Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over het bericht dat de steunmaatregelen om amateurverenigingen voor de hoge energieprijzen te compenseren in 2024 komen te vervallen
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Langdurige Zorg en Sport over het bericht dat de steunmaatregelen om amateurverenigingen voor de hoge energieprijzen te compenseren in 2024 komen te vervallen (ingezonden 20 september 2023).
Antwoord van Minister Helder (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 15 januari
            2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 188.
         
Vraag 1
            
Waarom laat u de steunmaatregelen om amateurverenigingen voor de hoge energieprijzen
               te compenseren in 2024 vervallen?1
Antwoord 1
            
Afgelopen winter heb ik openbare zwembaden en amateursportverenigingen door middel
               van niet-structurele specifieke uitkeringen aan gemeenten ondersteund. Destijds is
               al aangegeven dat deze ondersteunende regelingen niet structureel waren, maar slechts
               van toepassing zijn voor de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2023.
            
Vraag 2
            
Denkt u daadwerkelijk dat volgend jaar opeens geen steunmaatregelen meer nodig zijn
               voor verenigingen, waardoor zij van de ene op de andere dag met € 226 miljoen minder
               kunnen?
            
Antwoord 2
            
Voor de specifieke uitkering ter tegemoetkoming van de gestegen energiekosten van
               amateursportverenigingen in verband met de energiecrisis (SPUK NEAS) geldt dat er
               voor € 8,3 miljoen is aangevraagd door 188 verschillende gemeenten ter ondersteuning
               van de amateursportverenigingen. Aanvragen van gemeenten worden op dit moment beoordeeld.
               Het streven is om voor het einde van de jaarafsluiting het beschikbare bedrag van
               € 6 miljoen, naar rato, te verdelen over de gemeenten die een aanvraag hebben ingediend.
            
Hoewel de SPUK NEAS op basis van de aanvragen door gemeenten is uitgeput zijn er momenteel
               geen signalen vanuit NOC*NSF, Platform Ondernemende Sportaanbieders (POS), Vereniging
               Sport en Gemeenten (VSG) en het Mulier Instituut dat de ondersteuning aan amateursportverenigingen
               voor gestegen energieprijzen in 2022 en 2023 als zodanig onvoldoende is gebleken.
               Ook zijn er vanuit NOC*NSF, POS, VSG en het Mulier Instituut op dit moment geen signalen
               binnengekomen dat sportverenigingen deze winterperiode in de problemen zullen komen.
               Wel heeft het Register voor Verenigingsbestuurders (RVVB) laten weten dat circa de
               helft van de 365 verenigingen die gereageerd hadden op een uitvraag van de RVVB zorgen
               hebben over de financiële situatie van de vereniging voor komende winter. Ook komend
               jaar houd ik daarom de vinger aan de pols door onder andere een onderzoek van het
               Mulier Instituut naar de financiële weerbaarheid van amateursportverenigingen, waarmee
               meer inzicht verkregen kan worden in de financiële mogelijkheden van amateursportverenigingen
               om te verduurzamen. Ik vind het belangrijk om zowel oog te hebben voor de verduurzamingsopgave
               van de sportsector als voor de andere (financiële) opgaven waar amateursportverenigingen
               voor staan.
            
Voor de specifieke uitkering ter tegemoetkoming van de gestegen energiekosten van
               openbare zwembaden in verband met de energiecrisis (SPUK MEOZ) geldt dat 280 gemeenten
               hiervoor een aanvraag hebben ingediend, waarbij 603 zwembaden gemoeid zijn. Er is
               voor € 156,5 miljoen verleend van de € 205,5 miljoen die hiervoor ter beschikking
               is gesteld. Deze regeling is hiermee niet uitgeput.
            
Op 13 oktober ontving ik bericht van de VSG waarin wordt gesteld dat de zwembaden
               het financieel zwaar hebben. Ik ben met de VSG in gesprek gegaan over de verwachte
               problemen bij energiekosten in 2024 maar zie op dit moment helaas geen mogelijkheden
               om aanvullende financiële ondersteuning te bieden aan de zwembaden. De maatregelen
               die het kabinet heeft genomen om tegemoet te komen aan de gestegen energiekosten waren
               tijdelijk van aard. Dit geldt ook voor de SPUK MEOZ. Eind 2024 zullen de aanvragen
               vanuit de SPUK MEOZ worden verantwoord en vastgesteld, dan zal ook duidelijk worden
               in hoeverre er sprake is van het terugbetalen van uitgekeerde voorschotten. Een besluit
               over eventuele aanvullende energiesteun is gezien de demissionaire status aan een
               volgend kabinet. Het bericht van de VSG onderstreept voor mij het belang van de verduurzaming
               van zwembaden.
            
Vraag 3
            
Bent u ervan op de hoogte dat de helft van alle sportverenigingen zich momenteel zorgen
               maakt over de financiële situatie van aankomende winter?
            
Antwoord 3
            
Deze cijfers komen niet overeen met het recente verdiepende onderzoek van het Mulier
               Instituut van maart 2023.2 Uit deze publicatie blijkt dat destijds (peilmoment februari/maart 2023) 4 procent
               van de responderende verenigingen dusdanige problemen ervaren dat ze op het punt van
               omvallen staan. Van de respondenten gaf 16 procent aan de toekomst (erg) somber in
               te zien, en 12 procent gaf aan onvoldoende veerkrachtig te zijn om de stijgende energielasten
               op te vangen. Zoals al aangegeven zijn er vanuit NOC*NSF, POS, VSG en het Mulier Instituut
               op dit moment geen signalen binnengekomen dat sportverenigingen deze winterperiode
               in de problemen zullen komen. Wel heeft het Register voor Verenigingsbestuurders (RVVB)
               laten weten dat circa de helft van de 365 verenigingen die gereageerd hadden op een
               uitvraag van de RVVB zorgen hebben over de financiële situatie van de vereniging voor
               komende winter.
            
Vraag 4
            
Waarom heeft u geen alternatief plan gepresenteerd om te voorkomen dat meer verenigingen
               omvallen door de energiekosten?
            
Antwoord 4
            
Zoals al aangegeven zijn er vanuit NOC*NSF, POS, VSG en het Mulier Instituut op dit
               moment geen signalen binnengekomen dat sportverenigingen deze winterperiode in de
               problemen zullen komen. Wel heeft het Register voor Verenigingsbestuurders (RVVB)
               laten weten dat circa de helft van de 365 verenigingen die gereageerd hadden op een
               uitvraag van de RVVB zorgen hebben over de financiële situatie van de vereniging voor
               komende winter. Ook komend jaar houd ik daarom de vinger aan de pols door gesprekken
               met de sector en contact met het Mulier Instituut, dat de monitoring in de sportsector
               uitvoert.
            
Een alternatief plan is niet aan de orde. Dat laat onverlet dat ik mij inzet om tot
               een snelle verduurzaming van de sportsector te komen om zo sportverenigingen financieel
               weerbaarder te maken. In mijn brief over de huidige stand van zaken met betrekking
               tot de energiekosten-ondersteuning en verduurzaming van de sportsector en de mogelijkheden
               tot het versnellen hiervan die gelijktijdig naar uw Kamer zal worden verzonden, ga
               ik verder in op deze inzet. Tevens biedt het bestaande instrumentarium, waaronder
               het sportakkoord, middelen om sportverenigingen hierin te ondersteunen. Dat gaat bijvoorbeeld
               om de ondersteuners lokale sport, sportparkmanagers en clubkadercoaches.
            
Vraag 5
            
Wat gebeurt er als het bedrag voor 2023 niet volledig uitgeput wordt? Blijft dat dan
               in ieder geval beschikbaar voor sportverenigingen in 2024?
            
Antwoord 5
            
De ondersteunende regelingen zijn van toepassing voor de periode 2022 tot en met 2023.
               Wanneer deze middelen niet tot besteding gekomen zijn, vloeien deze conform de begrotingsregels
               terug naar het generale beeld.
            
Vraag 6
            
Wanneer verwacht u dat alle sportverenigingen voldoende verduurzaamd zijn om minder
               kwetsbaar te zijn voor de energieprijzen?
            
Antwoord 6
            
De doelstellingen voor wat betreft de verduurzaming van sportverenigingen zijn opgenomen
               in de Routekaart Verduurzaming Sport. Binnen de routekaart zijn er in samenspraak
               met de partners vanuit de sector ambitieuze doelen voor de reductie van Co2-emissie
               gesteld voor 2030 en 2050. Deze doelen zijn niet alleen voor verenigingen gesteld,
               maar voor de gehele sportsector. Het belang hiervan wordt gelukkig ook breed gedeeld
               binnen de sector. Om deze doelen te behalen, werken we nauw samen met andere ministeries
               en betrokken partijen uit de sector. In mijn brief over de huidige stand van zaken
               met betrekking tot de energiekosten- ondersteuning en verduurzaming van de sportsector
               en de mogelijkheden tot het versnellen hiervan die gelijktijdig naar uw Kamer zal
               worden verzonden, ga ik verder in op dit vraagstuk en deze inzet.
            
Vraag 7
            
Wat gaat u doen als blijkt dat meer sportclubs in de problemen komen en dreigen om
               te vallen als gevolg van het vervallen van deze steunmaatregelen? Bent u bereid om
               dan alsnog in te grijpen om dit te voorkomen?
            
Antwoord 7
            
Om op de hoogte te blijven van de actuele stand van zaken voer ik gesprekken met de
               sector en heb ik veelvuldig contact met het Mulier Instituut, dat de monitoring in
               de sportsector uitvoert. Door de gesprekken met de sector en de monitoring van het
               Mulier Instituut heb ik inzicht in de stand van zaken van sportverenigingen en de
               (financiële) uitdagingen waar zij voor staan. Om vinger aan de pols te houden – onder
               meer met het oog op een eventuele stijging van de energieprijzen aankomende winter
               – continueer ik de gesprekken met de sector om op tijd te kunnen handelen wanneer
               dit in de toekomst noodzakelijk, opportuun en mogelijk is.
            
Vraag 8
            
Vindt u het ook niet tegenstrijdig overkomen om eerst in de troonrede het belang van
               sportverenigingen te benadrukken, om vlak daarna aan te kondigen dat de steunmaatregelen
               voor hen zonder alternatief vervallen?
            
Antwoord 8
            
Met de tijdelijke ondersteunende regelingen heb ik het belang van sportverenigingen
               onderstreept. Dat staat los van het gegeven dat de ondersteunende regelingen bestaan
               uit niet-structurele gelden voor 2022 en 2023.
            
Dit is ook vanaf het begin van de regelingen zo gecommuniceerd. Zoals in het antwoord
               op vraag 4 is aangegeven, biedt het bestaande instrumentarium, waaronder het sportakkoord,
               tevens middelen om sportverenigingen breed te ondersteunen. Dat gaat bijvoorbeeld
               om de ondersteuners lokale sport, sportparkmanagers en clubkadercoaches. Ik deel daarom
               de suggestie in de vraagstelling niet.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 C. Helder, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
