Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Teunissen over “het bericht dat het verbranden van hout niet is uitgesloten van de doelstelling voorhernieuwbare energie op de klimaattop in Dubai en dat Nederlandsekolencentrales een vergunning willen om over te stappen op het verbranden van houtpellets met CO2-afvang en opslag (BECCS)”
Vragen van het lid Teunissen (PvdD) aan de Minister voor Klimaat en Energie over het bericht dat het verbranden van hout niet is uitgesloten van de doelstelling voor hernieuwbare energie op de klimaattop in Dubai en dat Nederlandse kolencentrales een vergunning willen om over te stappen op het verbranden van houtpellets met CO2-afvang en opslag (BECCS) (ingezonden 13 december 2023).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie) (ontvangen 25 januari 2024).
Vraag 1
Kent u het bericht «Succes op klimaattop Dubai dreigt volgens natuurbeschermers uit
te draaien op ramp voor bossen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat verbranding van hout (houtige biomassa/houtpellets) meetelt voor het
op de COP28 afgesproken doel om de hernieuwbare energie capaciteit te verdrievoudigen
in 2030? Zo ja, wat vindt u hiervan?
Antwoord 2
Het klopt dat houtige biomassa meetelt voor het op de COP28 afgesproken doel om de
hernieuwbare energie capaciteit te verdrievoudigen in 2030. Mondiaal zijn landen echter
wel verplicht om onder het Klimaatverdrag (United Nations Framework Convention on
Climate Change, UNFCCC) hun koolstofvoorraden in bos te monitoren en hierover te rapporteren.
Als deze koolstofvoorraden afnemen (door bijvoorbeeld de inzet van houtige biomassa),
leidt dit tot emissies in het land van herkomst en wordt dus de CO2-emissie opgenomen als verandering in het landgebruik. In de beantwoording van vraag
3 zet ik uiteen wat het kabinet vindt van de inzet van biogrondstoffen voor energietoepassingen.
Vraag 3
Deelt u de mening dat meer hernieuwbare energie goed is maar niet in de vorm van houtige
biomassa, omdat het verbranden van hout voor energie leidt tot ontbossing en afname
van de CO2-opslagcapaciteit van bossen? Vindt u het ook heel zorgwekkend dat fossiel massaal
dreigt te worden ingeruild voor het verbranden van hout, terwijl dit op geen enkele
manier duurzaam is?
Antwoord 3
Net als uw Kamer kijkt het kabinet kritisch naar de inzet van biogrondstoffen voor
energietoepassingen. Daarom heeft het kabinet, conform Duurzaamheidskader biogrondstoffen,
besloten geen subsidies meer beschikbaar te stellen voor het gebruik van biogrondstoffen
voor elektriciteitsopwekking en laagtemperatuur warmte en in te zetten op het opbouwen
van hoogwaardige toepassingen van biogrondstoffen in de chemie en bouw. Alleen duurzame
biogrondstoffen kunnen bijdragen aan een klimaatneutrale en circulaire samenleving.
Dit wordt onderschreven door rapporten van het IPCC, PBL en de SER. In Europa zorgt
de REDIII ervoor dat er strenge duurzaamheidseisen worden gesteld aan biogrondstoffen
die gebruikt worden in Europa, ook als deze hun oorsprong buiten Europa hebben. Mondiaal
waarborgt de UNFCCC ervoor dat landen hun koolstofvoorraden in bos monitoren en rapporteren.
Als deze koolstofvoorraden afnemen, dan zullen deze landen hierop worden afgerekend
in hun klimaatdoelstellingen.
Vraag 4
Kent u de brandbrief van 25 internationale natuur- en bosbeschermingsorganisaties
aan de delegatieleider bij de COP28 namens de EU – Eurocommissaris voor klimaatbeleid,
de heer Hoekstra – waarin zij oproepen om de mondiale doelstelling voor hernieuwbare
energie aan te scherpen door biomassaverbranding voor energie uit te sluiten?2
Antwoord 4
Ja.
Vraag 5
Klopt het dat de Eurocommissaris deze oproep naast zich neer heeft gelegd en houtige
biomassa «geen onderwerp van discussie was» en «niet in het mandaat» zat waarmee hij
in Dubai op pad is gestuurd? Zo ja, hoe kan dit? Zo nee, hoe zit het dan?
Antwoord 5
Of de Eurocommissaris de oproep naast zich neer heeft gelegd, kan ik niet beoordelen.
Het belang van het stoppen van ontbossing is door de Eurocommissaris wel benoemd in
de onderhandelingen over de global stocktake.3 Het klopt dat, in de gesprekken die zijn gevoerd over de mondiale doelstelling voor
hernieuwbare energie, houtige biomassa geen onderwerp van discussie was. De gesprekken
gingen met name over hoe we er collectief voor zorgen dat er de komende jaren veel
meer wordt geïnvesteerd in kosteneffectieve vormen van hernieuwbare energie zoals
zon- en windenergie.
Vraag 6
Gezien uw toezegging aan de Kamer dat Nederland zich in Brussel inzet om deze trend
grootschalige kap van bomen en bossen voor het gebruik van biomassa binnen de Europese
Unie, met als gevolg het afnemen van de CO2-opslagcapaciteit van de Europese bossen te keren4, heeft u namens Nederland binnen de Europese Unie aangedrongen op het uitsluiten
van biomassaverbranding voor energie binnen de mondiale doelstelling voor hernieuwbare
energie? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat heeft u hiermee bereikt?
Antwoord 6
Op 8 januari 2022 heb ik uw Kamer toegezegd om mij in Europa in te blijven zetten
voor verdere aanscherpingen van de duurzaamheidscriteria voor het gebruik van biogrondstoffen.
Met als resultaat de herziening van de richtlijn voor hernieuwbare energie (RED III),
waarin strenge eisen worden gesteld over het duurzaam beheren van bossen, met oog
voor natuurbescherming, biodiversiteit en de langetermijn productiecapaciteit van
bossen. Daarnaast stelt de REDIII strenge eisen aan de monitoring van LULUCF-sectoren,
waaronder dat koolstofvoorraden behouden en verbeterd worden, en oogst niet groter
is dan aanwas. Voor Europese bossen, waar de vraag aan refereert, zouden strengere
mondiale eisen daarom geen verschil maken. Immers die worden al gereguleerd door de
strenge eisen die de REDIII stelt. Bij het bepalen van het onderhandelingsmandaat
voor de COP is geen discussie geweest over de inzet van biogrondstoffen.
Vraag 7
Wilt u toezeggen om bij de klimaattop van volgend jaar er alles aan te doen om biomassaverbranding
voor energie uit te sluiten van de mondiale doelstelling voor hernieuwbare energie?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u dit doen?
Antwoord 7
Met de uitkomst van COP28 hebben alle partijen bij het Parijs Akkoord zich gecommitteerd
aan het verdrievoudigen van de mondiale hernieuwbare energie capaciteit. Een dergelijk
besluit aanpassen vereist instemming van al die landen. De inspanningen van die landen
richten zich met name op het verbeteren van samenwerking tussen overheden, private
partijen en internationale financiële instellingen met als doel de juiste omstandigheden
te creëren voor de benodigde investeringen in schone vormen van hernieuwbare energie,
zoals zon- en windenergie. Daar wil ik me de komende tijd op richten, onder meer in
mijn rol als vicevoorzitter van de ministeriële bijeenkomst van het Internationaal
Energie Agentschap in februari.
Vraag 8
Klopt het dat energiebedrijf RWE haar twee kolencentrales volledig wil ombouwen naar
biomassacentrales en de CO2 wil afvangen en onder de grond wil stoppen (een vorm van BECCS – bioenergie in combinatie
met het afvangen en opslaan van CO2)?
Antwoord 8
RWE heeft in diverse persberichten, waaronder het bericht van 20 juni 20235, aangegeven dat het de bedoeling is «om in de Amer- en Eemshavencentrale van RWE,
CO2 van duurzame, biogene oorsprong te hergebruiken en op te slaan» en dat «de planning
is om, mits technisch en economisch haalbaar, vanaf 2030 negatieve emissies en groene
CO2te produceren.»
Vraag 9
Bent u van plan voor dit project een vergunning en/of subsidie te verstrekken? Zo
ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
De eventueel aan te vragen vergunningen zullen door het desbetreffende bevoegd gezag
moeten worden beoordeeld en al dan niet afgegeven. Dat is niet aan mij, maar aan de
gemeente en provincie. De Europese Commissie zal in 2026 een rapport uitbrengen met
mogelijkheden en voor- en nadelen van het belonen van negatieve emissies middels het
EU ETS. Nationale stimulering van negatieve emissies wordt op dit moment nader uitgewerkt
met inachtneming van het duurzaamheidskader biogrondstoffen, de Richtlijn Hernieuwbare
Energie, de beschikbaarheid van biogrondstoffen en de behoefte aan vervanging van
fossiele koolstof door niet-fossiele koolstof.
Vraag 10
Heeft u de BECCS maatregel uit het voorjaarspakket klimaat inmiddels nader uitgewerkt
(Aanhangsel handelingen 2022/23, 3178)? Kunt u de uitwerking met de Kamer delen?
Antwoord 10
De nadere uitwerking van de maatregel voor negatieve emissies vindt op dit moment
plaats. Hierbij worden verschillende instrumenten bezien, waarbij onder andere techniekneutraliteit
een belangrijk uitgangspunt is. Daarna zullen eventuele voorstellen worden gedaan
aan de Kamer.
Vraag 11 en 12
Overweegt u alternatieven voor BECCS om de vraag naar biogrondstoffen te verminderen?6 Zo ja welke? Zo nee, waarom niet?
Kunt u toelichten op welke manier de toepassing van BECCS volgens u bijdraagt aan
het tegengaan van klimaatverandering, een circulaire economie en de transitie naar
kringlooplandbouw?7
Antwoord 11 en 12
Volgens IPCC, IEA en PBL zijn we afhankelijk van koolstofverwijdering voor het behalen
van onze klimaatdoelstellingen, omdat sommige sectoren moeilijk te vermijden emissies
zullen houden die gecompenseerd dienen te worden. Koolstofverwijdering kan via bijvoorbeeld
BECCS, DACCS, en vastlegging in bomen, bodem en producten worden gerealiseerd. Waar
bij fossiele verbranding koolstof uit de bodem wordt onttrokken via fossiele brandstoffen
om uiteindelijk in de atmosfeer te belanden, wordt bij BECCS koolstof uit de atmosfeer
onttrokken via biogrondstoffen om uiteindelijk onder de bodem op te slaan. BECCS verlaagt
dus de concentratie koolstofdioxide in de atmosfeer en draagt daarmee bij aan het
tegengaan van klimaatverandering. BECCS kan dus een techniek zijn die bijdraagt aan
het realiseren van negatieve emissies.
Biogrondstoffen spelen een belangrijke rol in de transitie naar een klimaatneutrale
en circulaire samenleving. Duurzame biogrondstoffen kunnen primaire abiotische grondstoffen
vervangen en zo de milieu-impact verlagen. Gelet op de schaarste van biogrondstoffen
is het belangrijk dat biogrondstoffen gecascadeerd en zo hoogwaardig mogelijk worden
ingezet. Er zijn echter stromen van biogrondstoffen (zoals bijvoorbeeld rioolwaterzuiveringsslib
of afvalstromen uit bioraffinageprocessen) waarvoor een meer hoogwaardige toepassing
dan verbranding (nog) niet mogelijk of te duur is. De inzet van deze reststromen biedt
een mogelijkheid voor de realisatie van koolstofverwijdering via BECCS.
Het kabinet werkt aan het opschalen van hoogwaardige toepassingen van biogrondstoffen
in de bouw (via de Nationale Aanpak Biobased Bouwen8) en in de chemie (met o.a. de nationale circulaire plasticsnormering) waarbij koolstofverwijdering
kan worden gerealiseerd door, respectievelijk, de opslag van koolstof in biobased
bouwmaterialen en CO2-afvang en -opslag bij biochemie- of bioraffinageprocessen. Onderdeel van de transitie
van de landbouw is de zoektocht naar nieuwe verdienmodellen. De energie- en grondstoffentransitie
bieden nieuwe kansen zoals de productie van biogrondstoffen voor biobased bouwmaterialen
en de chemie, en het leveren van reststromen voor de productie van groen gas. De productie
van biogrondstoffen kan naast de primaire inkomsten uit de verkoop ervan mogelijk
ook secundaire inkomsten uit de verkoop van koolstofcertificaten opleveren.
De maatregel voor negatieve emissies uit het voorjaarspakket Klimaat is niet gelimiteerd
tot Bio Energy and Carbon Capture and Storage (BECCS), maar zal techniekneutraal worden ingevuld. Hierbij bekijkt het kabinet op
welke manier negatieve emissies techniekneutraal en zo efficiënt en rechtvaardig mogelijk
kunnen worden gestimuleerd. Naast BECCS zijn er andere technieken denkbaar die negatieve
emissies (koolstofverwijdering) kunnen bewerkstelligen. Bijvoorbeeld de afvang en
opslag van biogene CO2 uit raffinageprocessen, opslag van CO2 in bodem, bomen of materialen of afvang van CO2 direct uit de atmosfeer.
Vraag 13
Erkent u dat negatieve emissies volgens de SER «ook langs andere wegen [dan BECCS]
mogelijk [zijn] die beter passen binnen een circulaire economie of kringlooplandbouw,
zoals door bosaanplant en door vastlegging van koolstof in de bodem en in producten
tijdens de gebruiksfase. Waar alternatieven voor negatieve emissies mogelijk zijn
zoals bijvoorbeeld bij koolstofopslag in de bodem, verdienen deze dan ook serieuze
overweging»?9 Wat is uw reactie hierop? Hoe geeft u hier invulling aan?
Antwoord 13
In het rapport «Biomassa in Balans» geeft de SER aan dat vanuit klimaatperspectief
toepassingen die negatieve emissies genereren hoogwaardiger zijn dan vergelijkbare
alternatieven zonder deze negatieve emissies, omdat deze meer zekerheden bieden op
het behalen van de klimaatdoelen. De SER geeft aan dat deze negatieve emissies gerealiseerd
kunnen worden door verbranding van biogrondstoffen of het produceren van biobrandstoffen
voor transport, in combinatie met de ondergrondse opslag van CO2 (BECCS). Vervolgens stelt het rapport conform uw vraagstelling dat «negatieve emissies
ook langs andere wegen mogelijk zijn, die beter passen binnen een circulaire economie
of kringlooplandbouw. Zoals door bosaanplant en door vastlegging van koolstof in de
bodem en in producten tijdens de gebruiksfase.» Zoals aangegeven in het antwoord op
vraag 11 en 12 zijn negatieve emissies onmisbaar voor het realiseren van de klimaatdoelstellingen
en zet het kabinet hier dan ook op in. Uit onderzoek van o.a. het PBL10 blijkt dat de combinatie van bioenergie met afvang en opslag van CO2 (BECCS) en het afvangen van CO2 in het productieproces van biobrandstoffen het grootste potentieel hebben voor negatieve
emissies in Nederland. Negatieve emissies kunnen ook via andere technieken bereikt
worden, die volgens het PBL ook in Nederland relevant zijn.
Vraag 14
Kent u het bericht «Plan ombouw kolencentrales met CO2-afvang ontlokt nieuwe strijd om biomassa: «Fnuikend voor de bossen»»?11
Antwoord 14
Ja.
Vraag 15
Erkent u dat er ook voor BECCS gigantische hoeveelheden houtpellets moeten worden
geïmporteerd en verbrand, inclusief bijbehorend risico op luchtvervuiling, ontbossing,
verlies van biodiversiteit en CO2-opslagcapaciteit?
Antwoord 15
BECCS, de afvang en opslag van biogene koolstof bij bioenergie, kan diverse vormen
aannemen. Bijvoorbeeld verbranding van biogrondstoffen in energiecentrales en daarbij
behorende afvang van de biogene CO2 om koolstofverwijdering te bereiken, maar ook de afvang en opslag van biogene koolstof
bij bijvoorbeeld raffinageprocessen. In het tweede geval is er bijvoorbeeld geen sprake
van de verbranding van houtpellets en in het eerste geval hoeft dat ook niet persé
het geval te zijn. Bij toepassingen van koolstofverwijderingstechnieken wordt het
duurzaamheidskader biogrondstoffen gehanteerd. Hierdoor wordt geborgd dat het gebruik
van biogrondstoffen niet leidt tot onacceptabele consequenties voor de natuur en biodiversiteit
en dat duurzame biogrondstoffen zo hoogwaardig mogelijk worden ingezet.
Vraag 16
Erkent u dat wetenschappers zoals Timothy Searchinger van Princeton University waarschuwen
dat BECCS helemaal niet klimaatneutraal is of zelfs negatieve emissies oplevert, omdat
«wanneer hout wordt geoogst, gaat ten minste de helft van de koolstof van de boom
verloren en vervliegt in de lucht. Ook bij het drogen van hout en het maken van pellets
gaat koolstof verloren.»? Wat is uw reactie hierop?
Antwoord 16
Het is nagenoeg onvermijdelijk dat bij de oogst en verwerking van biogrondstoffen
koolstof vrijkomt. Dat neemt niet weg dat de langdurige opslag van biogene koolstof
wel leidt tot koolstofverwijdering, omdat koolstof uit de korte keten verplaatst wordt
naar lange termijnopslag. Dit is zelfs het geval als een deel van de koolstof van
biogene oorsprong tijdens het proces weer in de atmosfeer vervliegt en dus in de korte
keten blijft. Uiteraard is het van belang om gehanteerde processen zo efficiënt mogelijk
in te richten, zodat deze maximaal doeltreffend zijn. Voor het gebruik van biogrondstoffen
geldt in Nederland het duurzaamheidskader biogrondstoffen, naast de geldende EU wet-
en regelgeving.
Vraag 17
Erkent u dat BECCS een peperdure, onbewezen techniek is?
Antwoord 17
Nee. De inzet van biogrondstoffen bij energiecentrales wordt door marktpartijen zelf
op dit moment al toegepast in bepaalde energiecentrales in Nederland. Het is dus haalbaar
en blijkt in de praktijk toepasbaar. CCS, de opslag van CO2, is een bewezen techniek die in het buitenland al plaatsvindt en waar ook in Nederland
vergevorderde plannen voor zijn. De combinatie van die twee, inzet van bioenergie
en de afvang en opslag van de biogene CO2 daaruit, BECCS, betreft een techniek die op relatief korte termijn haalbaar kan zijn
om koolstofverwijdering mee te bereiken. Dat wordt bevestigd door o.a. het PBL. Dat
geldt overigens ook voor andere technieken van koolstofverwijdering. Sommige andere
koolstofverwijderingstechnieken staan juist nog in de kinderschoenen.
Vraag 18
Hoe kunt u gezien het bovenstaande volhouden dat BECCS niet in strijd is met uw beleidsinzet
dat het verbranden van houtige biomassa voor elektriciteitsopwekking een laagwaardige
toepassing is en zo snel mogelijk moet worden uitgefaseerd?
Antwoord 18
In het coalitieakkoord is afgesproken dat het gebruik van houtige biomassa voor energiedoeleinden
zo snel mogelijk wordt afgebouwd en dat biogrondstoffen zo hoogwaardig mogelijk ingezet
worden aan de hand van de cascaderingsladder en in lijn met het duurzaamheidskader
biogrondstoffen. Deze beleidsinzet wordt ook meegenomen in de uitwerking van de maatregel
voor negatieve emissies.
Vraag 19
Kunt u deze vragen afzonderlijk en zo snel mogelijk beantwoorden?
Antwoord 19
Ja. In verband met leesbaarheid zijn vraag 11 en 12 gezamenlijk beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.