Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Vedder over het bericht ‘GLB-premie fors omlaag: voorlopig bedrag basispremie €150’
Vragen van het lid Vedder (CDA) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «GLB-premie fors omlaag: voorlopig bedrag basispremie € 150» (ingezonden 5 december 2023).
Antwoord van Minister Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 19 december
2023).
Vraag 1
Kunt u exact aangeven hoe het kan dat er een verkeerde inschatting is gemaakt van
de benodigde budgetten? Is het aantal boeren dat zich heeft aangemeld voor deelname
aan het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) groter dan verwacht? Zo ja, waar was
de oorspronkelijke inschatting op gebaseerd?1
Antwoord 1
De deelname aan zowel de basisinkomenssteun als de ecoregeling ligt hoger dan verwacht
(zie ook mijn brief van 16 november 20232). Voor de basisinkomenssteun zijn meer hectares aangevraagd dan waarmee in het Nationaal
Strategisch Plan rekening is gehouden. Voor de ecoregeling zijn meer hectares aangevraagd,
maar is ook de verdeling van de hectares over de categorieën goud, zilver en brons
anders dan verwacht. Substantieel meer boeren dan verwacht zijn voor goud gegaan.
Dat verdient een compliment. Het feit dat verdeling van de beschikbare budgetten over
meer hectaren en hogere medailles leidt tot verlaging van de tarieven is dan ook zuur.
De inschatting voor de basisinkomenssteun in het Nationaal Strategisch Plan was gebaseerd
op de ervaringsgegevens uit de voorgaande GLB-periode. Het aantal hectares waarvoor
GLB-steun wordt aangevraagd, is tot 2.023 jaar op jaar stabiel. Wat dat betreft laat
2023 een trendbreuk zien. Ik had deze trendbreuk niet voorzien. Het toevoegen van
landschapselementen en het vervallen van toeslagrechten heeft vermoedelijk geleid
tot meer aangevraagde hectares. Terwijl de striktere conditionaliteiten kennelijk
niet hebben geleid tot een afname van de deelname.
De ecoregeling is geheel nieuw. De inschatting in het Nationaal Strategisch Plan was
gebaseerd op pilotprojecten en praktijkproeven, zoals onder andere toegezonden als
bijlage bij de brief van mijn ambtsvoorganger van 17 juni 20223 waarin de afgelopen jaren is getest welke maatregelen door boeren kunnen worden toegepast,
welke vergoeding daarvoor moet worden gehanteerd en hoeveel animo er is. Bij de totstandkoming
van het Nationaal Strategisch Plan zijn ook maatschappelijke organisaties, waaronder
agrarische sectorpartijen, betrokken geweest. Er is een zo goed mogelijke inschatting
gemaakt met de toen beschikbare informatie. Begin dit jaar hebben sectororganisaties
nog gewaarschuwd dat deelname zou achterblijven. Achteraf is de inschatting te laag
gebleken.
Vraag 2
Wat was het geschatte budget en hoe groot is het tekort als de premies blijven zoals
deze waren voorgesteld?
Antwoord 2
Het beschikbare EU-budget in 2023 bedraagt 386,5 miljoen euro voor de basisinkomenssteun
en 152 miljoen euro voor de ecoregeling. Het is nog niet mogelijk om een nadere inschatting
te maken van het tekort, omdat het definitieve beeld nog bepaald moet worden.
Vraag 3
Wanneer zijn de definitieve premies bekend? Is het mogelijk dat deze nog lager uitvallen
dan nu de verwachting is?
Antwoord 3
In het voorjaar van 2024 stel ik de definitieve tarieven vast. Deze kunnen niet lager
uitvallen dan de gepubliceerde voorlopige tarieven.
Vraag 4
Kunt u toelichten hoe uw onderzoek naar de mogelijkheden voor het ophogen van het
budget eruitziet? Wanneer verwacht u hier de resultaten van?
Antwoord 4
Ik zoek, zonder garanties te kunnen geven, voor de ecoregeling naar mogelijkheden
om de boeren volledig voor de geleverde maatschappelijke diensten te belonen (zie
ook mijn brief van 16 november4). Dat is belangrijk omdat de subsidies van het GLB ervoor bedoeld zijn om bij te
dragen aan de transitie naar een duurzamere landbouw. Maar het is niet eenvoudig,
omdat Europese regels aanvulling van het budget in de eerste pijler met nationale
middelen (cofinanciering) niet zonder meer toestaan. Daarom ben ik in gesprek met
de Europese Commissie over staatssteun en kijk ik naar de mogelijkheden in de begroting.
In lijn met de motie-Van der Plas over «verkennen hoe de verlaging van de GLB-premies
via de Landbouwbegroting kan worden opgevangen»5, zal ik uw Kamer in januari hierover informeren.
Vraag 5
Is het denkbaar dat de eisen die worden gesteld om voor deelname in aanmerking te
komen volgend jaar nog strenger worden, omdat anders het aantal aanmeldingen te groot
is voor het beschikbare budget?
Antwoord 5
In 2023 is er een aanpassing van de instapeis geweest, (zie ook de Kamerbrief hierover
van 14 november 20226). Deze verlaging is niet meer van toepassing in 2024, wat de facto leidt tot een
beperkte verhoging van de instapeisen. Omdat het belangrijk is boeren tijdig duidelijkheid
geven over de voorwaarden voor de regeling is een aanvullende verhoging voor 2024
niet meer mogelijk. Daarom wil ik nog duidelijker communiceren over de tarieven per
hectare behorende bij goud, zilver en brons en de bandbreedtes die daarvoor gelden.
Voor 2025 kijken we wel nadrukkelijk opnieuw naar de verhouding tussen activiteiten,
waardes en punten, de instapeisen en de tarieven.
Vraag 6
Vindt u dat dit moet worden voorkomen, omdat er dan veel boeren die zich nu wel hebben
aangemeld dan zullen afhaken, terwijl we dergelijke extra inspanningen juist willen
stimuleren? Zo ja, hoe gaat u daar concreet voor zorgen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
De verlaging van de tarieven is een vervelende boodschap voor alle boeren, vooral
die boeren die willen verduurzamen. Boeren hebben investeringen gedaan om te werken
aan de verduurzaming van de landbouw. Ik wil voorkomen dat boeren afhaken. Ik onderzoek
daarom alle mogelijkheden om de verlaging te beperken, omdat de subsidies van het
GLB ervoor bedoeld zijn om bij te dragen aan de transitie naar een duurzamere landbouw.
Ik kan echter geen garantie geven dit lukt.
Vraag 7
Heeft u in beeld welk effect het niet nakomen van het uitbetalen van de gesuggereerde
basispremie en ecopremie heeft op de bereidheid van boeren om te investeren in natuurinclusieve
landbouw? Hoe gaat u voorkomen dat de bereidheid niet afneemt, maar juist toeneemt?
Antwoord 7
De bekendmaking van de voorlopige tarieven voor de basisinkomenssteun en de aanvullende
herverdelende inkomenssteun hebben helaas tot de nodige onrust geleid. Ik betreur
dat. Het gaat om voorlopige tarieven die de uitbetaling van een deel van de basispremie
in december van dit jaar mogelijk maken. Het definitieve beeld moet nog bepaald worden.
Zoals aangegeven in mijn brief van 16 november 20237 en in het tweeminutendebat Landbouw- en Visserijraad van 7 december zoek ik, zonder
garanties te kunnen geven, voor de ecoregeling naar mogelijkheden om de boeren voor
de geleverde maatschappelijke diensten te belonen met de voorgespiegelde tarieven.
Vraag 8 en 9
Wat vindt u ervan dat boeren investeringen hebben gedaan en hun bedrijfsplannen hebben
aangepast om voor de premies in aanmerking te komen, terwijl deze plotseling veel
lager uitvallen dan voorgespiegeld? Hoe verhoudt dit zich tot het herstellen van vertrouwen
in de overheid en het toewerken naar langetermijnperspectief en voorspelbaar beleid?
Hoe gaat u boeren die, wederom als gevolg van een fout van de overheid, veel geld
mislopen tegemoet te komen?
Antwoord 8 en 9
De verlaging van de tarieven is een vervelende boodschap voor alle boeren, vooral
die boeren die willen verduurzamen. Boeren hebben investeringen gedaan om te werken
aan de verduurzaming van de landbouw. De subsidie van het GLB zijn er juist voor bedoeld
om bij te dragen aan de transitie naar een duurzamere landbouw. Ik kan mij voorstellen
dat verlaging van de tarieven niet aanmoedigt.
Het definitieve beeld moet nog bepaald worden. In het voorjaar van 2024 stel ik de
definitieve tarieven vast. Het feit dat er meer hectares zijn aangevraagd, maakt het
dat beschikbare budget over meer hectares verdeeld moet worden. Zoals aangegeven onderzoek
ik mogelijkheden om de verlaging te beperken.
Vraag 10
Deelt u de mening dat het niet zo kan zijn dat er een regeling wordt opengesteld en
dat pas nadat alle aanmeldingen binnen zijn, wordt gekeken hoe hoog de premies worden?
Antwoord 10
Voor elke subsidieregeling geldt dat er een plafond is. Als er meer wordt aangevraagd
dan er aan budget beschikbaar is, zijn er verschillende manieren om daarmee om te
gaan. Dat kan onder meer rangschikking zijn, loting, toekenning op volgorde van binnenkomst
(wie het eerst komt, het eerst maalt) of evenredige verdeling. Het budget voor de
hectaresteun uit het GLB wordt evenredig verdeeld over het totaal aantal hectaren,
dit is niet gewijzigd met de introductie van het nieuwe NSP. Dat betekent dat er geen
aanvragers afvallen maar dat de subsidie voor iedereen lager wordt. Daarom zijn plafondkortingen
ook al jaren gebruikelijk in het GLB, alleen niet in deze orde van grootte.
Vraag 11
Ziet u in dat het voor een ondernemer essentieel is om (van tevoren) te weten waar
hij of zij aan toe is, om daar het bedrijfsplan op aan te kunnen passen?
Antwoord 11
Ja. Ik investeer, samen met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), in zo
goed mogelijke communicatie met betrekking tot het GLB en de regelingen die hierin
zijn opgenomen, zodat boeren geïnformeerde keuzes over hun bedrijfsvoering kunnen
maken. Dit blijf ik doen. Voor dit jaar geldt dat inschattingen van de deelnamebereidheid
aan de ecoregeling vooraf geen indicatie gaven van deze hoge inschrijvingen. Achteraf
moet ik concluderen dat we daarom te stellig over de tarieven hebben gecommuniceerd.
Vraag 12
Bent u met de kennis van nu tevreden over de keuze voor het systeem van regelingen
zoals dat er nu ligt of had u achteraf toch liever gekozen voor een minder complex
systeem, zoals voorgesteld door het CDA in het commissiedebat over de Herziening van
het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid in oktober 2021 (Kamerstuk 28 625, nr. 299)? Bent u alsnog voornemens om het systeem te vereenvoudigen?
Antwoord 12
Subsidieregelingen in de eerste pijler (waaronder o.a. basisinkomenssteun en de ecoregeling)
van het GLB zijn gebonden aan het budget wat daar voor beschikbaar is gesteld, zoals
aangegeven in het NSP. Nationale cofinanciering is niet toegestaan. De totale deelname
aan de regeling zal altijd invloed hebben op de definitieve vaststelling van de hoogte
van de tarieven. De inschatting over de deelnamebereidheid voor 2023 kwam niet overeen
met de ambitie binnen de sector. Daarom heb ik de Europese Commissie opgeroepen om
meer ruimte te geven binnen het GLB. De huidige complexiteit van de regeling is nodig
om een integrale verduurzaming te behalen. Deelnemers moeten een combinatie van activiteiten
uitvoeren om deel te kunnen nemen. De deelnamenbereidheid geeft aan dat voor de agrariërs
de complexiteit hen niet weerhoudt zich hiervoor in te zetten. Ik blijf de komende
jaren werken aan verbetering van de ecoregeling, zoals ook is afgesproken in het Nationaal
Strategisch Plan van het GLB. Het is belangrijk dat we daarbij leren van de ervaringen
in dit eerste uitvoeringsjaar en te zorgen dat de ambitie, de vergoeding die er tegenover
staat en het beschikbare budget in lijn met elkaar liggen.
Vraag 13
Kunt u toelichten hoe u uitvoering heeft gegeven aan uw toezegging om het eerste jaar
flexibel om te gaan met fouten bij het invullen van de gecombineerde opgave? Met welke
fouten gaat u flexibel om en met welke niet?
Antwoord 13
Het sanctiebeleid van het GLB is per 2023 anders dan in de vorige periode omdat er
uit wordt gegaan van het bewustwordingsmechanisme. Ik heb dit in mijn brief van 14 november
20228 nader toegelicht. Zo zijn bij het niet voldoen aan nieuwe voorwaarden, veelal waarschuwingen
gegeven en geen sancties. Met de introductie van het nieuwe GLB zijn er voorwaarden
ingevoerd waarop de boer niet tijdig kon anticiperen. In de beoordeling houdt RVO
hier rekening mee en daarom is het is niet mogelijk exact aan te geven met welke fouten
flexibel wordt omgegaan wanneer niet. Dat hangt onder meer af van de context en de
individuele situatie van de aanvrager.
Vraag 14
Deelt u de mening dat de simulatietool eco-regelingen voor het GLB verkeerde verwachtingen
heeft gewekt, aangezien werd gesuggereerd dat ondernemers een idee van de eco-activiteiten
zouden krijgen die goed passen bij het bedrijf en dat daarmee ook kon worden gezien
hoeveel punten daarmee werden gehaald, inclusief een schatting van de eco-premie?
Antwoord 14
Nee, dat deel ik niet. De simulatietool was bedoeld als hulpmiddel om inzage te geven
in boven genoemde zaken, als invulling op de uitvoering van de motie Van Campen9, om de agrariër te informeren over de keuzes in de ecoregeling. In het Nationaal
Strategisch Plan van het GLB en bij de Gecombineerde opgave in het voorjaar is een
verwacht tarief gehanteerd van 200 euro voor goud, 100 euro voor zilver en 60 euro
voor brons. Vervolgens zijn er meer hectares aangevraagd dan verwacht en komen meer
boeren op basis van hun aanvraag in aanmerking voor de goud-premie. Dat leidt tot
lagere tarieven. Dit staat los van de eco-simulatietool.
Vraag 15
Kunt u aangeven wat u in het vervolg exact anders gaat doen om beleid voorspelbaarder
en consistenter te maken, zodat ondernemers vooruit kunnen?
Antwoord 15
Zoals ik uw Kamer eerder heb gemeld in het tweeminutendebat van 7 december, doe ik
mijn uiterste best om verlaging te beperken en boeren te belonen voor hun inspanningen.
Ik ben dit eerste jaar continu aan het evalueren en ga in ieder geval de communicatie
verbeteren.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van der Plas
(BBB), ingezonden 4 december 2023 (vraagnummer 2023Z19633) en van het lid Grinwis (ChristenUnie), ingezonden 5 december 2023 (vraagnum-mer
2023Z19670).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.