Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Campen over het artikel ‘Wilde theorieën’ over hoe sporen van amfetamine bij 23 mestfabrieken terechtkwamen’
Vragen van het lid Van Campen (VVD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het artikel ««Wilde theorieën» over hoe sporen van amfetamine bij 23 mestfabrieken terechtkwamen» (ingezonden 10 november 2023).
Antwoord van Minister Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 18 december
2023).
Inleiding
Vooraf wil ik opmerken dat veel vragen gaan over onderwerpen waarvoor het bevoegd
gezag ligt bij de provincies en gemeenten. De provincies en gemeenten hebben voor
de uitvoering en het toezicht diverse taken belegd bij de regionale omgevingsdiensten.
Voor de beantwoording heb ik daarom contact gezocht met de omgevingsdiensten, alsmede
met het Ministerie van IenW vanuit hun verantwoordelijkheid voor het afvalstoffenbeleid.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel ««Wilde theorieën» over hoe sporen van amfetamine
bij 23 mestfabrieken terechtkwamen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe zeker bent u ervan dat er daadwerkelijk sprake is van de aanwezigheid van amfetamine?
Antwoord 2
Ik ben dit nagegaan bij de omgevingsdiensten. In opdracht van de omgevingsdiensten
zijn bij 33 Noordelijke covergisters monsters genomen van het digestaat. Voor het
analyseren van de monsters is de Wageningen Food Safety Research (WFSR) ingeschakeld.
De amfetamine is na bemonstering van het digestaat van 23 covergisters aangetoond
door middel van een gevalideerde analysemethode door WFSR.
Vraag 3
Bent u bekend met de mogelijkheid dat in de mestvergister zelf een scheikundig proces
plaatsvindt waardoor amfetaminetesten positief uitvallen zónder dat daadwerkelijk
amfetamine aan mest is toegevoegd?
Antwoord 3
Ik ben niet bekend met deze mogelijkheid. Mij is wel bekend dat de betrokken ondernemers
en diverse sectorpartijen deze hypothese als mogelijke oorzaak voor de gevonden amfetamine
in het digestaat zien. Concrete aanwijzingen of onderzoeken hebben dit tot op heden
niet aangetoond.
Vraag 4
Indien u bekend bent met de in vraag 3 geopperde mogelijkheid, bent u bereid om hierover
zo spoedig mogelijk duidelijkheid te geven zodat de desbetreffende mestvergisters
weer kunnen opstarten en hier ook de onderzoeksinstructies van omgevingsdiensten op
aan te passen?
Antwoord 4
De onderzoeken naar de oorzaken van de amfetamine in het digestaat lopen nog. Deze
worden uitgevoerd in opdracht van de omgevingsdiensten en de bevoegde gezagen (gemeenten
en provincies). Ik laat mij regelmatig informeren over de voortgang van de onderzoeken.
Zodra de oorzaak bekend is, kunnen maatregelen worden getroffen om de aanwezigheid
van amfetamine in de toekomst te voorkomen. Ik vind het om die reden van belang dat
het onderzoek naar de herkomst zo spoedig mogelijk afgerond wordt.
Vraag 5
Hoeveel mestvergisters zijn momenteel op non-actief gesteld, wat gebeurt er met de
mest die zich momenteel in de vergisters bevindt en hoeveel mest kan hierdoor momenteel
niet verwerkt worden?
Antwoord 5
Van de omgevingsdiensten heb ik te horen gekregen dat bij 23 covergisters amfetamine
in het digestaat is aangetroffen. Het digestaat in de vergisters is door de toevoeging
niet langer te gebruiken als meststof en is daarmee een afvalstof en moet als zodanig
worden opgeslagen, afgevoerd en verwerkt. Hierbij geldt dat de Opiumwet van toepassing
is vanwege de aangetroffen amfetamine. Amfetamine is een stof die genoemd is op Lijst
I van de Opiumwet. Een dergelijke stof mag op basis van de Opiumwet onder meer niet
verhandeld worden. De Opiumwet kent hierbij geen ondergrens, dus ook het verhandelen
van stoffen met een lage concentratie aan amfetamine is verboden.
De omgevingsdiensten zijn het aanspreekpunt voor ondernemers. Zij kunnen daar terecht
met vragen over afvoer, opslag en verwerking. Het is onbekend hoeveel mest nu niet
verwerkt kan worden. De hoeveelheid mest die niet naar een covergister kan worden
afgezet verschilt per getroffen bedrijf. Sommige bedrijven hebben voldoende opslag,
waardoor de covergisters de afgelopen perioden nog in bedrijf zijn geweest. Bedrijven
met een beperkte opslag hebben naar ik heb vernomen de aanvoer van dierlijke mest
moeten minimaliseren of zelfs volledig stop moeten zetten.
Vraag 6
Deelt u de mening dat het, juist nu sprake is van een mestoverschot door de derogatieafbouw,
cruciaal is dat boeren hun mest kunnen afvoeren?
Antwoord 6
Het is te allen tijde belangrijk dat bedrijven met een mestoverschot op een verantwoorde
manier hun mest kunnen afvoeren. Ik betreur het dan ook dat in covergisters amfetamine
is aangetroffen waardoor de mogelijke afzet van mest aan de covergisters beperkt wordt.
Het is daarom zaak om zo spoedig mogelijk de oorzaak te achterhalen, zodat maatregelen
getroffen kunnen worden om de aanwezigheid van amfetamine te voorkomen.
Vraag 7
Is er in Nederland voldoende verwerkingscapaciteit beschikbaar om de op non-actief
gestelde mestvergisters op te kunnen vangen?
Antwoord 7
Afzet van dierlijke mest naar een covergister is niet de enige manier om mest af te
voeren. Het is dus ook niet zo dat als de dierlijke mest niet kan worden afgezet naar
een covergister, dit per definitie door een andere verwerker moet worden verwerkt.
Export, afvoer naar opslag bij een andere landbouwer of intermediair of een andere
manier van verwerken zijn opties om dierlijke mest op een waardevolle manier af te
zetten. Ik heb geen signalen dat deze opties op dit moment ontoereikend zijn.
Vraag 8
Wat is het effect van de op non-actief gestelde mestvergisters op de mestmarkt en
kunt u een beschrijving geven van de ontwikkelingen op de mestmarkt door de derogatieafbouw?
Antwoord 8
De afbouw van de derogatie heeft een significant effect op de mestmarkt. Dit maakt
dat de stikstof gebruiksruimte voor dierlijke mest afneemt en de druk op de mestmarkt
toeneemt. Tot aan het voorjaar, waarbij de exacte periode afhangt van de mestsoort
en grondsoort, mag er echter geen mest worden uitgereden in Nederland. Ook indien
mest vergist wordt, moet het digestaat worden opgeslagen om in het voorjaar op het
land uit te kunnen rijden. Op dit moment is het voor de vergisters die het betreft
niet mogelijk om mest te exporteren. Voor de vergisters die normaal gezien de mest
niet opslaan maar exporteren is er nu een probleem. Het is niet goed te zeggen in
hoeverre dit een effect heeft of zal hebben op de mestmarkt.
Vraag 9
Wanneer en hoe gaat u de motie van het lid Van Campen c.s. (Kamerstuknummer 33 037, nr. 468) uitvoeren die het kabinet verzoekt om zo spoedig mogelijk een maatschappelijke kosten-batenanalyses
uit te voeren naar het verlies van derogatie en hierbij in ieder geval de economische
en ecologische effecten in kaart te brengen?
Antwoord 9
De ecologische effecten van de afbouw van de derogatie, welke zijn onderzocht door
Wageningen Environmental Research, zijn op 14 juli 2023 naar de Tweede Kamer gestuurd
(Kamerstukken II, 2022/2023, 33 037, nr. 501). Zoals in de brief van 14 juli 2023 is aangegeven, worden de effecten van de derogatie
in beeld gebracht binnen het project «Uitwerking bedrijfstypen duurzame landbouw»,
waarin door Wageningen UR onder andere de economische effecten van de derogatiebeschikking
worden berekend. Ik verwacht de resultaten van dit onderzoek kort na het Kerstreces
met de Kamer te kunnen delen.
Vraag 10
Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden?
Antwoord 10
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.