Schriftelijke vragen : Het bericht 'Brug Maastricht dreigt in te storten na aanvaring losgeslagen woonboot'
Vragen van het lid Vedder (CDA) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Brug Maastricht dreigt in te storten na aanvaring losgeslagen woonboot» (ingezonden 8 januari 2024).
Vraag 1
Zou u willen reageren op het bericht «Brug Maastricht dreigt in te storten na aanvaring losgeslagen woonboot»1 van de NOS en daarbij op elk van de gedane constateringen in deze berichtgeving
afzonderlijk willen ingaan?
Vraag 2
Zou u middels een tijdlijn inzicht willen geven in het proces en de status van (de
beschadiging aan) de stuw Borgharen?
Vraag 3
Hoe beziet u het feit dat eigenaren en bewoners van woonboten halverwege november
2023 zijn geïnformeerd over de kans op een hogere afvoer en er daarbij expliciet werd
vermeld dat het effect voor woonboten naar verwachting heel beperkt zou zijn, in het
licht van de gebeurtenissen van eind december 2023 en begin januari 2024? Heeft Rijkswaterstaat
afdoende en adequaat gehandeld?
Vraag 4
Welke reparaties zijn er uitgevoerd aan de overlaatdam nadat deze in 2021 ook al werd
beschadigd als gevolg van hoge waterafvoeren en de destijds ontstane calamiteit?
Vraag 5
Zou u willen bezien of de overlaatdam toen adequaat is gerepareerd en de informatie
over deze reparatie aan de Kamer willen doen toekomen?
Vraag 6
Heeft Rijkswaterstaat deze eerdere beschadiging betrokken bij de beoordeling van de
impact en mogelijke effecten van hogere afvoeren in 2023 op de ligplaatsen? Is hier
sprake van achterstallig onderhoud?
Vraag 7
Hoe gaat u de actuele zorgen bij geëvacueerde woonbooteigenaren en andere betrokkenen
adresseren, in het licht van het feit dat halverwege november 2023 een brief vanuit
Rijkswaterstaat is verzonden met daarin meerdere geruststellingen over de effecten
op woonboten?
Vraag 8
In hoeverre en op welke manier was Rijkswaterstaat op de hoogte van het feit dat zowel
het gebrek aan de stuw Borgharen als de staat van de ondergrond van de oevers, al
diverse effecten tot gevolg had voordat de recente ontwikkelingen plaatsvonden, zoals
de stand van hoog en laag waterpeil, stroomversnellingen, het eerder uit de vaart
nemen van de scheepvaart en mogelijke consequenties voor de veiligheid van de woonboten?
Welke actie heeft Rijkswaterstaat op basis van die informatie ondernomen?
Vraag 9
Op welke manier is, bij het in opdracht van Rijkswaterstaat uitgevoerde onderzoek
uit 2019 naar de stabiliteit van het oeverlichaam ter plaatse van de Stuwweg, onderzocht
welke effecten in de oever aanwezige restanten van bouwwerken c.q. grondkerende constructies
hebben op de stabiliteit van de oever? Zo ja, wat is met deze informatie gedaan? Zo
nee, waarom is dit niet onderzocht?
Vraag 10
Is er, aangezien de woonboten aan de Stuwweg (deels) verankerd zijn aan de restanten
van bouwwerken, een risico dat er nog meer boten losraken? Zo ja, zou u een risico-inschatting
hiervan willen maken?
Vraag 11
Zou u dit onderzoek, op basis waarvan de gemeente Maastricht destijds heeft besloten
om de Stuwweg af te sluiten voor verkeer zwaarder dan 3,5 ton2, aan de Kamer willen doen toekomen, inclusief een reflectie hierop bezien vanuit
de gebeurtenissen van van eind december 2023 en begin januari 2024?
Vraag 12
Kunt u garanderen dat de stuw Borgharen voor onderhoud, of in geval van een calamiteit,
veilig bereikbaar is via de Stuwweg, ook met zwaar materieel?
Vraag 13
Wat is de status en het tijdpad van de beoogde reconstructie van de oever door Rijkswaterstaat?
Vraag 14
Zou u inzichtelijk willen maken hoe bewoners van de Stuwweg, nadat zij geïnformeerd
zijn door Rijkswaterstaat over de aanpak van de oever begin 2020, zijn betrokken en
geïnformeerd over het verloop en de gevolgen van de reconstructie van de oever door
Rijkswaterstaat?
Vraag 15
Welke (financiële) verantwoordelijkheid ziet u om iets te doen aan de ondergrond van
de oevers? Zou u hierover actief in gesprek willen gaan met de gemeente Maastricht,
Waterschap Limburg, de provincie en andere betrokken actoren, gezamenlijk een tijdpad
willen opstellen, en de Kamer over de voortgang hiervan blijvend willen informeren?
Vraag 16
Zou u kennis willen nemen van de aan het Maastrichtse college van burgemeester en
wethouders gestelde raadsvragen over dit onderwerp?3 Zou u op elk van deze raadsvragen afzonderlijk willen reageren en reflecteren als
waren het vragen die aan u gesteld zijn?
Vraag 17
Zou u de genoemde risicoanalyse met de Kamer willen delen?
Vraag 18
Zou u op een rij willen zetten welke controles er zijn uitgevoerd bij de overlaatdam,
inclusief de bevindingen van die controles?
Vraag 19
Waarom is de overlaatdam niet eerder aangepakt? Waarom is er niet eerder gekozen voor
vervanging of renovatie?
Vraag 20
Zou u de door Rijkswaterstaat uitgevoerde verkenning naar de stuwdam in het kader
van het programma «Vervanging & Renovatie» met de Kamer willen delen?
Vraag 21
Hoe beoordeelt u de conclusies van deze verkenning en (het gebrek aan) ondernomen
acties naar aanleiding van deze verkenning in het licht van de gebeurtenissen van
eind december 2023 en begin januari 2024?
Vraag 22
Op welke manier heeft u contact met de gemeente Maastricht, Waterschap Limburg, de
provincie Limburg en andere betrokken actoren, over de acute situatie en de omschreven
zorgen van onder andere bewoners van de woonboten, en hoe helpt u hen?
Vraag 23
Wanneer worden de overlaatdam en de brug gerepareerd? Welke (financiële) verantwoordelijkheid
ziet u hier voor het Rijk? Zou u een tijdpad willen schetsen voor een permanente oplossing?
Indieners
-
Gericht aan
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Indiener
Eline Vedder, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.