Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Blaauw en Faber-van de Klashorst over het bericht ‘Ramen Universiteitsbibliotheek vernield en beklad met pro-Palestinaleuzen’
Vragen van leden Blaauw en Faber-van de Klashorst (beiden PVV) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Ramen Universiteitsbibliotheek vernield en beklad met pro-Palestinaleuzen» (ingezonden 14 december 2023).
Antwoord van Minister Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 25 januari
2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Ramen Universiteitsbibliotheek vernield en beklad met
pro-Palestinaleuzen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u op de hoogte van het feit dat bij de Universiteitsbibliotheek van de Rijksuniversiteit
Groningen (RUG) ramen zijn vernield en «Free Palestine», «We will escalate» en een
Antifa-logo op de muur is gekalkt?2
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Deelt u de mening dat deze openlijke vernieling van publieke eigendommen volstrekt
onacceptabel is?
Antwoord 3
Ja, ik deel deze mening. Het aanbrengen van vernielingen levert geen enkele bijdrage
aan oplossingen voor het conflict in Israël en de Palestijnse gebieden. Vernieling
is tevens een misdrijf en is strafbaar gesteld in artikel 350 van het Wetboek van
Strafrecht.
Vraag 4
Deelt u de mening dat «Free Palestine» en «We will escalate» samen met het Antifa-logo
valt in een gewelddadige context?
Antwoord 4
Door de heftige gebeurtenissen zoals het conflict in Israël en de Palestijnse gebieden
kunnen gevoelens van woede, onbegrip en onmacht overheersen. Daarom is het echter
juist van groot belang dat de discussie over dit conflict op een respectvolle en waardige
manier wordt gevoerd. Discussies mogen schuren, maar er wordt een wettelijke grens
overschreden als publieke eigendommen worden vernield, er wordt gediscrimineerd of
opgeroepen tot geweld en aangezet tot haat.
Vraag 5
Bent u bereid om samen met het College van Bestuur van de RUG in gesprek te gaan om
dit geweld en de vernielingen openlijk te veroordelen?
Antwoord 5
Ik zie momenteel geen aanleiding om samen met het College van Bestuur van de RUG in
gesprek te gaan over deze gebeurtenissen. Het is in de eerste plaats aan de universiteit
om dergelijke casuïstiek proportioneel af te handelen, daarbij waar nodig de daartoe
bevoegde partijen in te schakelen en bij strafbare feiten aangifte te doen bij de
politie. Dit is ook gebeurd. Het College van Bestuur heeft ook op de website van de
universiteit een statement geplaatst waarin deze vernielingen worden veroordeeld en
wordt opgeroepen om juist in deze tijden het gesprek met elkaar te blijven voeren,
met respect voor elkaars omstandigheden en standpunten. Ik onderschrijf dit standpunt.
Verder voer ik diverse gesprekken met onder meer studenten, docenten, wetenschappers
en onderwijsbestuurders over de impact van het conflict en hoe zij daarmee omgaan.
Vraag 6
Wat gaat u eraan doen om in de toekomst dit soort gewelddadigheden te voorkomen?
Antwoord 6
Zoals in het antwoord op vraag 5 is aangegeven, is het in de eerste plaats aan de
universiteit om dergelijke casuïstiek proportioneel af te handelen. Dit is ook gebeurd.
Opsporing en vervolging van de daders is aan de politie. Ik voer vanuit mijn stelselverantwoordelijkheid
gesprekken met het onderwijsveld over de maatschappelijke spanning en de impact van
het conflict. Zowel over hoe het onderwijs hiermee omgaat, wat er beschikbaar is qua
informatie en kennis over het conflict als over het voeren van het moeilijke gesprek
binnen instellingen, de randvoorwaarden hiervoor en wat er mogelijk gedaan kan worden
om informatie breder te ontsluiten en uit te wisselen. De gesprekken helpen mij ook
om een vinger aan de pols te blijven houden bij verdere ontwikkelingen in het onderwijsveld.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.