Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bromet over openbare pachtveilingen van het Rijksvastgoedbedrijf
Vragen van het lid Bromet (GroenLinks) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over openbare pachtveilingen van het Rijksvastgoedbedrijf (ingezonden 18 september 2023).
Antwoord van Minister Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), mede namens de
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 14 december 2023).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 258.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Zorgen bij omwonenden over openbare pachtveiling Rijksvastgoedbedrijf»?1
Antwoord 1
Ja. En laat ik die zorgen gelijk wegnemen: Deze percelen zijn inmiddels gegund aan
een agrariër die hierop biologisch zal gaan telen.
Vraag 2
Klopt het dat een landbouwperceel aan de Kievietsweg in Almere, waar al ruim dertig
jaar biologisch wordt geboerd, zonder enkele beperking aan agrarisch gebruik wordt
geveild? Waarom wordt er zelfs vermeld dat de grond beschikbaar is voor bollenteelt?
Antwoord 2
Voor het landbouwperceel aan de Kievitsweg is een bouwplan voorgeschreven. Het klopt
dus niet dat er geen beperkingen aan het agrarisch gebruik worden gesteld. Binnen
zo’n bouwplan kan er biologisch of gangbaar geteeld worden. Het was bij het Rijksvastgoedbedrijf
niet bekend dat er op dit perceel al ruim dertig jaar biologisch wordt geboerd. Het
Rijksvastgoedbedrijf gaat uit van informatie die wordt aangeleverd door de (afgaande)
pachter.
Voor dit perceel heeft het Rijksvastgoedbedrijf geen informatie gekregen van de (afgaande)
pachter gekregen waaruit dit blijkt.
Daarbij is het goed te weten dat ook voor bloembollen en lelies geldt dat deze biologisch
geteeld kunnen worden.
Vraag 3
Waarom wordt er niet standaard door het Rijksvastgoedbedrijf vermeld dat het gaat
om pachtgrond waarop biologisch is geteeld?
Antwoord 3
Als het bij het Rijksvastgoedbedrijf bekend is dat het gaat om pachtgrond waarop biologisch
geteeld is, dan wordt dit bij de omschrijving van het object vermeld in het Biedboek
van de openbare inschrijving. Bij een ander perceel is dat dan ook gebeurd. Voordat
een perceel via een openbare inschrijving wordt aangeboden wordt gekeken of er sprake
is van een biologisch perceel. Hierbij gaat het Rijksvastgoedbedrijf uit van informatie
die wordt aangeleverd door de (afgaande) pachter, dit is hier door de afgaande pachter
niet gebeurd. En als een perceel door de afgaand pachter biologisch gebruikt is, dan
zal dat perceel gegund worden aan een inschrijver die het perceel binnen de biologische
landbouw zal aanwenden.
Vraag 4 t/m 6
Hoe past deze gang van zaken bij het Rijksvastgoedbedrijf bij de doelstelling van
de overheid om 15 procent biologische landbouw te hebben in 2030? Deelt u de mening
dat werkwijze juist leidt tot mínder biologische landbouw?
Deelt u de zienswijze dat adequaat pachtbeleid juist een uitgelezen middel is om meer
biologische landbouw te realiseren? Zo nee, waarom niet?
Deelt u de mening dat biologische pachtgrond bescherming verdient en alleen beschikbaar
zou moeten zijn voor biologische landbouw? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4 t/m 6
De vragen 4 tot en met 6 haken in op het sturend vermogen van de verpachter ten aanzien
van het in pacht uitgeven van grond. Het bestemmingsplan legt de grenzen van de gebruiksmogelijkheden
van de grond vast. Voor de onderhavige grond is dat het bestemmingsplan Vogelhorst,
NL.IMRO.0034.BP5B04-vg01, waarbij in de toelichting is opgenomen dat «Voor de strook
die grenst aan de Kievitsweg is de agrarische bestemming vastgelegd conform de huidige
bestemming en het gebruik van deze gronden.» Over het gebruik voor bollenteelt wordt
in het bestemmingsplan niets vermeld (niet positief noch negatief), en hetzelfde geldt
ten aanzien van het gebezigd biologisch gebruik. Oftewel, het gebruik voor bollenteelt
op de betreffende percelen wordt niet uitgesloten.
Het Rijksvastgoedbedrijf geeft de gronden uit binnen de algemene richtlijnen van LNV.
In dat kader kan het Rijksvastgoedbedrijf het biologische landbouwkundig gebruik niet
afdwingen, maar wel voorwaarden stellen bij de uitgifte van geliberaliseerde pachtgronden
in het daaraan verbonden bouwplan. Daarin wordt voorgeschreven welke teelten zijn
toegestaan en worden ook rustgewassen voorgeschreven, waarmee een gezonde bodemkwaliteit
behouden blijft. Het Rijksvastgoedbedrijf stimuleert daarnaast duurzaamheid door bij
de geliberaliseerde verpachtingen een rekenkundige ophoging van het bod te gebruiken.
Wanneer de bieder aangeeft dat er volgens bepaalde certificaten (waaronder gecertificeerde
biologische landbouwmethoden) geteeld zal worden, wordt in het gunningstraject een
bieding met een bepaald percentage verhoogd. Zie ook het rapport «Duurzaamheidsscore
certificatiesystemen bij pachtinschrijvingen Rijksvastgoedbedrijf».
Van de in totaal circa 41.000 hectare landbouwgrond die het Rijksvastgoedbedrijf verpacht
is 80% uitgegeven op basis van een regulier pachtovereenkomst en is 10% uitgegeven
middels een erfpacht overeenkomst. Op deze contracten kan het Rijksvastgoedbedrijf
geen sturing geven over hoe de percelen moeten worden uitgegeven en of dit biologisch
gebeurt of niet. De overige 10% wordt uitgegeven op basis van kortlopende pachtovereenkomsten
(geliberaliseerde pacht), alleen daar kan het Rijksvastgoedbedrijf voorwaarden aan
het – al dan niet biologisch – gebruik stellen. Van deze 10% is de helft – oftewel
circa 2.000 hectare – in gebruik binnen de biologische landbouw. Dus dit is al 50%
van de percelen waarop het Rijksvastgoedbedrijf kan sturen. Voor de overige geliberaliseerde
pachtovereenkomsten geeft het Rijksvastgoedbedrijf nieuwe pachters die aangeven de
percelen volgens de normen van de biologische landbouw te gaan gebruiken een voordeel
door bij hen de gunning op de geboden pachtprijs op te waarderen. Daarmee stimuleert
het Rijksvastgoedbedrijf dat meer gronden voor de biologische landbouw worden aangewend.
Samen met mijn collega van BZK en het Rijksvastgoedbedrijf zullen wij onderzoeken
hoe de biologische landbouw kan worden gestimuleerd binnen de regulier verpachte percelen.
Vraag 7
Hoe kijkt u naar de zorgen van omwonenden dat er mogelijks bestrijdingsmiddelen naast
hun huis zullen worden toegepast? In hoeverre voldoet dat aan de eisen voor een spuitvrije
zone van 50 meter tot woon- en verblijflocaties? Wordt deze regel wel in acht genomen
en gehandhaafd?
Antwoord 7
Wij kunnen de zorg van de omwonenden die hieruit spreekt goed voorstellen. Het Rijksvastgoedbedrijf
kijkt bij de uitgifte van de gronden naar bestaande wet- en regelgeving. Voor spuitvrije
zones is echter geen algemeen verbindende regeling op basis waarvan er een verplichte
spuitvrije zone gehanteerd moet worden. Daarmee ontbreekt ook een grondslag voor het
Rijksvastgoedbedrijf om hier een bepaling over op te nemen in de pachtovereenkomst
en is handhaving door het Rijksvastgoedbedrijf ook niet aan de orde.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede namens
H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.