Schriftelijke vragen : De beoordeling van de kwaliteit van habitattypen
Vragen van het lid Bisschop (SGP) aan de Minister voor Natuur en Stikstof over de beoordeling van de kwaliteit van habitattypen (ingezonden 1 december 2023).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Natuur slecht omdat veel wenssoorten er niet
zijn», waarin de beoordelingswijze in natuurdoelanalyses ten aanzien van de kwaliteit
van habitattypen op basis van de aanwezigheid van typische soorten wordt geanalyseerd?1
Vraag 2
Hoe waardeert u de constatering dat in de Brabantse natuurdoelanalyses, die zijn opgesteld
door Antea, alle typische soorten behorend bij een habitattype zijn meegenomen in
de beoordeling terwijl in de natuurdoelanalyses opgesteld door Arcadis niet is gekeken
naar soorten die sinds jaar en dag niet in de provincie zijn gesignaleerd?
Vraag 3
Is de veronderstelling juist dat de werkwijze in de Brabantse natuurdoelanalyses ten
aanzien van de beoordeling van typische soorten niet spoort met de voorgeschreven
beoordelingswijze in de landelijk vastgestelde «Werkwijze kwaliteit van habitattypen
op gebiedsniveau», als onderdeel van de «Leeswijzer Natura 2000 profielen»?2, 3
Vraag 4
Waarom wordt in verschillende natuurdoelanalyses de kwaliteit van habitattypen beoordeeld
aan de hand van een niet formeel vastgesteld kader van Tauw, in plaats van het formeel
vastgestelde kader, zoals opgenomen in de «Werkwijze kwaliteit van habitattypen op
gebiedsniveau», als onderdeel van de «Leeswijzer Natura 2000 profielen»?4
Vraag 5
Is de veronderstelling juist dat het gehanteerde beoordelingskader, zoals opgesteld
door Tauw, bestuurlijk nog niet is vastgesteld, mede omdat het nog veel vragen oproept?5
Vraag 6
Kunt u het rapport van Tauw over de beoordeling van de kwaliteit van habitattypen
naar de Kamer sturen?6
Vraag 7
Hoe waardeert u het beoordelingskader, zoals opgesteld door Tauw, in het licht van
de eerder vastgestelde «Werkwijze kwaliteit van habitattypen op gebiedsniveau», als
onderdeel van de «Leeswijzer Natura 2000 profielen»?
Vraag 8
Deelt u de mening dat het in de natuurdoelanalyses, in het licht van de Habitatrichtlijn,
met name van belang is hoe de aanwezigheid van typische soorten zich ontwikkelt ten
opzichte van de datum van aanwijzing van de betreffende Natura 2000-gebieden, zoals
geadresseerd in de genoemde «Werkwijze kwaliteit van habitattypen op gebiedsniveau»,
en dat het vaststellen van de absolute kwaliteit, zoals in het beoordelingskader van
Tauw, alleen van belang is voor het bepalen van de relevantie van een gebied ten opzichte
van andere gebieden, in het kader van de aanwijzing van gebieden, en dus veel minder
belangrijk is voor de natuurdoelanalyses?
Vraag 9
Hoe gaat u zorgen voor zowel een uniforme als een adequate beoordeling van de (ontwikkeling
van de) kwaliteit van habitattypen op gebiedsniveau in natuurdoelanalyses en beheerplannen?
Vraag 10
Zijn natuurbeheerders en terrein beherende organisaties verplicht om te zorgen voor
adequate monitoring van de natuur/de habitats die zij in beheer hebben? Zo ja, hoe?
Indieners
-
Gericht aan
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof -
Indiener
R. Bisschop, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.