Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Sneller over de betrokkenheid van een AIVD’er bij het saboteren van het Iraanse kernwapenprogramma
Vragen van het lid Sneller (D66) aan de Minister-President en de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Defensie over de betrokkenheid van een AIVD’er bij het saboteren van het Iraanse kernwapenprogramma (ingezonden 10 januari 2024).
Antwoord van Minister De Jonge (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens
de Minister van Defensie en de Minister-President (ontvangen 26 januari 2024).
Vraag 1 en 2
Bent u bekend met het bericht «Sabotage in Iran: een missie in duisternis»?1
Wat is uw reactie op het bericht?
Antwoord 1 en 2
Ja. Er is kennisgenomen van genoemde publicatie over dit onderwerp.
In het algemeen geldt dat de Kamer over de vertrouwelijke aspecten van het werk van
de diensten via de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CIVD) wordt
geïnformeerd. Dit is in overeenstemming met de waarborgen die de Wet op de Inlichtingen-
en Veiligheidsdiensten (Wiv) 2017 bevat over onder meer de wettelijke plicht tot geheimhouding
van de werkwijze van de diensten.
Op operaties van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, publicaties daarover en
veronderstellingen die daarin worden gedaan, juist of onjuist, kan nooit worden ingegaan.
De inhoud van publicaties en veronderstellingen die daarin worden gedaan, zijn altijd
voor rekening van de betreffende journalist.
Ik hecht er wel aan het volgende te benadrukken:
Alle handelingen van de AIVD en de MIVD zijn gebaseerd op de taken, de verantwoordelijkheden
en de bevoegdheden die in de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (Wiv)
2002 waren en thans in de Wiv 2017 zijn opgenomen. Over de vertrouwelijke aspecten
van het werk van de diensten wordt via de CIVD politieke verantwoording afgelegd.
Bovendien geldt dat de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten
(CTIVD) te allen tijde belast was en is met de controle op de rechtmatigheid van het
handelen van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Daarmee vormt de CTIVD een wezenlijk
onderdeel van het stelstel van wettelijke waarborgen die van toepassing zijn op de
werkzaamheden van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
Vraag 3, 4, 5 en 6
Kunt u in zijn algemeenheid aangeven wanneer operaties van de inlichtingen-en veiligheidsdiensten
(I&V-diensten) in het buitenland goedkeuring vereisen van de politieke leiding?
Kunt u in zijn algemeenheid aangeven wanneer de I&V-diensten verantwoording moeten
afleggen voor operaties in het buitenland?
Kunt zonder in te gaan op deze specifieke casus reageren op de duiding van topambtenaar
Wim Kuijken dat het tot de professionele taak hoort van de AIVD om de Minister te
informeren bij dit soort operaties, en dat ook de Minister-President op de hoogte
dient te zijn «vanwege de mogelijke geopolitieke implicaties»?
Kunt in zijn algemeenheid aangeven wanneer de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten
(CIVD) over operaties in het buitenland geïnformeerd moet worden?
Antwoord 3, 4, 5 en 6
Voorop staat dat de Wiv 2017 geen onderscheid kent tussen de inzet van bevoegdheden
in het binnen- of buitenland. Dat houdt in dat dezelfde voorwaarden en waarborgen
gelden voor inzet in het buitenland als voor diezelfde inzet in Nederland, waaronder
begrepen de voorgeschreven toestemmingsniveaus uit de Wiv 2017, toetsing door de Toetsingscommissie
Inzet Bevoegdheden (TIB) of voorgeschreven meldingen bij de CTIVD.
Zowel in de periode waar de publicatie betrekking op heeft, als nu functioneren de
diensten onder de ministeriële verantwoordelijkheid. Zie ook het antwoord op vragen
1 en 2.
Vanwege de genoemde plicht tot geheimhouding kan in het openbaar niet worden ingegaan
op de informatievoorziening aan de Minister-President. In het algemeen geldt dat de
betrokken Ministers de afweging maken of de Minister-President direct of via de Raad
voor de Veiligheids- en Inlichtingendiensten en vertrouwelijk wordt geïnformeerd over
het handelen van de diensten.
De AIVD en de MIVD hebben te maken met een stelsel van parlementaire controle. Primair
geldt dat parlementaire controle plaatsvindt in het openbaar, via de vaste commissies
voor Binnenlandse Zaken (indien van toepassing) en in het geheim – waar het staatsgeheime
informatie betreft – in de CIVD. Daarnaast vindt doorlopende controle plaats via de
CTIVD, de onafhankelijke en gespecialiseerde toezichthouder op de inlichtingen- en
veiligheidsdiensten. Ook worden bepaalde door de Minister verleende toestemmingen
(de grondslag van een operatie) aan de TIB voorgelegd voor een rechtmatigheidstoets.
In andere gevallen mag uitsluitend de Rechtbank Den Haag toestemming verlenen.
Verder wordt over de aard en inhoud van de informatievoorziening en verantwoording
aan de CIVD door het kabinet in het openbaar geen mededelingen gedaan.
Vraag 7
Bent u van mening dat de democratische controle op de operaties waar de I&V-diensten
aan deelnemen voldoende geborgd is?
Antwoord 7
Ik ben van mening dat zowel de democratische controle alsook het toezicht op de handelingen
van de diensten, zijn geborgd. Ik verwijs u verder naar de beantwoording van vraag
1 en 2.
Vraag 8 en 9
Kan het voorkomen dat de Nederlandse I&V-diensten hulpverlenen aan acties van andere
I&V-diensten zonder zelf op de hoogte zijn van wat die acties behelzen, en wat de
(geopolitieke) gevolgen zijn van die acties? Acht u dat wenselijk?
Welke eisen stellen de Nederlandse I&V-diensten aan het meewerken aan operaties geleid
door I&V-diensten van andere landen?
Antwoord 8 en 9
Er wordt in het openbaar niet ingegaan op de werkwijze van de diensten, waaronder
de aard van de samenwerking met inlichtingen- en veiligheidsdiensten van andere landen
(hierna: buitenlandse diensten).
Internationale samenwerking is voor de AIVD en de MIVD van essentieel belang.
De samenwerking met buitenlandse diensten moet voldoen aan de wettelijke vereisten
en waarborgen zoals door de Wiv 2017 is bepaald.1 Dat betreft allereerst de bevoegdheid tot het aangaan van samenwerkingsrelaties met
buitenlandse diensten en de daaraan voorafgaande, door de diensten te maken, weging
die bepalend is voor de vraag of en, zo ja, waaruit die samenwerking kan bestaan.
De Wiv 2017 geeft verder een regeling voor de verstrekking van gegevens alsmede het
verlenen van technische en andere vormen van ondersteuning aan buitenlandse diensten.
Tevens bevat de Wiv 2017 een regeling voor het doen van verzoeken om technische en
andere vormen van ondersteuning aan buitenlandse diensten door de AIVD of MIVD.
De samenwerking met buitenlandse diensten valt volledig onder het toezicht van de
CTIVD.
Vraag 10, 11 en 12
Kunt u bevestigen dat de AIVD in 2007 betrokken was bij een sabotageactie van het
Iraanse kernwapenprogramma? Zo ja, heeft er op enige wijze politieke goedkeuring plaats
gevonden van deze actie? Is er op enige wijze achteraf verantwoording afgelegd over
de actie?
Kunt u bevestigen dat de AIVD «wist dat het meedeed aan een operatie om het Iraanse
nucleaire programma te saboteren», zoals de Volkskrant stelt? Zo ja, in hoeverre zou
op basis van die kennis volgens u goedkeuring verzocht moeten worden voor de deelname
bij de politieke leiding? In hoeverre had op basis van die kennis de CIVD geïnformeerd
moeten worden?
Kunt u bevestigen dat de AIVD niet wist op welke wijze de eigen agent zou bijdragen
aan het saboteren van het Iraanse kernwapenprogramma, namelijk via het inbrengen van
een computervirus?
Antwoord 10, 11 en 12
Gelet op de wettelijke plicht tot geheimhouding van de werkwijze van de diensten,
kan ik niet inhoudelijk reageren op vermeende betrokkenheid van Nederland. In voorkomende
gevallen dat de Kamer geïnformeerd dient te worden, zal dit via de CIVD worden gedaan.
Vraag 13
Deelt u de mening dat het zeer onwenselijk is dat Nederland operaties uitvoert met
mogelijk verstrekkende gevolgen zonder zelf volledig op de hoogte te zijn van de inhoud
van die operaties?
Antwoord 13
Zie het antwoord op vraag 8.
Vraag 14
Waren de handelingen (of het gebrek daaraan) van de AIVD m.b.t. de sabotageactie volgens
u in strijd met de toen geldende wetgeving, in het bijzonder de Wet op de inlichtingen-
en veiligheidsdiensten (Wiv) 2002?
Antwoord 14
Gelet op de wettelijke plicht tot geheimhouding van de werkwijze van de diensten,
kan ik niet inhoudelijk reageren op vermeende betrokkenheid van Nederland. In voorkomende
gevallen dat de Kamer geïnformeerd dient te worden, zal dit via de CIVD worden gedaan.
Vraag 15
Zouden de handelingen (of het gebrek daaraan) van de AIVD m.b.t. de sabotageactie
volgens u in strijd zijn met de Wiv 2017 en de Tijdelijke wet cyberoperaties?
Antwoord 15
De Wiv 2017 noch het kabinet spreken van «sabotage». De memorie van toelichting (MvT)
op de Wiv 2017 spreekt van de mogelijkheid om verstoringsacties uit te voeren, als
één van de maatregelen zoals hieronder beschreven.
De Wiv 2017 bevat de bevoegdheid tot het bevorderen of treffen van maatregelen ter
bescherming van door de betreffende dienst te behartigen belangen. Vooropgesteld wordt
dat deze bevoegdheid qua inzet, impact en risicoafwegingen veel verschillende verschijningsvormen
kent. Bij het bevorderen of het treffen van maatregelen gaat het er met name om bepaalde
anti-democratische, staatsgevaarlijke activiteiten of andere activiteiten die gericht
zijn tegen één van de in de Wiv genoemde belangen te ontmoedigen of in de kiem te
smoren met als uiteindelijke doel (preventief) te voorkomen dat de ermee gepaard gaande
risico’s worden gerealiseerd.
De juridische basis om een verstoringsactie uit te voeren – met de explicitering dat
hierbij gebruik mag worden gemaakt van een technisch hulpmiddel – is terug te vinden
in artikel 73 lid 1 van de Wiv 2017. In de MvT Wiv 2017 is de toelichting op artikel
73 terug te vinden in paragraaf 4.3.2 In de Wiv 2002 was deze juridische basis terug te vinden in artikel 21 lid 1 sub
a onder 2.
De Tijdelijke Wet onderzoek naar landen met een offensief cyberprogramma wijzigt niets
aan de bevoegdheid in het wettelijke kader hieromtrent en de waarborgen die hiervoor
gelden. De Wiv 2017 blijft op dit punt onverkort van kracht.
Zie verder het antwoord op vraag 2.
Vraag 16
Bent u bereid de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten
(CTIVD) te verzoeken onderzoek te doen naar deze casus?
Antwoord 16
De CTIVD bepaalt als onafhankelijke toezichthouder binnen de wettelijke kaders van
de Wiv 2017 zelf of, en zo ja naar welk onderdeel van het handelen van de diensten
zij onderzoek zal instellen. Het is mij niet bekend of de CTIVD voornemens is een
onderzoek naar deze casus in te stellen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
M. Rutte, minister van Algemene Zaken -
Mede namens
K.H. Ollongren, minister van Defensie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.