Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag schriftelijk overleg over de voortgangsrapportage Strategie Digitale Economie (Kamerstuk 26643-1082)
2024D01609 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Digitale Zaken hebben enkele fracties de behoefte om
enkele vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Economische Zaken
en Klimaat over de brief d.d. 24 oktober 2023 inzake «Voortgangsrapportage Strategie
Digitale Economie» (Kamerstuk 26 643, nr. 1082).
De fungerend voorzitter van de commissie, Kathmann
De griffier van de commissie, Boeve
Inhoudsopgave
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
II
Antwoord / Reactie van de bewindspersoon
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de voortgangsrapportage Strategie
Digitale Economie en de bijbehorende brief. Naar aanleiding hiervan hebben deze leden
nog enkele vragen.
De leden van de PVV-fractie merken allereerst op dat bij het terugblikken op de resultaten
langs pijler 1 «Versnellen digitalisering mkb» voor de huidige toepassing van met
name Artificiële Intelligentie (AI) door het midden- en kleinbedrijf (mkb) een score
wordt gegeven op basis van achterhaalde data (uit 2021). Dit zouden de recentste cijfers
betreffen. De leden van deze fractie willen weten waarom er geen recentere cijfers
zijn en hoe bewerkstelligd kan worden dat deze frequenter geactualiseerd worden.
Tevens lezen de leden van de PVV-fractie dat uit de (internationale) vergelijking
van het gebruik van geavanceerde digitale technologie door het mkb blijkt dat Nederland
er niet slecht voor staat. Kan de Minister dit nader toelichten en een vergelijking
maken met andere Europese landen? Hoe scoort Nederland ten opzichte van de ons omringende
landen?
Voorts lezen de leden van de PVV-fractie dat betreffende pijler 4 «Behouden en versterken
van een veilige, betrouwbare en hoogwaardige digitale infrastructuur» erkend wordt
dat het dichten van de digitale kloof voor de resterende 19.000 adressen in de buitengebieden
een belangrijke opgave blijft. De leden willen weten waarom hier geen verdieping wordt
gemaakt naar de alternatieven van glasvezelverbindingen, hetgeen reeds besproken is
tijdens het commissiedebat Digitale infrastructuur en economie d.d. 22 maart 2023
(Kamerstuk 26 643, nr. 1008). Is er inmiddels bekeken in hoeverre dit kan bijdragen aan de oplossing tot het
dichten van de digitale kloof voor de resterende adressen in de buitengebieden, zo
vragen deze leden.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de
voortgang op de Strategie Digitale Economie. De leden waarderen het uitgebreide overzicht
van de ontwikkelingen in het digitale domein en zijn van mening dat dit blijvend de
aandacht verdient. Zij merken op dat de digitale economie alleen succesvol is als
deze publieke waarden dient en bewaakt. De leden hebben een aantal opmerkingen en
vragen over de voortgangsrapportage.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zullen hun vragen en opmerkingen per pijler
noemen. Over de voortgang van pijler 1 «Versnellen digitalisering mkb» lezen de leden
tot hun grote verbazing dat er gestuurd wordt op het percentage mkb dat gebruik maakt
van «geavanceerde digitale technologie, zoals cloud, AI en big data.» Waarom wordt
het gebruik van deze technologie als doel op zich gesteld? Bent u het met de leden
eens dat de ethische toepassing van technologie belangrijker is dan alleen het feit
dat het gebruikt wordt? Bent u het ook met de leden eens dat het percentage van mkb
dat AI gebruikt dus geen effectieve pijler is, omdat het niks zegt over de invulling
van het gebruik? Wordt het gebruik van technologie, met name AI, ook getoetst op de
toegevoegde waarde voor werknemers? Zo ja, op welke manier wordt dit getoetst? Ook
lezen de leden dat de pilot Mijn Digitale Zaak 400 kleine ondernemers heeft geholpen.
Kunt u een aantal voorbeelden noemen van stappen die ondernemers op het gebied van
AI hebben gezet dankzij deze pilot?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben voorts enkele vragen en opmerkingen
over pijler 2 «Stimuleren digitale innovatie en vaardigheden». Zo verwijst de voortgangsrapportage
naar de ontwikkeling en toepassing van 6G-technologie. Welke obstakels worden er verwacht
bij de verdere uitrol van 6G? Waarom is deze uitrol noodzakelijk? Deze leden begrijpen
dat 2G-infrastructuur op termijn plaats zal maken voor modernere infrastructuur. Welke
voortgang is geboekt op het vervangen van oude 2G-infrastructuur? Is dat ook een doel
van het project «6G Future Networks Services»? Welke duurzaamheidswinst brengt het
vervangen van 2G-infrastructuur uiteindelijk op? Welke gevolgen heeft dit voor oude
apparaten, zoals belsystemen in auto’s en slimme meters, die afhankelijk zijn van
2G? Wiens verantwoordelijkheid is het om deze diensten draaiende te houden: de producent,
de provider die de infrastructuur verzorgt, of de overheid? Welke wetgeving bepaalt
dat? Ook lezen de leden wederom met interesse over het Actieplan Groene en Digitale
Banen. Zij zijn het ermee eens dat het opleiden en behouden van IT-personeel belangrijk
is. Stellen de bewindspersonen aparte doelen voor het aantrekken en behouden van voldoende
personeel in de publieke en private sector, of zijn de doelen algemeen? Zijn zij het
met deze leden eens dat, om de snelheid van digitalisering bij te benen, er specifiek
gekeken moet worden naar het aantrekken van IT-personeel binnen de overheid en semi-overheden?
Wat doet het kabinet om IT-banen bij ministeries, gemeenten en uitvoeringsorganisaties
aantrekkelijk(er) te maken ten opzichte van private bedrijven?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben vervolgens enkele vragen en opmerkingen
over pijler 3 «Creëren van de juiste randvoorwaarden voor goedwerkende digitale markten
en diensten». Zij kijken uit naar de landelijke implementatie van de Europese regelgeving
die de invloed van techreuzen opbreekt en Nederlanders beter zal beschermen tegen
de overmacht van deze bedrijven. De leden willen ook een eerlijke digitale markt,
maar erkennen dat er grote stappen nodig zijn om burgers hierin centraal te zetten.
Grote bedrijven hebben te lang het speelveld bepaald en overheden moeten het lef hebben
om terrein terug te winnen. De leden pleiten dan ook voor een zo ambitieus mogelijke
implementatie van de Digital Services Act en de Digital Markets Act, met maximale
inzet op privacy van burgers. Zij zetten het ethische gebruik van technologie boven
het commerciële belang van bedrijven. Op welke vlakken vindt het kabinet de Europese
regelgeving te kort schieten? Hoe veel ruimte laten de implementatiewetten aan de
Tweede Kamer om aanvullende maatregelen voor te stellen? Is het kabinet van plan om
op sommige vlakken af te wijken van de Europese richtlijnen? Welke kwetsbaarheden
ziet zij in de EU-richtlijnen die voor Nederland en haar economie van belang zijn?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben enkele vragen en opmerkingen over pijler
4 «Behouden en versterken van een veilige, betrouwbare en hoogwaardige digitale infrastructuur».
Zij erkennen het belang om als overheid goede randvoorwaarden te stellen voor een
digitaal weerbaar land. Op welke manier is de overheid betrokken bij de veiling van
bandbreedtes? Zij lezen ook de kritiek van het kabinet op de beleidsrichtingen van
de Europese Commissie, die zich wil bemoeien met het verdelen van het spectrum en
een internettolheffing voorstelt. Is de kabinetsreactie van mei 2023 op deze onderwerpen
nog actueel? Zijn de zorgen sindsdien enigszins weggenomen? Is Nederland van plan
deze plannen te blokkeren als ze worden doorgezet? De leden lezen dat er onverminderd
wordt gewerkt aan het aansluiten van zo veel mogelijk huishoudens. Zij zien dit als
een belangrijke stap voor het bestrijden van digitale ongelijkheid. De leden vinden
dat in een digitaliserende wereld internet een nutsvoorziening is waar elk huishouden
recht op heeft. Dat is wat de groeiende afhankelijkheid van technologie vereist. Echter
valt de leden op dat «EZK in gesprek blijft met marktpartijen over het waar mogelijk
aansluiten van adressen met behulp van de adressenlijst die met de marktpartijen is
gedeeld.» Kunt u toelichten hoe u aan die adressenlijst komt en hoe de privacy van
de huishoudens is geborgd toen u de gegevens deelde met marktpartijen?
Tot slot hebben de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie enkele vragen en opmerkingen
over pijler 5 «Versterken cybersecurity». Zij erkennen dat elk bedrijf belang heeft
bij het zorgvuldig verwerken van gegevens en een goede cybersecurity. Tegelijkertijd
is het zo dat er bij bedrijven die veel klantgegevens of gevoelige data verwerken
een extra verantwoordelijkheid ligt om veiligheidsmaatregelen te nemen. Heeft het
kabinet ook uiteengezet hoe bedrijven er per bedrijfssector voor staan? Is er zicht
op de maatregelen die genomen zijn door bedrijven die met een grote hoeveelheid (gevoelige)
klantgegevens omgaan? Hoe helpt het kabinet hen in het bijzonder? Bij het kleinbedrijf
valt de leden op dat encryptie, VPN-gebruik en risicoanalyses nog weinig worden toegepast.
Welke maatregelen neemt het kabinet om deze drie punten te verbeteren? Bovendien merken
de leden op dat de cybersecuritymaatregelen een essentieel deel uitmaken van de digitalisering
van het mkb en een groot maatschappelijk belang dient. Waarom wordt het snel implementeren
van cybersecuritymaatregelen niet betrokken bij pijler 1? De leden bedanken de betrokken
ambtenaren voor de beantwoording.
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de Voortgangsrapportage
Strategie Digitale Economie en wensen hier nog enkele vragen over te stellen.
Voorop gesteld stemt het de leden van de VVD-fractie positief dat het kabinet erkent
dat digitalisering een cruciale rol speelt in de economische transformatie en dat
de koploperspositie van Nederland hierin niet vanzelfsprekend wordt geacht. Om deze
koploperspositie te behouden zijn deze leden van mening dat de kansen van de digitale
economie optimaal benut dienen te worden naast het oog houden voor de veiligheidsrisico’s
van digitalisering van onze economie en samenleving. Deze leden zien de door het kabinet
geformuleerde Strategie Digitale Economie als een belangrijk hulpmiddel hiervoor om
ook op de lange termijn doelbewust te blijven werken richting een welvarende digitale
economie.
De leden van de VVD-fractie gaan graag nader in op de verhouding van de Nederlandse
strategie tot de Europese langetermijnstrategie gelet op de aankomende Europese regel-
en wetgeving op digitaal vlak. Op welke wijze wordt de nauwe aansluiting van de Nederlandse
Strategie Digitale Economie op de Europese strategie Digitaal Decennium gewaarborgd?
Zijn er specifieke initiatieven binnen de Nederlandse strategie die gericht zijn op
het versterken van de digitale markten en het gelijke speelveld voor ondernemers?
Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet? Hoe anticipeert de Nederlandse Strategie Digitale
Economie op de aankomende implementatie van Europese digitale wetgeving zoals de Digital
Markets Act (DMA), Digital Services Act (DSA), Data Governance Act (DGA) en Cyber
Resilience Act (CRA)?
Ook hebben de leden van de VVD-fractie vragen over Pijler 1 »het versnellen van digitalisering
van mkb». Deze leden delen de overtuiging van het kabinet dat het mkb een belangrijke
motor van onze economie is. Zij zijn dan ook benieuwd welke concrete stappen worden
genomen om het digitale basisniveau van mkb’ers de komende jaren verder te verhogen
naar 95% richting 2030. Daarnaast concluderen de leden dat het percentage van het
mkb dat gebruik maakt van geavanceerde digitale technologie achterblijft bij de doelstelling
van 75%. Is het kabinet bereid om aanvullende acties te ondernemen om de doelstelling
in 2030 te kunnen halen? Deze leden merken daarbij op dat digitale weerbaarheid een
cruciaal onderdeel is van dat digitale basisniveau en dat ook daarin mkb’ers mee moeten
kunnen komen. Op welke wijze wordt hier vanuit het kabinet aan bijgedragen de komende
jaren en hoe verhoudt deze inzet zich tot de aangenomen moties Rajkowski (36 200-VII-60 en 36 200-VII-61)?
De leden van de VVD-fractie lezen dat het dichten van de digitale kloof voor de resterende
19.000 adressen in de buitengebieden een belangrijke opgave blijft. Welke stappen
onderneemt het kabinet concreet om de digitale connectiviteit van deze adressen in
het buitengebieden te verbeteren? In hoeverre spelen innovaties met betrekking tot
connectiviteit hier een rol in? Zo ja, welke innovaties?
Ten slotte gaan de leden van de VVD-fractie graag in op de beschikbaarheid van mobiele
frequenties. De leden lezen dat om van de verdere mogelijkheden die 5G-technologie
biedt gebruik te kunnen maken, het nodig is om de 3,5 GHz-band beschikbaar te stellen.
Welke economische gevolgen heeft de, in vergelijking met andere Europese landen, late
beschikbaarstelling van de 3,5 GHz-band? En welke gevolgen heeft de late beschikbaarstelling
gehad voor de digitale economie strategie? Hoe gaat het kabinet ervoor zorgen dat
late beschikbaarstellingen bij de uitrol van 6G voorkomen worden?
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de voortgangsrapportage
Strategie Digitale Economie. Zij hebben de volgende vragen.
De leden van de NSC-fractie hebben enkele vragen en opmerkingen over pijler 1 «Versnellen
digitalisering mkb». De leden vragen de Minister om verduidelijking van het begrip
«geavanceerde digitale technologie». Is er een uitputtende lijst van technologieën
die onder dit begrip vallen? Zo ja, hoe wordt deze lijst samengesteld? De leden hebben
voorts vragen bij de doelstelling om het gebruik van geavanceerde digitale technologie
door het mkb in 2030 naar het niveau van 75% te brengen. Zij vragen zich specifiek
af waarom dit een streven an sich is. Cloudtechnologie en kunstmatige intelligentie
dienen bijvoorbeeld een totaal ander doel en de redenen tot adoptie hiervan zijn onvergelijkbaar.
Naar de visie van deze leden maakt het feit dat een mkb-bedrijf ergens in zijn bedrijfsvoering
gebruik maakt van een geavanceerde digitale technologie, niet automatisch dat een
bedrijf digitaal verantwoord acteert. Zo is het goed denkbaar dat een on-premise opslag
van data voor sommige bedrijven veel nuttiger is dan het gebruik van clouddiensten.
Ook is gebruik van bijvoorbeeld generatieve AI-diensten voor bedrijven steeds laagdrempeliger
geworden, maar daar staat tegenover dat sommige diensten bij verkeerd gebruik wel
risico’s op het gebied van privacy- en auteursrechtschendingen met zich meebrengen.
Wil de Minister haar overwegingen rondom deze doelstelling nader toelichten, zo vragen
deze leden.
De leden van de NSC-fractie hebben enkele vragen en opmerkingen over pijler 2 «Stimuleren
digitale innovatie en vaardigheden». De leden verzoeken de Minister om waar mogelijk
verdere toelichting te geven over het programma 6G Future Network Services. Welke
rol beoogt Nederland te spelen bij de ontwikkeling van 6G, zo vragen deze leden.
De leden van de NSC-fractie hebben vervolgens enkele vragen en opmerkingen over pijler
3 «Creëren van de juiste randvoorwaarden voor goedwerkende digitale markten en diensten».
Daar de trilogen voor de totstandkoming van de AI Act inmiddels zijn afgerond, zijn
de leden van deze fractie benieuwd hoe de Minister in algemene zin de (voorziene)
uitkomst van de trilogen beoordeelt. Is zij tevreden met het resultaat of zijn er
belangrijke punten waar ze liever een andere uitkomst had gezien? De leden vragen
voorts of de Minister al iets kan delen over de manier waarop het toezicht op de AI
Act en de Data Act vorm gaat krijgen, en of bekend is welke partijen ten aanzien hiervan
een toezichthoudende rol zullen vervullen.
De leden van de NSC-fractie hebben voorts enkele vragen en opmerkingen over pijler
4 «Behouden en versterken van een veilige, betrouwbare en hoogwaardige digitale infrastructuur».
De leden verzoeken de Minister om in meer detail te treden over de ambities van Nederland
op korte en lange termijn wat betreft de aanlanding van zeekabels.
De leden van de NSC-fractie hebben tot slot enkele vragen en opmerkingen over pijler
5 «Versterken cybersecurity». De leden vragen de Minister of zij een tijdspad kan
schetsen voor de Nederlandse voorbereidingen op implementatie van de Cybersecurity
Resilience Act (CRA).
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief en de
bijbehorende voortgangsrapportage Strategie Digitale Economie van de Minister van
Economische Zaken en Klimaat. Deze leden hebben nog enkele vragen naar aanleiding
van de stukken en hebben daarom dit schriftelijk overleg aangevraagd.
De leden van de D66-fractie hebben enkele vragen en opmerkingen over pijler 1 «Versnellen
digitalisering mkb». De leden lezen in de brief van de Minister dat het behalen van
de doelstelling van 75% van het mkb dat gebruik maakt van geavanceerde digitale technologie
zoals cloud, AI en big data in 2030, nog achterblijft. Kan de Minister toelichten
hoe deze doelstelling tot stand is gekomen? In hoeverre is het gebruik van geavanceerde
technologie een doel op zich? Welke maatregelen neemt de Minister om het achterblijven
op deze doelstelling te compenseren?
De leden van de D66-fractie hebben vervolgens enkele vragen en opmerkingen over pijler
2 «Stimuleren digitale innovatie en vaardigheden». Er staan verschillende initiatieven
en projecten vernoemd die zijn gefinancierd vanuit het Nationaal Groeifonds. In hoeverre
kan aan de doelstelling van deze tweede pijler worden voldaan, wanneer het Nationaal
Groeifonds in een volgend kabinet wordt afgeschaft? Welke maatregelen worden door
de Minister genomen om te voldoen aan de doelstelling van 1 miljoen digitaal geschoolden
in 2030? In hoeverre wordt hierin samengewerkt met de Minister van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap, zo vragen de leden van deze fractie?
De leden van de D66-fractie hebben voorts enkele vragen en opmerkingen over pijler
3 «Creëren van de juiste randvoorwaarden voor goedwerkende digitale markten en diensten».
De leden lezen in de rapportage dat de lidstaten op grond van de Digital Services
Act op 17 februari 2024 een coördinerend toezichthouder en andere autoriteiten moeten
hebben aangewezen die toezicht houden op tussenhandeldiensten. In hoeverre wordt de
Tweede Kamer in deze besluitvorming meegenomen en schat de Minister in dat aan die
deadline zal worden voldaan?
De leden van de D66-fractie hebben tot slot enkele vragen en opmerkingen over pijler
4 «Behouden en versterken van een veilige, betrouwbare en hoogwaardige digitale infrastructuur».
De leden krijgen veel signalen over dat netcongestie nu al voor veel bedrijven obstakels
opwerpt. In hoeverre herkent de Minister deze signalen? Welke maatregelen worden genomen
om op korte termijn netcongestie tegen te gaan en wat zijn de vooruitzichten daarvan?
In hoeverre is het wenselijk om – naast de onderzeekabels – ook het energienet als
vitale infrastructuur te verklaren?
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben de stukken bestudeerd en hebben op basis van de
geleverde stukken voor het schriftelijk overleg de volgende vragen geformuleerd.
De leden van de BBB-fractie wijzen op bladzijde 4 en 5 van de Voortgangsrapportage
Strategie Digitale Economie waar wordt beschreven dat er in het jaar 20301 miljoen
digitaal geschoolden zijn in Nederland. Momenteel zitten we op 707.000 ICT’ers, maar
een tekort aan ICT’ers blijft een structureel aandachtspunt. Welke strategie heeft
het kabinet om het aantal ICT’ers tot een miljoen te laten groeien? Welke aspecten
spelen het meest mee die een obstakel zijn voor het groeien van deze sector? In hoeverre
beïnvloeden demografische ontwikkelingen in Nederland de potentiële groei van het
aantal arbeiders in de ICT-sector, zo vragen deze leden.
De leden van de BBB-fractie wijzen vervolgens op de volgende passage op bladzijde
5: «Ook op de totstandkoming van de AI Act zijn de trilogen in volle gang en draagt
Nederland actief bij aan de onderhandeling, bijvoorbeeld over de invulling van de
bepalingen voor AI-toepassingen met een hoog risico, zoals AI-toepassingen op het
gebied van migratie en asiel.» Wat wordt er bedoeld met «zoals AI-toepassingen op
het gebied van migratie en asiel»? Kan de Minister hier een concreet voorbeeld van
geven?
Op bladzijde 5 wordt tevens aangegeven dat 19.000 adressen in de buitengebieden onvoldoende
toegang hebben tot kwalitatieve toegang tot het internet. De leden vernemen graag
waar deze gebieden zich bevinden. Kan hiervan een kaart worden gemaakt zodat dit inzichtelijk
wordt? Bevinden deze adressen zich relatief dicht bij het grensgebied van bijvoorbeeld
België en Duitsland? Zo ja, zou er nagegaan kunnen worden of het buitengebied aan
de grens van het buurland dezelfde problemen kent, en zou de Minister kunnen onderzoeken
of een bilaterale samenwerking mogelijk is om dit probleem voor beide landen op te
lossen?
Op bladzijde 7 gaat het in alinea 1 over de achterblijvende toepassing van geavanceerde
digitale technologie door het mkb, met name op het gebied van AI. Het lijkt de leden
van de BBB-fractie verstandig als mkb-bedrijven investeren in de digitale middelen
die hun bedrijfsvoering kunnen ondersteunen en verbeteren. Er mist in dit verhaal
wel het veiligheidsaspect, steeds vaker worden mkb-bedrijven het slachtoffer van bijvoorbeeld
ransomware. Het aansturen op een bepaald percentage van de mkb-bedrijven dat geavanceerde
digitale technologieën gebruikt klinkt goed, maar de leden missen hierin het onderwerp
«verantwoordelijke groei». Waarom is er weinig aandacht besteed aan het veiligheidsaspect
waarmee mkb-bedrijven worden geconfronteerd, bijvoorbeeld op het gebied van ransomware,
zo vragen deze leden. In de afgelopen jaren werden tandartspraktijken, woningcorporaties,
vele zzp’ers en mkb-bedrijven en het KNVB geconfronteerd met ransomware. Een veel
gehoord argument is dat bedrijven en instellingen niet weten wat ze moeten doen, en
naar wie ze moeten gaan. In een onderzoek van RTL Nieuws werd duidelijk dat slechts
2 van de 5 bedrijven die hiermee geconfronteerd worden naar de politie gaan of hulp
zoeken. Kan de Minister op deze ontwikkelingen reflecteren en toelichten waarom in
de rapportage «Strategie Digitale Economie» hier weinig over gesproken wordt? Zijn
er middelen om bedrijven en organisaties te ondersteunen wanneer ze getroffen worden
door ransomware, en zou de Minister kunnen onderzoeken hoe de Rijksoverheid het bedrijfsleven
hierin actief kan ondersteunen, zo vragen deze leden.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben nog enkele vragen over de voortgangsrapportage
over de strategie voor de digitale economie.
De leden van de CDA-fractie hebben enkele vragen en opmerkingen over pijler 1 «Versnellen
digitalisering mkb’De leden vragen of het kabinet voornemens is om de pilotsubsidie
«Mijn digitale zaak» te continueren. Deze leden constateren dat er een evaluatie van
Mijn digitale zaak heeft plaatsgevonden, en vragen of het kabinet bezig is om met
die resultaten toe te werken naar een verbeterde versie van Mijn digitale zaak die
structureel onderdeel wordt van het digitaliseringsbeleid.
De leden van de CDA-fractie zien grote meerwaarde van de Smart Industry schaalsprong
agenda voor de digitalisering van het mkb. Deze leden lezen dat de eerste vijf EDIH’s
(Europese Digitale Innovatie Hubs) begin 2023 zijn gestart met hun activiteiten. Zij
vragen of het kabinet wil toelichten wat deze activiteiten tot nu toe hebben ingehouden
en welke resultaten er zijn bereikt voor en met het mkb. De leden zijn met name benieuwd
naar de acties in het kader van de digitale stekker. Zij vragen in hoeverre er al
sets digitale stekkers breed beschikbaar zijn voor het mkb, zowel als het gaat om
digitalisering in de fabriek als digitalisering in de keten.
De leden van de CDA-fractie hebben enkele vragen en opmerkingen over pijler 4 «Behouden
en versterken van een veilige, betrouwbare en hoogwaardige digitale infrastructuur».
De leden missen in de voortgangsbrief een reactie op de motie-Amhaouch en Dekker-Abdulaziz
(Kamerstuk 36 410-XIII-56) over een convenant over het aansluiten van de 19.000 resterende adressen op snel
vast internet. Deze leden vragen hoe het staat met de uitvoering van deze motie en
of er al een convenant is afgesloten met de sector. Zij vragen of het kabinet wil
toezeggen dat zij dit vraagstuk met urgentie blijft oppakken, samen met de sector,
zodat zo snel mogelijk iedereen in Nederland toegang heeft tot snel vast internet.
II Antwoord/reactie van de bewindspersoon
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.C. Kathmann, voorzitter van de vaste commissie voor Digitale Zaken -
Mede ondertekenaar
L. Boeve , griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.