Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Pijpelink over het lerarentekort in Zeeland
Vragen van het lid Pijpelink (GroenLinks-PvdA) aan de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs over het oplopende lerarentekort in Zeeland (ingezonden 22 december 2023).
Antwoord van Minister Paul (Primair en Voortgezet Onderwijs) (ontvangen 12 januari
2024).
Vraag 1
Deelt u de grote zorgen dat ook in Zeeland het lerarentekort blijft groeien en voelbaar
is in zowel het primair en voortgezet onderwijs als het middelbaar beroepsonderwijs?1 Zo nee, waarom niet?
Antwoord 1
Ik deel de zorgen over het lerarentekort in Zeeland. Zeeland is een regio met specifieke
uitdagingen, zoals dalende leerlingenaantallen die over een groot gebied verspreid
wonen. Daarnaast heeft de provincie ook een uitdaging om toekomstige leraren op te
leiden en aan de slag te krijgen in Zeeland. Dat onderstreept het belang van een regionale
aanpak van alle betrokkenen bij het onderwijs in Zeeland.
Het artikel van de Provinciale Zeeuwse Courant gaat in op de tekorten in de provincie
Zeeland, op basis van de «spanningsindicator» van het UWV. Deze indicator geeft een
beeld van de verhouding tussen de vraag- en aanbodzijde van de arbeidsmarkt, en doet
geen uitspraak over de toekomst.2 Recent is de Kamer geïnformeerd over de meest recente cijfers van de actuele personeelstekorten
in het onderwijs en de verwachtingen voor de ontwikkelingen in de toekomst. Deze cijfers
zijn meegestuurd als bijlage bij de Tweede Kamerbrief over de voortgang van de Lerarenstrategie.3
De cijfers over de actuele personeelstekorten in het primair onderwijs (hierna: po)
(peildatum 1 oktober 2023) laten geen groeiend, maar een dalend tekort in de arbeidsmarktregio
Zeeland zien (ten opzichte van 2022 en ten opzichte van 2021, zie onderstaande tabel).4 In het voortgezet onderwijs (hierna: vo) is dit jaar voor het eerst een meting uitgevoerd
naar het actuele tekort. Daaruit blijkt dat het totale tekort aan leraren in het vo
in de arbeidsmarktregio Zeeland 5,5% is (tegenover 5,8% landelijk).5
Actuele tekorten primair onderwijs in Zeeland (Centerdata, 2023)
Peildatum
01-10-2021
01-10-2022
01-10-2023
Totale tekorten
5,5%
7,6%
4,6%
Reguliere tekorten
3,5%
4,8%
2,9%
Vervangingstekorten
2,0%
2,8%
1,7%
Actuele tekorten voortgezet onderwijs in Zeeland (Centerdata, 2023)
Peildatum
01-10-2023
Totale tekorten
5,5%
Reguliere tekorten
4,0%
Vervangingstekorten
1,5%
Op langere termijn ziet het beeld er anders uit. Volgens de arbeidsmarktramingen zal
het tekort aan leraren en schoolleiders in het po in Zeeland naar verwachting eerst
verder dalen tot 1,6% in 2028, om daarna te groeien naar 4,4% in 2033.6 In het vo zal het tekort naar verwachting stijgen tot 2027, om daarna min of meer
stabiel te blijven.
Ramingen verwachte tekorten leraren + directeuren arbeidsmarktregio Zeeland (Centerdata,
2023)
Jaartal
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
2031
2032
2033
Primair onderwijs
2,9%
2,9%
2,4%
1,7%
1,6%
2,2%
2,9%
3,5%
4,1%
4,4%
Voortgezet onderwijs
3,8%
3,9%
4,4%
4,8%
4,7%
4,6%
4,4%
4,3%
4,6%
5,2%
De gemene deler tussen de cijfers over de actuele tekorten, de ramingen en spanningsindicator
van UWV is dat het beeld zorgelijk is en dat de tekorten ook in Zeeland voelbaar zijn.
We moeten er daarom alles aan doen om de tekorten te verminderen.
Vraag 2
Klopt het beeld dat in stedelijke gebieden zoals Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Den
Haag en Almere nog altijd de grootste tekorten worden ervaren, maar we inmiddels de
krapte ook zien in de provincie Zeeland?
Antwoord 2
Ja, dat beeld klopt op basis van de cijfers die zijn meegestuurd bij de Tweede Kamerbrief
over de voortgang van de Lerarenstrategie.7 Het actuele tekort in de arbeidsmarktregio Zeeland is in het po 4,6% van de werkgelegenheid,
tegenover gemiddeld 18,0% in de G5 (G4 en Almere). Buiten de G5 is het tekort in het
po gemiddeld 8,0%.
In het vo zijn de tekorten gemiddeld ook hoger in deze steden. Daar zien we dat met
name dat tekorten met name voorkomen in specifieke vakken (bètavakken en talen).
Vraag 3
Deelt u de mening dat de regionale aanpak van het lerarentekort in een grensregio
zoals Zeeland, met eveneens Nederlandstalig onderwijs over de grens, gebaat is bij
een gezamenlijk aanpak met Vlaanderen, waar men eveneens kampt met deze problematiek?8
Antwoord 3
In deze regio wordt al langer samengewerkt met Vlaanderen en ik volg dit met interesse.
De reden dat we in onze aanpak naast landelijke maatregelen ook inzetten op een regionale
aanpak via de onderwijsregio’s, is omdat dit ruimte biedt voor oplossingen die passen
bij de regionale context, wat nodig is voor de vereiste samenwerking en solidariteit.
Ook in Zeeland wordt al langere tijd samengewerkt en is er nu ook een onderwijsregio
gevormd: de Zeeuwse Onderwijsregio (ZOR).9 Daarbinnen wordt samengewerkt tussen het primair-, voortgezet-, middelbaar beroepsonderwijs
en de lerarenopleiding bij het gezamenlijk werven, matchen, opleiden, begeleiden en
professionaliseren van onderwijspersoneel. De vorming van de onderwijsregio’s is een
lerende aanpak, ik verwacht dat er interessante lessen te trekken zijn uit de samenwerking
met Vlaanderen in deze regio. Ik blijf de ontwikkelingen nauwgezet volgen.
Vraag 4
Op welke punten gaat u de lerarenstrategie aanpassen voor zulke grensregio’s opdat
deze recht gaat doen aan het eigen karakter van de problematiek van het lerarentekort?
Antwoord 4
Dat is niet nodig, want de lerarenstrategie combineert landelijke maatregelen nu al
met een regionale aanpak die hier recht aan doet, via de (vorming van) onderwijsregio’s.
Daardoor is er juist ook in grensregio’s ruimte voor maatwerk en als de wens er is
ook in samenwerking met buurlanden. Om de betrokken partijen te ondersteunen bij de
onderwijsregio’s en de aanpak van de tekorten, is de Realisatie Eenheid ingericht:
alle onderwijsregio’s kunnen daar terecht voor advies en hulp en om te leren wat in
de regio wel en niet werkt. Ook met de onderwijsregio Zeeland is intensief contact
om met elkaar te kijken wat er nodig is in deze regio om met de tekorten aan de slag
te gaan.
Vraag 5
Kunt u deze vragen alstublieft begin januari beantwoorden vóórafgaand aan het debat
over de OCW-begroting?
Antwoord 5
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.J. Paul, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.