Lijst van vragen : Lijst van vragen over de Najaarsnota 2023 (Kamerstuk 36470-1)
2023D48749 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Financiën heeft over de Najaarsnota 2023 (Kamerstuk 36 470, nr. 1) de navolgende vragen ter beantwoording aan de Minister van Financiën voorgelegd.
De fungerend voorzitter van de commissie,
Tielen
Adjunct-griffier van de commissie,
Schukkink
Nr
Vraag
1.
Kunt u per begroting aangeven hoe groot de eindejaarsmarge is, of de volledige eindejaarsmarge
wordt ingevuld en hoe groot eindejaarsmarge maximaal mag zijn (bijvoorbeeld 1%)?
2.
Wat zijn de rentelasten? Hoe zijn die veranderd ten opzichte van de stand bij de Miljoenennota?
3.
Voor welke reeksen op de Aanvullende post wordt verwacht dat de plannen voldoende
zijn uitgewerkt zodat overheveling naar departementale begroting kan plaatsvinden?
Voor welke reeksen niet en voor welk bedrag is dat dan?
4.
Waarom worden bij de Najaarsnota verschillen toegelicht t.o.v. de stand Miljoenennota
2024 en niet (ook) Miljoenennota 2023, wat immers voor het parlement in het kader
van het budgetrecht de logische referentiesituatie is?
5.
Waarom bevat de Najaarsnota geen duiding van de oorzaken van de grootste afwijkingen
ten opzichte van de begroting, zoals onderuitputting of mee- of tegenvallende belastingopbrengsten?
6.
Kunt u aangeven op welke begrotingsposten zich nu al twee jaar of meer een significante
onderuitputting voordoet?
7.
Hoe verklaart u de forse meevallers bij de reguliere opvangkosten door het Centraal
Orgaan opvang asielzoekers (COA) (207 miljoen euro), de behandeling van asielaanvragen
door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) (26,8 miljoen euro) en de begeleiding
van alleenstaande minderjarige vreemdelingen (AMV’s) door Nidos (23,4 miljoen euro),
in het licht van de toenemende asielinstroom? Betekent het afromen van middelen ook
een lagere capaciteit voor COA en IND? Hoe verhouden de thans beschikbare middelen
zich tot de structurele capaciteit die voor de langere termijn beschikbaar moet zijn
om pieken op te kunnen vangen?
8.
Kunt u aangeven hoe veel de fors hoger uitvallende kosten voor noodopvang van asielzoekers
(218 miljoen euro) in totaal bedragen in 2023 en hoe dit bedrag zich verhoudt tot
de raming bij Miljoenennota 2023?
9.
Wat is de oorzaak van het feit dat binnen het budget voor maatschappelijke diensttijd
2023 69,8 miljoen euro niet is besteed? Kunt u inzicht geven in de benutting van de
beschikbare middelen over de afgelopen jaren?
10.
Worden de middelen uit de heffing voor glastuinders vanwege het overschrijden van
het CO2-emissieplafond in 2021, van in totaal 3 miljoen euro, in 2023 ook weer ingezet voor
stimulering van verduurzaming van de sector?
11.
Hoe verhouden het incidentele bedrag van 103 miljoen euro, dat gemeenten momenteel
ontvangen in verband met de transitiekosten voor de invoering van de Omgevingswet,
en het moment van uitkeren zich tot de bestuurlijke afspraken met gemeenten en provincies
over de invoering van de Omgevingswet?
12.
Kunt u een nadere toelichting geven op de verhoging van de verplichting op artikel
37 (begroting Justitie & Veiligheid) met 1,2 miljard euro? Tot welke (wijziging van)
kasuitgaven leidt dit in 2023 en 2024? Gaat het hierbij om reeds voorziene uitgaven
of om extra uitgaven? Kunt u aangeven hoe hoog de totale instroom van asielzoekers
in 2023 naar verwachting zal zijn en hoe hoog de kosten voor reguliere en noodopvang
naar verwachting in 2023 uitvallen?
13.
Kunt u bij het onderdeel OCW de «niet-plafondrelevante mutaties ter hoogte van 710,0 miljoen euro
met betrekking tot de studiefinanciering» nader toelichten? Waardoor wordt deze meevaller
verklaard en is het effect structureel?
14.
Gemeenten hielden in het begrotingsjaar 2022 in totaal 3,9 miljard over; kunt u een
indicatie geven van de benutting van de middelen in het Gemeentefonds in het begrotingsjaar
2023? In hoeverre is er ook bij gemeenten sprake van een structurele onderuitputting,
als gevolg van krapte op de arbeidsmarkt of andere oorzaken?
15.
Waarom wordt de bijdrage aan het Rijksvastgoedbedrijf ten behoeve van de Nationale
Grondbank met 90 miljoen euro verlaagd? Waaraan is de 10 miljoen euro besteed die
wel beschikbaar is gesteld? Welke provincies voeren actief grondbeleid en in hoeverre
is er sprake van afstemming tussen nationaal en provinciaal instrumentarium?
16.
In verband met de compensatie hoge energielasten stelde het kabinet in de Miljoenennota
2023 in totaal 200 miljoen euro beschikbaar voor flankerend beleid, gericht op de
huishoudens die naast de maatregelen extra ondersteuning nodig hebben. «De maatregelen
uit het flankerend beleid worden nog verder uitgewerkt», zo stelt de Miljoenennota
2023. Op welke wijze is de 200 miljoen euro in 2023 besteed en hoe hebben lagere inkomens
hiervan geprofiteerd?
17.
Klopt het dat de verplichtingen bij Najaarsnota/2e suppletoire begroting met 14,4 miljard euro toenemen? In hoeverre leiden deze verplichtingen
tot extra of afwijkende uitgaven in 2023, 2024 en latere jaren (afwijkend kasritme
t.o.v. vastgestelde begroting)?
18.
Hoe kan de Kamer controleren of er bij deze verplichtingen sprake is van lopend beleid
of dat er ook nieuwe beleidskeuzes aan de orde zijn? Welke rol speelt de Minister
van Financiën bij deze beoordeling?
19.
Hoe kan de Kamer controleren of de voorgestelde verplichtingen voor 2023 in lijn zijn
met geautoriseerde bedragen in de begrotingen voor 2023, 2024 en latere jaren? Waarom
ontbreken toelichtingen op verplichtingenmutaties in de Najaarsnota?
20.
Wat is de reden dat de Minister van VWS ruim 21 miljard euro aan verplichtingen zo
laat in het jaar wil verwerken in een suppletoire wet? Waarom is dit niet eerder voorzien
en aan de Kamer gemeld? Waarom worden de betreffende onderdelen nauwelijks inhoudelijk
toegelicht?
21.
Wat verklaart het verschil van 370 miljoen euro tussen de brief van de Minister van
VWS d.d. 24 november en de bedragen in de suppletoire wet?
22.
Kunt u alle verplichtingenmutaties in de wet die leiden tot meerjarige kasuitgaven
alsnog toelichten, en daarbij tevens aangeven in hoeverre er sprake is van lopend
(door de Kamer geautoriseerd) beleid? Wat zegt dit alles over het financieel beheer
op het Ministerie van VWS?
23.
Een van de begrotingsgrondbeginselen is toegankelijkheid (begrijpelijkheid). De informatie
dient zo gepresenteerd te worden dat helder en navolgbaar is waar geld aan wordt uitgegeven
en wat dat voor burgers en bedrijven oplevert. Kunt u hierop reflecteren in het licht
van de thans voorliggende en moeilijk leesbare Najaarsnota? Hoe verhoudt dit zich
volgens u tot artikel 68 van de Grondwet? Welke stappen zet u om dergelijke informatie
meer begrijpelijk en toegankelijk te maken in de toekomst?
24.
Kunt u reflecteren op de vraag hoe en in welke mate een eventuele negatieve uitspraak
van de Hoge Raad in de hangende procedure(s) rondom box 3 impact zal hebben op de
rijksfinanciën? Welke scenario’s liggen hiervoor klaar?
25.
Wat is momenteel de totale uitgave, graag uitgesplitst zoals in Tabel 6.1 (Bijlage 6),
vanaf het begin van de hersteloperatie tot heden? Hoeveel verwacht u dat daar de komende
jaren nog bij komt?
26.
Kunt u de toename van de (meerjarige) verplichtingen met ruim 420 miljoen euro voor
buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking nader specificeren? In hoeverre berust
de toename van kasuitgaven in 2023 en eventueel latere jaren op afspraken die zijn
goedgekeurd door de Kamer?
27.
Zowel in de 2e suppletoire begroting SZW 2023 als in die van 2022 geeft u aan dat er minder nabetalingen
kinderopvangtoeslag zijn. Wat is de reden dat u in de Najaarsnota 2023 geen scherpere
inschatting hiervan heeft kunnen maken, nu deze afname nabetalingen kinderopvangtoeslag
ook al in voorgaande toeslagjaren aan de orde was?
28.
In hoeverre verwacht u deze trend ook in 2024 en later en heeft u daarmee al rekening
gehouden in de begrotingen 2024 en later?
29.
Kunt u aangeven in welke mate gemeenten invulling geven aan de verplichting sinds
mei 2023 (Regeling opvang ontheemden Oekraïne) om eet- en leefgeld in te trekken bij
ontheemden die betaald werk hebben? En in welke mate maken gemeenten gebruik van de
mogelijkheid om eet- en leefgeld in te trekken bij ontheemden met vermogen?
30.
Hoeveel mensen met een ontheemdenstatus hebben inmiddels betaald werk?
31.
Kunt u aangeven welke gemeenten een eigen bijdrage vragen voor de kosten van de opvang
aan ontheemden met betaald werk? Kunt u aangeven of de vrees voor hoge uitvoeringslasten
bij het invoeren van een eigen bijdrage in deze gemeenten terecht is gebleken?
32.
Kunt u een overzicht geven van de onderuitputting van 5 miljoen euro of meer die is
opgetreden op de VWS-begroting waarbij per post wordt aangegeven of het betreffende
budget definitief vervalt of in 2024 (via de eindejaarsmarge) straks bij de Voorjaarsnota
2024 weer ten goede komt aan de begroting van VWS?
33.
Wat is de reden dat de kosten voor grensoverschrijdende zorg ruim 42 miljoen euro
hoger uitvallen in 2023 dan eerder geraamd?
34.
Kunt u van alle onderuitputting die meer dan 25 miljoen euro bedraagt ook aangeven
wat de beleidsmatige gevolgen zijn van het feit dat op de betreffende post een groot
bedrag dat in 2023 wel geraamd was, toch niet wordt uitgegeven?
35.
Op welk terrein en/of voor welke projecten is er in 2023 investeringsruimte niet benut
of via kasschuiven doorgeschoven? Wat zijn daar de (beleids)gevolgen van geweest in
2023?
36.
Welke onderdelen van het kabinetsbeleid zorgen voor een hogere inflatie? Op welke
wijze levert het kabinet een bijdrage om de inflatie te beteugelen?
37.
Met hoeveel stijgt de boodschappenrekening in 2023 en 2024?
38.
Met hoeveel zijn de huizenprijzen in 2023 gestegen en wat is de verwachting voor 2024?
39.
Kunt u een update geven van de mediane koopkrachtgroei in 2023 en 2024 en tevens een
uitsplitsing geven van de koopkrachtgroei van modale inkomens, twee keer modaal en
gepensioneerden?
40.
Met hoeveel stijgt de energierekening in 2023 en 2024 (t.o.v. 2022)?
41.
Kunt u een opsomming geven van alle mee- en tegenvallers boven de 150 miljoen euro?
Waar worden de meevallers voor ingezet?
42.
Kunt u een analyse geven van de meest voorkomende oorzaken van de bij Najaarsnota
opgetreden onderuitputting? Voor welke posten wordt onderuitputting veroorzaakt door
krapte op de arbeidsmarkt?
43.
Klopt het dat de verplichtingen bij Najaarsnota/2e suppletoire wet in totaal toenemen met 14,4 miljard euro en in hoeverre leiden deze
verplichtingen tot uitgaven in 2023, 2024 en latere jaren (kasritme)?
44.
Hoe vergewist u zich ervan dat ministeries alleen verplichtingen aangaan waarvoor
geldt dat de uitgaven die er vroeg of laat uit voortvloeien ook inderdaad lopend beleid
zijn en geen nieuwe beleidskeuzes? Hoe vergewist u zich ervan dat ministeries niet
eerder verplichtingen aangaan dan nadat de Kamer daarvoor autorisatie heeft gegeven?
Wat is de reden dat dat bij VWS wel is gebeurd? Welke rol speelt het Ministerie van
Financiën daarin?
45.
Kunt u een historisch overzicht geven van de tarieven in de vennootschapsbelasting?
46.
Kunt u toelichten waarom er een forse onderuitputting is voor schade-afhandeling bij
Groningen (179 miljoen euro, p. 15), en daarbij ingaan op welke effecten dit heeft
voor huishoudens getroffen met aardbevingsschade?
47.
Kunt u ten aanzien van de forse onderuitputting op artikel 5 op de EZK-begroting (Groningen)
aangeven waarom u deze mutaties nog niet op het netvlies had ten tijde van de suppletoire
begroting die de Kamer op Prinsjesdag ontving?
48.
Kunt u een analyse geven van de redenen voor de forse onderuitputtingen op de verschillende
departementen in de Najaarsnota en waarom die niet voorspeld waren? Kunt u aangeven
of dit een structureel probleem is – oftewel, of dit jaarlijks voorkomt op deze ministeries
met een vergelijkbare reden?
49.
Kunt u een overzicht geven van de totale onderuitputting die wordt doorgeschoven naar
volgend jaar?
50.
U schrijft onder «hoofdstuk 3: inkomstenbeeld» op bladzijde 20 dat er minder belastingopbrengsten
zijn binnengekomen dan begroot. Dit valt volgens u te wijten aan:
• tegenvallende economische groei waardoor belastingopbrengsten tegenvallen;
• lager energieverbruik waardoor de opbrengst van de energiebelasting tegenvalt.
Kunt u aangeven of er een uitgebreidere risicoanalyse is gemaakt met het oog op volgend
jaar met betrekking tot tegenvallende belastingopbrengsten?
51.
Verwacht u dat de tegenvallende opbrengsten volgend jaar doorzetten?
52.
In hoeverre zijn behalve de macro-economische verkenning nog recentere economische
ontwikkelingen ingecalculeerd bij de Miljoenennota?
53.
Welke specifieke opbrengsten lopen in uw visie het meest risico bij extra tegenvallende
economische groei? Heeft u daar aanvullende berekeningen voor?
54.
De opbrengst in de vennootschapsbelasting valt lager uit dan voorzien bij de Miljoenennota
2024. Kunt u aangeven hoe deze lagere opbrengst verder kan worden uitgesplitst?
55.
Welk deel van de neerwaartse bijstelling komt voor rekening van multinationals?
56.
Welk deel voor mkb?
57.
Welke sectoren blijven achter in opbrengsten?
58.
In welke verhouding blijven zij achter ten opzichte van andere sectoren?
59.
Kunt u aangeven of het lagere verbruik van energie, dat volgens de Najaarsnota leidt
tot 1,5 miljard lagere opbrengsten van de belasting op milieugrondslag, vooral voorkomt
bij huishoudens of bedrijven? En in welke verhouding?
60.
Wat is de reden dat het grootste deel van coalitieakkoordmiddelen die op de Aanvullende
post geraamd stonden niet is overgeheveld naar ministeries, maar nu vrijvalt als onderuitputting?
61.
Hoe draagt u zorg voor een realistische begroting gelet op arbeidsmarktkrapte, en
hoe is de ontwikkeling van doorgeschoven gelden ten opzichte van voorgaande jaren?
62.
Hoe staat de uitwerking van het amendement omtrent de verhoging van het uurtarief
in de kinderopvangtoeslag (Kamerstuk 36 410 XV, nr. 57), dat afgelopen oktober aangenomen is, ervoor?
63.
Is er onderuitputting in de Najaarsnota die te danken is aan verouderde of haperende
ICT? Zijn de budgettaire gevolgen van verouderde overheid-IT duidelijk in kaart te
brengen?
64.
Op welke begroting staan de middelen voor de verduurzaming van de IT-sector?
65.
Op welke wijze worden de onderuitputtingen ingezet om de lagere inkomsten te dekken,
en kunt u garanderen dat dit geen effect heeft op beoogde doelstellingen?
66.
Is de uitwerking van het amendement omtrent de verhoging van het uurtarief in de kinderopvang
(Kamerstuk 36 410 XV, nr. 57) op koersn zodat op 1 januari 2024 de verhoging van het uurtarief kan ingaan?
67.
In de Najaarsnota is er in totaal bijna 1 miljard euro minder uitgegeven dan geraamd
aan Defensie en Defensiemateriaal op Prinsjesdag, vooral door krapte op de arbeidsmarkt;
hoe kan het verschil tussen nu en Prinsjesdag zo groot zijn?
68.
Kunt u een totaaloverzicht geven van alle incidentele suppletoire begrotingen die
over 2023 zijn ingediend en kan daarbij per keer aangegeven worden of er wel of niet
gebruik is gemaakt van artikel 2.27, tweede lid?
69.
In de Najaarsnota zien we dat er op zorg een verschil zit van -2 miljard euro tussen
het uitgavenplafond en het uitgavenniveau; kunt u een onderbouwing geven waar dit
verschil vandaan komt?
70.
In de Najaarsnota zien we dat er op sociale zekerheid een verschil zit van +2 miljard euro
tussen het uitgavenplafond en het uitgavenniveau; kunt u een onderbouwing geven waar
dit verschil vandaan komt?
71.
Kunnen de uitgaven aan externen worden toegelicht? Welk consultancybureau declareerde
het hoogste bedrag?
72.
Hoeveel geld van de vrijgekomen middelen in de Aanvullende post worden nu ingezet
om het tekort op te vangen, en hoe garandeert u dat dit niet ten koste gaat van het
behalen van politieke doelstellingen?
73.
Kunt u een overzicht geven van de stand van de in=uit-taakstelling bij Prinsjesdag,
Najaarsnota en Jaarverslag over de afgelopen tien jaar?
74.
Wat is de oorzaak van de onderbesteding van 2,6 miljoen euro voor het Preventieakkoord?
75.
Kunt u toelichten waar de 5,6 miljard euro aan onderuitputting en meevallers precies
voor wordt ingezet? Wat gebeurt er met de overige 0,6 miljard euro?
76.
Kunt u nader toelichten hoe de overschrijding van de plafonds zich verhoudt tot de
begrotingsregels die aan het begin van de kabinetsperiode zijn afgesproken en welke
rol de plafonds in deze kabinetsperiode hebben gespeeld?
77.
Op basis van welke beleidsuitgangspunten heeft het kabinet ervoor gekozen om corona-uitgaven
en Oekraïne-uitgaven buiten de plafonds te plaatsen of die daarvoor aan te passen,
en voor het energiepakket te schuiven tussen uitgavenplafonds en inkomstenkaders?
78.
Klopt het dat feitelijk slechts 2,7 miljard euro van de openstaande taakstelling onderuitputting
zoals die in de begroting was gezet is ingevuld? Zo nee, waarom niet?
79.
Welk deel van de onderuitputting is ingevuld met meevallers bij de generale dossiers?
80.
Welk deel van de onderuitputting is ingevuld met meevallers in de uitvoering?
81.
Welk deel van de onderuitputting is ingevuld met verschuivingen van uitgaven naar
latere jaren?
82.
Waarom zijn de meevallers toegerekend aan de openstaande taakstelling en is dit niet
gecorrigeerd voor de (vrijwel even grote) tegenvallers?
83.
Hoeveel is het saldo verslechterd ten opzichte van de Miljoenennota 2023 als ook de
destijds ingeboekte taakstellende onderuitputting wordt meegenomen voordat de mee-
en tegenvallers worden verwerkt?
84.
Op welke manier wijzigt de raming van de rentelasten, waardoor er 265 miljoen euro
minder binnenkomt?
85.
Kunt u nu het jaar 2023 bijna ten einde is nader toelichten waar de overschrijding
onder het plafond Rijksbegroting van in totaal 9,2 miljard euro door is ontstaan,
en in welke mate daar ook extra inkomsten tegenover hebben gestaan?
86.
Waarom is gekozen voor het inboeken van 4,2 miljard euro taakstelling onderuitputting
binnen het uitgavenplafond Rijksbegroting, terwijl daar maar 2,8 miljard euro onderuitputting
is opgetreden?
87.
Waardoor is de overschrijding van het deelplafond Rijksbegroting groter dan bij Miljoenennota
2024?
88.
Welke uitgaven voor Oekraïne zijn nu alsnog onder het plafond rijksbegroting gezet?
89.
Kunt u de forse tegenvaller (284,4 miljoen euro) bij het afpakken van crimineel geld
nader toelichten (p. 7, 36)? Valt dit bedrag veel lager uit dan voorgaande jaren en
wat is dan de oorzaak?
90.
Wat zijn de implicaties van de tegenvallende belastinginkomsten in vergelijking met
de raming die ten tijde van de Miljoenennota nog werd gehanteerd, voor de verwachte
inkomsten voor 2024?
91.
Hoe komt het dat er aanzienlijk minder geld is opgebracht met «afpakken» (oftewel
crimineel geld) dan begroot?
92.
Kunt u aangeven waarom de uitgaven voor de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
(WIA) met 204 miljoen euro lager uitvallen dan geraamd (p. 10, 77)? Welke veronderstelling
over de doorwerking van een hoger wettelijk minimumloon (WML) op de gemiddelde uitkeringshoogte
bleek niet te kloppen?
93.
Kunt u toelichten welk effect het op de koopkracht heeft van huishoudens dat de gemiddelde
uitkeringshoogte lager uitvalt dan geraamd?
94.
Waarom is er niet besloten om het gemiddelde uitkeringsbedrag te verhogen omdat daar
in de begroting nog ruimte was voor 204 miljoen euro?
95.
Hoe kan er een meevaller op inburgering zijn met de hoge asielinstroom van de afgelopen
jaren? Zouden er wel meer mensen moeten inburgeren, maar gebeurt dit nu niet?
96.
Hoe bent u voornemens om de personele tekorten bij het COA op te lossen, zodat voorkomen
wordt dat geld bedoeld voor voorinburgering ook uitgegeven wordt?
97.
Kunt u de meevaller in de uitgaven voor de Zorgverzekeringswet (Zvw) van ca. 2 miljard euro
t.o.v. Miljoenennota 2023 nader specificeren en toelichten (p. 12, 83)? Is deze meevaller
incidenteel of structureel? Hoe werkt deze meevaller door in de raming voor het begrotingsjaar
2024?
98.
Onder het deelplafond Zorg staat een tegenvaller opgenomen van 3,7 miljoen euro door
een hoger beroep op de subsidieregeling Abortusklinieken in Caribisch Nederland, als
gevolg van een toename van het aantal abortussen. Wat is de reden dat het aantal abortussen
is toegenomen? Heeft dit te maken met sociaaleconomische factoren? Zo ja, wat is het
kabinet voornemens te doen om de sociaaleconomische status op Caribisch Nederland
te verbeteren? En ziet u andere mogelijkheden om het aantal abortussen omlaag te brengen?
99.
Werkt de Zvw-meevaller ook door in de premieontvangsten? Zo nee, waarom niet?
100.
Op p. 15 is aangegeven dat de onderuitputting bij Najaarsnota 4,5 miljard euro bedraagt.
Is dit de onderuitputting t.o.v. Miljoenennota 2023 of de stand t.o.v. Miljoenennota
2024? Hoe hoog zal de totale onderputting in het begrotingsjaar 2023 naar verwachting
uitvallen t.o.v. de Miljoenennota 2023? Welke oorzaken zijn er voor deze onderuitputting?
Hoe verhoudt dit bedrag zich tot de onderuitputting in de jaren 2022 en 2021?
101.
Kunt u bij elk van de genoemde posten op p. 15 bij de Aanvullende post (totaal 1.323 miljoen euro)
aangeven welk deel en met welke concrete bestemming deze worden overgeheveld naar
de departementale begrotingen? En welk deel van deze posten valt vrij ten gunste van
het algemene financiële beeld?
102.
Kunt u aangeven wat de oorzaak is van de verminderde aanspraak op de regelingen van
het Toekomstfonds (106 miljoen euro), bedrijvenbeleid (52 miljoen euro) en doelmatige
energievoorziening en beperking klimaatverandering (45 miljoen euro)? Is deze verminderde
aanspraak structureel (p. 15)?
103.
Kunt u een totaaloverzicht geven van hoeveel geld er al is besteed uit het Mobiliteits-,
Defensiematerieelbegrotings-, Toekomst-, Delta-, Klimaat- en Transitiefonds en het
Nationaal Groeifonds (graag per fonds uitsplitsen)? Kunt u tevens per fonds aangeven
hoeveel er reeds juridisch verplicht en nog vrij te besteden is?
104.
Kunt u de bedragen die vermeld staan in tabel 2.2 uitsplitsen, zodat er een compleet
overzicht is van de onderuitputting? Waar zijn de genoemde bedragen precies uit opgebouwd?
Graag in een tabel opsommen.
105.
Wat wordt precies bedoeld met 224 miljoen euro «onverdeelde loon- en prijsbijstelling»
die nu vrijvalt? Voor welke beleidsterreinen was dat geld oorspronkelijk bestemd?
106.
Waardoor zijn de uitgaven aan schadeherstel en versterking in Groningen lager dan
geraamd? Zijn er minder mensen geholpen dan de bedoeling was?
107.
Wordt de onderuitputting Defensie grotendeels doorgeschoven naar latere jaren (want
materieelfonds)? Zo nee, waarom niet?
108.
Kunt u toelichten of het vrijvallen van de loon-en prijsbijstelling (224 miljoen euro)
op de Aanvullende post geen nadelig effect heeft op salaris of uitkering aan een organisatie?
109.
Wat zijn de oorzaken van het hoge bedrag van 363 miljoen euro aan onderuitputting
op het Nationaal Groeifonds?
110.
Waarom staat in de Najaarsnota een onderuitputting van 363 miljoen op het Nationaal
Groeifonds en in de tweede suppletoire begroting van EZK een onderuitputting van 348 miljoen euro?
111.
Welk deel van de 937 miljoen euro aan onderuitputting op Defensie valt toe te schrijven
aan krapte op de arbeidsmarkt? Kan dit kwantitatief worden uitgesplitst?
112.
Kunt u de totale onderuitputting van de middelen voor Defensie (zowel materieel als
personeel) in meerjarig perspectief schetsen (p. 16, 55)? In hoeverre valt te verwachten
dat de oorzaken van de onderuitputting ook de komende jaren actueel blijven?
113.
Waarom blijven er zoveel subsidiemiddelen (230 miljoen euro) voor onderwijs onbenut
(p. 16)? Is hier sprake van een meerjarige trend? In hoeverre wordt overwogen om regelingen
te integreren in het lumpsum budget voor scholen? Worden deze middelen afgeboekt of
doorgeschoven naar 2024?
114.
Waarom blijven er zoveel middelen (ca. 72 miljoen euro) op de plank liggen voor sport
(p. 16, 80)? Worden deze middelen afgeboekt of doorgeschoven naar 2024?
115.
Kunt u nader toelichten welke succesvolle maatregelen provincies in 2023 hebben genomen
voor het legaliseren van PAS-melders? Waarom blijft er 215 miljoen euro (van de 250)
op de plank liggen (p. 16, 70)? Waarom worden deze middelen afgeboekt en niet doorgeschoven
naar 2024?
116.
Is van de 250 miljoen euro die beschikbaar was voor de stikstofaanpak dus maar 35 miljoen euro
daadwerkelijk besteed door provincies?
117.
Hoe is het mogelijk dat zoveel van het budget bestemd voor PAS-melders niet uitgegeven
is, en welk effect heeft dit op het behalen van de doelstellingen?
118.
Kunt u aangeven waarom er sprake is van een forse onderuitputting (120 miljoen euro)
op de regeling voor de woningbouwimpuls (p. 17)? In alle regio’s zijn toch afspraken
gemaakt over woondeals en kunnen gemeenten projectplannen indienen? Hoe wordt bevorderd
dat de (reeds geraamde plus doorgeschoven) middelen in 2024 wel tot besteding komen?
119.
Krappe arbeidsmarkt leidt tot vertraging in de uitvoering. De lage werkloosheid gaat
voorshands nog steeds gepaard met krapte op de arbeidsmarkt. Ook dit heeft gevolgen
voor de uitvoering van de begroting. Veel budgettaire meevallers hebben deze krapte
als oorzaak. Dergelijke «meevallers» gaan echter gepaard met het niet hebben kunnen
uitvoeren van het vastgestelde beleid. Financiën/Douane – 17 miljoen euro, met als
gevolg onderbezetting (zie p. 17). Welke impact heeft dit op het functioneren van
de Belastingdienst/Douane? Welke taken/projecten zijn hierdoor (verder) in de knel
gekomen?
120.
Hoeveel budget was beschikbaar voor de 5e tranche Woningbouwimpuls (Wbi)? Dus hoeveel procent van de middelen is niet besteed?
121.
Hoeveel zijn de kosten voor asielopvang sinds de Miljoenennota 2023 gestegen?
122.
Hoe kan er een tegenvaller zijn op de noodopvang bij het COA, terwijl er vanwege een
lagere bezetting een meevaller is op reguliere opvang?
123.
Kunt u verklaren waarom er een forse onderuitputting is in de woningbouwimpuls terwijl
er een groot woningtekort is?
124.
Is er een reden waarom het plafond niet gehaald is voor exportkredietverzekeringen?
125.
Kunt u een verklaring geven voor het feit dat, zoals beschreven op p. 18 van de suppletoire
begroting VWS, de animo voor het vierde en laatste tijdvak van SectorplanPlus 2017–2022
bijzonder groot is geweest en voor meer deelnemers een aanvraag is gedaan dan in de
eerste drie tijdvakken samen en toch niet alle aanvragen gerealiseerd zijn, en dat
uit de controlewerkzaamheden van RegioPlus duidelijk is geworden dat de realisatie
binnen de subsidie lager zal uitkomen, waardoor in 2023 niet al het gereserveerde
budget nodig is en er circa 23 miljoen euro is vrijgevallen?
126.
Zijn er ook subsidieaanvragen afgewezen voor SectorplanPlus 2017–2022 om budgettaire
reden?
127.
Wat zijn de totaal geraamde uitgaven aan Oekraïne t/m 2028 (graag per jaar aangeven)?
128.
Hoe is de neerwaartse bijstelling verdeeld over de post Kinderopvangtoeslag: hoeveel miljoen euro
komt door de bijstelling van het gemiddelde vergoedingspercentage en hoeveel door
de vermindering van nabetalingen (in totaal – 78,7 miljoen euro)?
129.
Kunt u de ontwikkeling van de belastingopbrengsten schetsen t.o.v. de raming in de
Miljoenennota 2023 (tabel 2, p. 20)? Welke effecten zijn er voor met name de inkomsten
uit de belastingen op milieugrondslag en de vennootschapsbelasting voor de raming
van 2024 en verder?
130.
Wat zijn de implicaties van de tegenvallende belastinginkomsten in vergelijking met
de raming die ten tijde van de Miljoenennota nog werd gehanteerd, voor de verwachte
inkomsten voor 2024 (p. 20)?
131.
Hoe verklaart u een neerwaartse bijstelling van de omzetbelasting met 1,3 miljard euro?
132.
Waardoor vallen de opbrengsten uit de energiebelasting (EB) 1,4 miljard euro lager
uit dan geraamd bij Miljoenennota? Is dit verklaarbaar door het weer of spelen andere
factoren een rol?
133.
Waardoor valt de opbrengst van de overdrachtsbelasting 9,6 procent lager uit? Is dit
alleen bij particulieren (2 procent-tarief) of ook bij beleggers (10 procent-tarief)?
134.
Wat is de verklaring van het lagere energieverbruik door huishoudens en de daarmee
gepaard gaande lagere inkomsten energiebelasting? Kan hieruit de conclusie worden
getrokken dat veel huishoudens, afgeschrikt door de extreem hoge energiekosten (voor
een belangrijk deel veroorzaakt door hoge belastingen) het afgelopen jaar mogelijk
in de kou hebben doorgebracht?
135.
Lagere consumptie heeft een grote impact gehad op de opbrengst van de omzetbelasting
(p. 21). Kunt u toelichten of hierbij een onderscheid kan worden gemaakt tussen eerste
levensbehoeften (doorgaans onderworpen aan het lage btw-tarief), overige goederen
en diensten (onderworpen aan het algemene btw-tarief)?
136.
In hoeverre worden lagere opbrengsten bij de accijnzen door een lagere (binnenlandse)
vraag naar brandstoffen veroorzaakt door grenseffecten met onze buurlanden?
137.
Kan een verdere uitsplitsing worden gemaakt van de ontwikkeling van de ontvangsten
vennootschapsbelasting naar grootbedrijf en verschillende vormen van mkb? Kan tevens
een splitsing worden gemaakt tussen vpb-tarief hoog en vpb-tarief laag?
138.
Wat verklaart de trend in de cijfers betreffende de inkomensheffing?
139.
Kan een verdere uitsplitsing in de inkomstenbelasting worden aangeleverd waarbij boxen
1, 2 en 3 worden onderscheiden?
140.
Hoe komt het dat er een lagere opbrengst is van de energiebelasting als gevolg van
een daling van het gasverbruik?
141.
Met hoeveel daalt de opbrengst van de energiebelasting als gevolg van een lager elektriciteitsverbruik?
142.
Hoe verklaart het gegeven dat er sprake is van een lagere consumptie en lagere vraag
naar brandstoffen? Heeft dit te maken met de hogere prijzen ervan? In hoeverre zouden
lagere prijzen de vraag ernaar stimuleren?
143.
Hoe komt het dat de opbrengst van de vpb te hoog is ingeschat?
144.
Bij het inkomstenbeeld lezen we dat door tegenvallende economische groei er een negatief
effect is op de opbrengsten van de indirecte belastingen. De daarna genoemde negatieve
effecten op de belastingen lijken wel een positief effect te hebben op duurzaamheid.
Hoe kijkt u naar de verhouding tussen deze tegenvallende economische groei en de duurzaamheid?
Een duurzamere levensstijl lijkt te paar te gaan met minder opbrengsten voor het rijk.
Wat is de visie van het kabinet hierop?
145.
Welke uitgaven m.b.t. Oekraïne verschuiven van niet-plafondrelevant naar plafondrelevant?
146.
Wat is het EMU-saldo uitgedrukt in absolute cijfers (miljarden)?
147.
Hoe verklaart u het gegeven dat de overheidsschuld 9,8 miljard euro hoger uitvalt?
Kunt u dit bedrag onderbouwen?
148.
Wat is de reden dat het saldo verslechtert, terwijl de daling van de uitgaven groter
is dan de daling aan de inkomstenkant?
149.
Is de raming van het saldo voor de jaren tot en met 2028 van Financiën uit augustus
nog actueel gezien de bijstellingen in de Najaarsnota (o.a. hogere belastinginkomsten
dan het CPB raamt in de C-MEV)?
150.
Wat is de raming voor het saldo t/m 2028 nu?
151.
Wat mag volgens de begrotingsregels van de Europese Commissie ons lands specifieke
EMU-saldo zijn? Hoe kijkt u in dat licht naar het huidige saldo van -1,8 procent BBP
en naar dat van 2024, zeker als ook de buitensporigtekortprocedure weer wordt geopend?
We lezen dat de EMU-schuld in procent BBP daalt naar 47,6 procent en dat dit te danken
is aan de inflatie. Is het dalen van de EMU-schuld volgens u een positieve ontwikkeling
of zal die schuld in tijden van mindere inflatie alleen maar harder stijgen?
152.
Hoeveel extra kinderen van gedupeerde ouders die vallen onder de Kindregeling komen
in aanmerking voor een schadevergoeding?
153.
Hoe verklaart u dat 33,5 miljoen euro van de 43 miljoen euro die is vrijgemaakt voor
de versterking van de jeugdbeschermingsketen niet is uitgegeven, zeker gezien de problemen
in de jeugdbeschermingsketen? Dit geld is aangekondigd tijdens de Voorjaarsnota; is
het daarna wel snel genoeg vrijgegeven vanuit het Rijk of is duidelijk geworden hoe
dit ingezet diende te worden?
154.
Waar is het gedeelte van de 43 miljoen euro voor de versterking van de jeugdbeschermingsketen
dat wél is ingezet aan uitgegeven? Kunt u dat uiteenzetten in een tabel?
155.
Welke uitgavenposten kunnen nog dit jaar verhoogd worden en tot uitbesteding komen
als het gaat om jeugdbescherming?
156.
Hoe hoog is op dit moment de instroom van asielzoekers? Hoe hoog was de verwachting
van de instroom bij de Voorjaarsnota?
157.
Kunt u nader toelichten waarom er een tegenvaller is van 218 miljoen euro bij de (crisis)noodopvang
COA? Waar is dit bedrag uit opgebouwd?
158.
Waarom valt een dermate groot deel van de extra middelen voor jeugdbescherming voor
2023 vrij en welke acties zijn ondernomen om deze middelen alsnog goed te besteden
gedurende het jaar?
159.
Zijn er meerdere opties onderzocht om het niet-bestede geld aan jeugdbescherming over
2023 in te zetten en waarom is daar niet voor gekozen?
160.
Waarop was de raming van afgepakte middelen van crimineel geld gebaseerd en kan uitgesplitst
worden waar het verschil tussen raming en realisatie door komt?
161.
Kan een overzicht gegeven worden van geraamde en gerealiseerde afgepakte criminele
tegoeden over de periode 2013–2023?
162.
Welke acties heeft het kabinet ondernomen om een groter deel van het crimineel verkregen
vermogen af te pakken?
163.
Welk deel van het totaalbudget voor de maatschappelijke diensttijd is niet tot besteding
gekomen in 2023?
164.
Waarom is de beschikking aan Stichting Lezen lager vastgesteld dan eerder voorzien
en waarom is hierbij niet het beschikbare budget ingezet?
165.
Kunt u nader toelichten waarom er een meevaller is van 710 miljoen euro m.b.t. studiefinanciering?
Waar is dit bedrag uit opgebouwd?
166.
Wat is de omvang en de bestemming van de reserve duurzame energie, waarin de onderuitputting
garantieregeling Porthos (176 miljoen euro) is gestort?
167.
Waarom is het niet gelukt om meer huizen te versterken (meevaller 240 miljoen euro?
Is er echt minder te herstellen dan verwacht of heeft het te maken met vertraging
in het proces?
168.
Hoe valt te verklaren dat er 10 miljoen euro niet tot besteding is gekomen voor de
subsidieregeling continuïteit cruciale jeugdzorg, gelet op de forse en structurele
tekorten in deze sector?
169.
Hoe verklaart u dat er incidenteel 10 miljoen euro niet tot besteding is gekomen voor
de subsidieregeling continuïteit cruciale Jeugdzorg, terwijl bekend is dat veel jeugdzorginstellingen
in de rode cijfers zitten? Waarom is dit geld niet uitgegeven?
170.
Hoe verklaart u de onderuitputting van de post Digitale Veiligheid? «Een gedeelte
wordt volgend jaar weer teruggeboekt,» hoeveel is dat?
171.
Waarom komen de middelen voor Bestuurlijke Afspraken niet tot besteding (65 miljoen euro)?
172.
Wordt het niet opgevraagde stikstofbudget op de Aanvullende post (108 miljoen euro)
afgeboekt of doorgeschoven naar 2024?
173.
Waarvoor was de risicoreservering domeinoverstijgende risico’s (159 miljoen euro)
bedoeld? Staan hiervoor elders op de begroting nog middelen gereserveerd?
174.
Kunt u aangeven hoe de kosten voor gemeentelijke en particuliere opvang van ontheemden
uit de Oekraïne (2.893 miljoen euro) zich verhoudt tot de raming in de Miljoenennota
2023?
175.
Kunt u een dergelijk (uitgesplitst) overzicht ook maken van de klimaatuitgaven in
2023 en 2024?
176.
Waarom zijn de ontvangsten NAM versterkingsoperatie met 300 miljoen euro naar beneden
bijgesteld?
177.
Waarom betaalt de NAM geen 100 procent maar 60 procent van de facturen voor versterken
en hoe verhoudt dit zich tot bestuurlijke afspraken?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
M. Schukkink, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.