Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Eerdmans en Wilders over de aanwezigheid van een hoge Talibanfunctionaris op het WHO-congres in Den Haag
Vragen van de leden Eerdmans (JA21) en Wilders (PVV) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de aanwezigheid van een hoge Talibanfunctionaris op het WHO-congres in Den Haag (ingezonden 20 november 2023).
Antwoord van Minister Bruins Slot (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 5 december 2023).
         
Vraag 1
            
Hoe heeft het kunnen gebeuren dat op het Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)-congres
               van afgelopen week een hoge functionaris van de Taliban, het hoofd van de Afghaanse
               Voedsel- en Medicijnautoriteit, aanwezig was?
            
Antwoord 1
            
Nederland was gastheer van het World Local Production Forum, een bijeenkomst van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). De WHO nodigt voor dergelijke
               bijeenkomsten in principe al haar lidstaten uit en stelde in dit kader ook vertegenwoordigers
               van Afghanistan voor. De WHO heeft inmiddels geconstateerd dat het de Afghaanse vertegenwoordiger
               niet had moeten uitnodigen, aangezien de VN het huidige Taliban regime niet erkent
               als legitieme vertegenwoordiger van de VN-lidstaat Afghanistan.
            
De desbetreffende deelnemer heeft ten behoeve van het bijwonen van de WHO-bijeenkomst
               een visum aangevraagd, dat vervolgens is verstrekt door Nederland. Het Ministerie
               van Buitenlandse Zaken heeft de visumaanvraag beoordeeld op basis van de geldende
               visumvereisten, neergelegd in de EU-regelgeving (Visumcode). Een visumaanvraag wordt
               o.a. getoetst op het reisdoel en of de aanvrager wordt beschouwd als een bedreiging
               van de openbare orde, de binnenlandse veiligheid, de volksgezondheid en op ondersteunende
               documenten zoals een gepersonaliseerde uitnodiging. De uitnodiging van de WHO enbevestiging
               van deelname door het Ministerie van VWS op naam vormden een ondersteuning bij de
               toekenning van het visum. Ook is gecheckt of de aanvrager op signalerings- en/of sanctielijsten
               staat vermeld.
            
De Afghaanse Taliban is niet geplaatst op een sanctielijst van de Europese Unie of
               de Verenigde Naties. Wel zijn individuele Talibanleden op deze sanctielijsten geplaatst,
               waardoor ze de gevolgen ondervinden van bevriezingsmaatregelen en een inreisverbod.
               Tegen betrokkene is geen inreisverbod uitgevaardigd, hij is niet op een sanctielijst
               geplaatst en komt ook niet voor op een andere signaleringlijst.
            
Vraag 2
            
Klopt het dat, zoals Duitse media melden, Nederland aan deze man een Schengenvisum
               heeft afgegeven op basis waarvan hij zowel in Nederland als Duitsland activiteiten
               heeft kunnen verrichten?1
Antwoord 2
            
Ja. Bij visumverlening is de norm dat er een visum wordt verstrekt dat geldig is voor
               het hele Schengengebied.
            
Vraag 3
            
Klopt het dat u heeft aangegeven dat de betreffende persoon weliswaar niet op een
               sanctielijst stond, maar desondanks geen visum had moeten krijgen?
            
Antwoord 3
            
Ja.
Vraag 4
            
Hoe ziet de gevolgde procedure eruit waaraan u refereert?2 Is de gemaakte fout een incident of is onder de huidige procedure het risico groot
               dat ongewenste personen een visum krijgen zolang zij niet op een sanctielijst staan?
            
Antwoord 4
            
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de visumaanvraag beoordeeld op basis van
               de geldende visumvereisten, neergelegd in de EU-regelgeving (Visumcode). Een visumaanvraag
               wordt – naast de standaard toets op sanctie- en signaleringslijsten – o.a. ook getoetst
               op het reisdoel, de openbare orde, binnenlandse veiligheid, volksgezondheid, de internationale
               betrekkingen en op de ondersteunende documenten.
            
Elke visumaanvraag wordt op eigen merites beoordeeld. Ook in de toekomst zal telkens
               worden afgewogen of er voldoende grond is voor afwijzing op grond van de bepalingen
               in de Visumcode.
            
Vraag 5
            
Op welke wijze gaat u de procedure herzien en aanscherpen?
Antwoord 5
            
Hoewel betrokkene niet op een van deze sanctielijsten staat, trekt het kabinet wel
               lering uit deze gebeurtenissen, omdat het, mede met het oog op de motie-Brekelmans3, hoogst onwenselijk is dat deze vertegenwoordiger aan de conferentie kon deelnemen.
               Hierbij wordt gekeken naar de afspraken die van tevoren gemaakt worden aangaande het
               uitnodigingsbeleid bij dit soort internationale conferenties. Voorts is deze casus
               voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken aanleiding te bezien waar het visumproces
               kan worden aangescherpt zodat dergelijke visumaanvragen altijd een extra afweging
               ondergaan ter beoordeling of de betrokkene een visum geweigerd moet worden omdat hij
               een gevaar vormt voor de openbare orde of de internationale betrekkingen.
            
Vraag 6
            
Hoeveel en welke Talibanfunctionarissen staan er momenteel op de sanctielijst?
Antwoord 6
            
Onder het VN-sanctieregime m.b.t. Afghanistan staan momenteel 135 individuen en 5
               entiteiten gelist. Daarnaast zijn er vijf individuele Talibanleden op de EU mensenrechtensanctielijst
               geplaatst voor ernstige schending van vrouwenrechten.
            
Vraag 7
            
Indien dit een selecte groep is, bent u dan bereid deze uit te breiden? Zo nee, waarom
               niet?
            
Antwoord 7
            
Nederland speelt een actieve rol in het plaatsen van individuen die zich schuldig
               maken aan terreuracties op sanctielijsten. Om op de sanctielijst geplaatst te worden,
               is een van de vereisten dat bewezen moet zijn dat een persoon onderdeel is van een
               terroristische groepering die op de sanctielijst staat en/of terreuracties heeft begaan.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
