Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Haga over de casus van mevrouw Passemiers bij de Jeugdbescherming
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister voor Rechtsbescherming over de casus van mevrouw Passemiers bij de Jeugdbescherming (ingezonden 20 november 2023).
Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming) (ontvangen 11 januari 2024). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 586.
Vraag 1
Kent u de casus van Emily Passemiers m.b.t de Jeugdbescherming en de uithuisplaatsing
van haar kinderen?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Kunt u uitleggen waarom het Hof Den-Bosch een gunstig rapport m.b.t terugplaatsing
voor thuisplaatsing, dat door 11 gekwalificeerde deskundigen (pedagogisch opgeleide
deskundigen, een orthopedagoog en een unitmanager) is bekrachtigd, terzijde kan schuiven?
Hoe kan het dat de procureur-generaal van de Hoge Raad, de Rechtbank Middelburg en
het Gerechtshof Den-Bosch, zo’n gunstig rapport voor terugplaatsing van de kinderen
zonder goede onderbouwing naast zich neerleggen? Kunt u hiervoor alsnog een gedetailleerde
onderbouwing overleggen?
Antwoord 2 en 3
Het past niet om als Minister voor Rechtsbescherming te treden in individuele zaken
en/of te oordelen over beslissingen van de rechterlijke macht.
Vraag 4
Hoe kan de politie Middelburg een huis binnendringen en een mannelijke politieman
de badkamerdeur laten opendoen, terwijl de vader aangeeft dat mevrouw Passemiers naakt
was?
Antwoord 4
Ik kan niet oordelen over het optreden van de politie in dit geval. In algemene zin
geldt het uitgangspunt dat de politie alleen assisteert in jeugdbeschermingszaken
als dit nodig is ter waarborging van de veiligheid en als de omstandigheden daarom
vragen.2 Over de inzet van de politie zijn afspraken vastgelegd in een interne richtlijn in
samenwerking met het OM en Jeugdzorg NL (namens alle gecertificeerde instellingen).
De afspraken zijn gericht op de-escalatie en het voorkomen van schade. De daadwerkelijke
inzet van politie vindt plaats in afstemming met het Openbaar Ministerie. De Officier
van Justitie beslist daarbij over inzet door de politie.
Vraag 5
Hoe kan de klachtencommissie van de politie en de Nationale ombudsman alle serieuze
klachten die zijn ingediend ongegrond verklaren?
Antwoord 5
Ook hier geldt dat het niet past om als Minister voor Rechtsbescherming te treden
in de beoordeling van individuele klachten door de politie en de Nationale ombudsman.
Vraag 6
Hoe kan het dat Minister-President Rutte, op camera, beloofd heeft om de zaak te onderzoeken
en hier vervolgens niet inhoudelijk op terugkomt?
Antwoord 6
Het past niet om als Minister voor Rechtsbescherming te treden in individuele zaken
en/of te oordelen over de manier waarop de Minister-President in deze zaak heeft gehandeld.
Vraag 7, 8, 9, 10 en 11
Waarom mogen de kinderen van E. Passemiers na 35 rechtszaken niet een weekend thuis
logeren?
Waarom wordt er niet gewerkt naar terugplaatsing thuis?
Waarom kan de William Schrikker Stichting niet toewerken naar uitbreiding van bezoeken
thuis?
Waarom wil de burgemeester van de gemeente Middelburg, Harald Bergmann, geen onafhankelijk
dossieronderzoek verrichten in deze zaak?
Wordt er op dit moment dwang toegepast bij een van de kinderen om een EMDR-therapie
te ondergaan?
Antwoord 7, 8, 9, 10 en 11
Vanwege de bescherming van de privacy van betrokkenen past het niet om in te gaan
op deze individuele zaken. Daarnaast past het niet om als Minister voor Rechtsbescherming
te oordelen over de beslissing van de burgemeester van Middelburg. In algemene zin
hecht ik er wel aan mee te geven dat een behandeling alleen met toestemming van de
ouder met gezag en/of de jeugdige zelf kan starten.3 Zij hebben het recht om hulp te weigeren of te beëindigen.
Vraag 12
Wilt u terugkijken naar de eerdere Kamervragen die gesteld zijn over deze zaak, op
de jaarvergadering 2019–2020? Zo ja, kunt u hierop reflecteren?
Antwoord 12
De destijds gestelde schriftelijke vragen gingen over de eis van de betrokken jeugdzorginstelling
dat de ouders een video van de uithuisplaatsing van hun dochter van internet moesten
verwijderen. De rechter oordeelde in deze zaak dat het belang van de instelling en
haar medewerkers prevaleerde boven het belang van de ouders en dat door de publicatie
van de video en de brief de ouders onrechtmatig handelden.4
Vraag 13 en 14
Hoe kan het zo zijn dat de broertjes en zusjes uit dit gezin uit elkaar worden gehaald?
Hoe kan het zo zijn dat mevrouw Passemiers geen moeder mag zijn van al haar kinderen,
terwijl zij nu voor een peuter van 1 jaar oud zorgt, die wel thuis mag wonen?
Antwoord 13 en 14
Vanwege de bescherming van de privacy van betrokkenen past het niet om in te gaan
op deze individuele zaken. In algemene zin hecht ik er wel aan nog het volgende mee
te geven. De Richtlijn uithuisplaatsing en terugplaatsing schrijft voor dat broers
en zussen samen moeten worden geplaatst bij een uithuisplaatsing, tenzij dit niet
in het belang van (een van de) kinderen is. In mijn brief over de verbetering van
de rechtsbescherming in de jeugdbescherming van 18 november 2022 heb ik aangegeven
dat het uitgangspunt «samen, tenzij» ook in de Jeugdwet wordt opgenomen. Deze aanpassing
wordt meegenomen in het wetsvoorstel voor aanpassing van de kinderbeschermingswetgeving.5
Vraag 15
Kunt u de kosten specificeren die door de (gemeentelijke) overheid zouden moeten worden
gemaakt bij/voor een OTS, zoals in het geval van de casus van mevrouw Passemiers?
Antwoord 15
De gecertificeerde instellingen (GI) krijgen van de gemeenten een gemiddeld bedrag/tarief
per kind voor de uitvoering van de maatregelen voor kinderbescherming. Recent heb
ik de Tweede Kamer geïnformeerd over de bestuurlijke afspraken die ik met gemeenten
heb gemaakt voor het toepassen van een landelijk tarief in de jeugdbescherming6. Op dit moment verschilt het tarief per regio. Als een GI conform de bestuurlijke
afspraken bekostigd zou worden, zouden ze in 2023 een tarief van € 12.918 krijgen
voor de uitvoering van de ondertoezichtstelling.
Vraag 16
Waarom wordt de aanvaardbare termijn in deze zaak tegen mevr. Passemiers gebruikt?
Antwoord 16
Vanwege de bescherming van de privacy van betrokkenen past het niet om in te gaan
op deze individuele zaak.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.