Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Mutluer over designerdrugs die teruggegeven moeten worden aan de eigenaar
Vragen van het lid Mutluer (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over designerdrugs die teruggegeven moeten worden aan de eigenaar (ingezonden 27 november 2023).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 15 januari
2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 624.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel «De gemeente Zaanstad moet de 1.100 kilo designerdrugs
die onlangs in een bedrijfspand werd aangetroffen, teruggeven aan de eigenaar»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat door het ontbreken van een molecuul in
de chemische samenstelling 1.100 kilo designerdrugs ter waarde van 6 à 8 miljoen euro
niet onder de Opiumwet vallen en teruggegeven moeten worden? Zo ja, waarom? Zo nee,
waarom deelt u die mening niet?
Antwoord
Het is inderdaad zeer onwenselijk dat de grote partij designerdrugs terug moest worden
gegeven. Hiermee wordt het belang van een spoedige behandeling van het wetsvoorstel
Nieuwe Psychoactieve Stoffen (hierna: NPS) onderstreept, dat inmiddels bij uw Kamer
aanhangig is (Kamerstukken 36 159).
Designerdrugs of NPS worden vaak geproduceerd om de drugswetgeving te omzeilen. Het
wetsvoorstel NPS beoogt het verbieden van dergelijke designerdrugs om te voorkomen
dat criminelen hun activiteiten (tijdelijk) verleggen naar stoffen die nog niet verboden
zijn, zodat hen geen handel in of productie van door de Opiumwet verboden middelen
ten laste kan worden gelegd. Met een verbod op bepaalde stofgroepen worden groepen
NPS verboden en belemmeren we de praktijk dat criminelen eenvoudig weer een nieuwe,
nog legale, drug maken door de samenstelling van een reeds verboden drug iets aan
te passen.
Vraag 3
Hoe vaak is het tot op heden in Nederland voorgekomen dat verdachten van het produceren
van designerdrugs ondanks dat ze zijn gesnapt bij productie van deze drugs, hun waar/grondstoffen
terug hebben gekregen vanwege het feit dat die drugs niet in de Opiumwet zijn opgenomen?
Antwoord 3
Een totaal overzicht van NPS dat bij de eigenaar/bezitter blijft, is niet te achterhalen,
omdat NPS geen strafbare gedragingen betreffen als de betreffende stof niet op lijst
I of lijst II bij de Opiumwet staat. Het komt het meest voor dat de stoffen ter plaatse
al meteen niet in beslag genomen kunnen worden, omdat de strafbaarheid ontbreekt.
De politie registreert geen legale stoffen of legale situaties.
Vraag 4
Deelt u de mening dat als hier niet wordt voorkomen dat vanwege een kleine afwijking
in de chemische samenstelling criminelen zich met miljoenen kunnen blijven verrijken,
de volksgezondheid in gevaar kan worden gebracht? Zo nee, waarom deelt u die mening
niet?
Antwoord 4
Door kleine structurele veranderingen in de chemische structuur van illegale drug
aan te brengen, ontstaat een nieuw en nog legaal psychoactief middel met vergelijkbare
effecten als illegale drugs. De NPS vormen daarmee potentieel een bedreiging voor
de volksgezondheid. De productie van NPS is aan geen enkele vorm van kwaliteitscontrole
onderworpen en er is nog relatief weinig onderzoek gedaan naar de gezondheidseffecten
van het gebruik van deze middelen. Dit maakt dat gebruikers van NPS zich blootstellen
aan mogelijk grote gezondheidsrisico’s.
Vraag 5
Bestaan er op dit moment concrete juridische of bestuurlijke mogelijkheden om ervoor
te zorgen dat criminelen die steeds creatiever worden met drugs die niet onder de
Opiumwet vallen weg kunnen komen met dit soort praktijken? Zo ja, welke zijn dat?
Zo nee, zou indien de wet waarmee een generieke derde lijst aan de Opiumwet wordt
toegevoegd (Kamerstuk 36 159) in werking zijn getreden die mogelijkheid wel hebben bestaan?
Antwoord 5
Het toevoegen van een individuele NPS aan een van de Opiumwetlijsten neemt doorgaans
veel tijd in beslag. Met het wetsvoorstel wordt voorgesteld de Opiumwet te wijzigen
door aan de bestaande lijsten I en II een lijst IA toe te voegen. Deze lijst IA bevat
een drietal stofgroepen waarvan de chemische structuur is afgeleid van meerdere substanties
met een psychoactieve werking die op lijst I (harddrugs) van de Opiumwet staan vermeld.
Het is dan moeilijker of zelfs onmogelijk om nieuwe legale varianten te ontwerpen,
die voor de gebruiker een vergelijkbare werking hebben als het verboden middel.
Deze designerdrugs vallen nu doorgaans niet onder de Opiumwet. Ze zijn dan strafrechtelijk
niet verboden en daarom kan er op dit moment niet strafrechtelijk of bestuurlijk worden
gehandhaafd
Vraag 6
Welke, desnoods tijdelijke, handvatten kunt u op dit moment aan politie en burgemeesters
bieden? Bent u daar al over in gesprek? Zo nee, bent u bereid om dat zo snel mogelijk
te doen?
Antwoord 6
Het gaat hier om NPS die veelal als «research chemicals» worden aangeboden. Als deze
stoffen niet verboden zijn op grond van de Opiumwet kan er niet strafrechtelijk of
bestuurlijk tegen worden opgetreden. Voor stoffen die de strafbaarstelling van de
Opiumwet vallen, geldt de Warenwet. De Warenwet omvat slechts regels voor productveiligheid,
waardoor ze wel een CLP (Classificatie, Labeling en Verpakking)-etiket moeten bevatten.
De Warenwet biedt echter geen grond voor bijvoorbeeld strafrechtelijke inbeslagname.
Vraag 7
Kunnen deze vragen, gelet op de urgentie, binnen één week beantwoord worden?
Antwoord 7
Nee, één week is onhaalbaar gebleken. Op 20 december 2023 heeft het plenaire debat
over dit wetsvoorstel in uw Kamer plaatsgevonden. Op 16 januari 2024 zal in uw Kamer
gestemd worden over het wetsvoorstel.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.