Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Rudmer Heerema over de honorering van buurtsportcoaches in Nederland naar aanleiding van diverse wisselingen over dit onderwerp in de Tweede Kamer
Vragen van het lid Rudmer Heerema (VVD) aan de Minister voor Langdurige Zorg en Sport over de honorering van buurtsportcoaches in Nederland naar aanleiding van diverse wisselingen over dit onderwerp in de Tweede Kamer (ingezonden 24 november 2023).
Antwoord van Minister Helder (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 29 januari
2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 610.
Vraag 1
Bent u bekend met (het verslag van) het rondetafelgesprek over bewegingsarmoede, dat
de Tweede Kamer op 21 februari jl. georganiseerd heeft?1
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met het rondetafelgesprek over bewegingsarmoede dat op 21 februari
2022 heeft plaatsgevonden.
Vraag 2
Kunt u zich tevens de debatten met de Tweede Kamer herinneren, waarbij uitgebreid
is stilgestaan bij de rol en inschaling van buurtsportcoaches?
Antwoord 2
Ja, ik kan mij deze debatten herinneren. En op basis van deze debatten en uw signalen
zijn verschillende onderzoeken uitgevoerd die input hebben gegeven voor de inmiddels
herziene Bestuurlijke afspraken Brede Regeling Combinatiefuncties. Het gaat hierbij
om de «Benchmark buurtsportcoaches» van november 20222, de «Evaluatie Brede Regeling Combinatiefuncties»3 en de jaarlijkse voortgangsrapportages Brede Regeling Combinatiefuncties4 door Mulier Instituut. Bij de beantwoording van onderstaande vragen neem ik de gewijzigde
afspraken die betrekking hebben op de arbeidsvoorwaarden mee.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat een buurtsportcoach exclusief als docent
bewegingsonderwijs in het primair onderwijs (PO) of voortgezet onderwijs (VO) wordt
ingezet?
Antwoord 3
Lokaal maken gemeenten afwegingen voor wie en wat zij de functionarissen die gefinancierd
worden uit de Brede Regeling Combinatiefuncties in willen zetten. De buurtsportcoach
opereert op het snijvlak van sport, onderwijs, cultuur, zorg, welzijn en andere domeinen
waarbij het gaat om mensen in beweging en aan het sporten te krijgen.
In de nieuwe afspraken van de Brede Regeling Combinatiefuncties staat bovendien dat
buurtsportcoaches of combinatiefunctionarissen onderwijs, gefinancierd vanuit deze
regeling, per 1 januari 2027 geen bewegingsonderwijs meer mogen geven. Zo wordt gestimuleerd
dat die combinatiefunctionarissen alleen extra aanbod, buiten onderwijstijd, verzorgen5. Vanaf het moment dat buurtsportcoaches of combinatiefunctionarissen onderwijs geen
bewegingsonderwijs meer mogen geven dat gefinancierd wordt vanuit deze regeling, kunnen
schoolbesturen vakleerkrachten bewegingsonderwijs betalen uit de lumpsumbekostiging
die zij ontvangen.
In de komende jaren dient de inzet van buurtsportcoaches of combinatiefunctionarissen
onderwijs voor bewegingsonderwijs door alle gemeenten zichtbaar te worden afgebouwd.
Mulier Instituut monitort dit jaarlijks.
Vraag 4
En vindt u ook dat een buurtsportcoach die als docent bewegingsonderwijs wordt ingezet
ook volgens de CAO PO of VO betaald zou moeten worden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Onder welke cao een buurtsportcoach valt, wordt bepaald door de wijze waarop het werkgeverschap
is ingevuld. Een buurtsportcoach die ingezet wordt als vakleerkracht en daarnaast
buitenschoolse activiteiten organiseert kan bij de gemeente in dienst zijn of bij
een stichting, waarbij zij dan werken volgens de cao Sport of de Cao Sociaal Werk
Welzijn & Maatschappelijke dienstverlening.
Bij het realiseren van de doelstellingen van de Regeling vind ik het belangrijk dat
de situatie op de werkvloer gelijkwaardig is. Daarom heb ik in de herziene Brede Regeling
Combinatiefuncties de volgende afspraak laten opnemen: «Gemeenten en werkgevers volgen
het principe van eerlijke beloning, zoals de Fair Practice Code voor cultuur. Dit
houdt in dat er wordt gestreefd naar een gelijkwaardige beloning voor functionarissen
bij gelijkwaardige inzet, conform cao-afspraken en andere bestaande richtlijnen»6. Dit geldt ook voor de buurtsportcoach die gelijkwaardige werkzaamheden uitvoert
als de vakleerkracht.
Vraag 5
Kunt u zich herinneren dat bij het rondetafelgesprek bewegingsarmoede door een buurtsportcoach
uit Tubbergen werd aangegeven wat de salariële verschillen tussen de CAO sport en
de CAO PO waren? Bent u ervan op de hoogte dat niet alleen de CAO sport wordt gebruikt
voor buurtsportcoaches, maar zelfs de CAO zwembaden, die nog minder passend is voor
de werkzaamheden die een buurtsportcoach doet?7
Antwoord 5
Ja, ik herinner mij het rondetafelgesprek. Ik ben ervan op de hoogte dat de functionarissen
uit de Brede Regeling Combinatiefuncties, waaronder de buurtsportcoaches werkzaam
zijn onder verschillende cao’s.
Vraag 6
Kunt u in een bijlage bij de beantwoording van deze schriftelijke vragen duidelijk
uiteenzetten wat de verschillen tussen de CAO PO, CAO sport en CAO zwembaden zijn?
En wat vindt u ervan dat buurtsportcoaches voor hetzelfde werk zo verschillend gewaardeerd
worden?
Antwoord 6
In een bijlage treft u de «Benchmark buurtsportcoaches» aan die in november 2020 door
binnen het programma Landelijke Academie Buurtsportcoaches is gemaakt. Deze benchmark
is gemaakt voor de vier meest voorkomende cao’s waar een buurtsportcoach mee te maken
krijgt. De CAO zwembaden valt hier niet onder. Voor de verdere beantwoording van deze
vraag verwijs ik naar het antwoord op vraag 4. Hier ga ik in op het belang van gelijkwaardigheid
op de werkvloer.
Vraag 7
Heeft u cijfers waaruit duidelijk wordt hoeveel jonge enthousiaste buurtsportcoaches
de sector verlaten hebben omdat zij van mening waren dat zij op een ongunstige wijze
werden ingezet?
Antwoord 7
Daar heb ik geen specifieke cijfers van. Het is wel bekend dat het vak buurtsportcoaches
verder ontwikkeld moet worden om een goed carrièreperspectief te bieden. Samen met
Werkgevers in de Sport (WOS) heeft Vereniging Sport en Gemeenten de afgelopen jaren
gewerkt aan het verbeteren van het carrièreperspectief van de buurtsportcoaches (en
andere functionarissen die door de Brede Regeling Combinatiefuncties worden gefinancierd).
Dit gebeurt binnen het programma Landelijke Academie Buurtsportcoaches wat ook na
de herziening van de regeling is voortgezet.
In de Brede Regeling Combinatiefuncties heb ik de volgende afspraak opgenomen die
ervoor zorgt dat gemeenten meer sturen op het carrièrepad van de buurtsportcoaches:
«Overeenkomstig het beleid van een leven lang ontwikkelen en het stimuleren van toekomstbestendige
inzetbaarheid van werkenden, is het wenselijk dat gemeenten met werkgevers afspraken
maken over de scholing en de arbeidsvoorwaarden van de medewerkers. Hierbij dient
2% van de lokale middelen beschikbaar te zijn voor opleidingen en het versterken van
de kwaliteit van functionarissen. Voor buurtsportcoaches specifiek is hier het carrièrepad
voor ontwikkeld»8.
Daarnaast wordt in de Human Capital Agenda Sport gewerkt aan een gezond arbeidsmarktbeleid
voor de sportsector. Het werken als buurtsportcoach is hier ook onderdeel van.
Vraag 8
Bent u bereid om via de VNG en de PO Raad het signaal aan gemeenten en scholen af
te geven dat buurtsportcoaches die in het onderwijs werken via de CAO PO gehonoreerd
moeten worden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u dit voor 1 januari 2024 communiceren?
Antwoord 8
Zoals ook aangegeven bij de beantwoording van vraag 4 wordt de cao waaronder een buurtsportcoach
valt, bepaald door de wijze waarop het werkgeverschap is ingevuld. Door verschillende
afspraken op te nemen in de Brede Regeling Combinatiefuncties waaraan ik refereer
in de beantwoording van de vragen 4, 6 en 7 kunnen gemeenten meer sturen op een gelijkwaardige
beloning en een carrièreperspectief voor buurtsportcoaches. Het door u gevraagde signaal
kan ik om die reden niet afgeven.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.