Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Crijns over het bericht dat eén op de vijf jongeren slachtoffer is van huiselijk geweld, geen toename door Corona
Vragen van het lid Crijns (PVV) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat eén op de vijf jongeren slachtoffer is van huiselijk geweld, geen toename door Corona (ingezonden 12 december 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
16 januari 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat één op de vijf jongeren slachtoffer is van huiselijk
geweld, geen dat dit geen toename door Corona is?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u geschrokken van het aantal jongeren dat slachtoffer is van herhaaldelijk huiselijk
geweld? Zo ja, wat zijn uw plannen om structureel misbruik zoals lichamelijk geweld
en stalking aan te pakken?
Antwoord 2
Huiselijk geweld en kindermishandeling is helaas een veelvoorkomend, complex probleem
met een grote impact op slachtoffers. Vanuit diverse prevalentieonderzoeken van de
afgelopen jaren weten we dat de cijfers van huiselijk geweld en kindermishandeling
hoog zijn. Uit recent prevalentieonderzoek uit 2022 blijkt dat 25% van de 16- tot
18-jarigen in de voorgaande 12 maanden slachtoffer is geworden van huiselijk geweld
en 16% van de 18- tot 24-jarigen.2 Uit eerder prevalentieonderzoek blijkt dat bijna 27% van de leerlingen in het primair
onderwijs en bijna 25% van de leerlingen in het voortgezet onderwijs ooit te maken
heeft gehad met kindermishandeling.3
Om huiselijk geweld en kindermishandeling te signaleren en tegen te gaan, is een brede
groep van ketenpartners betrokken, zoals gemeenten, zorg- en hulpverlening, Veilig
Thuis en politie. Het gezamenlijk tegengaan van huiselijk geweld en kindermishandeling
heeft voor ons grote prioriteit.
De aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling van de Minister voor Rechtsbescherming
en mij is volop in ontwikkeling en vergt een lange adem. Vaak vinden slachtoffers,
plegers of omstanders pas na lange tijd de moed om de drempel te overwinnen en hulp
te zoeken. Ook vraagt het duurzaam stoppen van kindermishandeling en herstellen van
de gevolgen van kindermishandeling, vaak hulp voor langere tijd. Hieronder een aantal
belangrijke punten waarop wordt ingezet:
– We stimuleren het gebruik door professionals van de «Meldcode huiselijk geweld en
kindermishandeling» en de kindcheck om kinderen en volwassenen die (mogelijk) in onveiligheid
leven sneller in beeld te krijgen en te ondersteunen4. Met de campagne «Wijzer met de meldcode» zijn professionals in de sectoren gezondheidszorg,
onderwijs, kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning, jeugdhulp en justitie geholpen
bij de verschillende dilemma’s die zij kunnen ervaren bij toepassen van de meldcode.
– We ontwikkelen landelijke richtlijnen, onder andere voor het omgaan met stalking.
– We zetten in op beter gebruik van «gefaseerd samenwerken aan veiligheid»: Een integrale,
netwerkbrede inzet op het daadwerkelijk eerst stoppen van huiselijk geweld om direct
verder leed te voorkomen, en vervolgens tot een duurzame oplossing te komen. Deze
inzet was een belangrijk onderdeel van het programma «Geweld Hoort Nergens Thuis»
en komt ook sterk terug in zowel het Toekomstscenario Kind- en gezinsbescherming,
als de aanpak «Veilig Voorop».
– Met de implementatie van de Hervormingsagenda Jeugd zorgen we ervoor dat passende
ondersteuning beter beschikbaar komt juist voor de meest kwetsbare kinderen en kijken
we voor duurzame oplossingen integraal naar de brede context van een gezin, zoals
problemen bij wonen en werk.
– Tot slot investeren we in monitoring en onderzoek om steeds beter zicht te krijgen
op de onderliggende geweldspatronen, knelpunten en werkende interventies in de aanpak.
In de brief over de voortgang van de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling
van 22 september 2023 is uw Kamer hierover uitvoerig geïnformeerd.5
Vraag 3
Hoe vaak komt het voor dat een dader van huiselijk geweld uit huis geplaatst wordt?
Antwoord 3
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) publiceert halfjaarlijks cijfers over
de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling, waaronder het aantal aangevraagde
en opgelegde tijdelijke huisverboden.6 Op basis van deze CBS-data is van de volgende regio’s bekend hoe vaak in 2022 een
tijdelijk huisverbod is aangevraagd, waar mogelijk uitgesplitst in opgelegde en niet
opgelegde tijdelijke huisverboden.7
Tijdelijk huisverbod aangevraagd
Tijdelijk huisverbod opgelegd
Tijdelijk huisverbod niet opgelegd
Amsterdam-Amstelland
255
230
20
Drenthe
50
Flevoland
55
Friesland
90
55
35
Gelderland-Zuid
Gooi- en Vechtstreek
Groningen
80
60
25
Haaglanden
515
455
60
Hollands-Midden
155
130
20
Kennemerland
50
Noord- en Midden-Limburg
65
Noord- en Oost-Gelderland
125
90
35
Noord-Holland Noord
105
75
25
Rotterdam-Rijnmond
770
610
160
Utrecht
115
Zaanstreek-Waterland
105
80
25
Zuid-Holland-Zuid
40
Zuid-Limburg
75
50
20
Vraag 4
Hoe komen de meeste meldingen van huiselijk geweld binnen (via Veilig Thuis, het onderwijs
en dergelijke)? Welke initiatieven stelt u voor om de meldingsbereidheid van huiselijk
geweld onder jongeren te vergroten en de drempel voor het inschakelen van professionele
hulp te verlagen?
Antwoord 4
Gemeenten dragen zorg voor de inrichting van een Veilig Thuis-organisatie, die fungeert
als advies- en meldpunt voor gevallen of vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling.
Veilig Thuis kan advies geven of onderzoekt na melding of daadwerkelijk sprake is
van huiselijk geweld of kindermishandeling en beoordeelt welke stappen nodig zijn
om huiselijk geweld en kindermishandeling te stoppen.
Zowel professionals als burgers kunnen rechtstreeks bij Veilig Thuis melding doen
van een vermoeden van huiselijk geweld en kindermishandeling, maar mensen die zelf
slachtoffer of dader zijn rechtstreeks kunnen ook contact opnemen met Veilig Thuis.
Dit kan 24/7 telefonisch via 0800-2000 en, zeker voor jongeren nog laagdrempeliger,
via de chat.
De meeste meldingen die bij Veilig Thuis binnenkomen zijn afkomstig van de politie,
maar ook onderwijs en andere professionals in onder andere gezondheidszorg, hulpverlening
en onderwijs melden vermoedens van huiselijk geweld of kindermishandeling bij Veilig
Thuis. De verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en het sectorspecifieke
afwegingskader biedt hierbij ondersteuning en houvast op het handelen bij vermoedens
van huiselijk geweld en kindermishandeling.
Er zijn verschillende initiatieven om de meldingsbereidheid te vergroten, bijvoorbeeld
het eerdergenoemde traject «Wijzer met de Meldcode». Daarnaast zijn er vanuit de Rijksoverheid
ook verschillende campagnes ingezet op het vergroten van kennis en bewustwording bij
burgers en het onder de aandacht brengen van handelingsperspectieven, zoals de recente
campagne «Ik vermoed huiselijk geweld».
Vraag 5
Zijn de langer dan wettelijk toegestane wachttijden bij Veilig Thuis van invloed op
deze cijfers van huiselijk geweld? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
De wachttijden bij Veilig Thuis hebben geen invloed op het aantal unieke meldingen,
maar kunnen wel zorgen dat huiselijk geweld en/of kindermishandeling langer doorgaat.
Veilig Thuis werkt, in samenwerking met gemeenten, VNG en Rijk op allerlei manieren
aan het opheffen en voorkomen van de wachtlijsten, zoals inzet op het aanpassen van
de werkprocessen en flexibele inzet van medewerkers8.
Vraag 6
Indien deze toename niet aan Corona is toe te schrijven, wat is dan de oorzaak, aangezien
Veilig Thuis organisaties verschillende oorzaken noemen voor het niet halen van de
wettelijke termijnen, zoals een stijging in het aantal meldingen en adviesvragen,
een toename van de complexiteit van de meldingen en meer acute meldingen?
Antwoord 6
De toename van wachttijden is niet toe te schrijven aan één specifieke oorzaak, maar
aan een samenloop van oorzaken en omstandigheden. De in de vraag genoemde oorzaken
kunnen allemaal een rol spelen. Aanvullende oorzaken zijn ook personeelstekorten en
wachttijden bij andere partners in de keten. Het kan per regio verschillen welke oorzaken
meespelen.
Een toename in het aantal meldingen of adviesvragen betekent niet direct dat er in
de dagelijkse praktijk ook een stijging plaatsvindt van het aantal gevallen van kindermishandeling
of huiselijk geweld. Dit kan ook een gevolg zijn van een hogere meldingsbereidheid
door nauwere samenwerking tussen organisaties/instanties en Veilig Thuis binnen een
gemeente of een lokale regio. Daarbij is vanuit verschillende initiatieven ingezet
op het vergroten van meldingsbereidheid en het eerder melden bij vermoedens van kindermishandeling
en huiselijk geweld.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.