Lijst van vragen en antwoorden : Lijst van vragen en antwoorden inzake Defensie Projectenoverzicht 2023 (Kamerstuk 27830-417)
27 830 Materieelprojecten
Nr. 424 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 23 januari 2024
De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Staatssecretaris
van Defensie over de brief van 19 september 2023 inzake het Defensie Projectenoverzicht
2023 (Kamerstuk 27 830, nr. 417).
De Minister en Staatssecretaris van Defensie hebben deze vragen beantwoord bij brief
van 23 januari 2024. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De fungerend voorzitter van de commissie, De Roon
Adjunct-griffier van de commissie, Manten
1.
Welke projecten in het Projectenoverzicht bevatten een component onbemand, robotisering
of robots en autonome capaciteit (zowel sensor als shooter)? Kunt u dit uitsplitsen
naar onbemand, robotisering en autonoom?
Een aantal projecten bevat onbemande componenten. Voorbeelden daarvan zijn de MQ-9,
waarbij het vliegtuig weliswaar onbemand is, maar altijd op afstand door een mens
wordt bestuurd, waarmee dus altijd sprake is van betekenisvolle menselijke controle
(meaningful human control – MHC). Ook het MCM-vaartuig beschikt over een «toolbox» van onbemande systemen voor in de lucht, aan de oppervlakte en onder water om de
taken te kunnen uitvoeren. Dit omvat de inzet van autonome vaartuigen, luchtdrones
en onderwaterdrones die zijn uitgerust met geavanceerde sensoren, waaronder sonarsystemen
en camerasystemen.
Daarmee is geen van de projecten volledig onbemand, gerobotiseerd of autonoom, zodat
deze indeling niet te maken is. Zoals vermeld in de kabinetsreactie op het AIV-rapport
«inzet van autonome wapens» (Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 2214) en aanvullende Kamervragen (Kamerstuk 2023D15018 van 11 april 2023) heeft het kabinet aangegeven dat Nederland eraan vasthoudt dat
bij wapeninzet altijd sprake is van een vorm van betekenisvolle menselijke controle
(meaningful human control – MHC).
2.
Wanneer worden naar verwachting de extra Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS)
batches geleverd?
Er zijn voor het deelproject draag- en bepakkingssysteem van VOSS vijf extra batches
aangeschaft om, in afwachting van het afsluiten van een onderhoudscontract, eventuele
defecte systemen te vervangen. Uit deze batches worden nu reeds VOSS middelen uitgeleverd.
3.
Hoe lang zal de uitrol van VOSS naar eenheden duren?
VOSS bestaat uit de deelprojecten: 1) communicatiemiddelen, De uitrol hiervan heeft
vertraging opgelopen als gevolg van: A) De kwaliteit van de systemen bleek onvoldoende
tijdens de acceptatietesten. B) Een Nederlandse toeleverancier kon, vanwege een tijdelijk
ingetrokken ABDO-certificaat, de crypto-module niet tijdig leveren C) Als gevolg van
de veiligheidssituatie in Israël, is veel personeel van de leverancier gemobiliseerd
een productielocatie verplaatst naar veiliger gebied. De initiële uitrol hiervan zal
naar verwachting in het tweede kwartaal van 2024 starten en een jaar duren. 2) draagbare
autonome energievoorziening deze wordt in het eerste en tweede kwartaal getest door
de eenheden in het veld, op basis hiervan wordt het verdere traject bepaald. 3) een
draag-en bepakkingssysteem met ballistische bescherming. De initiële uitrol hiervan
is in Q1 2023 afgerond.
4.
Wanneer verwacht u een besluit over de offertes voor de vervanging van de onderzeeboten
van de Walrusklasse te nemen?
De beoordeling van de offertes vordert en duurt volgens de huidige inzichten tot circa
eind januari 2024. Daarna volgt het opstellen van het voorlopig gunningsbesluit. Het
streven is om de besluitvorming in het eerste kwartaal van 2024 te voltooien en de
Kamer hierover met de zogenoemde DMP D-brief te informeren. Uw Kamer is hierover eerder
geïnformeerd in de brief over het proces tot gunning (Kamerstuk 34 225, nr. 44).
5.
Waarom vervalt het instandhoudingsprogramma op de vierde onderzeeboot van de Walrusklasse?
De 4e onderzeeboot is inmiddels uit dienst gesteld, om langer door te kunnen varen
met uiteindelijk twee operationele Walrusklasse boten tot aan de vervanging. Hierdoor
is het instandhoudingsprogramma voor deze boot komen te vervallen zoals gemeld in
de Kamerbrief «voortgangsrapportage vervanging onderzeebootcapaciteit, Kamerstuk 34 225, nr. 35 van 1 april 2022.
6.
Waarom krijgen slechts twee van de vier LC-fregatten verbeterde «jammers» en ESSM-raketten?
Het gaat hier om de investeringsprojecten voor de Luchtverdedigings- en Commandofregatten
(LC-fregatten): «Langer doorvaren LC-fregatten: Elektronische oorlogvoering» (Kamerstuk
27 830, nr. 380) en «ESSM Block 2: Verwerving en integratie» (Kamerstuk 27 830, nr. 355). Bij deze projecten heeft Defensie een evenwicht gezocht tussen enerzijds de beschikbaarheid
voor operationele inzet, en anderzijds het verbeteren van de operationele capaciteiten
waardoor de schepen enige tijd niet inzetbaar zijn. Ook financiële overwegingen hebben
een rol gespeeld.
De LC-fregatten ondergaan in de periode 2024–2029 groot onderhoud. De schepen worden
na elkaar onder handen genomen en per schip duurt het groot onderhoud ongeveer anderhalf
jaar. In de afgelopen jaren is Defensie meerdere investeringsprojecten gestart om
de slagkracht van deze schepen te vergroten en de operationele relevantie op orde
te houden. Enkele van deze investeringsprojecten overlappen met het geplande groot
onderhoud, waaronder de twee genoemde projecten. Werkzaamheden van meerdere investeringsprojecten
worden per schip tijdens het groot onderhoud uitgevoerd.
Voor de twee eerdergenoemde projecten geldt de beperking dat belangrijke apparatuur
pas in 2027 beschikbaar is. Dan is echter het groot onderhoud van de eerste twee LC-fregatten
al voltooid. Defensie heeft ervoor gekozen de eerste twee schepen na 2027 niet alsnog
met deze apparatuur uit te rusten, zodat deze schepen na hun groot onderhoud tot hun
vervanging zoveel mogelijk voor operationele inzet beschikbaar zijn.
In de komende jaren zal deze keuze tegen het licht worden gehouden als meer duidelijk
is over de vervanging van de LC-fregatten. De Kamer ontvangt in februari 2024 de A-brief
van dit vervangingsproject. Rond die tijd ontvangt de Kamer tevens de D-brief van
het project «ESSM Block 2: Verwerving en integratie».
7.
Hoe vaak worden de vier LC-fregatten tegelijk ingezet met gebruik van de elektronische
oorlogsvoeringcapaciteiten? Zal het daar mogelijk tekortkomen als niet alle vier LCF
geüpdatet worden?
Het is niet voorzien dat alle schepen van een wapensysteem zoals de LC-fregatten gelijktijdig
operationeel worden ingezet. Bij een marineschip is tijdens de levensduur sprake van
een herhaalde cyclus van vier achtereenvolgende fases, de zogenoemde «vierslag». In
de eerste fase bereiden het schip en de bemanning zich voor op de periode van operationele
inzet. Na dit zogenoemde «opwerken» volgt de tweede fase, de inzetperiode zelf. Vervolgens
wordt het schip in de derde fase voorbereid op het onderhoud, dat de vierde fase vormt.
De Koninklijke Marine plant de verschillende fases van de LC-fregatten zodanig dat
permanent een deel van LC-fregatten operationeel inzetbaar is. Dit is nader toegelicht
in de Kamerbrief van 17 mei 2023 (Kamerstuk 36 124, nr. 31). Bij elke potentiële inzet houdt Defensie rekening met de capaciteiten van een eenheid,
in relatie tot de verwachte dreiging.
8.
Is er bij de vervanging van de Mine Counter Measures (MCM)-vaartuigen de overgang
tussen oude en nieuwe schepen goed overbrugt of is er tijdelijk een tekort? Wanneer
worden de volgende schepen na de BNS Oostende te water gelaten?
Het eerste van zes Nederlandse mijnenbestrijdingsvaartuigen, de toekomstige Zr.Ms.
Vlissingen, is op 19 oktober 2023 te water gelaten. Bij het tweede Nederlandse vaartuig,
de toekomstige Zr.Ms. Scheveningen, zal dat gebeuren in het tweede kwartaal van 2025.
Bij de bouw van een schip is de tewaterlating weliswaar een belangrijke mijlpaal maar
het schip is dan nog niet klaar.
De Koninklijke Marine ontvangt de toekomstige Zr.Ms. Vlissingen in 2025 en daarna
elk jaar tot in 2030 een nieuw vaartuig. Vanaf 2026 wordt jaarlijks één van de huidige
vijf vaartuigen van de Alkmaarklasse buiten dienst gesteld. Volgens de huidige planning
blijft het aantal vaartuigen dat beschikbaar is voor inzet – huidig dan wel nieuw –
in de overgangsperiode op hetzelfde niveau als in de afgelopen jaren. Ik verwijs hiervoor
naar de vertrouwelijke bijlagen bij Kamerstuk 36 124, nr. 31 van 17 mei 2023.
9.
Wat voor munitiesoorten en wapensystemen zijn contra-mobiliteitsmunitie?
Contra-mobiliteitsmunitie zijn explosieve systemen die in een terrein geplaatst kunnen
worden om de vrijheid van manoeuvreren van een tegenstander te beperken. Deze worden
tezamen met andere opgeworpen hindernissen gebruikt om een tegenstander de toegang
tot (delen van) het terrein te ontzeggen. Verwerving van deze contra-mobiliteitsmunitie
maakt deel uit van het gemandateerde project «Ground based Area Access Denial» waarover de Kamer in 2018 met een DMP A-brief geïnformeerd is (Kamerstuk 33 763, nr. 144 van 5 oktober 2018).
In de A-brief uit 2018 staat uitgewerkt dat drie deelsystemen de gehele behoefte aan
GAAD-capaciteit kunnen afdekken. Het betreft Contra-mobiliteitsmunitie, Contra-mobiliteitsmunitie
met een horizontaal effect en Remotely Delivered Systems die van grote afstand zo nauwkeurig mogelijk in het inzetgebied worden gebracht.
Naast de scherpe munitie is ook een hoeveelheid munitie nodig voor opleiding en training.
Dit betreft instructie-, exercitie- en oefenmunitie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R. de Roon, voorzitter van de vaste commissie voor Defensie -
Mede ondertekenaar
N.E. Manten, adjunct-griffier