Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Bikker, Diederik van Dijk, Helder en Bontenbal over het bericht 'Australische haatprediker ongemoeid naar Utrecht: terreurdaden Hamas ’een opsteker’'
Vragen van de leden Bikker (ChristenUnie), Diederik van Dijk (SGP), Helder (BBB) en Bontenbal (CDA) aan de Minister en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht «Australische haatprediker ongemoeid naar Utrecht: terreurdaden Hamas «een opsteker»» (ingezonden 19 januari 2024).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) en van Staatssecretaris
Van der Burg (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 19 januari 2024).
Vraag 2, 3 en 4
Deelt u het uitgangspunt dat wanneer we het niet toestaan dat iemand extremistisch
gedachtegoed verkondigt, dit ook van toepassing zou moeten zijn op het digitaal toespreken
van een groot publiek met zijn extremistisch gedachtegoed? Zo ja, hoe krijgt dat uitgangspunt
in deze zaak vorm? Zo nee, waarom niet?
Zet u alles in het werk om te voorkomen dat wat we fysiek niet toestaan, digitaal
ook niet gebeurt? Welke mogelijkheden heeft de regering om hierop te handelen, bijvoorbeeld
middels een online gebiedsverbod? Zijn er andere mogelijkheden die ten aanzien van
de prediker zelf of het evenement kunnen worden getroffen?
Indien de huidige maatregelen niet afdoende handelingskader bieden, bent u bereid
te kijken wat er voor nodig is om dit handelingskader wél te bieden in deze en andere
gevallen van een inreisverbod?
Antwoord 2, 3 en 4
Wij delen uw zorgen over het online domein ten aanzien van extremistische boodschappen
en de verspreiders van deze boodschappen. Gezien de urgentie hiervan is de Minister
van Justitie samen met haar betrokken collega’s bezig met een Versterkte Aanpak Online
inzake het voorkomen en tegengaan van extremistische en terroristische content. De
contourenbrief van deze Versterkte Aanpak Online is in december jl. naar uw Kamer
gestuurd.1 Wij zijn het namelijk met de leden Bikker (ChristenUnie), Diederik van Dijk (SGP),
Helder (BBB) en Bontenbal (CDA) eens dat we ernaar moeten streven fysiek en online
zoveel mogelijk dezelfde normen te hanteren. Via diverse pijlers, zoals een dialoog
met de internetsector, de lokale aanpak en een ambitieuze internationale inzet spant
de Minister van Justitie en Veiligheid zich hier, nationaal en internationaal, zo
maximaal mogelijk voor in. De uitwerking van de Versterkte Aanpak Online inzake extremistische
en terroristische content kunt u medio 2024 verwachten. Waar het gaat om terroristische
content online zorgen wij dat deze verwijderd wordt. De Autoriteit Online Terroristisch
en Kinderpornografisch Materiaal is sinds eind 2023 voor deze content bevoegd om verwijderingsbevelen
te sturen naar aanbieders van hostingdiensten. Wat betreft het opleggen van een last
onder dwangsom, «in de vorm van» een online gebiedsverbod, heeft de Minister van Justitie
en Veiligheid uw Kamer onlangs geïnformeerd dat zij in het eerste kwartaal van dit
jaar de inhoudelijke reactie op de analyse van de Landsadvocaat en de laatste stand
van zaken van de aanpak van online aangejaagde openbare-ordeverstoringen zal doen
toekomen.2
Vraag 1, 5, 6 en 7
Deelt u de zorg dat nu Mohamed Hoblos (terecht) de fysieke toegang is ontzegd, hij
zijn boodschap digitaal zal verkondigen tijdens dit evenement? Begrijpt u dat deze
zorg ondermeer wordt ingegeven doordat de prediker stelt niet «fysiek deel te kunnen
nemen» aan het evenement?3
Welke middelen heeft de burgemeester ten aanzien van organisatie en evenementenlocatie?
Is voor burgemeesters voldoende duidelijk wat het handelingskader is in geval van
risico-evenementen zoals deze casus? Hoe wordt deze risico-analyse gemaakt? Waarom
werd de vergunning aanvankelijk afgegeven en geen hoge dreiging aan het evenenent
toegekend? Is hier verschil met Duitsland?
Bent u bereid een klemmend beroep te doen op de Jaarbeurs Utrecht om, als men inderdaad
voornemens is de prediker digitaal te laten spreken, het evenement geen doorgang te
laten vinden?
Antwoord 1, 5, 6 en 7
In de eerste plaats is het aan de organisatoren van een evenement om te voorkomen
dat extremistische sprekers een podium krijgen. Wanneer extremistische sprekers toch
een podium krijgen, is het zaak dat gemeenten met de organisatie in gesprek treden.
De gemeente Utrecht heeft goede gesprekken gevoerd met zowel de organisator van het
evenement als de Jaarbeurs. De organisatie heeft de gemeente te kennen gegeven dat
zij niet bekend waren met de uitlatingen van de spreker en hij, ook niet op een andere
manier, bijvoorbeeld via een livestream, zal spreken tijdens de bijeenkomst.
In algemene zin is een burgemeester verantwoordelijk voor handhaving van de openbare
orde en zal binnen de lokale driehoek in dit kader een beoordeling worden gemaakt.
Het bestaande wettelijke kader brengt met zich mee dat sprekers of predikers worden
beoordeeld op de boodschap die zij daadwerkelijk uitdragen. Het vooraf verbieden is
alleen mogelijk als sprake is van een concrete en ernstige bedreiging van de openbare
orde. In zeer uitzonderlijke gevallen, indien er gerede vrees ontstaat dat de komst
van een spreker tot acute wanordelijkheden ter plekke zal leiden, kan de burgemeester
een gebiedsverbod opleggen. Ook kan er strafrechtelijk worden opgetreden, bijvoorbeeld
in de gevallen waarin sprake is van haatzaaien, groepsbelediging en aanzetten tot
haat, geweld of discriminatie. Of er in een specifiek geval sprake is van een strafbaar
feit wordt door het Openbaar Ministerie beoordeeld aan de hand van de concrete omstandigheden
van het geval.
Vraag 8
Kunt u deze vragen vandaag beantwoorden?
Antwoord 8
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.