Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van het lid Van Raan over de besluitvorming omtrent spoor 1 van het Hoofdlijnenbesluit Schiphol van 13 november 2023
Vragen van het lid Van Raan (PvdD) aan de Minister van Infastructuur en Waterstaat over breken belofte krimp Schiphol (ingezonden 17 november 2023).
Mededeling van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 6 december
2023).
Vraag 1
Klopt het dat uw voorganger vaak stelde dat na tal van gebroken beloftes en gemankeerde
berekeningen rond Schiphol en Lelystad Airport vooral het vertrouwen van de burger
in de overheid moest worden hersteld?1
Vraag 2
Op welke manier past uw beslissing de krimp van Schiphol voorlopig niet door te zetten
in de toezegging van uw voorganger dat het vertrouwen hersteld moest worden?
Vraag 3
Realiseert u zich dat diezelfde overheid nu weer een belofte breekt waar omwonenden
eindelijk hoop uit konden halen, nadat ze jarenlang rechteloos waren verklaard? Zo
nee, hoe zit het dan?
Vraag 4
Klopt het dat in interne stukken van uw eigen ministerie herhaaldelijk is gesteld
dat binnen het vigerende Luchthavenverkeersbesluit voor Schiphol (LVB 2008) feitelijk
maar 400.000 tot 420.000 vliegbewegingen passen?2 Zo nee, hoe zit het dan?
Vraag 5
Klopt het dat door het gedogen onder het zogenoemd «anticiperend handhaven» Schiphol
desondanks feitelijk door is gegroeid tot een aantal van circa 500.0000 vliegbewegingen
in 2019?3 Zo ja, waar is vastgelegd dat dit aantal van circa 500.000 nu een wettelijk afdwingbaar
getal zou zijn?
Vraag 6
Wordt dit aantal van circa 500.000 nu door marktpartijen, (lobby)organisaties als
IATA en buitenlandse overheden en de Europese Commissie als een verworven recht gezien?
Zo nee, waaraan ontlenen deze partijen dan nu het recht om druk uit te oefenen om
de beloofde krimp op te schorten?
Vraag 7
Kunt u aangeven hoe en waarom u de situatie inzake het breken van de belofte van de
voorgenomen krimp Schiphol heeft laten ontstaan?
Vraag 8
Deelt u de analyse dat de ontstane situatie in ieder geval voor een groot deel veroorzaakt
is door het handelen – of het nalaten daarvan – door het Ministerie van IenW? Zo nee,
waarom niet?
Vraag 9
Kunt u onderbouwen waarom u nu plots van mening bent dat de aanspraak die KLM en verder
veelal buitenlandse partijen maken op een vluchtaantal boven de 400.000 tot 420.000
blijkbaar meer legitiem is, of althans zwaarder zou moeten wegen, dan dat Schiphol
zich simpelweg houdt aan het vigerende LVB en de bijbehorende bescherming dat dit
biedt aan de leefomgeving en de omwonenden? Zo nee, welke afweging heeft u dan gemaakt?
Vraag 10
Bent u het nog eens met de namens de Nederlandse Staat ingebrachte argumentatie in
het hoger beroep over het krimpbesluit, zoals dat 21 juni 2023 heeft gediend bij het
Gerechtshof Amsterdam?4 Zo nee, kunt u gedetailleerd onderbouwen waar dat niet meer zo is en waarom de Staat
er kennelijk eerder toch naast zat? Zo ja, hoe verhoudt zich dat tot uw beslissing
om het anticiperend handhaven juist niet te beëindigen waar het Hof heeft geoordeeld
dat beëindiging rechtmatig zou zijn?
Vraag 11
Kunt u de Kamer een gedetailleerd feitenrelaas verstrekken over wat er sinds 1 januari
2023 is gebeurd dat heeft geleid tot dit kabinetsbesluit om de krimp van Schiphol
voorlopig op te schorten en de belofte aan de omwonenden te breken? Wilt u daarbij
minimaal expliciet opnemen wanneer met welke partijen contact is geweest en een strekking
geven van wat in dat contact besproken is? Zo nee, kunt u dan minimaal een feitenrelaas
verstrekken waarin in ieder geval de zaken die u kunt openbaren wel staan vermeld?
Vraag 12
Klopt het dat in een nota aan uw directeur-generaal op 9 maart 2022 de directeur-generaal
Luchtvaart en Maritiem het volgende stelt: «Dit vraagt om extra inspanningen op het gebied van stikstof. Ook is vastgesteld dat
in samenhang daarmee op het geluidsdossier op korte termijn extra stappen moeten worden
gezet. Zonder luchthavenverkeersbesluit kan het anticiperend handhaven van de ILT,
waaraan inmiddels grote juridische risico's kleven, niet worden beëindigd. De Staat
heeft in het najaar al een sommatie hierover ontvangen.»?5
Vraag 13
Kunt u de Kamer informeren welke grote juridische risico’s er in die nota bedoeld
worden (onderkleven) en waarom desondanks het anticiperend handhaven niet beëindigd wordt?
Vraag 14
Kunt u, in opvolging van de signaalbrief van november 2021 waarin de dienst ILT dan
al haar zorgen over de juridisch onhoudbare situatie door de lange duur van het gedogen
uit6, en dus 2 jaar (!) verder waar u het gedoogbesluit wil verlengen door krimp uit te
stellen, de ILT vragen haar zienswijze te geven op het nu door u genomen besluit en
deze direct of via u te delen met de Kamer? Zo nee, waarom niet?
Vraag 15
Is het correct dat het Ministerie van Justitie en Veiligheid op 17 november 2021 aan
uw ministerie en dat van LNV een analyse heeft gestuurd met de titel «Juridische analyse JenV, «juridische risico’s anticiperend handhaven door ILT van
het Lvb»»?7
Zo ja, kunt u deze analyse in zijn geheel en ongecensureerd delen met de Kamer? Zo
nee, waarom niet en hoe gaat u dan aan de informatieplicht aan de Kamer voldoen?
Vraag 16
Kunt u aangeven welke procedures er op dit moment lopen waarin het anticiperend handhaven
of het beëindigen daarvan een rol speelt of kan gaan spelen (hierbij graag procedures
breed opvatten, alsmede de handhavingsverzoeken meenemen)? Wilt u daarbij per procedure
kort aangeven wat de scope is en wie de betrokken partijen zijn? Zo nee, waarom niet
en hoe gaat u dan aan de informatieplicht aan de Kamer voldoen?
Vraag 17
Klopt het dat juist het beëindigen van het anticiperend handhaven belangrijk was om
de juridische kwetsbaarheid van de Staat te verkleinen, zoals bijvoorbeeld blijkt
uit het fragment onder vraag 12, de signaalbrief van de ILT als genoemd onder vraag
14 en de analyse van JenV onder vraag 15 (voor zover leesbaar)?
Vraag 18
Kunt u uitsluiten dat uw besluit tot het uitstellen van krimp de procedures als genoemd
onder 16 nadelig beïnvloeden voor de Staat? Zo nee, hoe kunt u de door de Landsadvocaat
bepleite onmogelijkheid om tegemoet te komen aan de eisen van marktpartijen, (lobby)organisaties
als IATA en buitenlandse overheden en uw besluit om toch tegemoet te komen aan deze
eisen van marktpartijen met elkaar verenigen, dan wel uitleggen?
Vraag 19
Als uit het antwoord op vraag 18 blijkt dat de juridische risico’s voor de Staat in
enige mate toenemen in de genoemde procedures, of andere procedures waarin omwonenden
een beroep doen op hun rechten, kunt u dan inzichtelijk maken hoe u deze risico’s
gewogen heeft ten opzichte van de risico’s die gelopen worden wanneer het anticiperend
handhaven wel volgens plan beëindigd wordt en de krimp niet voorlopig wordt opgeschort?
Vraag 20
Klopt het dat in het verslag van een directieoverleg van de ILT over leefomgeving
en wonen op 5 oktober 2021 het volgende staat8: «Toelichting: De term anticiperend handhaven is in 2018 geïntroduceerd door de Inspectie
Leefomgeving en Transport (ILT). Dit was nodig om de geldende milieuregels op Schiphol
niet te hoeven handhaven door de komst van het nieuwe normen- en handhavingsstelsel
(NNHS). Toezichthouders zijn op basis van de «beginselplicht tot handhaving» genoodzaakt
tot het plegen van een interventie bij geconstateerde niet-naleving. Onder voorwaarden
kan daarvan worden afgezien: gedogen. Maar daarvoor gelden regels. Anticiperend handhaven
is het niet handhaven van de geldende norm, maar van een norm waarvan de codificatie
nog niet concreet in zicht is. Anticiperend handhaven is dus in de regel niet mogelijk.
Vaak is de reden hiervoor dat zij strijd oplevert met «de beginselplicht tot handhavend
optreden tegen gedragingen die naar geldende wetgeving overtredingen zijn». Ook is
het in strijd met de legaliteitseis, doordat handhavend wordt opgetreden tegen gedragingen
die volgens die wetgeving geen overtredingen zijn. De keerzijde is ook dat schending
van geldende wetgeving wordt gedoogd. De afspraak van de ILT is dat de ILT niet aan
anticiperend handhaven doet [...]»?
Vraag 21
Kunt u per geconstateerde strijdigheid bij vraag 15 aangeven waarom u desondanks meent
dat het anticiperend handhaven bij Schiphol gerechtvaardigd én rechtmatig zou zijn?
Vraag 22
Wilt u de Kamer de volgende informatie verstrekken: het door KLM gepresenteerde alternatieve
plan (met alle bijbehorende documenten (inclusief de NLR-doorrekening) en de adviesaanvraag
die formeel, dan wel informeel, recent gedaan is bij de Maatschappelijke Raad Schiphol?
Ook hier graag inclusief alle bijbehorende documenten. Zo nee, waarom niet?
Vraag 23
Klopt de redenering dat wanneer u in uw hoofdlijnenbrief van 24 juni 2022 het volgende
schrijft: «Dit resulteert in een reductie van het maximum aantal toegestane vliegtuigbewegingen
van en naar Schiphol tot 440.000 per jaar, in plaats van de 500.000 vliegtuigbewegingen
die in het ontwerpLuchthavenverkeerbesluit (LVB) waren opgenomen en die in de praktijk
al werden gerealiseerd voordat de COVID-19 pandemie uitbrak» voor alles boven de 440.000 vliegtuigbewegingen derhalve een concreet zicht op legalisatie
nu ontbreekt?
Vraag 24
Klopt het dat uw huidige besluit echter toestaat dat er 500.000 vliegtuigbewegingen
zullen worden gedoogd, of in ieder geval meer dan de 440.000 die straks met het nieuwe
LVB mogelijk zijn? Zo ja, kunt u onderbouwen op welke gronden u dan toch tot gedogen
wilt overgaan en waarom dit juridisch houdbaar zou zijn? Zo nee, hoe zit het dan?
Vraag 25
Is de maatregel «Inzet stillere toestellen en uitruil toestellen in de nacht»9 als genoemd onder het kopje «Definitief pakket maatregelen» in de Beslisnota bij
de Kamerbrief «beëindiging anticiperend handhaven en start notificatiefase balanced
approach» van 31 augustus 2023 dezelfde belofte als die nu (nogmaals) wordt opgevoerd?
Zo nee, wat is het verschil tussen beide?
Vraag 26
Klopt het dat in de onlangs toegekende vergunning «Wet natuurbescherming project Exploitatie
Luchthaven Schiphol» door het bevoegd gezag het volgende is gesteld:«Ik besluit om op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb een vergunning te
verlenen voor een jaarlijks aantal van 440.000 vliegtuigbewegingen (vtb) handelsverkeer,
klein luchtverkeer (general aviation) en alle met de exploitatie samenhangende grondgebonden
activiteiten. Daarnaast verleen ik tijdelijk tot het moment waarop het LVB is gewijzigd
vergunning voor een jaarlijks aantal van 500.000 vtb.»?10
Vraag 27
Is het correct dat daaruit zou volgen dat Schiphol voor zolang het duurt tot het nieuwe
LVB van kracht is vanuit haar natuurvergunning ook 500.000 vliegtuigbewegingen mag
faciliteren?
Vraag 28
Erkent u het probleem dat binnen het vigerende LVB evenwel geen 500.000 vliegtuigbewegingen
passen? Zo nee, hoe zit het dan?
Vraag 29
Klopt het dat het LVB 2008 ook geen formele rechtskracht heeft, omdat het bevoegd
gezag in een procedure aangespannen door MOB in september 2020 immers het volgende
heeft geoordeeld: «Dat heeft als consequentie dat ik thans niet zonder meer kan uitgaan van de rechtmatigheid
van het LVB van 2008 en de daaraan ten grondslag liggende natuurtoetsen. Vaststaat
dat er in die natuurtoetsen geen complete passende beoordeling heeft plaatsgevonden
van de mogelijke effecten van stikstofdepositie van het luchtverkeer van en naar Schiphol
op Natura 2000-gebieden. Die besluiten zijn dus niet met inachtneming artikel 6, derde
lid, van de Habitatrichtlijn genomen»?11
Zo nee, kunt u dan uitleggen wat de betekenis is van de uitspraak van het bevoegd
gezag, die zegt dat het niet zonder meer kan uitgaan van de rechtmatigheid? Of betekent
die uitspraak niks in uw ogen?
Vraag 30
Wordt door het in vraag 28 gestelde, door nu voorlopig 500.000 vliegtuigbewegingen
toe te staan onder het doorzetten van het anticiperend handhaven, de afgegeven natuurvergunning
(extra) kwetsbaar om aangevochten te worden? Zo nee, kunt u de Kamer een analyse verstrekken
over de juridische gevolgen van het doorzetten van het nu door u genomen besluit op
de natuurvergunning Schiphol en de door mij aangegeven onderdelen in het bijzonder?
Denkt u misschien dat u juist sterker komt te staan?
Vraag 31
Kunt u aangeven wat er nu expliciet veranderd is waardoor u uw eerdere beslissing
meent te moeten herzien, omdat de nu aangevoerde argumenten vanuit de Eurocommissaris,
IATA, KLM en onder meer de VS niet nieuw zijn en uw ministerie daar ongetwijfeld eerder
over heeft nagedacht? Kunt u aangeven wat er nu nieuw is?
Vraag 32
Klopt het dat u in een interview met RTL Nieuws op 14 november 2023 op de vraag van
de interviewer of van uitstel geen afstel komt, het volgende antwoord geeft: «Dat
is sowieso al niet mogelijk, omdat op dit moment de geldende regelgeving voor Schiphol
minder geluid toestaat dan we de afgelopen 10–15 jaar hebben gedaan»?12 Zo ja, als u zelf openlijk erkent dat het aantal vliegbewegingen van de afgelopen
10–15 jaar niet past binnen de geldende regelgeving, op basis van welke rechtsprincipes meent u dan
te mogen beslissen dat voor de afzienbare toekomst wederom een dergelijk aantal vliegbewegingen
kan worden toegestaan?
Vraag 33
Kunt u de vragen afzonderlijk beantwoorden?
Mededeling
Op 17 november jl. zijn er door het lid Van Raan (PvdD) schriftelijke vragen gesteld
inzake de besluitvorming omtrent spoor 1 van het Hoofdlijnenbesluit Schiphol van 13 november
2023, waarover de Kamer is geïnformeerd.13
In verband met benodigde (inter)departementale afstemming en het detailniveau van
de vragen, gaat het helaas niet lukken om deze binnen de gestelde termijn te beantwoorden.
De Kamer ontvangt de beantwoording zo spoedig mogelijk.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.