Schriftelijke vragen : Het rapport ‘De (on)menselijke maat van het UWV’
Vragen van het lid Van Kent (SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het rapport «De (on)menselijke maat van het UWV» (ingezonden 24 januari 2024).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het rapport «De (on)menselijke maat van het UWV», aangeboden
door Steungroep ME en Arbeidsongeschiktheid? Kunt u ingaan op de conclusies die in
het rapport worden getrokken?1
Vraag 2
Klopt het dat mensen met ME een onjuist toekomstbeeld geschetst krijgen door keuringsartsen
van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV)? Om hoeveel mensen gaat
het die wellicht een onjuiste beoordeling hebben gekregen?
Vraag 3
Hoe kan het gebeuren dat mensen door keuringsartsen niet worden geloofd? Waar gaat
het dan mis in de beoordeling?
Vraag 4
Waarom is er door het UWV niet gehandeld naar aanleiding van eerdere signalen, zoals
het advies van de Gezondheidsraad uit 2018 waarin werd opgeroepen ME/CVS te erkennen
als ernstige ziekte?
Vraag 5
Over welke ziekten heeft het UWV nog meer signalen waaruit blijkt dat er misschien
met willekeur wordt geoordeeld door keuringsartsen? Om hoeveel mensen kan dit wellicht
gaan?
Vraag 6
Wat gaat het UWV doen om te voorkomen dat er situaties zoals van deze ME/CVS patiënten
plaatsvinden? Welke stappen zijn er al eerder genomen en waarom gaat het dan alsnog
mis?
Vraag 7
Hoe staat het met de uitvoering van de aangenomen motie van Kent2 die oproept om tot een protocol te komen waardoor moeilijk objectiveerbare ziektes
als ME/CVS worden erkend en serieus worden genomen door keuringsartsen van het UWV?
Indieners
-
Gericht aan
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Indiener
Bart van Kent, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.