Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken van 12 december 2023
2023D48217 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Europese Zaken hebben enkele fracties de behoefte vragen
en opmerkingen voor te leggen over de brieven van de Minister van Buitenlandse Zaken
d.d. 4 december 2023 inzake Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken d.d. 12 december
2023 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2791), d.d. 30 november 2023 inzake Verslag van de Raad Algemene Zaken d.d. 15 november
2023 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2788) en d.d. 1 december 2023 inzake Kabinetsappreciatie uitbreidingspakket 2023 en Groeiplan
voor de Westelijke Balkan (Kamerstuk 23 987, nr. 395).
De fungerend voorzitter van de commissie,
Bromet
Adjunct-griffier van de commissie,
Hoedemaker
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
– Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
– Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
– Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
– Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
– Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
– Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
II Reactie van de Minister van Buitenlandse Zaken
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de Geannoteerde agenda
van de Raad Algemene Zaken d.d. 12 december 2023.
Deze leden maken zich grote zorgen over de voortzetting van de steun aan Oekraïne.
De recente uitspraken en dreigementen van de Hongaarse premier Orbán nopen tot het
voorbereiden van alternatieve routes om Oekraïne te blijven ondersteunen. Welke mogelijkheden
ziet de Minister om een Hongaars veto te voorkomen, dan wel te omzeilen? Is het een
optie voor de Minister om met gelijkgezinde lidstaten de steun buiten het Meerjarig
Financieel Kader om voort te zetten? Blijft de Minister voornemens streng toe te zien
op de noodzakelijke versterking van de Hongaarse rechtsstaat? Dreigt Hongarije ook
met een veto op de verhoging van het plafond van de Europese Vredesfaciliteit?
De voornoemde leden hebben tevens kennisgenomen van de positieve grondhouding van
het kabinet ten opzichte van de aanbeveling van de Europese Commissie om de toetredingsonderhandelingen
met Oekraïne te beginnen. Welke middelen hebben de Minister en de Europese Commissie
dan om Oekraïne alsnog bij te staan in het overnemen van het EU-acquis, mocht de Raad
niet besluiten de aanbeveling over te nemen? Welke middelen ontberen zij in een dergelijke
situatie?
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de Geannoteerde
agenda van de Raad Algemene Zaken d.d. 12 december en de Kabinetsappreciatie van het
Uitbreidingspakket 2023 en het Groeiplan voor de Westelijke Balkan. Zij hebben hierover
nog enkele vragen.
Deze leden maken zich zorgen over berichten dat de toegezegde Europese (munitie-)
steun niet snel genoeg Oekraïne bereikt en toegezegde hoeveelheden niet worden gehaald.
Zij roepen de Minister op zich te blijven inspannen voor een versnelling van de Europese
productiecapaciteit en hindernissen voor steun en productie te verminderen. Wat is
op dit moment de grootste valkuil voor Europese munitieproductie? Op welke manier
kan dit verholpen worden?
De aan het woord zijnde leden hebben vernomen dat Hongarije een luis in de Europese
pels blijft en zich verzet tegen de Europese gezamenlijke steun aan Oekraïne. Ook
zou Orbán hebben gevraagd om het hele onderwerp Oekraïne (uitbreiding + steun) van
de agenda te halen. Dit terwijl de Europese Commissie recent nog bijna een miljard
aan bevroren EU-gelden heeft vrijgegeven aan Hongarije. Hoe kijkt de Minister hiernaar?
Op welke manier kan Nederland de Europese Commissie steunen om haar harde lijn tegenover
Hongarije te houden en tegelijk een nieuw steunpakket aan Oekraïne mogelijk te maken?
Hoe is het krachtenveld? Hoe kijken andere lidstaten naar de Hongaarse positie?
De leden van de VVD-fractie hebben vernomen dat het Voorzitterschap van de Raad een
discussiedocument heeft verspreid met herschikkingsopties tussen de 8 en 23 miljard
euro. Nederland dringt aan op een volledig overzicht met alle mogelijke financieringsopties.
Heeft de Minister deze ondertussen al mogen ontvangen? Deze leden zijn benieuwd naar
het kabinetsoordeel over dit discussiedocument. Zij delen het kabinetsstandpunt dat
binnen bestaande financiële kaders ruimte gevonden moet worden door middel van herprioritering
(uitgezonderd van Oekraïne). Staat dit kabinetsstandpunt nog steeds?
De voornoemde leden zijn benieuwd in hoeverre de tussentijdse aanpassing van het Meerjarig
Financieel Kader zodanig ver uitonderhandeld is, dat dit inderdaad op de Europese
Raad geagendeerd zal zijn. Zal hierover op korte termijn een akkoord worden bereikt?
Hoe zorgt de Minister ervoor dat de lopende onderhandelingen over de tussentijdse
MFK-herziening geen invloed hebben op de broodnodige steun voor Oekraïne?
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de Kabinetsappreciatie
ten aanzien van het uitbreidingspakket. Zij hebben hierover nog enkele vragen. In
de brief beschrijft het kabinet «dat het nauw zal optrekken met gelijkgezinden, het
krachtenveld wegen en voorkomen dat het geïsoleerd komt te staan. Het kabinet heeft
de sterk veranderde geopolitieke context meegenomen in de analyse van het uitbreidingspakket.»
Hoe verhoudt dit zich tot de strikt en fair benadering van het kabinet, alsmede tot
de objectiviteit van het EU-toetredingsproces?
Het kabinet lijkt zich te kunnen vinden in de aanbeveling van de Europese Commissie
om de onderhandelingen met Oekraïne en Moldavië te openen, maar het onderhandelingsraamwerk
met beide landen vast te stellen wanneer zij een aantal verdere stappen hebben gezet.
Welke stappen betreft dit precies? Hoe zal worden vastgesteld of beide landen aan
deze stappen hebben voldaan? Volgt hiervan wederom een kabinetsappreciatie voordat
dit in het voorjaar van 2024 in de Europese Raad voorligt?
In het Europese krachtenveld lijkt het erop dat de besluitvorming ten aanzien van
individuele landen aan elkaar wordt gekoppeld. Dit leidt tot frustratie bij betrokken
landen, aangezien zij in dat geval niet alleen op hun eigen merites worden beoordeeld.
Wat is de opstelling van de Minister hierin?
De voornoemde leden steunen Oekraïne tegen de Russische agressie en zijn van mening
dat de toekomst van Oekraïne in Europa ligt. Wel maken deze leden zich vanwege de
wederopbouw en toekomstige ontwikkeling van Oekraïne zorgen over corruptie. Kan de
Minister ten aanzien van Oekraïne nader toelichten welke voortgang is geboekt in het
bestrijden van corruptie in de afgelopen twee jaar? In hoeverre leidt de zichtbare
aanpak van hooggeplaatste officials tot een brede afname van corruptie in Oekraïne?
Hoe zou de Minister de huidige mate van corruptie in Oekraïne classificeren?
De aan het woord zijnde leden lezen dat de Europese Commissie aanbeveelt een kandidaat-lid-status
aan Georgië toe te kennen. Gezien de geringe vooruitgang en bestaande problematiek
zou een toekenning van kandidaat-lidmaatschap een grote stap zijn. Voor een veelvoud
aan prioriteiten moet nog een wezenlijke vooruitgang geboekt worden. Ook maken deze
leden zich zorgen over Russische invloed op het land als gevolg van de Russische agressie
in Oekraïne. Hoe is het krachtenveld binnen de EU waar het gaat om eventueel kandidaat-lidmaatschap
van Georgië? Deelt de Minister de zorgen van de leden van de VVD-fractie omtrent het
eventuele kandidaat-lidmaatschap van Georgië? Hoe oordeelt de Minister over de achterblijvende
Georgische GBVB-aansluiting?
De leden van de VVD-fractie maken zich ernstige zorgen over de blijvende instabiliteit
in Noord-Kosovo. Op welke manier kan de Minister de dialoog tussen Servië en Kosovo
faciliteren? Deze leden blijven zich zorgen maken over de GBVB-aansluiting van Servië.
Het land lijkt een geopolitieke koers te varen die tegen Europese strategische belangen
ingaat. Op welke manier kan Servië gemotiveerd worden om meer aan te sluiten aan het
GBVB, met in het achterhoofd eerder aangenomen moties? Welke verdere stappen kunnen
de Minister en de Europese Commissie nemen? Daarnaast geven zowel de Minister als
de Europese Commissie aan dat «aansluiting bij het EU-visumbeleid is verbeterd door
het invoeren van de visumplicht voor zes landen, maar verdere aansluiting nodig blijft».
Kan de Minister toelichten welke nadere aansluiting nodig blijft ten aanzien van visa-alignment?
In hoeverre is de omvang van migratiestromen via Servië richting de EU de afgelopen
tijd gedaald?
Voornoemde leden hebben met interesse kennisgenomen van het Groeiplan voor de Westelijke
Balkan en de beoogde financiering hiervan. Zij delen het oordeel van de Minister dat
de beoogde EU-middelen in bestaande financiële kaders gevonden dienen te worden. Heeft
de Europese Commissie hiertoe een voorstel gedaan? Is het mogelijk de Europese Commissie
te vragen met een alternatieve financiering binnen bestaande kaders te komen? Deze
leden delen de weerstand van de Minister over het voornemen tot het aangaan van leningen
op de kapitaalmarkt. Zij zijn benieuwd naar het speelveld.
Tot slot zijn de leden van de VVD-fractie tevreden dat migratie hoog op de agenda
blijft staan, maar zij zijn wel benieuwd naar concrete resultaten. In hoeverre zijn
de eerdere Raadsconclusies uit het voorjaar van 2023 geïmplementeerd? Voor welke concrete
resultaten zet de Minister zich in en rondom de Raad Algemene Zaken in, met name als
het gaat om het verminderen van de irreguliere instroom naar de EU en de terugkeer
van uitgeprocedeerde asielzoekers? Op welke termijn kunnen de onderhandelingen gefinaliseerd
worden en welke hindernissen zijn er nu nog om tot akkoord te komen rondom het Asiel-
en Migratiepact.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de Geannoteerde
agenda van de Raad Algemene Zaken d.d. 12 december 2023 en hebben daarover nog enkele
vragen.
Deze Raad zal de Europese Raad van december voorbereiden. Traditiegetrouw staan er
veel en belangrijke onderwerpen op de agenda van de laatste Europese Raad van het
jaar. Deze leden merken op dat Orbán een brief heeft gestuurd aan de voorzitter van
de Europese Raad met het verzoek om EU-uitbreiding en het Meerjarig Financieel Kader
van de Raadsagenda af te halen omdat daar nog niet voldoende over gesproken zou zijn.
Zal deze brief ook op de Raad Algemene Zaken besproken worden? Wat is de inzet van
de Minister ten aanzien van dit voorstel? Wat zijn de consequenties als er tijdens
de Europese Raad van december 2023 geen beslissingen worden genomen over het MFK?
Zal dit ook betekenen dat het Oekraïnefonds niet van de grond zal komen?
De aan het woord zijnde leden zijn van mening dat de EU serieus werk moet maken van
het incorporeren van de kandidaat-lidstaten in de EU. Het uitblijven van Europees
perspectief maakt dat landen in de ring rond Europa gevoelig worden voor buitenlandse
inmenging van landen als China en Rusland. Het lijkt erop alsof de Europese Raad voornemens
is in te stemmen met de opening van de onderhandelingen met Oekraïne en Moldavië,
met uitzondering van Hongarije. Klopt dat? Zal Nederland in de Europese Raad instemmen
met het openen van de onderhandelingen met Oekraïne en Moldavië? Zo ja, wat is Nederland
van plan Hongarije ook te overtuigen voor het openen van onderhandelingen te stemmen?
Deze leden lezen ook dat de Raad voornemens is in te stemmen met het plan van de Europese
Commissie om de Westelijke Balkanlanden een aantal voordelen te gunnen van het interne
markt lidmaatschap. De leden van de D66-fractie zijn groot voorstander van zo’n gefaseerde
toetredingsaanpak.
De voornoemde leden hebben tevens vernomen dat de Europese Commissie voornemens is
bevroren Hongaarse middelen vrij te geven, in ruil voor steun van Hongarije aan bijvoorbeeld
het Oekraïnefonds en de toetreding van Oekraïne. Klopt dat? Zal de Minister zich hier
in de Raad Algemene Zaken tegen uitspreken? Europese waarden zijn wat deze leden betreft
niet onderhandelbaar, en de Europese Commissie kan zich niet op deze manier laten
chanteren. Steunt de Minister deze inzet?
Verder vragen de leden van de D66-fractie of het initiatief van het Europees parlement,
om een Europese conventie bij elkaar te roepen voor het wijzigen van het verdrag,
besproken zal worden tijdens deze Raad Algemene Zaken of Europese Raad. Deze leden
hebben begrepen dat het Spaanse voorzitterschap dit liever op de Energieraad wil bespreken
van december. Dat zou wat deze leden betreft ongepast zijn, aangezien het bij uitstek
een onderwerp betreft dat in de Raad Algemene Zaken besproken dient te worden. Uitbreiding
en hervorming van de EU dienen wat voornoemde leden betreft als twee kanten van dezelfde
munt besproken te worden. De EU moet kritisch naar de eigen structuur kijken, alvorens
over te gaan tot een grootschalige uitbreiding. Kan de Minister het krachtenveld schetsen
ten aanzien van het openen van een conventie? Naar deze leden begrijpen zijn er maar
tien lidstaten nodig om zo’n conventie te starten. Duitsland en Frankrijk zijn voorstander
van het wijzigen van het verdrag. Welke andere lidstaten staan hier positief tegenover?
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie nemen kennis van de Geannoteerde agenda van de Raad Algemene
Zaken d.d. 12 december 2023, het verslag van de Raad Algemene Zaken van 15 november
2023 en de Kabinetsappreciatie over het uitbreidingspakket 2023 en het Groeiplan voor
de Westelijke Balkan. Daarover hebben zij nog een aantal vragen en opmerkingen.
De Minister heeft een appreciatie gestuurd inzake het uitbreidingspakket 2023 en het
Groeiplan voor de Westelijke Balkan. Daarin laat de Minister weten een positieve grondhouding
te hebben ten aanzien van de aanbevelingen van de Commissie over Oekraïne en Moldavië.
In het bijzonder is het een vraagstuk of het openen van de toetredingsonderhandelingen
nu het meest bevorderlijke moment is. Beide landen voldoen nog niet aan de Kopenhagen
Criteria, die uiteindelijk leidend zijn in het debat over toetreding. Daarnaast zijn
de leden van de BBB-fractie van mening dat de toetreding van Oekraïne en Moldavië
een orde van grootte kent die verdragsrechtelijke consequenties kent, en zij willen
daar ook zo snel mogelijk over in debat. Ook hebben de voornoemde leden bedenkingen
bij het absorptievermogen van de EU op dit moment. Is de Minister het er mee eens
dat de EU allereerst haar eigen functioneren op orde moet brengen, procesgang moet
versterken, en daarbij de legitimiteit en inspraak van nationale parlementen en burgers
met betrekking tot nut, noodzaak en functioneren van de EU voorop moet stellen?
Sinds 1999 is Turkije bijvoorbeeld al kandidaat-lid van de EU. Is de Minister het
ermee eens dat we moeten oppassen met het geven van grote verwachtingen? En is de
Minister het ermee eens dat we – in het geval van toetreding van nieuwe lidstaten
– moeten kijken naar het eventueel splitten van toetreding tot de EU, de EMU en de
Schengenzone?
Met grote bezorgdheid hebben de aan het woord zijnde leden de plannen van de Europese
Commissie voor een Groeiplan voor de Westelijke Balkan gelezen. De Westelijke Balkan
vormt een explosief kruitvat in de buik van Europa. De hybride beïnvloeding van Rusland
op het gebied van cyber, informatie, politieke processen, tezamen met de etnische
spanningen en de deplorabele staat van de economieën in de regio maakt dat de Westelijke
Balkan in de nieuwe geopolitieke werkelijkheid aandacht verdient. Echter, het voorgestelde
Groeiplan voor de Westelijke Balkan is een verkeerd instrument. De eerste pijler van
het groeiplan, «bevorderen van de integratie in de interne markt van de EU», zorgt
ervoor dat we de aantrekkelijke wortel voor kandidaat-lidstaten om een uitgebreid
hervormingsplan door te voeren op rechtsstaat, corruptiebestrijding en invoeren van
EU-aquis, al gelijk weggeven en met enkel de repressieve stok achterblijven. Daarbovenop
zijn de leden van de BBB-fractie het eens met de Kabinetsappreciatie over de vierde
pijler, »Oprichting van een Hervormings- en Groeifaciliteit», dat er geen verhoging
van de gezamenlijke schuldenlast mag plaats vinden en vinden deze leden de zachte
voorwaarden voor het 4 miljard leningen-deel van de verordening niet gepast. De kabinetsappreciatie
stelt dat de regering de noodzaak tot deze faciliteit met het voorgestelde financiële
instrument niet ondersteunt. Is de Minister dan ook voornemens daadwerkelijk tegen
deze faciliteit te stemmen?
Het Voorzitterschap van de Raad heeft een discussiedocument verspreid met herschikkingsopties
tussen de 8 en 23 miljard euro van het Meerjarig Financieel Kader. De Europese Commissie
stelt voor het EU-budget te verhogen met 66 miljard euro en het Europees parlement
wil daar met 10 miljard euro nog een schepje bovenop doen. Het kabinet heeft eerder
geschreven optimaal van bestaande EU-middelen gebruik te maken. De aan het woord zijnde
leden delen die visie. Als er EU-middelen moeten worden verschoven, zien deze leden
liever dat de Europese Commissie in haar eigen begroting snijdt zodat het EU-budget
niet nog verder verhoogt. Ziet de Minister mogelijkheden om deze 8 tot 23 miljard
euro op te brengen via het snijden in het budget van bijvoorbeeld de Green Deal van
Eurocommissaris Hoekstra? Zo nee, waarom kan er niet in bestaande pakketten worden
gesneden?
De leden van de BBB-fractie zien graag een gewichtige agendering van migratie op de
Raad Algemene Zaken, gezien de migratiecrisis waarin de Europese Unie zich bevindt.
Deze leden benadrukken het belang dat de onderhandelingen tussen de Raad en het Europees
parlement over het Asiel- en Migratiepact op korte termijn worden afgerond en zal
de Commissie blijven oproepen zich in te zetten voor het ontwikkelen van brede migratiepartnerschappen.
Italië heeft voorstellen gedaan om een migratiedeal op te tuigen met bijvoorbeeld
Albanië. Hoe duidt de Minister deze voorstellen, ziet de Minister hierin ook kansen
voor Nederland en is de Minister bereid met Italië en binnen de Raad Algemene Zaken
hierover in gesprek te treden of er voor Nederland ook kansen liggen in soortgelijke
migratiedeals?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben de volgende opmerkingen en vragen naar aanleiding
van de Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken d.d. 12 december 2023.
Deze leden zijn ernstig teleurgesteld in de houding van de Europese Commissie en de
Nederlandse regering wat betreft de bloedige oorlog in Gaza. De gevechtspauze van
de afgelopen dagen was een uitgelezen kans voor de internationale gemeenschap om deze
oorlog duurzaam te beëindigen. In plaats daarvan heeft Israël de oorlog in Gaza hervat,
gesteund door zijn bondgenoten in de Verenigde Staten en de Europese Unie. Deze laatste
twee zijn daarmee, wat de eerdergenoemde leden betreft, medeplichtig aan het bloedvergieten
dat nu plaatsvindt.
Wat de aan het woord zijnde leden betreft, kent deze oorlog geen militaire oplossing.
Het geweld dat Israël in Gaza pleegt onder het valse mom van «zelfverdediging» is
ver buiten alle proporties, schendt het humanitair oorlogsrecht, en creëert een voedingsbodem
voor een nieuwe generatie Hamas-terroristen. Wil dit conflict duurzaam worden opgelost,
dan moet de internationale gemeenschap hier ingrijpen. Een vrede tussen Israël en
Hamas moet worden afgedwongen, inclusief een vrijlating van alle gijzelaars, de Palestijnse
staat moet worden erkent en de internationale gemeenschap moet een vreedzame transitieperiode
garanderen. Europa en de Verenigde Staten spelen hier een sleutelrol in. Erkent de
Minister de Europese verantwoordelijkheid in de voortzetting van dit conflict? Erkent
de Minister de sleutelrol die Europa, en dus ook Nederland, speelt in een duurzame
oplossing? Wat belemmert de Minister in het bepleiten van internationaal ingrijpen?
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de Kabinetsappreciatie van het
uitbreidingspakket 2023 en het Groeiplan voor de Westelijke Balkan. Deze leden zijn
te spreken over de volgende tekst die in de appreciatie staat te lezen: «Hierbij zijn
voor het kabinet, conform de motie van het lid Jasper van Dijk (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2563), de Kopenhagen-criteria leidend.» Toch zijn zij bezorgd over de uiteindelijke naleving
van de Kopenhagen-criteria.
De voornoemde leden zijn bezorgd over de mogelijkheid dat de EU-uitbreiding onder
grote druk wordt doorgevoerd vanwege de geopolitieke situatie, zonder dat rekening
wordt gehouden met de, nu al aanzienlijke, interne instabiliteit van de Europese Unie.
Een te snelle uitbreiding, zonder strikte naleving van de Kopenhagen-criteria zou,
volgens deze leden, de interne instabiliteit vergroten. Uitspraken van Raadsvoorzitter
Michel dat de uitbreiding voor 2030 moet plaatsvinden helpen niet deze bezorgdheid
bij eerdergenoemde leden weg te nemen. Onderschrijft de Minister de bezorgdheid van
deze leden over de interne stabiliteit van de Unie en kan zij de uitspraken van Michel
in deze context beoordelen?
De leden van de SP-fractie hebben op eerdere momenten hun tegenstand jegens de voorgenomen
verhoging van het Meerjarig Financieel Kader kenbaar gemaakt. Deze leden zijn verheugd
te lezen dat meerdere landen de voorgestelde verhoging van het MFK willen verlagen.
Wat is de laatste stand van zaken?
Deze leden lezen in de Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken dat het kabinet
van mening is dat «Europa meer verantwoordelijkheid moet nemen voor de eigen veiligheid».
De aan het woord zijnde leden constateren dat binnen de huidige verdragen defensie
en veiligheid aangelegenheden van de lidstaten zijn. Deze leden hebben meermaals hun
standpunt gedeeld dat het oprichten en uitbreiden van Europese defensieactiviteiten
volgens hen ongewenst is, mede gezien deze verdragen. Kan de Minister uitleggen hoe
het ingenomen standpunt zich tot de verdragen verhoudt? Deelt zij de mening dat een
Europees militair-industrieel complex ongewenst is?
Tot slot kijken deze leden met interesse uit naar de uitwerking van het Asiel- en
Migratiepact, zeker aangezien in de voorgestelde MFK-verhoging geld gereserveerd is
voor de uitvoering van dit pact. Het reserveren van middelen voor een plan dat nog
niet is afgerond en geïmplementeerd vinden deze leden een bijzondere gang van zaken.
Zij vragen de Minister om een reactie.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben kennisgenomen van de stukken ten behoeve van het
schriftelijk overleg over de Raad Algemene Zaken d.d. 12 december 2023 en hebben de
volgende vragen.
Kan de Minister toelichten hoe de herschikkingsopties voor het Meerjarig Financieel
Kader eruitzien, zoals die in het discussiedocument van het Voorzitterschap van de
Raad staan? Begrijpen deze leden goed dat dit strikt gaat om het herschikken binnen
het huidige MFK, in plaats van verhogen van het MFK?
De aan het woord zijnde leden zijn blij dat er aandacht is voor de Europese Defensie-industrie.
Ze vragen echter daarbij hoe dit zich verhoudt tot de inzet op de Nederlandse defensie-industrie
(NLDTIB)? Op welke wijze bevordert de Minister onze defensie-industrie? Hoe wordt
binnen materieelprojecten een gedegen afweging gemaakt tussen kwaliteit, snelheid
en een goede prijs? Wat is de inzet om daarin een optimum te bereiken, en blijft de
Kamer voluit inzicht krijgen in de dilemma’s daarbij?
Inzake Europese en NAVO-defensiesamenwerking onderkennen de voornoemde leden de noodzaak
van het vergroten van interoperabiliteit en de inzet op een kleiner aantal type voertuigen,
wapensystemen en munitie. Worden ook hierbij tegelijk de belangen van onze defensie-industrie
integraal meegenomen?
Het kabinet noemt in de appreciatie voor kandidaat-lidstaten veel institutionele hervormingen
en de inzet op een aantal burgerlijke vrijheden rond gender en lhbti. Op welke wijze
neemt de Minister de culturele en religieuze eigenheid van de kandidaat-lidstaten
daarbij in acht, en in dat opzicht de fundamentele vrijheid van godsdienst en levensbeschouwing?
Zorgt Nederland dat er ruimte voor verschillen tussen lidstaten behouden blijft? Zo
nee, kan de Minister zich voorstellen dat dit op termijn de maatschappelijke onvrede
in landen kan bevorderen?
In de appreciatie over het uitbreidingspakket staat weinig over de actieve oorlog
en wat dat voor Oekraïne betekent, en over de territoriale disputen die Georgië heeft
met Rusland. Kan de Minister toelichten welke rol deze zaken spelen in een mogelijke
EU-toetreding? En wat is het nut van steunmaatregelen aan deze landen anders dan een
EU-toetreding?
II Reactie van de Minister van Buitenlandse Zaken
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Hoedemaker, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.