Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Mohandis over de noodzaak van ondersteuning voor sportverenigingen en -accommodaties
Vragen van het lid Mohandis (GroenLinks-PvdA) aan de Minister voor Langdurige Zorg en Sport over de noodzaak van ondersteuning voor sportverenigingen en -accommodaties (ingezonden 12 september 2023).
Antwoord van Minister Helder (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 15 januari
2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 136.
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de actuele stand van zaken en problemen van sportverenigingen
en -accommodaties? Hoe houdt u de vinger aan de pols?
Antwoord 1
Om op de hoogte te blijven van de actuele stand van zaken voer ik gesprekken met de
sector en heb ik veelvuldig contact met het Mulier Instituut, dat de monitoring in
de sportsector uitvoert. Door de gesprekken met de sector en de monitoring van het
Mulier Instituut heb ik inzicht in de stand van zaken van sportverenigingen en de
(financiële) uitdagingen waar zij voor staan.
Vraag 2
Hoeveel sportclubs (ondernemers en verenigingen) hebben gebruik gemaakt van de TEK
(Tegemoetkoming Energiekosten energie-intensief mkb), vanaf welke datum en welke bedragen
zijn uitgekeerd? Hoeveel aanvragen lopen nog? Hoeveel amateursportverenigingen voldeden
niet aan de voorwaarden?
Antwoord 2
De Tegemoetkoming Energiekosten energie-intensief mkb (TEK) is een regeling die uitgevoerd
wordt door de RVO in opdracht van het Ministerie EZK. Aanvragen voor de TEK konden
ingediend worden tot en met 2 oktober 2023.
Per 14 september jl. hebben in totaal 831 sportclubs (ondernemers en verenigingen)1 TEK toegekend gekregen, daarnaast zijn 145 aanvragen nog in behandeling. In totaal
voldeden 162 sportclubs niet aan de voorwaarden. In de registratie is geen onderscheid
tussen amateursportverenigingen en professionele sport, waardoor deze gegevens niet
separaat kunnen worden weergeven. De totale (maximale) subsidie voor de toegekende
aanvragen in deze sectoren bedraagt ruim € 18 miljoen, waarvan circa € 6,5 miljoen
aan voorschot is uitgekeerd. De definitieve subsidie is afhankelijk van de gemiddelde
energieprijzen voor gas en elektriciteit in 2023. Als deze lager zijn dan voorzien,
moeten ontvangers van de TEK (een gedeelte van) de subsidie terugbetalen zoals ook
toegelicht in onder meer de Kamerbrief Stand van zaken Tegemoetkoming Energiekosten
van 9 februari jl.2
Vraag 3
Hoeveel zwembaden hebben gebruik gemaakt van de Specifieke uitkering meerkosten energie
openbare zwembaden? Hoeveel van de 207 miljoen euro is inmiddels uitgekeerd? Hoeveel
aanvragen lopen er nog? Is het budget van 207 miljoen euro voldoende?
Antwoord 3
Voor de specifieke uitkering ter tegemoetkoming van de gestegen energiekosten van
openbare zwembaden in verband met de energiecrisis (SPUK MEOZ) geldt dat 280 gemeenten
hiervoor een aanvraag hebben ingediend, waarbij 603 zwembaden gemoeid zijn. Er is
voor € 156,5 miljoen verleend van de € 205,5 miljoen die hiervoor ter beschikking
is gesteld. Deze regeling is gesloten voor aanvragen en is hiermee niet uitgeput.
Op 13 oktober ontving ik bericht van de VSG waarin wordt gesteld dat de zwembaden
het financieel zwaar hebben. Ik ben met de VSG in gesprek gegaan over de verwachte
problemen bij energiekosten in 2024 maar zie op dit moment helaas geen mogelijkheden
om aanvullende financiële ondersteuning te bieden aan de zwembaden. De maatregelen
die het kabinet heeft genomen om tegemoet te komen aan de gestegen energiekosten waren
tijdelijk van aard. Dit geldt ook voor de SPUK MEOZ. Eind 2024 zullen de aanvragen
vanuit de SPUK MEOZ worden verantwoord en vastgesteld, dan zal ook duidelijk worden
in hoeverre er sprake is van het terugbetalen van uitgekeerde voorschotten. Een besluit
over eventuele aanvullende energiesteun is gezien de demissionaire status aan een
volgend kabinet. Het bericht van de VSG onderstreept voor mij het belang van de verduurzaming
van zwembaden.
Vraag 4 en 5
Hoeveel amateursportverenigingen hebben via hun gemeente gebruik gemaakt van de regeling
Specifieke uitkering noodfonds energie amateursportverenigingen (SPUK-NEAS)? Hoeveel
van de 6 miljoen euro is inmiddels uitgekeerd? Hoeveel aanvragen lopen er nog?
Is het totaal aangevraagde bedrag voor het SPUK-NEAS tot nu toe hoger dan het budget
van 6 miljoen euro of is dit budget voldoende? Wordt verwacht dat het voor 2023 in
totaal aangevraagde bedrag hoger zal zijn dan 6 miljoen euro? Zo ja, hoeveel hoger?
Antwoord 4 en 5
Voor de specifieke uitkering ter tegemoetkoming van de gestegen energiekosten van
amateursportverenigingen in verband met de energiecrisis (SPUK NEAS) geldt dat er
voor € 8,3 miljoen is aangevraagd door 188 verschillende gemeenten ter ondersteuning
van de amateursportverenigingen. Aanvragen van gemeenten worden op dit moment beoordeeld.
Het streven is om voor het einde van de jaarafsluiting het beschikbare bedrag van
€ 6 miljoen, naar rato, te verdelen over de gemeenten die een aanvraag hebben ingediend.
Hoewel de SPUK NEAS op basis van de aanvragen door gemeenten is uitgeput zijn er momenteel
geen signalen vanuit NOC*NSF, Platform Ondernemende Sportaanbieders (POS), Vereniging
Sport en Gemeenten (VSG) en het Mulier Instituut dat de ondersteuning aan amateursportverenigingen
voor gestegen energieprijzen in 2022 en 2023 als zodanig onvoldoende is gebleken.
Ook zijn er vanuit NOC*NSF, POS, VSG en het Mulier Instituut op dit moment geen signalen
binnengekomen dat sportverenigingen deze winterperiode in de problemen zullen komen.
Wel heeft het Register voor Verenigingsbestuurders (RVVB) laten weten dat circa de
helft van de 365 verenigingen die gereageerd hadden op een uitvraag van de RVVB zorgen
hebben over de financiële situatie van de vereniging voor komende winter. Ook komend
jaar houd ik daarom de vinger aan de pols door onder andere een onderzoek van het
Mulier Instituut naar de financiële weerbaarheid van amateursportverenigingen, waarmee
meer inzicht verkregen kan worden in de financiële mogelijkheden van amateursportverenigingen
om te verduurzamen. Ik vind het belangrijk om zowel oog te hebben voor de verduurzamingsopgave
van de sportsector als voor de andere (financiële) opgaven waar amateursportverenigingen
voor staan.
Vraag 6
Hoeveel sportclubs (ondernemers en verenigingen) hebben volgens uw inschatting gebruik
gemaakt van een bijdrage uit het Gemeentefonds? Hoeveel van de 300 miljoen euro is
inmiddels uitgekeerd, hoeveel aanvragen lopen er nog?
Antwoord 6
In mijn appreciatie van de motie van de leden Van Dijk en Van der Laan3 tijdens het Wetgevingsoverleg Sport en bewegen van 1 december 20224 (Kamerstuk 36 200 XVI, nr. 195) heb ik, net als in mijn brief aan uw Kamer van 31 januari jl.5, aangegeven dat het niet mogelijk is te zeggen hoe de extra prijsbijstelling door
gemeenten zal worden besteed. Deze middelen zijn op grond van de Financiële Verhoudingswet
vrij besteedbaar en gemeenten hoeven over de besteding dan ook geen verantwoording
af te leggen aan het Rijk. De besteding van deze middelen is aan de gemeenteraad en
dus aan het lokale democratische proces. Waar gemeenten ervoor kiezen de sport te
steunen, kunnen ze dat doen uit verschillende bronnen, waaronder het gemeentefonds.
Een één-op-één-relatie tussen baten en lasten is daarbij niet te maken aangezien de
middelen -zoals hiervoor opgemerkt- uit het gemeentefonds vrij besteedbaar zijn.
Vraag 7
Welke stappen heeft u al gezet om in samenspraak met gemeenten te komen tot een voorstel
voor een landelijke sturing en coördinatie van verduurzaming van sportverenigingen
en sportaccommodaties, gezien het feit dat uit het onderzoek van het RVVB (Register
voor Verenigingsbestuurders) blijkt dat 60% van de sportverenigingen niet verwacht
binnen vier tot vijf jaar zodanig te zijn verduurzaamd dat zij de structureel hogere
energierekening kunnen dragen, vanwege gebrek aan kennis, middelen en mensen?
Antwoord 7
In mijn brief over de huidige stand van zaken met betrekking tot de energiekosten-ondersteuning
en verduurzaming van de sportsector en de mogelijkheden tot het versnellen hiervan
die gelijktijdig naar uw Kamer zal worden verzonden ga ik uitgebreid in op dit vraagstuk
en deze inzet. In lijn met de moties van het lid Mohandis (PvdA)6 en van de leden Leijten en Van Nispen (SP)7 heb ik verkend hoe een grotere rol voor gemeenten kan helpen om de sportsector sneller
te verduurzamen en clubs meer te ontzorgen. Over zo’n aanpak ben ik in gesprek met
de VSG.
Er is brede consensus dat regionale coördinatie, langs de lijnen van de 27 VSG-regio’s
in Nederland, kan zorgen dat de lokale verduurzamingsopgave sneller en beter wordt
aangepakt. Samen met de VSG stel ik een plan van aanpak op om in zoveel mogelijk van
de 27 VSG-regio’s een gemeentelijke coördinatiegroep voor de verduurzaming van sportvastgoed
op te laten zetten.
Vraag 8
Hoeveel sportclubs (ondernemers en verenigingen) hebben stappen gezet om te verduurzamen?
Hoeveel sportclubs (ondernemers en verenigingen) maken zich nog steeds zorgen over
de financiële gevolgen van hogere energiekosten voor de komende winter?
Antwoord 8
Ik heb geen exacte cijfers van het aantal sportclubs die stappen hebben gezet om te
verduurzamen. Wel zie ik dat veel sportverenigingen al hard bezig zijn met de verduurzamingsopgave
die er ligt. In het rapport Sportaccommodaties 20238 concludeert het Mulier Instituut dat de sportsector steeds meer aandacht heeft voor
duurzaamheid, met jaarlijks toenemende investeringen van sportverenigingen en gemeenten
in energiebesparing, circulariteit en klimaatadaptatie. Zo had tijdens de eerste meting
van het Mulier Instituut in 2014 slechts 4% van de verenigingen zonnepanelen, inmiddels
is dit opgelopen tot 33%. Ook heeft de helft van de verenigingen die door het Mulier
Instituut bevraagd zijn geïnvesteerd in energiebesparende maatregelen, dit is sinds
juli 2022 gestegen van 36% naar 51%.
De verduurzaming van de sport wordt op dit moment al op verschillende manieren ondersteund.
Voorbeelden zijn financiële instrumenten zoals de subsidieregeling Stimulering bouw
en onderhoud sportaccommodaties (Bosa-regeling) en de specifieke uitkering Stimulering
Sport. Op het platform Duurzamesportsector.nl, beheerd door het Kenniscentrum Sport
en Bewegen, zijn verschillende goede voorbeelden van verduurzaming van sportclubs
toegevoegd en is het overzicht van beschikbare subsidies te vinden. Daarnaast heb
ik gratis ontzorgingstrajecten beschikbaar gesteld voor sportaccommodaties die willen
verduurzamen.
Uit monitoring van het Mulier Instituut over de financiële weerbaarheid van amateursportverenigingen
blijkt dat de gestegen energielasten één van de uitdagingen is voor de financiële
weerbaarheid van amateursportverenigingen, maar niet de enige. Hier liggen ook andere
redenen aan ten grondslag, zoals dalende ledenaantallen, dalende inkomsten en een
dalend aantal vrijwilligers. Ik neem de zorgen van de amateursportverenigingen serieus.
Er zijn op dit moment geen signalen binnengekomen vanuit NOC*NSF, POS, VSG en het
Mulier Instituut dat sportverenigingen deze winterperiode in de problemen zullen komen.
Desondanks houd ik ook komend jaar de vinger aan de pols door onder andere een onderzoek
van het Mulier Instituut naar de financiële weerbaarheid van amateursportverenigingen,
waarmee meer inzicht verkregen kan worden in de financiële mogelijkheden van amateursportverenigingen
om te verduurzamen. Ik vind het belangrijk om zowel oog te hebben voor de verduurzamingsopgave
van de sportsector als voor de andere (financiële) opgaven waar amateursportverenigingen
voor staan.
Vraag 9
Denkt u dat het noodzakelijk is de steunmaatregelen voor sportclubs in 2024 voort
te zetten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke en hoe heeft u dat in de begroting Volksgezondheid,
Welzijn en Sport opgenomen? Bent u in ieder geval van plan de sportclubs hierover
duidelijkheid te bieden op Prinsjesdag? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Afgelopen winter heb ik openbare zwembaden en amateursportverenigingen door middel
van niet-structurele specifieke uitkeringen aan gemeenten ondersteund. Destijds is
al aangegeven dat deze ondersteunende regelingen van toepassing zouden zijn voor de
periode van 2022 tot en met het vierde kwartaal van 2023. De gelden voor het noodfonds
voor amateursportverenigingen en zwembaden zijn daarmee niet structureel.
Een alternatief plan is niet aan de orde. Dat laat onverlet dat ik mij blijf inzetten
voor de verduurzaming van de sportsector om zo een eventuele nieuwe stijging in energieprijzen
in de toekomst beter op te kunnen vangen en de sector zo toekomstbestendiger te maken.
In mijn brief over de huidige stand van zaken met betrekking tot de energiekosten-ondersteuning
en verduurzaming van de sportsector en de mogelijkheden tot het versnellen hiervan
die gelijktijdig naar uw Kamer zal worden verzonden, ga ik verder in op deze inzet.
Tevens biedt het bestaande instrumentarium, waaronder het sportakkoord, middelen om
sportverenigingen hierin te ondersteunen. Dat gaat bijvoorbeeld om de ondersteuners
lokale sport, sportparkmanagers en clubkadercoaches.
Vraag 10
Hoe laat u de sportclubs (ondernemers en (amateur)verenigingen) achter voor een nieuw
kabinet?
Antwoord 10
In mijn brief over de huidige stand van zaken met betrekking tot de energie ondersteuning
en verduurzaming van de sportsector en de mogelijkheden tot het versnellen hiervan
die gelijktijdig naar uw Kamer zal worden verzonden informeer ik u over de inzet om
tot een snelle verduurzaming van de sportsector te komen. Hierin wordt ook ingegaan
op de stappen die nodig zijn om sportverenigingen weerbaarder te maken voor de toekomst.
Dat is niet alleen een verhaal van het Ministerie van VWS, maar altijd in samenwerking
met verschillende partners.
Vraag 11
Wilt u deze vragen, gezien het belang voor sportclubs, binnen de gestelde termijn
van drie weken beantwoorden? Zo nee, waarom is dat niet mogelijk?
Antwoord 11
Het is niet gelukt de vragen binnen de gebruikelijke termijn te beantwoorden. De reden
van het uitstel is dat afstemming van de antwoorden meer tijd vergde.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.