Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Plas over een vullingstoets
Vragen van het lid Van der Plas (BBB) aan de Minister voor Natuur en Stikstof over een vullingstoets (ingezonden 20 november 2023).
Antwoord van Minister Van der Wal-Zeggelink (Natuur en Stikstof) (ontvangen 28 november
            2023).
         
Vraag 1
            
Klopt het dat u voornemens bent om bij het plaatsen van stikstofdepositieruimte in
               het Stikstofregistratiesysteem (SSRS) op voorhand de additionaliteit wilt onderbouwen
               middels een zogenoemde vullingstoets?
            
Antwoord 1
            
Ja. Het gaat niet goed met veel natuur in Nederland. Dit maakt het lastig om voor
               uitgifte van stikstofdepositieruimte te voldoen aan het additionaliteitsvereiste wat
               een voorwaarde is voor een houdbare vergunning (staande jurisprudentie). Ik ben met
               de rijkspartners en provincies in gesprek om te bezien hoe we economische en maatschappelijke
               activiteiten mogelijk kunnen maken en tegelijk zoveel mogelijk zekerheid in kunnen
               bouwen dat stikstofdepositieruimte gebruikt kan worden voor toestemmingverlening.
            
Vraag 2
            
Waarop baseert u de noodzaak van deze vullingstoets gezien het feit dat noch artikel 5.5a,
               tweede lid, van de Wet natuurbescherming (Wnb), noch artikel 6.1 en 6.2 van de Habitatrichtlijn
               hiertoe aanleiding geven? Waarom wenst u een strengere additionaliteitstoets dan wettelijk
               is vereist of uit jurisprudentie blijkt?
            
Antwoord 2
            
Het voornemen om, naast uitgifte, ook voorafgaand aan het vullen van stikstofbanken
               een toets op additionaliteit te doen is een beleidsmatige keuze en betekent geen verzwaring
               van de inhoud van de provinciale toets achteraf. De keuze voor een vullingstoets leidt
               ertoe dat er meer zekerheid is over de inzetbaarheid van de stikstofdepositieruimte
               in de stikstofbanken. Ik vind het belangrijk dat er voor gebruikers een grotere mate
               van zekerheid bestaat dat stikstofdepositieruimte die geregistreerd staat in een stikstofbank
               daadwerkelijk gebruikt kan worden ten behoeve van toestemmingverlening.
            
Vraag 3
            
Bent u zich ervan bewust dat de vullingstoets mogelijk niets meer toevoegt of tenminste
               is achterhaald ten aanzien van wettelijk verplichte additionaliteitstoets op het moment
               van toestemmingsverlening? Hoe wilt u hiermee omgaan? Wat gebeurt er met stikstofdepositieruimte
               die achteraf onterecht niet in het SSRS is geplaatst en waardoor Programma Aanpak
               Stikstof (PAS)-melders nog steeds niet in aanmerking komen voor legalisatie?
            
Antwoord 3
            
Het gaat niet goed met veel natuur in Nederland. Dit beperkt de mogelijkheden om nieuwe
               economische en maatschappelijke initiatieven mogelijk te maken en PAS-melders te legaliseren.
               Gelet op het additionaliteitsvereiste, vind ik het een uiting van betrouwbaarheid
               van de overheid dat alleen stikstofdepositieruimte in de banken wordt opgenomen die
               gebruikt kan worden voor toestemmingverlening. Een additionaliteitstoets bij vulling
               borgt deze betrouwbaarheid waardoor de waarde van de stikstofbanken wordt verhoogd.
               Stikstofdepositieruimte die nu nog niet-additioneel is, wordt bewaard zodat het op
               een later moment ingezet kan worden ten behoeve van toestemmingverlening zodra additionaliteit
               onderbouwd kan worden. Door een additionaliteitstoets bij vulling te hanteren, kan
               een toets bij uitgifte eenvoudiger worden door na te gaan of er wezenlijk nieuwe inzichten
               zijn.
            
Tegelijk ben ik nog met rijkspartners en provincies in gesprek over hoe deze vullingstoets
               er inhoudelijk precies uit komt te zien.
            
Vraag 4
            
Waarom bent u voornemens de (voorlopige) resultaten van de natuurdoelanalyses (NDA’s)
               te gebruiken om de additionaliteit te onderbouwen en daarmee te bepalen of ruimte
               voldoet aan de vullingstoets voor het SSRS?
            
Antwoord 4
            
Bij de behandeling van aanvragen om een natuurvergunning moet bij het inzetten van
               depositieruimte uit een stikstofbank rekening worden gehouden met de meeste actuele
               inzichten over de staat van de natuur. Hier geven de NDA’s ook informatie over. Er
               kan uit ander onderzoek blijken dat depositieruimte wel inzetbaar is en in de stikstofbanken
               beschikbaar kan worden gemaakt, ook die inzichten worden meegenomen in de onderbouwing
               van additionaliteit.
            
Vraag 5
            
Hoe voorkomen we dat de stikstofdepositieruimte die later uit Instrument-X in SSRS
               wordt geplaatst (langdurig) beschikbaar komt voor andere project in plaats van de
               PAS-melders, waardoor voor de PAS-melders weer minder mogelijkheden tot legalisatie
               overblijven?
            
Antwoord 5
            
Met de wijziging van de Regeling natuurbescherming in oktober 2023 zijn ook de afspraken
               over prioritering van de doelen voor de uitgifte van depositieruimte uit het SSRS
               gewijzigd. De nieuwe afspraken houden in dat, na pre-reservering voor de exacte benodigde
               ruimte voor woningbouwprojecten, de beschikbare ruimte in het SSRS als eerste voor
               PAS-meldingen beschikbaar is. Dat geldt ook voor depositieruimte die later bruikbaar
               is en in het SSRS beschikbaar komt.
            
Vraag 6
            
Hoe verantwoordt u dat onderaan de streep dit jaar slechts een zeer beperkt aantal
               PAS-melders zal worden geholpen middels een legalisatie van de stikstofdepositie uit
               hun (terechte) melding door uw voorgenomen besluit, met name gelet op het feit dat
               er geen (juridische) aanleiding is voor de voorgestelde vullingstoets?
            
Antwoord 6
            
Het moment waarop een additionaliteitstoets wordt gedaan (zoals een toets bij vulling)
               doet mijns inziens geen afbreuk aan de hoeveelheid stikstofdepositieruimte die uit
               het SSRS kan worden ingezet voor vergunningverlening. Het borgt juist een mate van
               zekerheid dat ruimte dat geregistreerd staat, daadwerkelijk gebruikt kan worden voor
               toestemmingverlening. Het uitvoeren van bronmaatregelen voor stikstofreductie is essentieel
               voor natuurherstel en randvoorwaardelijk voor een houdbare vergunningverlening in
               verband met het additionaliteitsvereiste.
            
Ik ben van mening dat de PAS-melders moeten kunnen vertrouwen op een betrouwbare overheid
               die zich inzet om al het mogelijke te doen, waarbij juridische zekerheid voor juist
               deze groep, heel belangrijk is. Als een van de instrumenten die vergunningverlening
               mogelijk moet (blijven) maken, wil het Rijk dit instrument met zoveel mogelijk waarborgen
               omgeven. Tegelijk ben ik nog met rijkspartners en provincies in gesprek over hoe deze
               vullingstoets er inhoudelijk precies uit komt te zien.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.