Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Hagen over de berichtgeving‘Hoogoplopend conflict op Drachtster Lyceum: onderwijs- enarbeidsinspectie starten onderzoek. 'MR-mes in onze rug niet verdiend’’en ‘Dream School-directeur Eric van ’t Zelfde in hoogoplopend conflictmet MR van Drachtster Lyceum’
Vragen van het lid Hagen (D66) aan de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs over de berichtgeving «Hoogoplopend conflict op Drachtster Lyceum: onderwijs- en arbeidsinspectie starten onderzoek. «MR-mes in onze rug niet verdiend»» en «Dream School-directeur Eric van ’t Zelfde in hoogoplopend conflict met MR van Drachtster Lyceum» (ingezonden 27 september 2023).
Antwoord van Minister Paul (Primair en Voortgezet Onderwijs) (ontvangen 27 november
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 254.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het problematische signaal dat de MR op het Drachtster Lyceum
voorlopig buitenspel is gezet door de schoolleider als gevolg van het eerdergenoemde
conflict, wat ingaat tegen de wettelijke verankering van de MR in de Wet medezeggenschap
op scholen1, 2, 3?
Antwoord 1
Ik heb kennisgenomen van de situatie.
Vraag 2
Bent u het ermee eens dat het zowel ongepast als onrechtmatig is voor een schoolleider
om een MR te ondermijnen naar aanleiding van een onderling conflict? Zo ja, veroordeelt
u dergelijk handelen en welk gevolg geeft u hieraan?
Antwoord 2
De Inspectie van het Onderwijs doet momenteel onderzoek naar de situatie op de school
en bij het bestuur. Ik wil met mijn oordeel niet vooruitlopen op dit onderzoek.
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat de Inspectie van het Onderwijs en de Arbeidsinspectie een onderzoek
starten op het Drachtster Lyceum naar aanleiding van een conflict dat plaatsvindt
tussen de rector en de medezeggenschapsraad (MR) en eerdere meldingen die de Onderwijsinspectie
ontvangen heeft over de werksituatie?
Antwoord 3
De Inspectie van het Onderwijs doet momenteel inderdaad onderzoek op de school en
bij het bestuur. Dat gebeurt naar aanleiding van diverse signalen, die deels betrekking
hebben op de medezeggenschap maar ook over bredere onderwerpen, zoals de onderwijskwaliteit
en professionele ruimte van docenten. Over het onderzoek onderhoudt de Inspectie van
het Onderwijs nauw contact met de Arbeidsinspectie. Lopende het onderzoek wordt bezien
of aanvullende interventie van de Arbeidsinspectie opportuun is.
Vraag 4
Kunt u aangeven voor welk deel de Onderwijsinspectie en voor welk deel de Arbeidsinspectie
verantwoordelijk is bij deze controle?
Antwoord 4
De Inspectie van het Onderwijs is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving
van de onderwijswetgeving. De Nederlandse Arbeidsinspectie houdt in deze context toezicht
op naleving van de Arbeidsomstandighedenwet.
Vraag 5
Bestaat er een duidelijk en afgebakend kwaliteitskader voor het functioneren van schoolleiders
en het schoolbestuur waarop de Onderwijsinspectie nu kan toezien? Zo nee, deelt u
de mening dat het wenselijk is zo’n kwaliteitskader vast te leggen, zodat het functioneren
en de kwaliteit van een schoolbestuur beter gecontroleerd en getoetst kan worden?
Zo ja, bent u bereid stappen in deze richting te ondernemen?
Antwoord 5
De Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de naleving van de eisen die de onderwijswetgeving
aan schoolleiders en bestuurders stelt. Aan de hand van de wetgeving maakt zij een
onderzoekskader. In navolging op onder andere de kamerbrief IBO Koersen op kwaliteit
en kansengelijkheid4 en de kamerbrief Breed gesprek, governance en (mede)zeggenschap5, zijn stappen aangekondigd om de kwaliteit van schoolleiders te bevorderen en een
verkenning uit te voeren naar de positie van de schoolleider.
Vraag 6
Bent u het ermee eens dat ten opzichte van een schoolbestuur de MR weinig (financiële)
middelen heeft om het schoolbestuur te controleren en bij te sturen?
Antwoord 6
De Wet Medezeggenschap op Scholen (hierna: WMS) regelt dat de kosten die redelijkerwijs
nodig zijn voor medezeggenschapsraden om hun taak te kunnen vervullen, ten laste komen
van het bevoegd gezag. Hieronder vallen bijvoorbeeld de kosten die nodig zijn om het
schoolbestuur van advies en instemming te voorzien en scholingskosten. Ook heeft de
medezeggenschapsraad de mogelijkheid om een deskundige te raadplegen of rechtsgedingen
te voeren op kosten van het bevoegd gezag6. Als het bevoegd gezag deze verplichtingen niet naleeft, kan de medezeggenschapsraad
het conflict voorleggen aan de Landelijke Geschillencommissie WMS.7 Medezeggenschap blijft een belangrijke rol spelen in de governance van scholen en
deze rol wil ik dan ook graag gezamenlijk met de sociale partners blijven ondersteunen
zoals aangekondigd in de kamerbrief over breed gesprek governance en (mede)zeggenschap
in het funderend onderwijs8.
Vraag 7
Bent u tevens bekend met het artikel «Bekendste rector van Nederland wenst leiders
veel ruggengraat toe»9, waarin een kleurencoderingssysteem wordt uitgelicht dat door een schoolleiders gebruikt
kan worden om medewerkers te beoordelen? Bent u bekend met het feit dat medewerkers
binnen dit systeem beoordeeld worden middels de kleuren groen, oranje en rood, welke
respectievelijk typerend zijn voor de succesvolle medewerker, de medewerker met mogelijkheid
om te groeien en de medewerker welke je «onontkomelijk» moet ontslaan?
Antwoord 7
Ik heb van dit artikel kennisgenomen.
Vraag 8
Wat is uw oordeel over het hanteren van zo’n coderingsysteem? Denkt u niet dat een
mogelijke tegenmacht zoals de MR altijd de code «rood» zal krijgen?
Antwoord 8
Het is aan het bevoegd gezag om een systeem in te voeren voor de beoordeling van leraren.
Het is vervolgens aan de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad om hier over
te oordelen en indien dit positief is hun instemming aan het systeem te verlenen.
Vraag 9
Vindt u dat dit bovengenoemd gedrag past in het professioneel handelen van een schoolleider?
Hoe wilt u in de toekomst dit soort gedrag voorkomen en een veilige werksituatie voor
leraren waarborgen?
Antwoord 9
Het is aan het bevoegd gezag om het professioneel handelen van een schoolleider te
beoordelen. Het is vervolgens aan de Inspectie van het Onderwijs om toezicht te houden
op de wettelijke gestelde kaders. Een schoolleider is de leider van de school. Goed
leiderschap is een voorwaarde voor goed onderwijs. Bij goed leiderschap hoort ook
het creëren van een veilige cultuur voor een ieder. De mate waarin een schoolleider
een veilige cultuur weet te bewerkstelligen is daarbij onderdeel van het functioneren.
Het bestuur blijft echter de werkgever van een directeur of rector en is degene die
het gesprek aan moet gaan over diens functioneren. De eerder genoemde ontwikkelingen
om de kwaliteit van schoolleiders te vergroten sluiten hierbij aan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.J. Paul, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.