien het feit dat 30% van alle moderne wapensystemen onbemand zijn en de Landmacht
een testeenheid Robots and Autonomous Systems heeft opgericht, hebben de Luchtmacht, Marine en Koninklijke Marechaussee (KMAR)
plannen voor vergelijkbare eenheden?
Zo niet, bent u bereid om de oprichting van zulke eenheden te onderzoeken?
Antwoord 3 en 4
De Koninklijke Marine heeft vooralsnog geen plan voor het oprichten van een aparte
eenheid voor onbemande systemen. Deze systemen zullen organiek ondergebracht worden
bij bestaande en toekomstige (bemande) eenheden. Voorbeelden zijn de onbemande systemen
voor het bestrijden van zeemijnen die aan boord van de vervangende capaciteit voor
de huidige mijnenjagers worden geplaatst en de nieuwe Anti Submarine Warfare-fregatten die met onbemande systemen zullen worden uitgerust. Daarnaast werkt de
Koninklijke Marine al decennia met (deels) onbemande wapensystemen zoals de luchtverdedigingssystemen.
De Luchtmacht beschikt over een afdeling die werkt aan onbemande systemen. In 2024
wordt bij kennisinstituten onderzoek uitgevoerd naar potentiële toekomstige concepten.
Dit onderzoek is een opstap naar een eventueel toekomstig Concept Development en Experimentation
traject (net als de RAS eenheid nu voor het land domein uitvoert), afhankelijk van
de uitkomsten van het genoemde onderzoek.
De Koninklijke Marechaussee (KMar) heeft vooralsnog geen plannen voor de oprichting
van een aparte eenheid voor onbemande systemen. De onbemande systemen worden op het
moment getest en zijn organiek ondergebracht bij bestaande eenheden. Deze systemen
zijn onbemand, maar niet autonoom. De KMar werkt wel samen met de RAS eenheid bij
gezamenlijke onderzoeksprojecten. Bovendien heeft de KMar op het gebied van robotica
een formele samenwerking met het Ministerie van Justitie en Veiligheid, Politie, Dienst
Justitiële Inrichtingen en TNO.
Vraag 5
Gezien het feit dat de Koninklijke Luchtmacht acht drones ter waarde van 400.000.000
euro in gebruik heeft en de ervaring in Oekraïne leert dat dit type drones een beperkte
overlevingstijd heeft waardoor de Verenigde Staten deze niet meer aan Oekraïne leveren,
kunt u aangeven of dit het type «drones van de toekomst» is waar de CDS het over heeft
in het NRC-artikel?
Antwoord 5
In het NRC-artikel wordt gedoeld op andere type drone of onbemande (wapen)systemen
dan de MQ-9 Reaper. Niettemin is en blijft de MQ-9 onderdeel van een toekomstige krijgsmacht
die steeds meer zal bestaan uit onbemande sensor- en wapensystemen in het land, zee-
en luchtdomein.
Defensie beschikt met de MQ-9 over een Airborne Intelligence, Surveillance and Reconnaissance
(ISR) capaciteit die in staat is gelijktijdig op twee assen, boven land en boven zee,
hoogwaardige informatie te verzamelen. De MQ-9 maakt deel uit van een breder bereik
aan toekomstige onbemande (airborne) systemen met onder andere de kleinere onbemande
systemen zoals de Raven, Puma en X-300 integrator. Uitbreiding van dit bereik met
ISR-platformen en wapendragers, die een hogere overlevingskans hebben, worden onderzocht
binnen EU- en NAVO-verband. Daarnaast zal naar verwachting het aantal lichte relatief
goedkope onbemande systemen, die als verbruiksartikel worden ingezet, toenemen.
Vraag 6
Zo niet, welk type dan wel?
Antwoord 6
Zie antwoord op vraag 5.
Vraag 7
Is de Defensievisie 2035 nog steeds actueel in verband met toegenomen dreigingen en
de lessen geleerd uit de oorlog in Oekraïne?
Antwoord 7
Nee. De Defensievisie 2035 is gepubliceerd in 2020 en keek vijftien jaar vooruit.
De analyse en richting zijn nog steeds valide. Tegelijkertijd is Defensie voortdurend
bezig met het verder ontwikkelen van haar strategie en krijgsmacht gebaseerd op een
doorlopende analyse van veranderende dreigingen en geopolitieke ontwikkelingen. De
recente ontwikkelingen waaronder de oorlog in Oekraïne en dreigingen elders in de
wereld nopen voortdurend tot adaptatie om de relevantie en effectiviteit van het optreden
van de krijgsmacht constant te waarborgen. Ook de NAVO (New Force Model) en EU (Strategisch
Kompas) werken voortdurend aan hun voorbereiding voor de langere termijn.
Vraag 8
Zou u deze vragen een voor een willen beantwoorden?
Antwoord 8
Ja.
Vraag 9
Zou u deze vragen zo snel mogelijk kunnen beantwoorden?
Antwoord 9
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Defensie -
Mede ondertekenaar
C.A. van der Maat, staatssecretaris van Defensie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.