Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over oproep tot ambtenarenprotest tegen de verkiezingsuitslag
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de oproep tot ambtenarenprotest tegen de verkiezingsuitslag (ingezonden 4 december 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Van Huffelen (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties)
(ontvangen 9 januari 2024).
Vraag 1
Was u op de hoogte van de oproep tot een ambtenarenprotest tegen de verkiezingsuitslag1, die op LinkedIn werd geplaatst? Zo ja, wanneer bent u hiervan op de hoogte gebracht?
Antwoord 1
Ik heb in het weekend voorafgaand aan de bijeenkomst kennisgenomen van de oproep op
social media tot een samenkomst van ambtenaren om een signaal af te geven naar aanleiding
van de verkiezingsuitslag.
Vraag 2
Wat vindt u van deze oproep tot een politiek protest, specifiek gericht tot ambtenaren,
waarbij hen in die hoedanigheid wordt verzocht om politiek kleur te bekennen?
Antwoord 2
Ik heb begrepen dat het geen protest tegen de verkiezingsuitslag betrof. De oproep
gaat over het afgeven van een signaal dat ambtenaren de ambtseed serieus nemen, dat
zij er voor alle burgers zijn en dat zij staan voor de rechtsstaat en de Grondwet.
Voor het uiten van je mening zijn regels gesteld. In het antwoord op vraag 3 ga ik
hierop in.
Vraag 3
Bent u van mening dat ambtenaren in die hoedanigheid deel mogen nemen aan een protest
tegen de uitkomst van een democratische politieke gebeurtenis? Zo ja, kunt u hiervoor
een uitgebreide onderbouwing geven?
Antwoord 3
Ambtenaren hebben, zoals iedereen, het recht van vrijheid van meningsuiting en het
recht op vergadering en betoging. Tegelijkertijd dienen ambtenaren zich te houden
aan de Ambtenarenwet en de Gedragscode Integriteit Rijk (GIR). Artikel 10 van de Ambtenarenwet
stelt dat ambtenaren zich dienen te onthouden van het openbaren van gedachten of gevoelens
of van de uitoefening van het recht tot vereniging, tot vergadering en tot betoging,
indien door de uitoefening van deze rechten de goede vervulling van zijn functie of
de goede functionering van de openbare dienst, voor zover deze in verband staat met
zijn functievervulling, niet in redelijkheid zou zijn verzekerd. Dit kan per situatie
verschillen. Allerlei factoren kunnen meespelen, zoals maatschappelijke gevoeligheid
van het onderwerp, de betrokkenheid van de ambtenaar bij het onderwerp, en het moment
en de manier waarop ambtenaren opvattingen kenbaar maken. Het is aan de individuele
ambtenaar om deze aspecten mee te nemen in de afweging tot (openbare) uiting, zoals
deelname aan een demonstratie of protest. Hiervoor hoeft geen toestemming vooraf te
worden gevraagd. Dit heeft te maken met het verbod op censuur. Als daar aanleiding
toe bestaat dienen ambtenaren zich jegens hun werkgever wel te verantwoorden over
de afwegingen en keuzes die zijn gemaakt. De werkgever beoordeelt dit per situatie
waarbij alle omstandigheden zorgvuldig worden gewogen.
Vraag 4
Wat heeft u gedaan nadat u kennis had genomen van de oproep tot dit protest? Heeft
u bepaalde actie ondernomen, of is er niets gebeurd?
Antwoord 4
Binnen de Rijksoverheid is het gesprek over ambtenaren die zich uitspreken volop gaande,
al voor het desbetreffende protest. Onder meer naar aanleiding van de klimaatprotesten
en het conflict Israël-Gaza. Recent is de handreiking Ambtenaar en grondrechten2 tot stand gebracht. Deze biedt medewerkers en leidinggevenden op basis van de bestaande
regelgeving en gedragsregels handvatten om hiermee om te gaan.
Vraag 5
Bent u niet van mening dat de Nederlandse overheid zich had moeten uitspreken tegen
dit protest, aangezien de verkiezingsuitslag het resultaat is van een democratisch
proces in Nederland, de Nederlandse Staat de plicht heeft om deze processen te faciliteren
en te waarborgen en haar werknemers daarvoor dus ook verantwoordelijk te houden?
Antwoord 5
Ik heb begrepen dat het geen protest tegen de verkiezingsuitslag betrof. Zie ook het
antwoord op vraag 2. Los daarvan geldt dat zolang deelname aan een protest de goede
vervulling van de functie of de goede functionering van de openbare dienst niet in
de weg staat, het ambtenaren vrij staat om in hun vrije tijd deel te nemen aan openbare
bijeenkomsten zoals demonstraties en protesten. Daarbij geldt ook dat ambtenaren voorafgaand
aan deelname geen toestemming hoeven te vragen aan hun werkgever. Het ligt daarom
niet voor de hand dat de Nederlandse overheid zich in algemene zin hierover uitspreekt.
Dat zou immers een ongeoorloofde inperking betekenen van de grondrechten die ambtenaren
hebben.
Vraag 6
Kunt u reflecteren op de noodzakelijke neutraliteit van het ambtenarenapparaat in
Nederland, in het licht van de reactie van dit apparaat op de verkiezingsuitslag?
Moet niet geconstateerd worden dat het ambtenarenapparaat een dusdanige politieke
kleur heeft (gekregen) dat dit onvermijdelijk invloed heeft op de uitvoeringsorganisatie
van de Nederlandse Staat en alles wat daarmee samenhangt? Vindt u dit niet onwenselijk?
Antwoord 6
Het is belangrijk dat ambtenaren politiek neutraal zijn en blijven in hun werk. In
Nederland werken ambtenaren zonder politieke binding en ongeacht de eigen politieke
voorkeur voor het algemeen belang. Dat past ook bij ons democratische bestel, de ministeriële
verantwoordelijkheid en het gegeven dat Nederland geen wisseling van de ambtenaren
kent bij een nieuwe regering. Een bewindspersoon is verantwoordelijk voor een politiek
besluit, hij of zij legt hierover verantwoording af aan het parlement. Ambtenaren
hebben hierbij een ondersteunende, adviserende en uitvoerende rol, waarin zij op basis
van professionaliteit worden geacht om objectief te adviseren, en alle inzichten en
opties aan bewindspersonen voor te leggen. Het is de taak van ambtenaren om te zorgen
voor een transparant en goed besluitvormingsproces. Vervolgens voeren ambtenaren uit
wat politiek is besloten, ook als de politieke weging tot een ander besluit heeft
geleid dan werd geadviseerd. Als de uitvoering van een politiek besluit onbedoelde
gevolgen heeft, is het de taak van ambtenaren om die signalen terug te leggen bij
de verantwoordelijk bewindspersoon zodat die het besluit kan heroverwegen. Een en
ander laat onverlet dat ambtenaren persoonlijke meningen en voorkeuren kunnen hebben
en daar, binnen gestelde grenzen (zie het antwoord op vraag 3), uiting aan kunnen
geven.
Vraag 7
Vindt u niet dat de ambtenaren die in die hoedanigheid gehoor hebben gegeven aan de
protestoproep zich schuldig hebben gemaakt aan werkweigering, aangezien de verkiezingen
en de daaropvolgende uitslag onlosmakelijk en onvermijdelijk verbonden zijn met hun
werk en niet geclassificeerd kunnen worden als een maatschappelijke misstand, waarvoor
zij zich zouden kunnen beroepen op het demonstratierecht?
Antwoord 7
Het demonstratierecht en vrijheid van meningsuiting zijn grondrechten die ook gelden
voor ambtenaren. Artikel 10 van de Ambtenarenwet stelt hieraan slechts de beperking
dat ambtenaren zich dienen te onthouden van het openbaren van gedachten of gevoelens
of van de uitoefening van het recht tot vereniging, tot vergadering en tot betoging,
indien door de uitoefening van deze rechten de goede vervulling van zijn functie of
de goede functionering van de openbare dienst, voor zover deze in verband staat met
zijn functievervulling, niet in redelijkheid zou zijn verzekerd. Overigens voor zover
bekend, heeft de bijeenkomst plaatsgevonden in de eigen tijd van de ambtenaren, en
is er ook in die zin geen sprake geweest van werkweigering. Het is aan de werkgever
om te beoordelen of er door deelname aan de bijeenkomst een grens is overschreden.
Zie ook het antwoord onder vraag 2.
Vraag 8
Waarom heeft de Nederlandse overheid als werkgever ambtenaren niet actief opgeroepen,
of zelfs verboden, om niet deel te nemen aan dit protest, aangezien dit in strijd
is met hun werkzaamheden en verantwoordelijkheden voor de Nederlandse democratische
rechtsstaat, waarvan de verkiezingsuitslag een resultaat is?
Antwoord 8
Zie antwoord op vraag 5.
Vraag 9
Zijn er binnen de brede Nederlandse overheid departementen/afdelingen/bewindspersonen
geweest die ambtenaren actief hebben opgeroepen en/of aangemoedigd om deel te nemen
aan dit protest? Zo ja, waar is dit gebeurd en waarom?
Antwoord 9
Ik ben niet op de hoogte van actieve oproepen tot deelname aan deze bijeenkomst door
departementen, afdelingen of bewindspersonen binnen de Rijksoverheid.
Vraag 10
Wat vindt u ervan dat een dergelijk protest eigenlijk bekostigd wordt door de burger,
aangezien de salarissen van ambtenaren worden betaald met belastinggeld? Is het wat
u betreft niet onwenselijk dat de kiezer/belastingbetaler als financier van het ambtenarenapparaat
opdraait voor de gevolgen en kosten van een niet-legitieme werkweigering van ambtenaren
die door deelname aan dit protest bepaalde diensten niet hebben geleverd, terwijl
de burger hiervoor wel betaalt en nu dus extra kosten moet maken voor het opvangen
van de gevolgen hiervan?
Antwoord 10
Zie antwoord op vraag 7.
Vraag 11
Gaat u in kaart brengen hoeveel en welke werkzaamheden er geen doorgang hebben kunnen
vinden door deelname van ambtenaren aan dit protest en hoeveel en op welke manier
burgers hierdoor zijn benadeeld? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 11
Zie antwoord op vraag 7.
Vraag 12
Hoe reflecteert u op de stelling van de organisatoren van dit protest, dat het «belangrijk
is dat ambtenaren een signaal afgeven» tegen de verkiezingsuitslag? Deelt u de mening
dat het niet aan ambtenaren in die hoedanigheid is om op een dusdanige manier stelling
te nemen tegen een democratische gebeurtenis en de organisatoren hiermee dus aan stemmingmakerij
doen die zorgt voor maatschappelijke onrust en polarisatie?
Antwoord 12
Zie antwoord op vraag 2.
Vraag 13 en 14
Hoe reflecteert u op de stelling van de organisatoren van dit protest en de daaraan
deelnemende ambtenaren dat «ambtenaren bereid moeten zijn het werk neer te leggen
wanneer zij niet iedereen gelijk mogen behandelen»? Kunt u uitleggen waar deze stelling
op is gebaseerd, aangezien er helemaal geen sprake van is dat ambtenaren mensen niet
langer gelijk mogen behandelen?
Vindt u niet dat bovengenoemde stelling classificeert als het verspreiden van desinformatie,
aangezien het aantoonbaar niet waar is en dus gezien zou moeten worden als misleiding?
Zo ja, hoe gaat u acteren op deze verspreiding van gevaarlijk nepnieuws en onderkent
u dat dergelijke stemmingmakerij een gevaar oplevert voor de sociale cohesie en de
veiligheid in de samenleving?
Antwoord 13 en 14
Ambtenaren dienen zich, net als iedereen in Nederland, te houden aan de Grondwet,
waarin artikel 1 bepaalt dat «allen die zich in Nederland bevinden, in gelijke gevallen
gelijk worden behandeld». Ambtenaren zijn wettelijk verplicht mensen gelijk te behandelen.
Voor zover mij bekend hebben de initiatiefnemers en deelnemers aan de bijeenkomst
aangegeven zelf bereid te zijn het werk neer te leggen als zij in strijd met deze
verplichting zouden moeten handelen. Dit betreft een hypothetische situatie, waarvan
de gevolgen pas kunnen worden beoordeeld als die situatie zich daadwerkelijk voor
zou doen. Los daarvan is het uitgangspunt dat het bestempelen van desinformatie als
zodanig primair geen taak van overheden is.3
Vraag 15
Gaat u personen die de komende tijd vergelijkbare oproepen en uitspraken doen op social
media aangaande de verkiezingsuitslag en de gevolgen daarvan actief (laten) monitoren
en waar nodig censureren, bijvoorbeeld door de Denktank Desinformatie, aangezien het
bestrijden van desinformatie volgens de Rijksoverheid de afgelopen jaren een belangrijke
en noodzakelijk taak was? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 15
Nee. Zoals ik heb uiteengezet in de antwoorden op de voorgaande vragen, valt het oproepen
tot een bijeenkomst onder het demonstratierecht en de vrijheid van meningsuiting die
gelden voor alle mensen. Ik ben daarom niet van plan om de sociale media te monitoren
op zulke oproepen. Daarnaast doet de overheid niet aan censuur. Bovendien acht ik
het juist van belang dat ambtenaren zich kunnen uitspreken binnen de daartoe gestelde
grenzen, zoals hiervoor al uiteen is gezet.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.