Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Wassenberg over het rapport van Inspectie JenV politieoptreden KOZP Staphorst
Vragen van het lid Wassenberg (PvdD) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het inspectierapport en de beleidsreactie inzake het politieoptreden bij de demonstratie van Kick Out Zwarte Piet in Staphorst (ingezonden 6 november 2023).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 18 december
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 486.
Vraag 1
Erkent u dat de politie ernstige fouten heeft gemaakt bij de voorbereiding en de aanpak
van de beoogde demonstratie van Kick Out Zwarte Piet (hierna: KOZP) in Staphorst op
19 november 2022?
Antwoord 1
In reactie op het Inspectierapport van de Inspectie van Justitie en Veiligheid (hierna:
Inspectie) over het politieoptreden bij de demonstratie van Kick Out Zwarte Piet (KOZP)
in Staphorst heeft de korpschef mij laten weten dat de politie zich herkent in de
kritiekpunten die naar voren zijn gekomen in het rapport van de Inspectie.
Vraag 2
Erkent u dat de veiligheid van de demonstranten van KOZP en de waarnemers van Amnesty
International niet gewaarborgd is geweest?
Antwoord 2
Ik onderschrijf, net zoals de korpschef, de conclusies van het rapport.
Vraag 3
Erkent u dat het demonstratierecht van KOZP geschonden is omdat de politie ervoor
koos niet op te treden tegen de relschoppers en in plaats daarvan de demonstratie
te verbieden?
Antwoord 3
Ik onderschrijf, eveneens als politie, de conclusies van het rapport die aangeven
dat de politie niet doortastend en adequaat heeft opgetreden bij de bescherming van
de demonstranten van KOZP en de waarnemers van Amnesty International bij de voorgenomen
demonstratie in Staphorst. De politie ziet in dat tijdens de demonstratie op 19 november
2022 de focus meer had moeten liggen op het aanpakken en stoppen van de relschoppers
en zij betreurt het dat demonstranten en waarnemers niet de bescherming kregen waar
zij recht op hadden. De keuze om de demonstratie voortijdig te beëindigen ligt overigens
nooit bij de politie maar bij het lokale gezag, i.c. de burgemeester.
De gemeente Staphorst heeft een onderzoek laten uitvoeren door RadarAdvies1 naar het eigen handelen voor, tijdens en na de gebeurtenissen op 19 november 2022.
Radaradvies beschrijft dat de burgemeester in verband met de toenemende onveilige
situatie op 19 november de afweging heeft gemaakt om de demonstratie van KOZP voortijdig
op grond van de Wet openbare manifestaties te beëindigen.
Vraag 4
Hoe kijkt u terug op uw eigen reactie op de gebeurtenissen in Staphorst? Heeft u zich
destijds voldoende normerend uitgelaten tegen eigenrichting en voor het demonstratierecht?
Wat heeft u van deze episode geleerd?
Antwoord 4
Tijdens het mondelinge vragenuur heb ik aangegeven het onafhankelijk onderzoek naar
de besluiten die rondom deze demonstratie zijn genomen af te wachten. De burgemeester
van Staphorst had destijds laten weten dit onderzoek in te stellen. Zoals gewoonlijk
loop ik niet vooruit op de uitkomsten van een onderzoek. Later werd bekend dat de
Inspectie van Justitie en Veiligheid een onderzoek zou instellen. Ik ben de Inspectie
van Justitie en Veiligheid erkentelijk voor het onderzoek waarin zij via een gedetailleerd
feitenrelaas de gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden op 19 november 2022 uiteengezet
hebben. Zowel de korpschef als ik onderschrijven de conclusies van de Inspectie Justitie
en Veiligheid.
Vraag 5
Heeft de politie de relschoppers in de voorbereiding en tijdens de aanpak als «tegendemonstranten»
beschouwd en daarom besloten «erom heen te werken»? Is deze analyse van de politie
waar uw eerste reactie op de gebeurtenissen, waarbij u de relschoppers «tegendemonstraten»
noemde, op gebaseerd was? Zo nee, hoe zit het dan?
Antwoord 5
De politie heeft in de voorbereiding de signalen geduid als een tegenactie. De politie
heeft erkend dat zij op 19 november 2022 meer had moeten doen om de relschoppers te
stoppen. Bij het begin van het vragenuur op 22 november 2022 heb ik aangegeven dat
de woordkeuze «tegendemonstranten» een onjuiste was.
Vraag 6
Erkent u dat een effectieve aanpak van demonstraties door de politie begint met kennis
over de grenzen van het demonstratierecht en het effectief differentiëren tussen demonstranten
en relschoppers/geweldplegers?
Antwoord 6
Een effectieve facilitering van demonstraties door de politie begint inderdaad met
kennis over de grenzen van het demonstratierecht. Dat geldt overigens niet alleen
voor de politie maar ook voor andere betrokken partijen zoals de gezagen en demonstranten.
De Inspectie is in het rapport ook ingegaan op de bredere ontwikkeling rondom demonstraties.
Aangegeven wordt dat demonstraties steeds vaker niet dan wel vooraf worden aangemeld,
waardoor de gemeente en politie minder tijd hebben om een demonstratie te faciliteren.
Tegelijkertijd is een ontwikkeling te zien op het gebied van openbare orde en veiligheid
rondom demonstraties, aldus de Inspectie.
De politie besteedt extra aandacht aan de bestaande processen rondom demonstraties
en aan de kennis over gedragsinstructies onder het politiepersoneel. Door het delen
van ervaringen en ook door gebruik te maken van handelingskaders wordt de kennis rond
het optreden bij demonstraties beter geborgd binnen de politie.
Vraag 7, 8, 9 en 10
Waarom keurt u in uw beleidsreactie op het inspectierapport het geweld door deze relschoppers
niet onomwonden af?
Vindt u dat hier sprake is geweest van racistisch geweld? Zo ja, waarom spreekt u
zich daar niet tegen uit?
Erkent u dat het heel gevaarlijk is als onvoldoende normerend wordt opgetreden tegen
eigenrichting? Wat gaat u doen om de schade hiervan te herstellen?
Hoeveel verdachten of daders worden momenteel vervolgd of zijn veroordeeld? Bent u
het ermee eens dat niemand weg zou moeten kunnen komen met dergelijk crimineel gedrag?
Hoe kan de politie ervoor zorgen dat voortaan álle daders van dergelijk geweld worden
vervolgd?
Antwoord 7, 8, 9 en 10
Ik keur het geweld door relschoppers onomwonden af. Het Openbaar Ministerie vervolgt
vier personen. Deze vier personen moeten zich op 16 januari 2024 verantwoorden voor
de rechter. Het is aan de rechter om een oordeel te vellen over de vraag of er strafbare
feiten zijn gepleegd en vervolgens een passende straf op te leggen.
Vraag 11
Is er destijds sprake geweest van slachtofferhulp of enige andere vorm van bijstand
aan de demonstranten en de waarnemers? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe zag dit eruit?
Antwoord 11
Bij het opnemen van een aangifte wordt door de politie altijd gevraagd of een aangever
behoefte heeft aan slachtofferhulp en of de gegevens gedeeld mogen worden met Slachtofferhulp
Nederland zodat zij contact kunnen leggen. Als die behoefte er is, wordt dit in het
systeem vastgelegd. Of er in dit geval slachtofferhulp is geweest valt onder de privacy
van betrokkenen en daar ga ik dan ook niet op in. Slachtoffers kunnen via mijnslachofferzaak.nl
de voortgang van hun zaak volgen.
Vraag 12
Erkent u dat de politie structureel niet adequaat optreedt bij demonstraties van KOZP?2
Antwoord 12
Nee, dat deel ik niet. Het faciliteren en beschermen van een demonstratie is belegd
bij het lokale gezag. Bij het bepalen van de inzet van de politie voor demonstraties,
in afstemming met de driehoek, wordt er conform de Wet openbare manifestaties geen
onderscheid gemaakt op basis van de inhoud van een demonstratie. Alle demonstraties
moeten gelijk worden beschermd.
Dat neemt niet weg dat iedere demonstratie anders is, waardoor de aanpak ook steeds
zal verschillen. Het veiligheidsrisico bij een demonstratie bepaalt hoe de politie-inzet,
onder het gezag van de burgemeester, wordt vormgegeven.
Vraag 13
Erkent u dat de politie demonstraties bij de Sinterklaasintocht te vaak beziet vanuit
een belangenafweging tussen openbare orde (bijvoorbeeld een rustig en ordentelijk
verloop van de intocht) versus het demonstratierecht? Erkent u dat dit niet juist
is en dat het demonstratierecht altijd voorop zou moeten staan, zoals onder andere
de inspectie, de Ombudsman en Amnesty International schrijven?3
4
5
Antwoord 13
Demonstraties worden in de eerste plaats gezien als de uitoefening van een grondrecht
en niet als een veiligheidsrisico. Uitgangspunt moet altijd zijn dat demonstraties
zoveel mogelijk worden gefaciliteerd en beschermd. Daarbij is het wel van belang een
inschatting te maken van de veiligheidsregio’s die gepaard gaan met een demonstratie
om daarmee de politie-inzet te bepalen zodat een demonstratie kan plaatsvinden op
een manier die veilig is voor demonstranten en omstanders.
Vraag 14
Erkent u dat de Inspectie Justitie en Veiligheid niet van de politie vraagt om zoals
u schrijft «voorafgaand aan een demonstratie alle mogelijk situaties te beschrijven»,
maar dat zij vraagt om duidelijke en concrete handelingskaders voor de praktijk, omdat
het ontbreken daarvan in Staphorst een uitbarsting van geweld mogelijk heeft gemaakt?
Antwoord 14
De politie brengt in de voorbereiding op een demonstratie de mogelijke risico’s in
kaart en werkt, aan de hand daarvan, scenario’s uit. De kritiek van de Inspectie richt
zich erop dat de scenario’s in de onderhavige casus onvoldoende waren uitgewerkt op
het niveau van operationeel handelen. Deze operationele uitwerking zal verschillend
zijn per demonstratie omdat deze afhankelijk is van de plaatselijke context.
Vraag 15
Erkent u dat de Inspectie Justitie en Veiligheid niet stelt dat de politie informatie
heeft gemist, zoals u op pagina 2 van uw beleidsreactie schrijft, maar dat «de voorbereide
aanpak [van de politie] niet aansloot op de beschikbare informatie en de ernst van
de risico’s»? Erkent u dat dit een belangrijk onderscheid is omdat het er juist om
gaat wat de politie met de beschikbare informatie (dat er relschoppers zouden komen)
heeft gedaan? Erkent u dat dit onderscheid moet worden gemaakt om de juiste lessen
te kunnen trekken uit dit inspectierapport?
Antwoord 15
Middels mijn beleidsreactie heb ik u geïnformeerd over het feit dat de politie onderkent
dat de handelingsperspectieven voortkomend uit de operationele scenario’s in onvoldoende
mate concreet beschreven waren voor de uitvoering in de praktijk en dat er cruciale
informatie is gemist in de voorbereiding. Daarmee wordt onderschreven dat niet voldoende
gebruik is gemaakt van de beschikbare informatie in de voorbereiding.
Vraag 16
Hoe gaat u ervoor zorgen dat demonstraties bij Sinterklaasintochten de komende maand
beter zullen verlopen
Antwoord 16
Het faciliteren en beschermen van het demonstratierecht is lokaal belegd. Verschillende
ministeries, waaronder mijn ministerie, staan in nauw contact met gemeenten en de
politie en ondersteunen op verzoek. De intochten en demonstraties hebben op het moment
van schrijven plaatsgevonden.
Vraag 17
Welke maatregelen gaat u nemen om ervoor te zorgen dat de politie de komende tijd
in het bijzonder, en in de toekomst in het algemeen, beter het demonstratierecht van
vreedzame demonstranten beschermt bij (dreigend) geweld?
Antwoord 17
De wijze waarop wordt opgetreden tijdens een demonstratie wordt bepaald in de lokale
driehoek. Zoals in vraag 16 benoemd staan wij in nauw contact met gemeenten en de
politie. Verder wijs ik nog op de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties van 7 juli jl.6, over het demonstratierecht. In die brief wordt benadrukt dat kennis over het belang
en de reikwijdte van het demonstratierecht onontbeerlijk is. In dat kader zijn enkele
(ondersteunende) acties aangekondigd, zoals het feit dat op dit moment in opdracht
van het Ministerie van BZK een landelijke kennisbank ontwikkeld wordt waarop iedereen
gratis en vrij toegankelijk informatie over het demonstratierecht kan inwinnen en
een online adviestool kan raadplegen. Daarnaast is in de beleidsreactie aangegeven
dat de politie zich herkent in de kritiekpunten die naar voren zijn gekomen in het
rapport van de Inspectie en dat de aanbevelingen meegenomen worden in toekomstige
Staf Grootschalig Bijzonder Optreden (SGBO)’s en trainingen die betrekking hebben
op demonstraties.
Vraag 18
Bent u bereid concrete handelingskaders op te stellen in samenwerking met gemeenten
en politie en die met de Kamer te delen?
Antwoord 18
Deze handelingskaders zijn er al, zoals bijvoorbeeld de handreiking openbare manifestaties
(opgesteld in 2020, geactualiseerd in 2021)7. Daarbij is belangrijk om op te merken dat een handelingskader dient als een algemeen
richtsnoer. De voorbereiding van elke demonstratie is lokaal maatwerk en vindt daarom
plaats binnen de lokale driehoek.
Vraag 19
Erkent u dat er concrete verbeteringen moeten plaatsvinden om het demonstratierecht
in Nederland te beschermen? Zo ja, welke verbeteringen heeft u voor ogen?
Antwoord 19
Ik verwijs hiervoor naar voornoemde brief van 7 juli jl., waarin uitgebreid uiteen
is gezet hoe de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en ik aankijken
tegen de huidige stand van het demonstratierecht, de handvatten die het wettelijk
op dit moment biedt en de (aanvullende) mogelijkheden om het lokale gezag te ondersteunen
en te faciliteren.
Vraag 20
Kunt u deze vragen afzonderlijk en uiterlijk binnen drie weken beantwoorden, in verband
met de aanstaande Sinterklaasintochten?
Antwoord 20
Het uitgangspunt is altijd dat ik deze vragen binnen de drie-weken-termijn beantwoord.
In sommige gevallen, waarbij afstemming tussen veel betrokkenen plaatsvindt, kan dit
helaas langer duren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.