Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Beckerman naar aanleiding van de vragen over het opstarten van twee productielocaties op het Groningenveld
Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over het bericht Twee gaslocaties in Groningen weer opgestart vanwege vrieskou (ingezonden 9 januari 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen
22 januari 2024).
Vraag 1
In uw brief aan de Kamer1 wordt vermeld dat bij aanhoudende kou het gas eerst uit de opslag bij Norg komt.
Kunt u meer informatie verstrekken over de beschikbare hoeveelheid gas in deze opslag
en de capaciteit ervan?2
Antwoord 1
Op 18 januari jl. bedroeg de vulgraad van gasopslag Norg 71,23%.3 Dit komt neer op een resterend volume van ongeveer 4,3 miljard Nm3. De productiecapaciteit van gasopslag Norg is 3,2 miljoen Nm3/uur.
De Europese wet- en regelgeving stelt dat de leveringszekerheid in een lidstaat geborgd
moet zijn als gedurende één of meerdere dagen van uitzonderlijk hoge gasvraag het
grootste productiemiddel, d.w.z. gasopslag Norg voor Nederland, uit zou vallen. De
leveringszekerheid moet in dat geval geborgd zijn tot een temperatuur van –15,5 graden
Celsius. GTS heeft in de «Analyse stand van zaken op de gasmarkt en leveringszekerheid
in het volgende gasjaar» d.d. 26 mei 20234 aangegeven dat een capaciteitstekort op begint te treden bij de combinatie van een
gemiddelde effectieve etmaaltemperatuur van –6,5 graden Celsius en lager en uitval
van gasopslag Norg. Om deze reden is in het vaststellingsbesluit 2023–2024 bepaald
dat bij deze gemiddelde effectieve etmaaltemperatuur productielocaties alsnog van
nul naar het waakvlamniveau moeten worden gebracht.
Dit betreft een probleem ten aanzien van de capaciteit en niet ten aanzien van het
volume van de opslag. Met andere woorden, het gaat niet om hoe vol de gasopslag zit
maar om de hoeveelheid gas die per uur vanuit deze gasopslag geleverd kan worden bij
zeer strenge kou. Dit verklaart ook waarom één dag van een dergelijk lage temperatuur
er al toe leidt dat naar de waakvlam gegaan wordt.
In zijn uitspraak van 22 december 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling
Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ECLI:NL:RVS:2023:4721) een voorlopig oordeel
gegeven over het vaststellingsbesluit 2023–2024. Daarbij heeft de Raad van State onder
andere geoordeeld dat de hiervoor omschreven systematiek, waarbij NAM bij specifieke
koude omstandigheden productielocaties tijdelijk op de waakvlam zet, duidelijk is
en deze winter mag worden toegepast.
Vraag 2
Heeft u, gezien de korte duur van de lage temperaturen, gekeken naar alternatieven
zoals het tijdelijk reduceren van gasgebruik van bijvoorbeeld industrie? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, kunt u een overzicht delen van alternatieve opties en uw redenen voor
het niet kiezen voor deze opties?
Antwoord 2
Concreet geldt, zoals aangegeven in het antwoord bij vraag 1, dat een capaciteitstekort
begint op te treden bij een gemiddelde effectieve etmaaltemperatuur van –6,5 graden
Celsius en lager en uitval van gasopslag Norg. Dit geldt dus ook als er maar gedurende
een dag sprake is van een dergelijke lage gemiddelde effectieve etmaaltemperatuur.
Dit is waarom het vaststellingsbesluit erin voorziet dat een of meer locaties in die
situatie op de waakvlam moeten staan. Het opstarten van productielocaties bij die
temperaturen volgt uit het vaststellingsbesluit en hier kan niet van worden afgeweken
door NAM.
Het verminderen van de gasafname met als één van de meest extreme maatregelen het
afschakelen van industrie (grootverbruikers) indien er sprake is van een noodsituatie
als bepaald in Verordening (EU) 2017/1938, is ook gewogen in het vaststellingsbesluit.
Daarbij is de conclusie dat deze maatregelen geen bijdrage leveren aan het mitigeren
van een acuut capaciteitstekort. Het effecturen van verplichte matiging van gasafname
door de industrie kost enkele dagen tot weken en daarmee draagt een dergelijke maatregel
niet bij aan het mitigeren van een acuut capaciteitsrisico.). Een alternatief is een
klemmende oproep aan de industrie doen om per omgaande haar gasafname te matigen.
Dit zou slechts in theorie kunnen werken. Het effect is namelijk zeer onzeker, niet
alleen vanwege de gevraagde snelheid, maar ook vanwege het vrijwillige karakter en
omdat het ontstaan van onveilige situaties en schade aan installaties moet worden
voorkomen.
Er zijn daarom op dit moment geen alternatieve opties die hiervoor uitkomst bieden.
Vanwege het acute karakter is daarom in het vaststellingsnbesluit bepaald dat het
Groningenveld deze winter nog beschikbaar is om een dergelijke situatie te ondervangen.
Zoals in het antwoord bij vraag 1 is toegelicht is er zonder het Groningenveld op
dit moment in specifieke omstandigheden namelijk nog niet voldoende capaciteit (snelheid
waarmee het gas beschikbaar is).
Vraag 3
Klopt het dat er voldoende gas is voor huishoudens, ziekenhuizen, scholen en andere
voorzieningen wanneer ervoor wordt gekozen het verbruik in de industrie te matigen?
Antwoord 3
In principe is er voldoende gas aanwezig. Waar het in dit geval om gaat is dat er
een situatie kan ontstaan waarin er sprake van ongeplande en ongecontroleerde
uitval van een middel waarmee dit gas in het systeem wordt gebracht (bijv. een opslag,
een stikstofinstallatie of een import pijpleiding). Er is dan sprake van een acuut
capaciteitsprobleem met als direct gevolg dat er minder gas in het systeem kan worden
gebracht dan er wordt gevraagd. Dat valt alleen te ondervangen door acuut handelen
dat uiterlijk binnen enkele uren effect heeft. Om daarbij gevaarlijke situaties te
voorkomen doordat branders en processen zonder gas komen te zitten is het noodzakelijk
dat (tijdelijk) extra capaciteit wordt bijgeschakeld of dat (tijdelijk) minder capaciteit
wordt gevraagd. Zie verder vraag 2.
Vraag 4
In uw recente update geeft u aan dat een aantal grootgebruikers nog altijd niet klaar
zijn om over te stappen op importgas of duurzame alternatieven.5 In hoeverre zijn Groningers hier nu de dupe van?
Antwoord 4
Voor de negen grootste afnemers van laagcalorisch gas geldt sinds 1 oktober 2022 een
wettelijk verbod op het onttrekken aan het net van laagcalorisch gas. Zij worden door
GTS omgeschakeld naar hoogcalorisch gas. In een aantal complexe gevallen is sprake
van vertraging in de uitvoering door GTS (bijvoorbeeld door omgevingstrajecten), maar
dit heeft geen effect op de sluitingsdatum van het Groningenveld6.
Voor de volledigheid wijs ik erop dat de ombouw van de grootste afnemers primair in
het belang is van de afbouw van de vraag naar laagcalorisch gas die over de hele linie
in binnen- en buitenland in gang is gezet (door ombouw, verduurzaming en energietransitie).
Dit om het gassysteem gelet op de definitieve sluiting van het Groningenveld zo robuust
mogelijk te maken door de afhankelijkheid van gasopslagen en stikstofinstallaties
te minimaliseren (bijvoorbeeld in geval van storingen).
Vraag 5
Deze leden hebben vernomen dat er verwacht wordt dat Nederland na de winter bijna
de helft van onze gasvoorraad over houdt.7 Heeft u dit meegenomen in uw besluit om het Groningenveld weer te openen?
Antwoord 5
Zoals aangegeven in het antwoord onder vraag 1, was er sprake van een capaciteitstekort
(en dus niet van een volumetekort) als het grootste productiemiddel, d.w.z. gasopslag
Norg uit zou vallen bij een gemiddelde effectieve etmaaltemperatuur van –6,5 graden
Celsius of lager. Dit is de reden geweest waarom ik in het vaststellingsbesluit dat
ik op 22 september 2023 heb genomen, heb opgenomen dat bij deze gemiddelde effectieve
etmaaltemperatuur productielocaties naar het waakvlamniveau worden gebracht. De vulgraad
van de opslagen aan het eind van de winter is daarom geen relevant gegeven bij het
naar waakvlam brengen van twee productielocaties.
Vraag 6
Deelt u de mening dat het kabinet met dit besluit de beloftes van Groningers Boven Gas bij de eerste koude dag in twijfel brengt? Hoe reageert u op Groningers die de komende
dagen in extra stress en mentale leed moeten leven?
Antwoord 6
Nee, die conclusie deel ik niet. Het kabinet is altijd helder geweest over de sluitingsdatum
van het Groningenveld uiterlijk 2024. Het besluit is eind september 2023 genomen om
vanaf 1 oktober 2023 de waakvlam slechts uitzonderlijk aan te zetten bij koud weer.
Hiermee is voorkomen dat het Groningenveld gedurende de gehele winter op de waakvlam
zou moeten. Inherent hieraan is dat het Groningenveld wel bij kou op de waakvlam gaat
conform de vooraf bepaalde systematiek.
Beoogd was dat deze systematiek vooraf duidelijkheid zou geven. Toch heeft de uitvoering
in de week van 8 januari, waarbij de productielocaties Spitsbergen en Scheemderzwaag
kortstondig op de waakvlam moesten worden gezet, onrust veroorzaakt in Groningen en
dat vind ik heel vervelend. Het opstarten moest zeer snel gebeuren en de decentrale
overheden zijn pas op het laatste moment hierover geïnformeerd. Mocht zich deze situatie
onverhoopt nog een keer voor doen, dan zal ik de overheden in Groningen eerder informeren.
Vraag 7
Herkent u dat na het nieuws over de vertraagde versterking waardoor Groningers langer
in onveilige huizen zitten met dit besluit opnieuw de veiligheid niet voorop staat?
Antwoord 7
Dat herken ik niet. Ondanks dat een deel van de beoordelingen later is opgeleverd,
leidt dit er naar verwachting niet toe dat de versterking na 2028 wordt afgerond.
Het SodM geeft ook aan dat de gaswinning op waakvlamniveau nu zo laag is dat de bevingen
die nu plaatsvinden vooral worden veroorzaakt door deze drukvereffening en nauwelijks
nog worden beïnvloed door de huidige gasproductie. Desalniettemin vind ik het heel
vervelend dat het feit dat de productielocaties Spitsbergen en Scheemderzwaag kortstondig
op de waakvlam moesten worden gezet, onrust heeft veroorzaakt in Groningen. Sinds
mijn aantreden is immers mijn volle inspanning gericht geweest op het sluiten van
het Groningenveld.
Het Groningenveld wordt per 1 oktober 2024 definitief gesloten. Dat wordt mogelijk
gemaakt door de ingezette maatregelen op het gebied van verduurzaming, energiebesparing,
verlaging van de gasvraag en ombouw in het buitenland. Aan het einde van de winter
van 2023–2024 zal duidelijk zijn hoe vol de gasopslagen zitten, hoe de nieuwe stikstofinstallatie
Zuidbroek II functioneert en de mate waarin de capaciteitsvraag verder is gedaald
(bijvoorbeeld door minder export en energiebesparing). Met deze ingrediënten wordt
in maart/april van dit jaar duidelijk hoe groot het restrisico voor de winter van
2024–2025 nog is en hoe daar naar te handelen in aanloop naar de definitieve sluiting
van het Groningenveld op 1 oktober 2024.Daarnaast wordt er op dit moment verder samen
met onder andere GTS doorgedacht worden over mogelijke mitigerende maatregelen. Voor
de veiligheid van de mensen in Groningen is het noodzakelijk dat het Groningenveld
zo spoedig mogelijk definitief sluit. Ik heb de Kamer «De wijziging van de Gaswet
en Mijnbouwwet in verband met de beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld»
gestuurd. Met deze wetswijziging wordt de definitieve sluiting per 1 oktober 2024
wettelijk vastgelegd. Ik hoop dat in het belang van Groningen dit wetsvoorstel zo
spoedig mogelijk wordt behandeld.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.